I B H pillWK')
■ l i l l i l i
III Boek. XV. Hooftfi. AM B O IN S C H E K R U Y D B O E K . 187
Nomen. Latine Ampacus. Malaice & Balaice Am-
pac. Amboinice in Hitoe $ico Hajate. In Leytimo-
ra Siu Hunte, & Suibumate , h .e : foetentfes' umbilici
fordes , ob jngratum corticis odorem, præfertim in
Leytimora. In Oma & Uliaflenfibus inuilis vocatur
Ayajfà, AJfa éc Mattcelan. In Manipa Sajfea.
Locus. In Amboina non frequenter occurrit, ac plu-
rimum in Hitoes regione, atque intribusinfuli&Uliaf-
fenfibus non procul a litore in levibus filvis foli ex-
pofitis, nee va (las arbores habentibus, nullum énim
.emittit gummi, (i per folem non beneexuratur. InBa-
ieya majori oedurrit quantitate , ubi & plué refinae
exfudat, quæ tarde indurefcit, ac melleum gerit co-
lqrem. .
Ufus. Apud Amboinenlés hæd arbor èjusque refîna
nullo iq ufueft, Bàleÿenfes veroejusadhibentréfinam
ad manubria armorum firmanda, quern in finem hæc
aptior ab illis judicatur ulla alia refîna, licet enim in
arbore tarde indurefeat, fi femel fuerit ficca, durifli-
ma e(l, ac firmitër retinet ilia, quæ ipfi funt junéta.
Hanc autem iterum liquefaëtam in manubria effun-
dunt, ac dein arma inmittuiit.
Cum foliis in quibusdam locis caput 6c corpus lavant
, quum fuaorem & lordes optime detergant.
Cervi hand amant arrodere arborem, ejusque corti-
cem graviter olentem comedunt.
Sàjjea in Manipa crefcens odoratum gerit, corticem
inftar Amboinenfis, quem mulierdulæ præparânt in
linimentiim, quo faciem inungunt ad colorem ipfî
côriciliandUm purum ac Iplendentem.
Arbor Haulawan, h. e. Caryophyllum (pirafts, in
Manipa crefcens , ex genere Ampaci videtur, licet
non gerat folia ternàta, ejus enim folia funt oblonga
& rugofa inftar Ampelaes, fed longiora & tenuiter fei-
rata. Poft folia in rachidibus plurima excrefcunt grana
longis infidfentia pétiolis, magnitûdine Cübebarum, vi-
ridia, fine nôtabili fapore. Hujus arboris corticem
contunduntManipenfes in aquâ, corpusque illiniunt,
û illud lavant depurationis gratia.
'Tabula Sexagejima Prima
Ramum exhibet Ampaci latifoliæ, uti a Rumphio vocatur.'
O B S E R V A T I O.
Naam. In 't Latyn Ampacus. Naar 't Maleytfe
Balifcbe ■ Ampac. Op Amboins, pp Hitoe Sico Hajate.
Op Leitvmor Siü'Hunaö!, enSuihümate, datisjtinkeh-
de vuiligheid des navels, wegens den onlieflyken reuk. van
de feborffe, inzonderheid op feitimor. Op Oma .e n de
UliaJJers AyaÏÏa, Alfa , en Mattaëlam Op Manipa Sa£
fea. I
Plaats. Men vind het in Amboina niet veel, en meejl
9P ’6 Lqnd van Hitoe, en inde drie,Uliajfets, niét verre
van Jtrdnd, in ligte BoJJcbagien, die wel ter ZonneJlaan,
en geen grooie boomen rondom hebben, want by,geeft anders
geen, Gom, als by.niet ter degen van de Zonne gebrand
werdi Op Baly vind nienze in meerder quantiteit,
alwacirze pok meerder hers geven, bei wélk langzaam opdroogt
, en booningverwig is. *.
. Gebruik. By de Amboineezen is dezen bfiom en zyn hers
in geen gebruik, maar de Baleyers gebruiken ’t hers om bar
re Kritjen in de begten vajl temaken, waar toeze dit
bequamer vinden dan eenig ander hers, want hoewel ’t
aan den boom langzaam droogt, zo werd bet nogtans ,eens
droog'zynde, zeer bard, en boudvajl al 't geene, daar
het aanbaakt. Zy moeten het eerji wederom Jmelten, in
de besten gieten, èn daar na 't geweer in fieeken.
Met de. bladeren wajjen zy op zommise plaatszen ’t lyf
en hooft, om datze .den fweet en vuuigbeid afneemen.
De Herte-beeflen knauwen ook gaarn aan dezen boom, en
eeten de Jlerkriekendè fcborjje daar van,
Het Saflea op Manipa wajfcbendê, heeft een fcborjje
welriekende als de Amboinfche -, die de Vrouwtjes mede
gebruiken tot papjes óp bet aangezigt te fmeeren, om bet
zelve rein en blinkend ie maken.
1 rÖen boom Haulawan, dat is nagel-ruikende, én op
Manipa waffebende, fcbynt mede uit de ntaagfcbap van
Ampac' Je zyn, hoewel by geene drie bladeren by malkander
beeft ^ want de bladeren,zyn ruig en lankwerpig als
Ampelaas,' dyc/j langer enfyn gezaagt. Achter de bladeren
aan dè fyskèns (laan veele ronde korreltjes op lank-
aebtige Jteeltjes, in de grootte van Cubeben, groenaebtis
zonder merkdyken fmaak. Dezes booms fcborjje ftooten ds,
Manipeezen in water, en fmeeren bet lyf daar mode, als
ze bet waffen willen, om bet zelve te reinigen.
De een-en-fejligfle Plaat
.Vertoont een Tak van de breedbladigeAmpac-bdom,' zo als»
ze van Rumphius genaamt wetd.
AANMERKING.
. Hæ arbores Rhois ver* font Bedes, M a n q u e ifiihi hase ■ Deze boomen zyn waare zo:orte van deRhus en werd deze
Rhus foliis temaus pettolaüs oblongis , ex peuolis Sorifera. «au my genaamt Rhus.met drie lankùrcipige gellèelde blaa.
dén, dit de ftéelen bloem dragende. g