98 H E R B A R I I A M B O I
vellent cor, quod in quibusdam tres digitos latum eft,
in aliis autem v ix unum.
Ejus fruttus minor eft, non rotundus, fed pyrifor-
mis inftar majorum pyrorum hyemalium, atque, lima-
turus , ad petiolum craflefcit, hinc inde gibbofus
e f t , femi - pedem circiter longus , quinque vero
pollices craflus-, inmaturus eft viridis gramirieique coloris
, maturitatem autem adeptus Çitrini coloris ; Caro
interior magis rubet, qua'm in vulgari , atque in
centré càvitatem format, raràque habet officula, im-
mo quidam penitus hifce deftituuntur, illius fitpror eft
vinouis : Hæc autem fpecies .raro in Amboina.Qccur-
r i t , . frequenter vero in Banda , unde a quibusdam
Bandenfes etiam vocantur.
Tertia Karum arborum fpecies eft, quae früctus gerit
magnitudine gtob i, qui conbriim lufiii infer v it,
prope petiolum param gibbpfos , horurn cortex non
admodüm eft craflus, neque amarus , fe d fe r é edu-
lis • ErUs' caro fèu medulla interior eft alba , àdmo-
dum fuccofa, acidula, & in maturo ftudlu duldor,
Uti Limo Martinjo. . _
_ Folia gerit minora quam ih præcedenti, ac fere m-
ftarLimonis iftiusMartinjo , fed rigidiorä,ac glabrio-
ra, eorumque pars cordate magnitudinem habet L imonis
Itam, ad hörum ortUm hinc inde breves ac ra-
ræ propullulant fpinæ. TfunCus eft altior quam vulgaris,
eredtos plurimum emittens ramos inftar Limonis
Martinjo , fed ejus coffia eft amplior : Raro ih Amboina
occürrit hæc fpecies ,ibique Japonica vocatur, quum
indë primüm tranflata fit : non autem magni æftima-
tu r , quum ejus fradlus fint neque acidi neque dulces,
ac plurimum adhibeantur ad rufticorum potum, Pons
didtunij. qui componitur ex aqua, Aracka, Limonum
fiicco , faccharo, ac quibusdam aromatibus fibi invicem
mixtis.- _ _ ..
. Quarià Jpedies omnium rariflima e f t , cujus rolia
pnmæ fpeciëi. funt fimilia, fed glabriöra, ad oras autem
non fe r r a ta a c fuperius in rotundum definunt,
quæcjam vero brevem ibi habent apicem, alia autem
funt fulcatà vel bifida, inferius non funt laüuginofa
uti in vulgari ; Ejus frudtus eft omnium maximus , parum
elevatus, irregularis, & tuberculofiis , quinque
vél fex uno ex petiold .firnm dependent, quique diftin-
dtis pundlulis feu foveolis notati funt, colöris inftar
aliorum. Frudhis cortex ultra pollicem Craflus e ft,
amarus, ac fulphureus, Cæterum odore &faporecum
prascejientibus convenit. Ejus medulla feu caro eft
alba, füccofior & dulcior quam in vulgari, nulla fere
mefudens officula, in liac fpedef fiepe fit, ut in ejus
frudtu alius ininorreperiatur, magnitudine decortica-
ti pomi aurantii, qui a reliqua majoris pomi carne,
tenui lanuginófaque pellicula fèparatur.- Iromd1 qui--
dam tales minores in fuperiore ejus parte novi edrti-
cis lamellam gerunt, cæterum internum hocÇe pomu-
lum ejusdem eft fubftantiæ, coloris & faporis ac reli-
qua caro, non autem in omnibus hoc occufrit, fed in
paucioribus hujus arboris pomis, hoeque plurimum
in Bandenfibus obfervatur, unde hi frqctus îflAmboi«
nara tranflati, eorumque officula ibi terræ commifla
ïæte fatis progerminant, frudtusque exhibent ingentes,
& fatis. repletos, fed qui duplicem iftum rarifiime kn
cludunt frudlum.
Bataviæ albi quoque hujus arboris occhrrunt fru-
ftus, rubri vero praeferuntur, fed nullos ibi duplices
proférant frudhis, hifi propagati fuerint ex officulis
Bandenfibus, ubi pulcncrrimi in Pfo-Ay crefcunt,
difficillimæ vero funt propagationis, quum raro in iis
officula feminalia occurrant. .
Nomen. Hæc fpecies Limo Proegnans vocatur, Ma-
laice Lemon Banting » & quoque Lemon Banda.
-Atlas Sinenfis pag. 131. propriam harum arboram
ac frudbuum Patriam dicit efle duodecimam & maxime
Aùftralem Sinenfium Provmc\zm.'Quantong, ibi
Teucu didbam, Portugallis vero Jamboam, quæeadem
eft cum Zamboa. Horum frudbuum magnitudo hominis
caput excedit, intus vero eorum caro eft rubra, fuccofa,
atque acidula inftar uvarum femi-maturarum,
fique in domo fufpendantur, per annum fervari pof-
funt. Junioris arboris folia inter manus contrita gra-
tiffiraum fpirant odorem, qui fere convenit cum illo
Unguis, odorati. ■
N E N S I S Liber IL cup. XXXlV.
meeren: Zynde 't bert van zommige drie vingers breet
en voeder van andere maar febaars een vinger. 3
De vrucht is voat kleinaer, niet ront} maar péersei-
voys 3 gelyk de groot e vointer-peeren, en derype voert by
den Jieel voat dikker, en krygt bier of daar eenige bobbelen:
Zy is omtrent eert balve-voet boogden vyf duimen
dik 1 de onrype is gras-groen, maar de rype Ciiroeiï-ver'.
voig: Het bmnenjte merg is rooder, dan aan degéineene
van binnen met een kleine bolligbeit, en voeinig korrels)
Ja zommige ook zonder korrels, als mede voynacbtig van
Jmaak: En deze zoorte voert in Amboina voeinig gezien
maar men beeftze overvloedig in Banda: Waarome bv
zommige ook Bandafcbe Pompelmoes voorden genaamt.
3. Men beeft ook een zoorte van deze hoornen, die
vruchten draagt , zo groot als een kloot, daar men mede
kegelt, by den Jteel eenvoeinigbultig,, hebbende geen zeer
dikke libel, en die dok niet bitter is } maar bykans eetbaar:
Het binnenfie merg is voit, en zeer zappig van fmaak ,
ryns, en de rype een voeinig zoeter, tds Lqmon Martin
jó. "
De btadefen zyn kleinder, als aan de voorgaande, en
bykans als die van gemelde Lemon Martinjo^ nmrfif-
ver, en. gladder, en bet hert zo groot‘ als van Lemon
Itam, bier en daar met voeinige korte doornen,, by den
oorfpronk der bladeren. De ftam febiet bbger op, dandt ftme'ene, meeji met regte takken, en almede als die van
,emon Martinjo voornoemt: docbmeteertbreederkruin:
Men beeftze voeinig in Ambon, enmen biette daar ja-
panfebe Pompelmoezen, om datze eer f t van daar zouden
overgebragt zyn: Werdpnde ook. weinig geacht, mi datze
nog zuur, nog zoet zyn, en meeft gebruikt worden tot
Boere Pons, een drank gemaakt van water, Arack, Li-
moenzap, zuiker, en nog eenige fpeceryen onder inalkan- •
der gemengt .
4. De vierde zoorte is wel de zeldzaamftè£'hebbende
bladeren, die van de eerfte zoorte gelyk, atjcb wel zo effen
, en aan de kanten ongezaagt, van voorènhpenzemt
toe, en aldaar bebben zommige een kortfpitsjè,-. en andere
zyn gekloft, van onderen met wolacbtig,gelyk de ge-
rneene. De vrucht is van grootte, als de grootfte Pm-,
-poenen, nietront, maar wat boog, ongefebikt, en bultig,
hangende ook vier en vyfby malkander aan een jieel,
van buiten met tnerkelyker kuiltjes, docb vanverwe, als
de andere. De fcbelle is ruim een duim dik t bitter, m
zwavelachtig: anders van dezelve reuk en finaak als de
voorige: Het vlees is wit, zappiger, en zoeter.,danvan
de gemeene, en bykans zonder korrels, en omtrent deze
zoorte gebeurt bet dikwils; dat van binnen in de vrucht
noch een ander klein Pompelmoesje of Appeltje gevonden
wert, van grootte een gefcbelde Oranje-appet, en van 't
omleggend vlees des grooten vruebts met een dun wolachtig
vlies ken afgefebetden zynde: Ja zommige'bebben aan
't bovenfte einde ook wel een ftuk van een niewióe febil,
andeffints is deze inwendige vrucht of appeltje van fub-
ftantie, koleur en fmadk, bet andere vlees, gelyk, docb,
als gezegt, men vint bet niet in alle die groote vruchten,
maar' alleen in weinige aan de zelffte boom, en dat noch
meeft in Banda, van waar dezelve met korrels in Amboi-
nd gebragt zynde, aldaar pok wel groot en vol werden,
maar die dubbelde vrucht zeer zelden komen tè vertoonen.
Op Batavia beeft men inede- witte Pompelmoefen, werdende
de roode voorgetrokken, of boven dezelve geeftimeert,
maar zy dragen aldaar insgelyks geen dubbelde vruchten,
ofte zy moeften voortgekomen zyn, van korrels uit Bandak
alwaar de feboonfte op Plo-Ay vallen, zynde zeennoeye-
lyk om voort te.teelen, nadien dien daar in zelden korrels
komt te vinden.
Naam. Men noemtze Limo Prregnans; Op 't Mal-
leyts Lemon Bonting, en ook Lemon Banda.
Den Sineezen Atlas , pag. 131. fielt bet eygentlyke
Vader landt van deze Pompelmoes-boomen en vruchten de
inde en zuidelykfte Sineefe Provincie Quantong> aldaar
Yeucu genaamt wordende, docb by de Portugeefen Jam-
boa, 't welk bet zelffte is met Zamboa. Zy is ruim zoo
groot':als een merifchen hooft, en van binnen root van vlees,
ook zdppig en ryns, als half-rype druiven, enkaninburt
opgebangen zynde, een jaar lang spet gebonden werden.
De bladeren van een jong Pompeïmoes-boompje wat tuj-
fchen de banden geweven wordende, geven van baar een
zeer aangenaame reuk, bynaa overeenkomend e met dt eva
Unguis Odoratus.
O B S E R - ' AAN*'
H Boek: XXXV. Hoofiß.- AMBOI N S CHE KRUYDBOEK. 99
O B S E R V A T I O . A A N M E R K I N G E .
Arbores has i illarumque Irudlus a Rumpbio memorati,
vàrietatcs potius luot 5 quam peculiares fpecies, unde etiam
vario créfcendi modo. folo, ac cultura differentes, pro u-
nica tantum habendæ funt fpecie, vocaturque hæc arbor
Malus aurantia Indica, frudtu omnium maximo Pumpelmus
ditto. medulla pallefcente . ut & ruffefeente ab Herrn, in H .
t Bat, pag- 40 \. hujus autem arboris ntmiiS cum ffudtu
déganter delineatus atque icône expreffuS invenitur a Merian.
mßH Surinam, id pag. 9. ubi vide notas, ut & Tbefaur. nof-
trumZeyl.pag. 39. ubi varia ejus Synonyma öcäudtoreS collegi.
Hscque eft ilia arbor, quae a Botänicis pro arbore
feientiae habetur, cujus frudtus in Paradifo terreftri primispa-
rentibus erat interdidtus, unde & pomum Adami a Cajp &
Job. Bauhmo vocatur, uti ulterius id patet ex PluknetiiMan •
tUfa & Amalthco 1. c. in 7 hefauro Zeyl. &c. Arbor hsec a
Valent, in Amboin* defertpt. pag. 188. quoque commemora-
tur.
CAPUT T R I G E SIMUM
QUINTUM.
Malum Citrium : Lemon Sujfu;
MAla Citria in India non ita in arboribus, öüam
quidem in frutice crefcunt, qui variis lurgic
Kipitibus,& longos flaccidosque geritrâmulos,
acG flagella eftent, ita ut aliis incumbant adftantibus
herbis, folia quoque ab omnibus cæteris différant
Limonum ftjeciebus, quum non fint cordata, niagis-
queLauri folia référant, quum fint oblonga,abutra-
que parte fubrotunda , orasque gerant maxime ferra-
tas, lætius quoque virent quam aliorum Limonum
folia, funtque quatuor vel quinque pollices longa,
binos lata, antforlum inclmantia.
Ad foliörum ortum arbores juniores fpinas gerunt
breves, adultiores vero longas & acutas. Flores funt
albi, majöresque quam in ulla alia fpecie , ex quin-
que öblongis & craffiusculis confiances petalis , ex-
trorfum reflexis , quorum vero odor eft debilis, fta-
mina in centro locantur plurima antheris flavefeenti-
bus. Fruftus duplicem nabet formam, quern diftin-
ftionis gratia in filveftrem & domefticum dividam.
Silveftris vulgatiffimus e f t , forma cum Limonibus
Hifpanicis conveniens, fed paulo major e ft, oblongus,
inferiore parte feu ad bafin latus, in papillam quail
definens;.ejus cortex externe hinc inde tubercula ge- .
rit, cæterum glaber eft, & flavefeens; Malum vero
ipfum quinque circiter pöllices longum eft , quatuor
autem latum feu craflum 1 prope petiolum eft tuber-
cülofùm & inæquale. Cortex ejus exterior v ix digi-
tum craflus eft, fungofus, fine üllo fulphureo odore
inftar reliquorum Limonum , fed infipidds nec fere
edulis ; Medulla ejus interior pauciffima eft , ac vix
dimidiàm mali cöhftituit partem, alba porro eft, fuccofa,
& acida, uti in aliis, fed non ita grata, unde &
•defeftu meliorum in condimentis adhibetuf.
Domeftica frudlum gerit duplo majorem, inftar
Melonis nempe, pedem circiter longum, fexqüe pollices
craflum, quidam vero funt paulo minores, ma-
gisque gibbi quam præcedentes, m papillam quocjue
definehtes : Color externus non eft citrinus, fed pal-
lidus jihagisque ad Viridëhi accedefis : Ejus cortex pollicem
craflus e ft, Caro âutenl feu medulla uti inpræ-
cedente, fapor vero eft. magis vinofus, eiusque cortex
fuccofior quoque eft & durioi1 quarri m aliis, op-
tiineque condiri poteft.
Nomen. Latine Malum Citrium. Malaicé Lemon Suf-
ƒ“ > h. e. Limo Mammofus a figura papillæ: Belgice
Citroenen. Portugallice Cidra. Amboinice in Hitoëa
Ujfi-JVale, id eft Limo repens inftar funis db fïâccida
ac longa flagella: In Banda vocatùr Ufje Ala , h. e.
Lemon Bras, five Linio Orizarius.
Placet hie annotare difeurfum Philologicumdeori-
• Tom. U i gine
.. Déze hoornenden derzelver vnlchten. alhier vervolgens van
Rumphiut vermeit, zyn meer veranderingen, als wel byzon4
dere zoorten door de verfcheide manier van aanqueking, gronf,
en lugt verfchillcndé, waarom ze ook voor geen byzondere
zoorten gehouden werden , en wert deze boom genaamt van
lierman, in de Hortus Lugd. Batav. />. 40 5. Indxfche Oranjeboom
, • niet dë grootfte vrucht Pumpelmoes genaamt, met een
bleek vlees: en van deze boom- wert mede een Tak met dé
vrucht frkay verbeeldt en vertoont van Merian over de Süri-
naamfe Infeéten op pag. 19. alwdar Verders dè aantekejinge
zie, en onze Ihefaur. Zeylan. pag. $9. alwaar ik dé verfcheide
benamingen en Schryvers aangehaalt hebi
Dit is verders die boom, die van de Kruydkênnërs gehouden
wert voor de boom der kennis . welkers vrucht in het
aardfche Paradysaan onze eerfte Voor-ouders verboden wasj
waarom ze oók Adams appel van Cajparus en Joannes Bau-
hinus genaamt wert. zo als dit verders blykt m P/uknetïn iyn
Mantijfa en Amaltheum, volgens de aangehaalde plaatzen in
onze Thefaurus Zeylamcus &c. De Pompelmoes-boom wert
mede van Vatent. in de befchryving van Ambon.pag. 188 be-
fchrevcn.
XXXV. H O O F T S T U K .
Citroen - Boom.
DE Citroenen in Indien waiïen èygentlyk aan geen
bom,maar wel aan een jFruik, aie met verfebeyde
ftammetjes opfebiet, en lange flappe takken voortbrengt,
als of betranken waar en, dies zy ook op denaaftp
ruiste meten ruften, en bet bladt verfebilt ook van. alle
andere Lemoenen zoorten, om dat bet geen hertje of tweede
bladt en beeft, en beter een Laurier-bladt selykende,
als zynde lankwerpig, van agter en voor en jebier effen,
rond, en de kanten merkelyk gezaagt, ook liebter-gróen
.dan die van andere Lemenen, 4 en 5 duimen lank, 2
breet, en meeft voorwaarts ftaande. '
Éy dén oorfpronk bebben de jonge bomen ookkórte, maar
de oüde en aan de meefte takken lange. en ftyve doornen:
De bloemen of bet bloeizel is w it, en ook srooier als dat
van eenige Limoenen, en gemaakt uit vy f lankagtige en
vette blaadjes, dewelke wat nOa buiten ovèrgebogen en
vart een flappen reuk zyn. V in binnen f t aan witte draatjes
met gcele noppen ; De vrucht is ook tiaederley vangedaante
, en die ik tot onderfebeidt in de Wilde en Tamne
Perdeelén zal. De Wilde is de gemeynfte, en van gedaante
als de Spaanfcbe Lemenen, docb wat grooter, lankwerpig
, van astefen bi'ëet, en van voor en in een tepel
eynaigende: De buitenfte Jcb'el beeft bier en daar kleine
bultjes, anders is dezelve, effen en bleekgeel, en de vrucht
omtrent vyf duimen lank, en vier vingers dik,meeft wat
febeef of bultig by den Jieel. De buitenfte fcbel is jbbaars
een vinger dik,voos,en zonder fwaveligbeidt gelyk andere
Lemoenen , shaaf onfmaakelyk, en bykans niet eetbaar«
Het binnenfte merg is zéér Weinig, en pas de beiß van dé
dikte uitmaakende, voorts Wit, zäppig, en zuur, gelyk,
andere Lemenen, docb zoo aangenaam niet, en waarom
bet ook maar by gebrek van beter totfouffen ,en tndooping
wert gebruikt..
Dé Tamme zobfté beeft een vrucht, die wei tweemaal
zoO groot is: namcnüyk als Meloenen , bykans Pen voet
lank, en zes duimen dik , docb zommige wat kleinder,
sneer gebult dan de voorgaande,en mede in een teepel eindigende.
De koleur van buiten is nie t regt geil, maar wat
bleek, èn meer ria dert groettentrekkende: De fcbel is een
duim dik, en bet vlees als aan de voorgaande, docb van
fmaak wynacbtiger, zynde deze feborjfe ook zappiger, en
majjiver dan die van andere Lemenen, en zeer bequaam
om te c onfyten. .. *
Naam. In 't Latyn Malurft Citrium: Öp Maftêyts
Lemon SufTu, dat ix Limo Mammofus, of tepel- Lenioen:
In 't Düitfcb Citroenen. Op Portugees Cidfa. In 't
Amboins op Hitoe, Uffi W a le, dat is kruipendeLemoen
wegens zyne lange en flappe ranken. Op Banda Uffe Ala,
dat is Lemon Bras, of ryft-Lemoen.
Ik moet bier bybrengen een Pbilologifcbe. uitweiding
M a tvèr