6 HE R B A R II A MB O I NE N S IS Liberi. Caput I:
totum racemum nucibus onultum gravilfimis circum- datzebet zelve in ’t wgtcn.ook veer zevmnlen Scbmykm
c X n t quern ope funiculi demitmnt, fi nuccs fine kunnen, waar mede zym den up komende den geh,elm
iuniores \ c potionibus aptae, alias enim per altum rank met die zware Nooten affnyden, dewelkep met een
lanfirai dehifeerent, vctulliorcs vero nuces dejiciunt tamitje aflat en , Zoo zy Mg ]0nk zyn , cn tip dtinken g e-
S Z w ï qifibia de die haue adlcendunt bruykt zullen worden , want anders zöudenze■ van e j
“ horcm ac per aliquod tempus ibi morantur ad l ' boogenvalberflen, maar ie oude Nooten Maize flegtsval-
worein inde colligendum , majori fulcimento pcdi- len. De Tiftadorcs,d ie dagclym dezen boom tweemaal
S“ ° M ia en t W ergo incifiones quasdam faciunt in beklimmen, en een tyä lang daar op J o a n , m den drank
truncö äddftantiamtrium cif citer pedum, nunc hac af te nemen, moeten Wat meer vajhgbeyt voor bare Voeten
mmc altera trunci parte, in .quibus pedes lïios figunt: Éebben, deze dan kappen een,ge hepen m den f t am omtrent
ï r in d a veteri circumligant crailoSfunes trunco ad drie voeten van malkapderen, dan aaniïeenedmaanMnfimiienTdiftantiamqüös
üa'vis inl'uper firmant, tum- iere zyie, iaat in ze de voeten zetten kumien. In oud In-
qfie a t f c e S faciles funt arbores, led tantum üs, dien binden ze ook dikke touwen om denftam tn gelykc di ■
oui vertigrai haud Hint obnoxii ; aliis enim fpedlato- ftantte, die.ze nog met fpykers daar in mft maken, en dan
ribus arduum yidetur tantam adfeendere altitudinem; zyn zegmakkdyk te hihmrnen ,
mos penitus eft ignotus. voorkomt, menj'cben na zulken bóogtete zien klimmen,dog
by deze Inlanders is deze ladifte manier onbekent. .
Mox lub difto cinereo cortice provenit lignum du- Straks onder deze graauwe buyt vint men 'een bard ,
rum corneum, ex nigricantibus brevibus ac longïtudi- boornagtig bout, met zwartagnge en korte draden, inde
naÏÏbiis fibris concexmm, quöd circa radicem tantae lengte doorregen, t welk omtrent de wortel zoo bard is,
èftdüritici utcuncos reeufet, fi non oblique infi- dat de bylen daar van uyt/pnngcn, alp menmetwatftbmn:,
o-antür durum hocce lignum tres circiter aut quaraör maar regt dwars daarop kapt, dit hardhout ij omtrent
dieitos eft craflum, ienfim vero mtrorfum mollius e ft , drie of vier vingeren dik, daar na word bet ndar binnen
interna vero fubftantia penitus eft fungofa , leviter allenxkens weeker, zynde de reft mets dan een bros merg,
fib f mutuo junfta, ac furfum fenfim magis albicat, in dat lojfelyk aap malkander bangt Naboten toe word het
vertice ad longitudinem trium circiter pedum, ubi aüenxkens witter, en omtrent de lengte van drie voeten,
raiftificationes exoriuntur , albiffima eft , ex tenuiffi- in den top, daar de ^ ontjpnngen, is bet^fpm-
mis nlurimis fibris fibi incumbentibus conftans inftar w it, van veele dunne vellen op malkander gerolt, gelyk
eodicis Daovfacei, fubftantia haec tenera admodum een boek papier, zeer teer en mals , van jmaak zoet, als
mollis ac lanoris-dulcis e ft. uti fruftus recentes Co- verfebe Hajelnooten, waar van bet bovenfteomtrent drie
rvli cuiuS fuprema pars , tres circiter pedes longa, voeten lang,is. Dit i’jamengerolt hout word in t Latyn
edulis eft Interna haecce concreta maila Latinis Cc- Cerebrum, o/Cor Paimae, met een Griekje naam Ence-
rebrum, vel Cor Paimae, & id omate Graeco èvxé^Aof phalos, in ’t gemeen ty dePortugeefen, en onje Natie Pal-
dicitur, Portugallis vulgo -& noftratibus Palmito & mito, en Palmyt , in t MaleytsUmputgenaamt.
Palmet; Malaicenfibmsvero Umput. ■ , v . - •
Radix quo ad magnitudinem, & altitudinem arbo- De wortèl, na de grootte en hoogte, dezes booms, is gens
vilis ac pufilla eft, quae eft tantum intricata con- ring, zynde maar een verwarde klomp, en uytpeele, ten-
geries ex multis partim craflïs, partim tenuibus, ac ni- deele dikke, ten deele dünnem zwarte vezelmgehgemaakt,
Iris fibris'conftans, quaeferpentino modo, vel inftar die als wormen of ftangen diep in de aarde loopen, de byge-
vermium terrae profunde infiguntur, & adjacentes ru- legene klippen of muur en doorborende. In deze Homp vind
nes vel muros ipfos perforant. In hac congerie-nul- men geen regte boof d-wortel, maar een korten Jtonip , van
Ium’notabile invenitur radicale caput, fedbreyis tan-. onderen wat kuylagtig; te weten, zoo als hy eerft gefor-
tum fuperficies infeme inaequalis, tali fcilicet modo meert wierde, doen by nog aan de Noot zynde, met zyn,
efformata, quali fu it, quum nuci eflet jun&a, fibrillis witte vezelingen over de boute fchaal kroop. Aan de jonge
fuis albicantibus fupra ligneum putamen feie exten- boomen zyn de bovenfte wortelen wat doornagtig of Jteeke-
dens: Fibrillae hae fuperiores in junioribus arboribus lig, dog aan de oude gladder. In deze dan beftaat de vajtig-
funt "quodammódo fpinofae, ac püngentes , quae in beyt van zulk een booge boom , dewelke zoo zwaren lajt
vetuftioribus magis glabrae, nee püngentes. Per has van zware vrugten verdragen moet, dat men zig. bülyk
igitur tam excelfa arbor fuum acquint fulcimentum, daar over verwonderen mag. Hoe zwaarder laß dezen boom
auae tantum onus tot gravium nucum fe r t , ut merito' draagt., boe vafter by wortelt, viaar te verwonderen is
auishacfuper remirari debeat. Et-quo! magis fit onufta bet, dat die boom, dewelke,onbeweegt ftaat tegens. alle ge-
haec arbor, eo firmius radices fuas agit: mirandum weid der winden, zomtyts by ftil weer, inzonderbeyt als
infuper eft, quod haec arbor, quae immobilis penitus bet lang na malkander geregent heeft, met den gebeelen
eft ac vehementiflimos eludit ventos, aliquando pa- klomp der wortelen van zelfs omvalt., als of by van deri
5 .. :_n.. Cr.««*-« uishTayvi nimn-ofinvem amp.rt L zoo dat b l i k f e m . o j j i g e J l téagégnfpeoent p.en' o...o. rzaak
cato a ë re , praefertim poft continüas pluvias fp>
fua cum tota radicum mole, ita procumbat, ac fi ful-
van zyn ’behoudenis, maar ruft enftilte zyn bederf is, >’t
mine ifta dejiciatur, ita ut res adverfae earn fervare,
welk men egter nergens meer ziet gebeuren, dan aan hoornen
tranquiÜae v e ro , acpacatae ejus interitum cauflari
, die in mulle en zandige gronden f t aan.
videantur, qüod tarnen nullis faepius accidere obfer-
vatur arboribus, niïi iis , quae löcis fabulofis & areno-
fis progerminarunt. „ . VjM , • _ .
Arbor Calappus, unde liquprem cöllégerunt, -fi per Den Calappus-boom, naar bet tyffer en, een ofte twee
unum alterumve annum naturae committatur, melio- jaren ruft genietende ', pleegt daar. naar beter vrugten te
res poftea fémper producit fruótus, fi modo per Tiffa- dragen, als by maar door de Tiffadores ter degen gezuyvert
doresbeïie fuerit depurata, inCtefcentibus autem an- word, daar en tegens verandert by, en desze f s vrugten in
nis ipfa mutatur , ut & ejus fruftus : truncüs ,ënim zyn ouderdom : want den flam word zeer boog en mager ,
altiflime exCrefcit , ac' gracilior fi t , nuces non amplius de vrugten zyn niet meer rond en buykig, den dop van de
funt rotundae, fed angulares, nucis putamen exare- Nopt word kleyn, aan beyde eynden Jpits toeloopende ,
feit • & ab utraque parte conniVens , primo acquirit eerftelyk in de grootte van een Cafuaris-ey, daar naar al-
magnitudinem'ovi avis Cafuaris di&ae, dein decrefcit lenskens kleynder, tot de grootte van een Kenden-ey-, ge-
ad nguram ovi Anferini, uti infra Capite fecundo in lyk bier na, Hoofdftuk 2. in dejesde enfevendejoórte be-
fexta ac feptima fpecie defcribitur: In fuprema ejus febreven word. In zyn boogften ouderdom beginnen de tak-
feneótute ramificationes etiam fenfim decidunt, .ita ken ook af te vallen , zoo dat 'er niets overblyft dan den
ut tandem nil nifi truncus fuperfit, uti & aliquando blootenftronk, gelyk zomtyts ook de geheele kruyn door den
per fulgur tota confumitur coma , quod huic arbori blikfem afgeftagen word, 't welk dezen boom dikwils voor
prae aliis faepe accidit, ita ut uöo moment© detrun- anderen zoodanig treft, dat hy in een omzien kaal word.
cetuf penitus. ' . J ( . . , . , , , ■
In hifce regionibus fruftus producere incipjt anno In deze Eylanden begint hy vrugten te dragen door“
aetatiS plerumque duodecimo , ut & quarto decimo, gaans in ’t twaalf de en veertiende jaar, extraordinans in
rarius anno ïeptimo vel odtavo, circiter annum ejus *t fevende en agtfte, omtrent bet dertigfte is by in zyn befte
trigefimum v iret, & Viget, quod usque ad fexagefirnum fleur, en draagt tot in ’tfeftigfte; maar in andere Landen,
producitur annum, in aliis vero regionibus, utaudivi, verfta ik , dat hy honderd jaren kan oud worden: Ik heb
ad centefimum extenditur annum : Omnes hujus ar- de deelen van den Calappus-boom wat wydloopig befebre-
boris partes prolixius defcripfi, quuin fubfequentes ven, om dat de volgende zoorten zig daar na reguleer en:
fpe- ’ . ' - ~ ‘ ' ■ \ ztill
Boek. I Hóofdft. A M B O IN S C IIE K R UY DBOÈK; ?
fpecies inde meliüs dignofci poterunt, nunc vero zullende m bare byzondere benaming -na'malkander ftd-
harum peculiaria ac.cunéta nomina fubneótam; _ len. ■
Magna nuciferaIndica Raima, Latinis dicitur Pulma De grpote Nfoldragende Indicianfche Palm word in %
Indica major, & Coccifera, Portugallis Pahneyra\ Belgis Latyngeriaamt Palma Indica major, & Cötci-fera, in
Cokosfk Calappus. Arabibus Siger-Indih. e. arbor Indica. *t Portugees Palmeyra j in ’t. Duyts Gokos, en Calappus-
Malabaris (quae lingua per totafn Indiam veterem boom, in 't-ArabuS\gér4 hdïidatis fIndiaanfèbc!booin,
familiaris eft) Tenga-r Mar an r d.lns vero Indiaèpopu- in 't Malldbaëf fjmdks ladll'clcor geheel oudt Indien gaat)
lis , quantum novi, arbor, ëjüsque.fruétus eandètó ba- Tenga Maran. :'py andere Natiën van Ooft-Indievzoo
bent denominationem : Fruótus autem Latine dicitur veel myjbekent is, beeft den b'óöin en vrugt eendertey"na-
Nux Indica, Sc.Cocus, male, apud Cardanum, Jul. Sca- men: de vrugt dan beétdn ’6 Latyn NüX'Indtóaj & Co-
ligerum exercit. 158. diftinB.'2. Coccus', Portugallis Co- cus* qualykbyCird&nusen Jul.Scaliger: Ekercieation.
quo,Sc Coco, juxta imaginein, -uti Linfebotenus, & alii 158'. diftïnift. 2.^Coccus,* in ’t Portugees Cóquo en Coco,
plures putant, faeiei CercopitHeci, quam tria fupe- na de gelykenijfe, als Linfchooten, ai veele und&re Schry-
riora putaminiis orifieia repraefentapt j meo vero ju- vers wilïén, van een Meerkatten aangefigt, ‘t welk de
dicio verior , ac certior vocis origo invenienda eft ; drie bovenfte gaatjes van den dop in der daat', verbeelden :
plures enim nationes , quibus hic fruólus eft notus , dog mytiés oordeels , kan men een nader en wadragtiger
nucem appellant, fic dicitur Arabice Gaëxtoi - Jndi \ óorfpronk dezes naams aanwyzen ; want veele Natiën,
v el Geuzoz-Iridi h. e. Nux Indica, quod per interpre- by dewelke deze vrugt bekent is , noemenze een Noote, zoo
tes Avicennae lib. 2. Cap. 298. eorrUptum eft in Jaufi- beèt ze in 't Arabis Gauzoz-Indo, Of Geuzoz - Indi,
Alindi, & quod pejus Janji- Alindi, Turcis, Cock-Indi dat is Indimnfche Noot, ’ t welk door de Overzètters van
eadem fignificatione, unde finedubio Aethiopes Afri- Avicenna'lib; 2. Cap; 298. bedorven is in Jaufi-Alindi,
cani, • eorumque vicini Hispanic ac Portugalli Coquo en nogqualyker Janfi-Alindi, op ’t Turx Cocx-Indi, met
deflexefunt. . dezclffte beduydenijfe: waar van buyten twyffel de Africaqnfcbe
Moor en, en hare Naburen de Spanjaarden, en
PoHilgeeJén haar Coqao gemaakt hebben: :
Omnia vero ifta nomina originem fuam debent Hè- . ''Dbg. al dejte namen hebben baar borfpronk vdn bet He.
braicae yOci Egoz,. quae nucem fignificat, nifipbtiüs. breeuwfché woort Egozy bet welk een Noot betekent, ten
quis fufpicari v e lit, qüaedam Hebraica plantarum no-* zy dat iemand meene, dat zonimige HebreeuWfcbe bëna-
mina a finitimis Arabibus defumpta efte , cujus argu- mingen van Planten, van de aangrenzende Arabiers ont -
.ment'um mihi videturpraepofita Ifttera -Alepb., quae leent zyn, welkers bewys mystoefcbynt te zyn de vporge-
clare indicat veftigium Arabici articuli Al in vocibüs ftelde letter Alepb , dewelke klaar te kettneif geëft bét
Egoz & Batticb , in quibus abjefto atticulojin Alepb overblyfzel van de Arabifcbe voortzetting A l , m de woor-
latente, reftat pura Arabiea vox Egoz fiveGauzi deri- den E g o z , m.Battich, in welke,weggefmeten zynde de
vatur etiam inde Graecorum xÓKxof , quibus omne gra- voortzetting in de Alepb, dverbiyfi bet zuyvere Arabifcbe
num majüs deriötant. . - • - - 1' , ' v ' woort E g o zp f Gauz , waar van ook cijftcvnvt dér Grieken
waar door zy .alle-gfoöté Graanen betekenen.
Aliae voces Arabicae funt Naregil, Neregil, Ndfet-y De andere Arabifcbe namen zyn Naregtf,' fttefegi! j
N a n g , & per litterarum transmuckionem - 'Rakifèi Naret, Narig, enidoorjetterwijfeling Ranig’, in ’tPer-
'PeTG.pPjNfifgel, & Berang Malabaris Tenga, Bracman- , cw-Berang; in f t Mdljabaars Tema-,
nis Naralu , fedinhortoMalabarico JWado’. Junior verb by- ^Bfa»»»èx;Naralu*;"'«ia£r if»ibóiriörjMall'a3?V Mü.d.pï
ejus fruótus potui aptus 'Malabaris dicitan Eleni-& ae-jèiig^biï0 'iót'iét-dniik^feóêiami heet bJdeMair
Lenni. Portugallis Lanba , vetuftior autem'früétlié labdréii-Wcnvfftn Lenni-; i j dê. PprtugeeJéji Ëanha, de
iïlis audit Copra: plura etiam nomina fecundum aèta-; oiidé-Göp'riL, cïög "%y beeft nog méer iïamn in.’t'Mülla*
tem fuam apad Malabaros fortita-fuit, quae ih -ATerto Maï&m Ü ^ v ^ fè k éy ^ n ^ ifir^ i ^ 'dêiioeikefth gemelde
JYIalab. tom. I. Cap: I, -.exprimuntur, quaie' diic.^om'ifiy bortüS M'allab.’ Thdmr 1. Cap: 1. (taan uytgecjrïikt:
quum talia particularia; nee ;apud. Malafce.nifes-3 neé- zynde‘A)dnmf4ftbier uytgëiaten \ ftewy'l ïk djefgeLykè cu-
apud noftros1 viles • Amboinenfes obfervaverim.c lit- nêusbèyt'in f t Malèyts,1 nóg.by onze flegte Apboineefeii
Bengala dicitur Narcol., in^China Malaice Nyor, niet 'gëvohdënh'eb': In Bengalen N a r cp lf in Sina ]a , in
in Jwar Calappa, quod nomen per'tptam .aquöfam feu. 't Iffilfytï $ ? ó v rf :$a$iahï,-iMapp$, welke- naam door
inlularem Indiam nötum. eft , & unde apud Bêlgas. gantfèhWater-Indien bekent is,• en-waar van hem de Ne-
Nux.Calappa dióla eft, uti in India. Occidentali Kodêr^ dérlanders Gala^pus.-nöot.»ó'«»«»,''gêiyit iii. Weft-lttdien
wofVocatur. Ambonice in Hitpë. Niwel, in Lëyti- Kookérkóot. In ’ t Ambons óp' HitpeWmel, op Leyti-
mora>Niwev ScNu'e'r, utL& in Banda,- in.Balya N jO j rnörNiwm\én Nuër , gclyp ook in Banda; in ’ t Balys
in Bima Nio, quae omnia nomina derivantüf a Matei- Njo-, op Bima N io , welke atte dfkomftig zyn van ’t Ma-
cenü yoce-Nior. In Temata Jgo , Macaflara CalUcu, leytfe Nior: - o j Ternate Ig o ; Macajfers Calucu, Buttons
Button<1 Lahiecu. , Jr f ’r ■ ’ ' ■ ' • , ••
In-Arabiea-.lingua Gadbab, Sc Gamar appellatur Pal- 'In bet Ambijbb wort Gadhab, en Gomar genaamt bet
mae yerae -cerebrum, ejusque fummapars, quae op- bovenfte gedeelte \ of het merg'van de Palm-boóm, bet welke
tima. e ft, Sc efui ap.ta, Geduma., qua refeóta perit ar- het befte deelHs,.en tot fpyfe bequaam; dat dit breyn ófte
bor ; quae nomina huic noftrae Indicae vp'cr applicari merg van de Pa\m-boom mét een gemeene naam Palmitum
poflunt. Hoc cerebrum vulgari vo.ee Palmitum appél-' genaamt Wort, hebben wy boven gézegt, waarombók zom-
lari fupra diximus, unde quidamvoluerunt- hanc Pal- mige- gewilt hebben:, dat dezeÈdm-boombyde Grieken
mam Graece. èAarJïi' dici poiTe, quod tarnen' ixarriv genaamt vóórt, bet geen egter beter gépotiüs
referri debet ad Palmam quandara,pumilam% . brqg$voort tot eenkleyne zoórt van Palm-hoom, By.Theo-
Theophrafto deferiptam; quae in- A egyptö etiam, & phraftüs befebf éven, Welke inEgypten, en hedendaags ook
hodie in: Sicilia nafcitur & vuïgo 'Cifagliöni dicitur , in Sicilien groW, On in 't gemeen Cefagliöni genaamt
nomine manifefte detorto ab , & a noftra wört, wèlké naam duydëlyk ontnomen is van bet Griekje
Indica mul ram differt. Apud.Arabes Fal\ dicitur. Spa- èvxspctXödie van ohze fttdjéè'Pcdm-bóom.-- bérfebilt.
tba, feu vagina Paimae, apud eosdëm Ga$o. Ipecfiem de Arabieren wort F af genaamt de S p A tH A ofte de
denotat Paimae Indicae & fortaflis ipfam Galappaé Schededaar de bloemen uyt tomen, hy wélken Gadfb^.' is
vocem-j.nam.lit. Dad. apud Orientales , u tlit te ra 'L een'-zmp vaH IfidifSe P'alm-bbim, en mogelyk bet woort
pronunciatur, öllad nempe. . " Calappa zélfs beduydende, want by de Odfterjebe Volkeren
.. _ . • • 1 . ' wort de letter Dad pis de Luytgefproken, te weten Ollad.
- Nucleus Calappae iupra jam fuas fortita fuit deno-' ' De kern; o f het pit van de Calappus-noot beeft zyne
mina'tiones: -durus putaminis cortex, qui nucem pro- namenhier bopen al bekomen: Déhardefchaal óf den dop,
prie efformat, Latinis dicitur tefta Calappae, Malai- die de eygentlyke Noote maakt, beten wy i n ' t Latyn
cenfibus Tampurbng, quae nomina deinde etiam adhi- Tefta Calappae, in 't Maleyts Tampurong, welke naam
bebimus : Externus nucis cortex^ putamen ambiens wy voortaan voeren zullen. De buytenfte Noote de bolfter
quum exficcatus, & ftupae fimilis fit, Malaice dicitur omvangende, als ze droog, en het werk gelyk is , beet in
Culit Cdlappae, Ternacice Genoffo , Malabarice Cairo, ’tMaleyts Culit Calappa, in ’t TernaatsGenoffo, in 't
quod nomen ubique ufurpatur-, ubi Lingua Portugal- Mallabaars- Cairo , welke naam gebruykelyk is over al
lica eft in ufu, ArabiceXah, qüod Graeci xaXof dicunt, daar de Pbrtugeejfe taal gaat, in. ’t Arabis Kals zynde
hoc eft funis ex durioribus Nueis Indicae fibris con- bet geene de Grieken xaXof noemen, dat is een touw uyt de
fe ftu s , quae capillaria filamenta Arabes L i f debomi- grove draden van een Indiaanfche Noot gevlogen, welke
nant. _ i , bayrige braden de Ardbiers L i f noemen.
lotu s 1 -a u Een