mBoek.KUÜ.Hotftß. AM B O IN S C H E K R U Y D B O E K . 257
radicem, illine liane peftori , A1™11!11® interî î *” ? '
pinandam exhibe cum pauxilla Æea P a iy .Q u ir to
contra Loiiïoe feu lumbaginem, contra colicam,« pe-
ttoris lancinationem radicem fume & nucleum cum
A fie aP ad y, uti fupra, dolentesque inunge artus feu
partes ■ Ouinto contra febres ardentes çontere fine
AUea, arque per binos propina dies, ac dera externe
corpus hac illinei
T'abûla Oâogèjima Quarto,
Ramnm exhibet ttO/ri* Sàlubrii, quæ l ÿ « hacki Lackl
een weinig Allea Pady. 4* Degens Loefïbe of pyn in
de lenden, tegens het colyk, en zyde-Jleeken, gebruikt wor^
telen kern met Allea Pady, gelyk boven, enfmeert bet
op de pynelyke leeden. 5. Tegens beete koortzen, vryft
bet zonder Allea, geeft bet eer f t twee dagen te drinken,
enfmeert bet daarna van buiten op bet lyf.
De vier-en-tachtigfle Plaat
Vertoont een Tak, van de LaPtaria Salubris , die de Vpaï
Lackt Lackt vàn de Inlanders génaamt werd.
C A P U T QUADRAGESIMUM
T E R T I U M.
jlrbor Regis. Caju Radja.
Licet non fit arbor laftefcensj locate hie tarnen
e’amvoliti, quum loco cordis feu medullas am*
malculum gerat vivutn, quod hominis cutim tan-
gens, acutiorem -ipfi adfert dolorem, quam omnium
præcedentium arborum fucci. . ~ ’ .
■ Mon admöduni cralTum gent truncum, fed fatis al-
turn, reaum4& æqualem.inpaucos craffiores.terml-
fiantem tamos. Folia accedunt ad ilia Dam Bane,
fun taue cordiformia, fed multo majora, nec fulcata, ex
rotdndo acurnfnata , integra, ultra pedem longa, &
paulb minus la ta , pallida , nec elegantem vmdem
colorem præbentia, ad taftum lanugmofa parum.
Ouodvis vero folium Iongo firmoque. infidet petiolo,
m i ab inferiore ipfi fupponitur parte, unde & pelta-.
turn eft folium, ab illius autem inplautatipne decern
undiaue per folium decurrunt nervi, & prope folu
ortum in petiolo iftobinasvirides excrefcunt verruca:;
Florès in racemis proveniunt magnis, extendsijirre-
duldribusc a lb i, mufeofi, arfte fibi ju n a i, fimiles
floribus Folii arietlti!, ac plurimi decidunt, nullum
relinquentes fruftum, uti & raro hujus arbons flores
obférvantur. , , , • .
Fruétus ex longo ac plerumque nudo dependent petiolo',
qui in fummo in alios breves & minimos drn-
ditiif incürvos pedunculos, quibus baccæ infidentCe-
iafis nigris fimiles, fed minores, & umbilicati, molles,
albicantes, & pârum rugofi, continentes bina terna-
v e ofiicula, cannabis femini fimilia, intus plerumque
^ T ru n cu s , omnesqufe crafli rami nullo confiant corde,
fed èxcavati funt, ejus'qiïe loco refera funt plurimis
magnis & nigricantibus formicis,quæ in una alterave
toarte truncum perforant, & feneftras quafi formant,
perambulantes' ilium usque ad ramorum extremum
tanqùam murum concavum, ita ut hæc arbor folo ex
cortice fuum hauriat nutrimentum , tenuiores vero
rami medullam gerunt, qualem Sambucus habet.
Si quidam amputetur ramus , fornucæ hæ magna
vi àc celefitatë excurrunt, mox circumftantes inva-
dentes homines ac morderites tanto inpetu, ut peri-
culofum valdé fit huic ac'Cedere arbori,- immo totum
circa hanc foluni mprdentibus llifce ammahbus reple-
tur quæ adpropinquaötium etiam pedes infeftant.
Obfervavi auterfi IndoS non itä horum morfus per-
fentire per duram ipforum entim, ac nos, unde & intrépide
ad illam accedunt ärbörem.-
Arboris cortex externe1 cinereuS eft, g labe r,iu c-
cofus, fi incidatur, in ruffum tendens colorem, il ht
ficcüs. Lignum lohgitudinalibus confiât fihns, adeo-
que leve eft, ac quælibet etiam Gabba Gabba^elz autem
flexile, nec facilefrangitur, quamdiu ficcum fit.
In filvis inox detëgi t>ofeft,tïbinam hæC ldc'ata fit
arbor, q.ifum èjus locus Temper magis fit apertus aen,
nullas enim circa fefe ad quarundam ulnarum drftan-
tiam admittit arbores,- vel fhb ipfa quasdam plantas,
Unde & nomen fuum fortita e f t , quum monarchall
quafi auttoritate folum fibi vindicet locum, cæterum
nulTam pfæ' fè fért hæc arbor elegantiam vel regiam
maîèftàtëm. Unde & fummi numinis faprentia, quae
in omnibus naturae OpifiCiis êxcéllit, iterum laudânda
XLIIL H O Ö F T S T U K 1
Konings-Boom :
Di t is wel geen melk-bom% echter beb ikbemhierflel-
ien w illen, om dat hy .in plaats van bet hert een
levend gedierte beeft, • 't welk op de huid komende ,
iemand fnooder pynigi, als alle de voorgaande melk-boo-
men. •
Hy is niet zeer dik van jlam, echter rédelyk boogt
regt, en effen, in weinige dikke takken verdeelt: De
bladeren gelyken wat na die van Daun Baroe, of meen
hert, doch veel grooter, zonder kloove,. uit den ronden,
toegefpitfi,. aan de kanten ongezaagt , een voet lank, of
meerf enwat minder breed, bleek5 of lelyk groen, en
in 't aantaften Wat wollig : Iéder blad fiaat op een lange
Jlyve Jleel; die van ónderen daar aan gezet is , en van
waar zig tien zenuwen rondom door bet blad verfpreideni
en by den oorfpronk van bet blad aan den jleel ziet men
twee groene vratten.
Het bloeizel komt voort aan uitgebreide en ongefchikte.
troffen’, wit, mof achtig, en digt by malkander gedrongen,
gelykende bet bloeizel ■ ü/mFolium ardeüs, en valt
meejl zonder vruchten a f, gelyk men den boom ookzelden
bloeyen ziet.
De vruchten hangen aan een langen, meejl blootenfieel,
die zig aan ’t opperjle in andere weinige enkrommejteelt-
jes verdeelt , daar aan Jlaan bezien de krieken gelyk $ dog
'kleinder, met een mvel boven op week, witachtig, en
wat gerimpelt, begrypende van binnen drie a vier kor Is,
bet Kennip-zaad gelyk i van binnen meejl bol.
- Den Jlam, en al de dikke takken hebben geen hert,
maar zyn bol, en in plaats van dat krielenze van,groote
en fwarte mieren} die bier of daar den Jlam doorbooren ,
en venjlertjes maken, doorwandelende'dezelve tot deuit-
terjle takken toe, als een bolle muur, zo dat dezen boom,
alleen door de feborffe leef t , maar de dunne takken hebben
een hert j als vlier 1
Als men nU eenige takken af kapt j hopen deze mieren
met groot gewelt en raddigbeid daar u i t , Jlraks de
byjlaande perzoonen aanvallende, en bytende, metzoda-
nigen magt, daarom 't zeer zorgelyk by dezen boom te
gaan i s , zynde ook den grond met deze grimmige diertjes
bezet j die de aannaderende Jlraks aan de voeten komen:
Hoewel ik gemerkt bebbe, dat de Indianen met bare harde
vellen deze beeten zo zëer niet gevoelen ,• alswy, en
daarom önbèjcbroomder daar bygaan.
De feborjfe is van buiten ligt-graauw, effen y zappig,
als men daar infnyd, ros bejlervende. Het bout islank-
dradig, en zo ligt} als.eenige. Gabba Gabba zyn mag,
docb buigzaam, en niet ligt brekende, zo lang bet van vog*
tigbeid bévryd is: . . : . .
Men kan in de Bojfcben datelyk merken, waar dezen
boom fiaat} zynde de plaats daar omtrent altyd ligter,
want by lyd op eenige vademen na, hog nevens, nog onder
bem, eenig ander gróót geboomte, ja.qualyk eenige
kleine ruigten, die bem nog al niet aan t lyf durven raken,
en bier.van beeft hy den naam gekreegen, omdat
by met 'een monarchale autboriteit een plaats-op zig zelfs
alleen wil houden} zyfide anders niets moois, nog Ko-
ninslyks, aan den gebeden boom: Waar uit al wederom
° J ïr h. " ' ft et