I32 H E R B A R I I A M B O
ibidem contra plurimos in ufu eft morbos: Sic mihi
videtur, ac quo modo contra h'auftum venenumauu-
matur , videndum eft in Capite de F lore M a n illam .
lib r . 6: cap.45. Crefcit quoquein infula Tampelaen,
quae fita eft in ßqemeos ora argeftenli.
Fruftus fupra memorati Panama P ip is contriti' ex-
bibentur illiS j qui Spasmo labbrant, quorum & cor
illinitur.
e x p l i c a t i o
T a b u la O uadragefim a P rim a ,
Quæ exhibet rämum arboris, quæ Radix Amaroris a Rumphio
vocatur » quam puto U gni Colubrbn effe fpeciem , uti id
- infra latius explicatur.
A. Ejus fruftum dénotât;
O B S E R V A T I O .
Hæc arbor fine dubio fpecies eft illius » quam in Thefiuri
noßri Tab. 64. exhibuimus , quæque ibi pag. 141- vocatur
tagufirtim foins ad fingula internodia temis, lignum Colubrt-
»Wofficinis creditum, cujus flores, frudusque cordàti cum
liujus arboris fhidibus petiitus conveniunt ; led ibi funt race-
mofi, in hac autem fpicati. & folia irregulari ordine proger-
minant, quum in Zeylanenfi terna fimul oriantur, çæterum
viribus ac fapore conveniunt, utriusque enim vires decanta»
tiffimse funt contra Venena, omnesque venenofos morbos,
ftbresque malignas, uti latius in T b ej.Z ey l. l.c . id explicatur,
variique de Ligno Coliibrmo audores , horumque opiniones
jecenfentur-.
In Valent. Ambointe defcript. pag» 193. nomine Boha-Hati
occurrit & in Tab. no, XXVIII exhibetur.
I N E N S I S L-iber II. cap. L.
bleekgeel enbitter, en aldaar tegens veele ziekten in groot
gebruik:. Immers bet fcbynt-my toe van ja , en boeze tegen
ingenortten fenyn gebruikt werd, kan in 't Cap. van
de Flos Manillanus Lib. 6. Gap. 45. werden gezien:
Zy wajl mede op 't Eiland Tampelaen, gelegen aan
Borneos Noort- Jvejl 'boek.
De'vruchten van de bier bovengenoemde Panawa Pipis
werden inSgelyks geweven, en de gene die de klem hebben
ingegeveny als mede op 't hert gejlreken.
U Y T L E G G I N G E
Van de een-en-veertigjle Plaat,
Dewelke vertoont een Tak van de Radix Amaroris van Rum-,
phius, dié van my voor een zocht van Slangenhout gehouden
wert, zo als hier onder te zien*, is.
A. Wyft aan deszelfs vrucht.
A A N M E R K I N G E .
Deze Boom is zonder twyffel een zport van die geene,
dewelke op de 64 Plaat van onze Thejaur. Zeylan. vertoont
is, en aldaar genaamt wert L ib d j u u mfolHs-ad Jingula
internodia ferms . L ignum Colubrinum officinis crediturn-
welkers bloemen , en hartvormige vruchten mét deze zyn
bloemen en vruchten zeer overeenkomen, dog aldaar zyn ze
in troffen, en alhier in een air verheelt, en de bladen Haan
aan deze boom zonder order, daar in de Zeylonfche altoos
drie by elkander te voorfchyn komen,* verders komen zy in.
fmaak en krachten met elkander over een ; want beide der
krachten zyn zeer beroemt tegens de’ venynen, en alle vergiftige
ofte quaadaardige ziektens en koortzen , -zo als dit
verders ook op de aangehaalde plaats in myn Thejaur. Zeylan.
blykt, alwaar verfcheide Schryvers en gedagten over, hetSlan-,
genhout aangehaalt werden.
: In Valenu bejchryving van Ambon wert deze Boom: op f.
195. onder de naaih van Boha-H ati, dat is Hart-vrugt-bmn
befchrevcn, en op de. Plaat N o. XXYIII verheelt*
CAPUT QUINQUAGESIMUM.
slnifum Moluccanüm: Camelan.
Hf c c eft. arbufcula magnitudinis circiter Punic®,
fed ejus truncus eft craffior, crus craflus, veler
tiam femoris craffitiem habeas, corticem gerens
fcabrum, ex viridi einereum 1 paucis incurvisque fe-
fe extendens-• rämis- inftar Limonelli,quibus divifam
efformat comam: Rami pluribus gaudent föliorum
pinnis brevibus,qu® folia gerunt fere inftar Granati,
Jed minora, fcabriora , & ex nigro viridia, oppofita
bina,tema & quateroa conftituentia paria extremum
jnpari claudente, quod maximum eft , Granatique fo il
is fimillimum, reliqua autem fuütbreviöra, ad oras
parum, nec profunde dentata, binaque, inferiora minima'
, ac magis in rotundum definentia; Gontrita
h®c folia forfcem fpirant odorem fere inftar Limonel-
f i , fed ingrätum magis, ac Goriandi foliis acceden-
tem: Rami plurimis gaudent brevibus ac firmis fpi-
nis, unde intradabiles fere font, pr®fertim in junio-
iibus arboribus. Ramulo'ram extremum terminant
ümbeil® rar®, paucis.-fed longisinfiderites petiolis,qu$
fefe aperiunt in flofculos pentapetalos, albicantes*,
parumque excayatos inftar Lilii Convallii-, qui in
cencro viride gerunt piftillum, quod infru&um excre-
fcit,- qui bacca eft fubrotunda minor grano Piperis,
gemina fibi oppofita, ex nigro viridis *, tuberculofa,
inftar minimorum Limonellorum, qu® flava Apparatur
vena: Maturi vero hi fruftus obfcure lutei-funt,
ac dein nigricantes, qui fub tenui pellicula fernen, gerunt
nigrum inftar Coriandri, eujus odor penjtus
convenit.cum illo. Anifl -Eufqp$orum, fed: fapor deficit,
qui in initio itidem eft .dulcis & anifatus, ac
cito pent, nec .diu in lingua percipitur, fed in ligno-
fum degenerat: Arbufcul® hujus lignum eft folidum,
durum, de-grave, exalbido in rufrum tendens colo-
yem.
, L. HOOFDSTUK.
De Molukze Anysboom.
Di t is een boompje omtrent zo groot als een Granaatboom,'
docb met een dikker Jiam., doorgaans een
been, enzomffydsook wel een dye dik, met een rui-
ge, gryen-graauwe fcborjfe, zig uitjpreidende met weinige
en kromme takken , 'gelyk de Limonellus, en daar
mede een verdeelde kruin makende. De takken Jiaan vol
korte ryskens, en aan dezelve de bladeren: Byna van gedaante
als.de Granaat-blfideren, docb kleinder, Jlyver,
en jwari-gra.cn , regt tegens over malkander, met 2. 3.
a 4. paren, dan een rysken, en een voor u it, bet welk 't
groQtJle is.,, en ’t Granaate-blad meejl gelyk: zynde de
andere vervolgens wat korter, aan de kanten een weinig
- en wydgezaagt, en de twee acbterjle de kleinjle, mids-
gaders wat rond toelopende: Gevrevenzyndegevenze een
Jlerken reuk van baar, bykans als dié van Limonellus,
docb onlieffelyker, en de Coriander-bladeren 'naderkomen-
de: De takken Jiaan vol korte en Jlyve doornen, waar-
omze ook qiialyk te bandelen zyn , en bezonderlyk aan de
jonge boomen: Aan ’t uiterjle der ryskens komen kleine
en ydele dollen voort, van weinige doeb lange Jlelen gemaakt,
en daar op kleine vyfbladige witaebtige bloempje
s , een weinig bol Jlaande, als 't Lilium Convallium»
in de midden een groen heuveltje vertonende, daar de
vruchten uit voortkomen: Zynde dezelve: ronde bezien,
wat kleinder dan de peper, twee en twee tegen malkander
Jlaande, fwart-groen, met eeriige puntjes bezet, m
kleine Lemoentjes, en met een geele ader.MiderJcbeïden:
De geheel rype werden donker-geel, en daar na fwart-
aebtig, onder een dunne fcbelle bebbenze van binnen een
zaad of fioartekorrel, als Coriander, welkers reukgebeel
en al overeenkomt met de Europifcbe An y s , snaar de
fmaak verfebilt:. Want dezelve is in ’ t eerjle wel zoet, en
mede Anysacbtig, docb verdwynt h’aaft op de tong, en
werd boutachtig: Het bout is majjtef, hart, enfwaar,
vit den witten en wat na den rojfen trekkende.
Nomen. Naam.
I7ai. XZJ.