te s ;. Sapor' ingratus eft: Lignum albicat, molle eft;
& facillime exficcandum: Floret in Augufto, quo &
alite Gelala, in Amboina vero nunquam fruétus éx
hae prodiiftos Vidi.
Nomen-. Latine Gelala Aquatica. MalàyenÜbus &
Javanis Tsjankring & Tsjankre , ut & Gelala Ay en
JBaleyenfibus Tsjangbing & Jangbing, quod nomen
Malayenfibus quoque in ufu e f t , Macaflarenfibus
Canne.
Locus. In Amboina raro occurrit. Arborefcens id
Lariqua & Hitoe, longa verb feu‘ frutefcens juxta
rîpàs fluminis Elephantis, ubique non longe a mari:
Magna vero copia reperitur in Java, Baleya, Borneo,
& Sumatra', uti & modicum in Ceramæ ora Orientais
JJfus. Baleyenfes & Javâni jutiiofa edun't folia tàni
Cruda cum pifcibus , quam-co&a cum Calappi lym-
pha in olus. Flores quoqùepër noftem in aqua ma-
cerati, ac dein cum Calappi lafté co&i eduntur:
Folia Stidem conteruntur cum odoràto Boborri un-
guento,’ ut & vetuftæ trunci fpinæ,' ut ungueritum
iftud juftam adguirat confiftentiamy ejus radix cofta,
propinata, & illinità Beriberi curat. Alii trunci cor-,
tice utuntur cum ifto Seru eundem in modum ac fi-
iiem. Bina ficcifllmi ligni frufta fibi inviceni adtrita
ignem excitant. ' Hoc quoque lignum præ aliis valet
& aptum eft ad igriem confervanaum,- carbonemque
optimum format; u t funis igniarius.
. Incolæ humilem adhibent fpeciem ad fepes horto-
rum u t.& ad clauftra, quum plurimos ejus ramos
arûe terne pommittant fic iriplantent, qui fibi invicem
excrefcentes intricantur, lateque- fefe extendunt,ra-
morum vero fuminitates fæpius disrumpéndæfunt, ut
eo denfiores jin t fepes , minoraque gerant folia fine flp--
ribus vel fruâibus.
Interior corticis ramorum pars rapfata vel contrita
recenübusque inpofita vulrieribus,- ilia curat. Lignum
ipfum contritum & propinatum conducit iis -, qui fan-
guinem vel pus meiunt.
- E X P L I C A T I O N
TabuUt Septuagejima O Slava ,
Qa* ramum exhibet Gelala aqua tic a fen Exvthria
caule fpinolofo, flore pendulo calceolato.
Übi Litt. A. florem repnefentat.
B. Ojjicula femmalia,
O B S E R V A T I O.
Gelais fpecies a Valent, p. 117. itidem commemoranturÿ
fed notandam eft in Tab. fub No. XLVI. fpuriam -infculptam
die plantam , quæ neutiquam. eft Gelala aquatica, kdPipe-
rit vd Saururi lpedts.
w it, week, en zeer ligt opdhogende, bet bloeit in Au-
guftiis met de andere GelalaS; maar ik beb bet in Amboina
noit zien vruchten dragen.
- Naam. In 't Laiyn Geiala Aquatica, in't Maleytti
en op Javaans Tsjankring én Tsjankre, ook Gelala
Ayer. Op Baleys Tsjanghing en Janghing , welken
naam by de Maleyers ook gebruikt werd, op Macalters
Cahne; . ,.r
Plaats. In.Anïboina werd bet weinig gevonden. Het
boomacbtige op Larique en Hitoe, bet lange of firuikag-
tige langs de kanten van de rivier den Elipbant, overal
met verre van Zee: maar in grooter abundantievindmen
bet op Java, Balcy, Borneo, en Sumatraals mede een
'weinig op de Oofikufi van Ceram.
Gebruik. De Baleyers en Javanen eeten dé jonge blo*
deren gaarn zo raamv, met Ëocaffan en Vijf eben ± als ge*
kookt, met Calappus-melk tot móés. De bladeren' vryven-
ze ook onder welriekende Boborri zalve, als mede de oude
doornen van de ßqm, om die zalve bare beboorlyke
cönfiftentie té g ev en zy n wortel gekookt, gedronken, èn
opgejineerd , geneeß de Beriberi; Andere gebruiken de
Jcborjfè -van den fiam, met ‘die van Seruöpgèlyke manier.
Twee fiükskens van bet droogftè bout of takskens tégens
malkander gevreeven, geven vuur: Gelyk ook ditmut
voor andere bequaam'is, om eenfmeiilent vuur te bmidèn'f
een vafle koole zettende, gelyk lont:
De Inwoonders gebruiken de laage^pofié veel m heiningen
of beggén, zo wel om bare fortreffen , als Tbui-
nen daar. van té maken, veele jkokken nevens malkanderen
plantende , die dan digt in malkander wajjchtn, .en bun
wyduitbreiden, dpcb men moet de toppen dikwils af breken,
op datze te digter groeyen, en te kleinder bladeren
bekomen , zónder vtuebten of bloemen.
Het binnenfte van de fibprjfe der takken gefebraapt of fevreeven, en'op verfebe wonden gelegt, geneeß dezelve*
Iet bout werd ook gevreeven; en ingegeven tegens bet
bloet en etter pißen.
U Y T L E G G I N G
Van de acht-e»-zeventigße Plant,
Öewelke vertoont een Tak van de Galala aquatica wieni
fteelen met kleine,doorntjes bezet zyn , en een bloem,
draagt met het bladt afhangende.
Alwaar door Lett. A. de bloem verbeeldt wert.'
B. De zaat-korrelf.
A A N M E R K I N G .
De ïoorten van de Gelala-Bomen Werden gemeldt by Valentl
p.z 17» dog ftaat aan te merken, dat op de Plaat onder Ne.
XLVI.een verkeerde plant en niet de water-Gelala verbeeldt
wert, het welk een zoolt van Peper ofte Saururus is.