fius effluit, quam fi bis tervé incidatür. Si hoc lac
alicujus cuti vel veftibus adhæreat, oleo vel alia
pinguedine elui poteft ac depurari. Vulgaris Socci
lignum ædificationi ineptum e ft, in vetuftifiimis vero
arboribus, quum folia incipiant dimittere , interius
lignum eleganter luteum e l t , ex quo tigilla lecari
poflunt, quæ ad ciftellas adhibentur, quæ fortiter li,
fuerint politæ, egregium adquirünt colorem, Amboi-
nenfes quoque ex hoc ligno fuos conficiunt Tifen,
qui funt oblonga tympana, quum lignum fit leve ac
fonorum: Amboinenfes quoque puerperæ hujus ar-
boris duplicem adhibent potum poft enixum foetum,
cujus primus fequenti deîcribicur modo. Recipe cor-
ticum Socci Capas arboris très partes, corticis Mangæ
foetidæ duo fragmenta , Unguia femi pedem longa
ac duos lata digitos, totam Cepam, vigmti granapi-
peris n igr i, ac fruftum Culit Lawan, cunda hæc
concoquantur, ac puerperæ brevi poft partum pro-
pina,quod pe rod o decemve continuatur dies ad fan-
guinem actenuandum, lochiaque pellenda, de altero
autem potu poftea libr. 5. ad Tanarium Minorera feu
Same agetur; Amboinenies etiam ex prædido arboris
lade conficiunt teftam, qua obturant vaforum fiflu-
ras, quæ aquæ inpenetrabilia efle oportet, hune in fi-
nem adhibent præter memoratum Socci lac ex trunco
elicitum, recentem Sagus farinam, faccharum nigrum,
& ovi albumen, quæ omnia tam fortiter & tam diu
inter fefe fricant, donee inftar duræ fit pultis, qua
mafia tum fifîuras aliaque confolidanda obturant.
men 'er twee a drie maal in bakte , en meer openingen
maakte: als deze melk iemant aan zyn buit of kleederen
bijft kleven, zo' kan menze met olye of andere vettigbeit
ddar weder afwajjeben en uitkrygen. Het bout van de ge-
meene Soccun is onbequaam tot bet timmeren van buizen,
dog aan- de geheel oude boomen, wanneerze bare bladeren
beginnen aftewerpen, wert bet binnenftefebooh boog-geel,
waar uit men dan plankjens kan zagen, en dezelve'gebrui-
ken tot kleine kisjes, die ook door bet Jterk polyjlen een fraay
aanzien bekomen: deAmboineezen maaken dok van dit bout
hare Tifen, dat zyn lankwerpige trommels, om dat bet ligt
is , en een goede klank'geeft; der Amboineezen kraam-vrouwen
gebruiken van dezen booni, voor ‘t merendeel, twee-
derleye drank, tè weten na baar baren, en waar van de
eerjte aldus befebreven wort: neemt fcborjfe van den Soc-
cum Capas-boom, drie Jlukjes: fcborjfe van den flinker t-
boom, twee Jlukjes, yder een balf vöet lank: en een paar
vingeren breet, een gebeele ajuyn, twintig korrels zwarte
peper, en een fluk Culit-Lawan, kookt dit al 't.zomen in
een potje, en geeft bet de kraam-vr-ouw, kort na baar baren
, te drinken;, 't zelve 8 a 10. dagen na malkander continuerende
om bet bloet te verdunnen, en voorts af'te zetten
, en wat nu aangaat de tweede drank daar, van zal bier
na in Tanarius minor, of Same}/lib ..5. gebandelt of ge-
fproken worden; ook maaken de Amboinezen van de voorn,
boom-melk een ciment, en daar mede beftrykenze alle de
febeuren van bun vaten, die waterdigt moeten zyn, daar
toe gebruikende , benevens de voorn. Soccun-melk uit den
ftam getapt, wat verfcb Sagu-meel, zwarte zuiker, en bet
wit van een ey, alle bet welke zy zo fterk en zo lange onder
malkander wryven, tot dat bet als een ftyve pap wert, en
zy daar mede-j als boven gezegt, de febeuren, voegen, &c.
kannen digt maaken,
Tabula Trigefima Secunda
Ramum exhibet arboris , qu® Soccus Lanofus Rumpbio .
Soccun Capas vulgo vocatur.
O B S E R V A T I O .
Hac eft fpecies Ansjeli H. Malafe. part. 3- Tab. 32. cujus
foliatura integra eft, hujus vero laciniata, quo differunt.
Soccus Lanofus a Valent, pag. 161. nomine Katoen-Sockam-
Boom, & fubfequens pag. 162. nomine Korl-Sockam-Boom de-
feribitur.
De Twee- en Dertigfle Plaat
kc Vertoont een Tak van de Soccus Lanofus van Rumphius, dit
' .Soccun Capas by 't gemeen genaamt wert.
A A N M R R K ï N G. •
Dit is eigentlyk een zoort van de Ansjeli in de Hortus Mala*
baric. derde deel Tab. 32. vertoont, welke met beele'bladen is,
daar deese ingefnede bladen beeft, waar door zy van elkander
verfcbillen.
De Soccus Lanofus wert by Valent. pag. i6r. onder de naam
van Katöeh-Sockom-Boom, en de volgende korrel-dragende onder
de naam van Korl-Sockam-Boom pag. 162. befebreven. •
CAPUT VIGESIMUM OCTAVUM. XXVIII. H O O F D S T U K .
Soccus granofus : Soccun Bidji.
QUod ad Soccum granofum attinet; hujus arbor
frudusqüe parum ab antecedente differunt, fed
- rami amplius fefe extendunt, atque humilio-
res in trunco lunt fiti: Hujus autem folia plerum-
què funt majora & fugofiora , ultra très fpithamas
longa, paulo minus lata, in quatuor quinqueve etiqm
lacinias difleda,firma,ac fonora, fuperiore parte ru-
gofa, fcabra ; inferiore autem lahuginofa. Horum pe-
t io li, quibus infident, digitum circiter funt crafli, ac
hirfuti, rugofiores vero feu potius pilofæ ramorum'
extremitates. Ramorum fummo, uti in præcedente
quoque, adcrefcunt tales juli, fed longiores, pedem
circiter longi, mo lles,& flaccidi, quique flores hujus
funt arboris flavi ac inutiliter decidentes, moxpoft
hos ad foliorum ortum frudus pro venit, qui præ-
cedentis formam habet, fed paulo major eft & cor
magis refert , apices vero -leu angulofæ fpinulæ,
quibus cortex obtegitur, ardius funt jundæ, & funt
longiores, fere inftar Durionum, molles tarnen nec
pungentes : Caro hujus frudus interna eft pauca, fed
magnis ahgulofis nucleis Caftaneas referentibus tota
repletur, hique finguli "intermedia carne funt fepa-
rati, quisque etiam nucleus tenui cinereo ac duriu-
fculo tegtiur putamine , illorum fubftantia eft ficca
inftar Caftanearum, fed mollior: E x corticé vel carne
raro quid comeditur, fed nuclei torrentur, vel aqua
ebulliuntur, & inftar Caftanearum comeduntur.
K o r l Sockam-Boom.
DE korrel - dragende Soccun aangaande: de boom en
vrugt verfebilt weinig van de voorgaande, dog de
takken fpreiden baar wat wyder u it, en flaan ook
wat laager aan denflam; maar deze bladeren zyn doorgaans
grooter, en ruiger, ruim drie fpannen lank, en wat
minder breet, ook in vier a vyf fnippelen verdeelt, als mede
fty f en rammelende, aan de bovenfte zyde ruig, fchor,
en aan de onderfle wolagtig in 't aantaflen; de fleelen,
daarze op flaan, zyn omtrent een vinger dik, midsgaders
ruig, en nog ruiger de eynden der takken, of liever gants
bairig: aan 't voorfle der zelve takken wajfen ook zulke
dodden, als aan de voorgaande, dog wat langer, te weten
ongeveer een voet lang, flap, en zagt in 't aantaflen, en 't
wélk ook bet bloeyzel van deze ftam is , van verwe tanyt, en
mede als onnut af vallende ;kort agter dezelve en by den oor-
fpronk der bladeren komt ook de vrugt voort, dewelke is
van fatzoen als de voorgaande, dog een weinig grooter, en
wat meer na een hart gelykende, maar de fpitzen of hoekige
doornen, waar mede de fcborjfe bezet i s , flaan digter
by malkander, en zyn ook langer bykans, als die van de
vurioenen, dog week en geenzints Jtekendei van binnen
beeft deze vrugt weinig vléés, maar is met groote hoekige
korrels, die wel na Caftanjen gelyken, geheel opgevult, en
die, zyn alle met wat vlees van malkanderen afgefebeyden,
ook is yder korrel omvangen met een dunne, ligt-graauwe,
én bartagtige fchaal, bare fubftantie is droog, gelyk die
van dé Caftanjes, dog wat weeker; van de fcborjfe of bet
vlees eet men zelden yets, maar de korrels werden, of gebraden,
of in water gezo'oden, en als Caftanjen genutug^-
Arbor nSnu.J.-