eione trium parvarum infularum NufTatollo, Nuflani
ve & Oma in Le y timbra &c. ubi hæ arbores aliquan
do hi nudis crefcunt rupibus, quas radicibus mis am
biunt, immo ipfas perforant, ac nihilominustarnen e
reftæ in altum excrefcunt : Majori oecurrit..hæc arbor
copia in infulisadEurum fins, præfertmr in Key,
unde cognomen gerit. _ , . ,
Tjßjs Hoc lignum magno m ufu eft apud incolas
JCevenfès, qui ex illo ligneos clavos ac pinnas formant,
ciuibus Corre-Corren, Champans, aliaquenavigiacon-
neftunt, ud in aliis locis id fit cum ligno Sappan vel.
Loian Keyenfes autem dicunt hoc lignum tnplo diu-
tius durare quam Sappan vel Loian. Nufialautenfes&
Omenfes, qui præcipui navigiorum funt fabricatores
inter Amboinenfes nullum aliud adhibent lignum ad
talia opera nifi Ruffa K e y , quod tarnen a præceden-
ti videtur quodammodo differre,ibi enim nom crefcit
in litöre, led in ipfa terra, nempe in montibus, ejus
folia funt' quoque lætius viridia & majora, arboris
cortex fundit quoque quoddam la c , lignum eft indem
grave & folidum, ex purpureo in fuicum tendèns,
ac per longitudinem facile findendum.
Ob hunc ufurn lignum hoc vocant Malaice Loian
Corra Corra, uti lignum Sappan dicunt Loian Tsjello,
h é tindfcorum.Loian. Leytimorenfes ac præfertim
Nuffanivenfés, uti in præcedenti dittum fuit capite,
litoreani hanc Tanionum cum præcedenti domeftica
unam eandemque cenfent,dicuntque domefticam ho*-
minum cultùra ita fuifle degeneratam , quod fupra
refutavimus. Lignum h o c , præfertim fi ficcum fit,
magnam habet convenientiam cum illo Ackoles vel
Eckores ligno’, hoc autem magisruffefcit, feu hepaticum
habet colorem, atque politum magis fplendet.
Loian Z<?y'igni injedhim ftrepitum dat inftar falis
yel Nanu ligni, ingratumque fundit odorem,quodin
Tackole non obfervatur. In infulis Papoenfibus clavos
navi<norunrex hoc quoque formant ligno. Elegans
porro e f t ,& opdine poliri poteft pro fcriniariis & tor-
nionibus, conducens ad cillellas ex ipfo fàbrièandas,
üt & manubna, dölabra, & cancellos exipfo forman-
dbs fed oportet, ut fit penitüs ficcum, ac diu fuerit
confervatum, alias rimas agit & mucefcit ob falfedinem,
quo vitio plurimum laborant ligna in litore produdla,
fi non penituS fint ficca ae diu confervata. Incolæ»
quoque ex illo fabricant manubria toranoriim & bre*-
vium hafiàrum, ut &ædium poftes, ubi frequenti oc-
turrit Copia, licet parcant labori lignum hoc cæden-
di ob duritiem ac locorum invios acceflus, in quitu
s crefcit, in iftis fæpe fcopulis arbores tales projet
t e occurrunt,quarum externum computruit lignum,
internum vero ad hominis craffitiem eft elegans, du-
iurn , fufciim, ac politum inftar Marmoris.
SoläBoeronenfis multum crefcit in ejus ora fepten-
trionaii, ’ unde Balatétto vocätur* tarn in litore quam
femotiüs in terra, in faxofis montibus Ebeno ligno
mixtum, ibi quoqdè illud adhibent ad manubria To-
ranorum,ex quo& carbonesfabrörum exurunt,qüos
optimos habent'ifti fabri. _ .
Inquirendum eft,an hoc lignum non fit Ebenum rut
brum, vel fttfcum in infüla S. Mauritii crefcëns: Hæ
fairem arborés magnam inter fefe habent convenientiam
tarn foliatura, quam cortice, & ligni gravitate;
tegen over de drie kleine Eilandekens Nuffatello, denhoek
van Nujfanive, en Oma op Leytimor &c. alwaar .deze
boomen zomtyds op de barre klippen ftaan , die met bare
mortelen bevattende , en doordringende. Niet te min
zeer J'cboon en regt. Meerder, vind men hem in de Zuid-
Oofter Eilanden, inzonderheid op Key, waar van by
den'toenaam beeft.
Gebruik. Dit bout is meeft in gebruik by de Inwoon-
ders van Key, die daar uit alle hare boute nagels of pennen
maken, waar mede zy bare Corre-Corren ,.Cbampans,
en andere vaartuigen aan malkander hegten, gelyk pp andereplaatzen
met bet Sappan-bout of Loian gefcbied, en
de Key ers zeggen, dat dit bout wel driemaal zo lang duurt
als 't Sappan of Loian. Die van Nuffalaut en Oma,
zynde de voomaamfle Scheeps-timmer-lieden onder de Am-
boineezen, gebruiken ook geen ander bout tot zulke werken,
als bet Ruffa Key, ’t welk echter van't voorfcbre-
ve wat fcbynt te verfcbillen, want bet wafi aldaar niet
op ftrand, maar wat Landwaarts in, en zelf s in 't gebergte,
de: bladeren zyn jeugdiger-groen. ,s en: grooter,
defcborffe des booms geeft ook wat melk, bet bout is mede
fwaar enrdigt, uit den paar f f en meeft na den bruinen
trekkende, on in de lengte ligt fplytende.
Van wegen dit gebruik noemen zy dit bout op Maleyts
Loian CorraCorra, gelyk 't Sapan-boutLoianTsjello,
dat is verwers Loian. Die van Leytimor,,inzonderheid
van Nujfanive, gelyk in 't voorgaande kapittel gezegt,
. houden dezeftrand-Tznpng met de voorgaande tamme voor
een en dezelfde boom, eri zeggen, dat de tamme door ba-
veninge der menfcben alzo,geworden zyn, :t welk wy boven
weder legt hebben. Nog beeft dit bout, inzonderheid
gedroogt zynde, met dat van Acköle o/Eckore groote
gelykenijfe, dóch dit laatfte trekt meer rui den roffen, of
leververwigen, en gepolyfi-zynde, glimt beter.
Het Loian Key gebrand zynde, knerfl ook in % vuur-,
als zout of Nahi-hout, en beeft daar by een onlief elyken
reuk, 't welk men in 't Tackole niet befpeurt. Inde
Papoeze Eilanden makenze insgelyks de Nffgels voor bare
vaartuigen daar van:. Voorts is dit bout zeer mooiy ,om
te bearbeiden voor fdflemakers en drflayers', voor alderban-
de kleinwerk, als Jieelen, fchaven, .doosjes, en traliën,
maar ’t moet ter deegen droog zyn, en lang gelegen hebben,
anders fcbeurt bet, en floot; uit wegens de ziltig-
beid daar in zettende , welke fouten meeft; alle bouten onderworpen
zyn, die op ftrand waffen, alsze niet . ter degen
oud en beftorven zyn. D e Inlanders maken ook de
fteelen van bare Tóranen en korte fpieszen daar van,. als
mede ftylen van buizen, daar. bet in overvloed te krygen
is , boewelze zeer ontzien de moeite van’tomkappen, wegens
zyne hardigheid en moeyelykbeid der plaatzen, daar ’t
ftaat, men vind 'er zamtyds boomen op zodanige klippen
omgevallen, waar van 't buitenfte bout vergaan, en 't
binnenfte bértfcbier een mans dikte is , fcboon, bard,
bruin , en glad., als Marmer.
Het Boeroneeze Bala waft veel;op deszelfs Noort-Weft
boek, daar van Ba-latetto genadmt, zo wel op ftrand, als
Landwaart in, op 't klippige gebergte, en onder'tEbbenhout
gemengt: Zy gebruiken het aldaar tot fteelenvan
Toraneiii, en om fmits kooien daar van te branden, dewelke
bare fmits voor de befte keuren.
Het ftaat te onderzoeken,. óf dit liiet zy bet roode of
bruine Ebben-bout, 't welk: onze Natte-voorgeeft op 't
Eiland Mauritius te waffen-: Immers deze boomen hebben
groote gelykenijfe met malkander aan bladeren, fcborffe,
en fwaarte des bouts.
E X P L I C A T I O
STabula Sexagefima Ojtarta,
Qu* râfiium exhibet Tanjoni litore*, lïbi Lite. A, Ejusfru-
£lut gtmellos.
B. Ofjuulurh Jètmnàle dénotât. .
C. Intefnum duplex foliolum eft, ex quo furculus engitur, qui
ex foiioli apertura furfum excrefcit , inferius. autem fruitus
capitiduiù in. radicem abit.
U Y T L E G G I N G
Van de vier-en-zestigfte Plaat,
Dewelke vertoont- een Tak van de Strand Tonjong-Boom, alwaar
Lett. A. deszelfs vruchten.
B. De Zaat-korrel.
C. Het binnenfte dubbeld blad vertoont, waar uit een jong
boompje groeidt, ziende de opening van de blaatjes na de
fteel,uit het onderfte knopje, dat. by de Ipits van de vrucht
legt, wert de wortel.