86 . HERB AR II AMBO
. liofa ,.febribusque, quum in ventriculo diu reraanens
in bilem ipfam mütetur : Ægyptii cum Agarico mi-
fcent, & utuntur cdhtra tuium & Afthma, uti& contra
omnes artuum dolores ex calore prtps, uti contra
calidam podagràm , illamque Emplaftri forma ipfi
.inpoiiuntj'figue tali ufurpetur modo, cunftos curat
.tumores calidos, inflammationes, &Eryfipelas. Qui
»VW*,* véï angina inflammatorialaborant, ac cum hac
pulpa in aqua Plantaginis vel fimili diffoluta gargarisant,
magnum inde habent folamen. Exterius autem
illinita omnem curat fcabiem & cutis inpuritatem, at-
.que apbfteinata maturat.
Fjftulæ hæ in ficcis & occlufis fervandæ funt locis,
.fi enim humido äeri vel rori exponantur, mucorem
contrahunt & intra. annum corruptæ funt, in India
autem hoc non ita curatur , quum recentes femper
conquiri pofiint.
Ægyptii nos doçent, fiftulas has recentes interne
non elfe ingerendas, nifi per quatuor fexve menfes
ex arbore fuerint decerptæ , quum alias Diarrhaèam
cauffent, extrada Caflîæ pulpa per 24, höras bona
fervari nequit,nifi in ciftis occlufis confervet.ur,tum-
que non ita bona eft acfi recens fuerit extrada: Pulpa
hæc codionem fubire nequit, quum vim aperien-
tem turn perdat: . Baleyenfes recentem trunci.corti-
.cem ab exteriorecinereo depuratum,hocquefubtiliter
contufo & commixto, Emplaftri forma externe applicant
omnibus artubus, præfertimque iis, qui ex pulvere
pyrio adufti funt,ut & vulnbribus imponunt per
explofionem laceratis, quo féliciter ardorem extra-
hunt. '
Oflicula feminalia cellulis inelufa, fi rece'ntia, glabra
ac plena fint, tèrræque çommittantur, intra an-
num in arbufculas excreicunt quinque fexve pedes al-
tas, quo modo arbores has in Hitoës ora propagari
curavi, unde milites noftri melius fefe habuerunt,
fharum pulpa ad quotidianum purgans adhibita) quam
ex incertis Chymiftarum præparationibus negligenter
confettis, quæ magnis tarnen fumptibus ex patria gu-
bernatoribus noftris transmittuntur. Ex infulis Cari-
bæis Galli in fuam etiam transferunt Patriam, quas
meliores ac pleniores comperiunt quam ex India O-
rientali delatas ; In illis enim infulis copiofe crefcunt
in vaftis ac planis filvis,ubi fiftulæ hæ fîccæ fefe.mu-
-tuo ferierites vi vend allifæ tantum excitant crepi-
lumac fonitum , ut non folum animalia atque aves
fusam arripiant, fed etiam peregrini ac noyitiani pu-
tent fefe æftum maris auribus percipere , licet fæ-
pius’longiffime fît remotum, vel etiam aliquando pu-
tant armatos -milites apprdpinquare, hocque fonitu
in Java ac Baleya fefe congregant Simiæ & Cercopi-
thecæ , quæ magna copia nas arbores inhabitant.
Caribæi hac utuntur pulpa omnibus menfibus hora
ante prandium ad corpus ab omni inpuritate liberan-
dumfataue comperti funt,hacce re corpus fuum fa-
lubre atque incolume efle. Caflia fiftula in American
s crefcens infulis ac regionibus minor dicitur efle,
a c folia gerere flavefcentia , floresque paryos læte
rubëntes, atque in omnibus optime convenue cum
•fublpquenti filveftri Caflia fiftula, uti mihi per ocular
rem teftem harratum eft. | . -, »
. Sic Canna quoque Fiftula Javamca circa Carwand
in regione Tsjeribon crefcens parva gerit folia, or-
dinêac forma cum parva Blimbingh Bulce convenien-
-tia Flores quoque minores funt quam in defcripta,
majores vero quam Blimbingh, ex læte rubenti <£ al-
bo mixti colore: Siliquæ vero funt ut in præcedenti,
ac lignum flavefcit, nodofum eft, nec facile per lon-
gitudinem fefe findens.; In vetuftioribus truncis cor
e x fufconigricat,grave e ft,a c durabile porrolignum,
ita ut ibi multum ad poftes ædium adhibeatur: Arbores
hæ in Java,Baleya, ac MacaflTara diu quoqueper-
fiftunt: Vaccæ decerpunt folia , fi ilia attingere pof-
fmt non autem filiquas, ac homines trunci cortice
utuntur defedu Pinangæ cum Siri & calce ilium ma-
fticantes, quod a vulgo tarnen tantuin inftituitur, atque
hie cortex, fi màfticetur, fragilis eft acficcus, fere
inftar vetuftæ Pinangæ , fed hujc mixtum eft ali-
auid mucilaginofum, unde &Javani ilium unguentofuo
Bobori admilcentjUt melius adhæreat: Denique no-
N E N S I S Liber II. cap. XXX.
Ö bort, en koortzen: om datze in de maage lang
w , ligtelyk in galle verandert. De Egyptenaar:
vermengenze met Agaricum, en gebruikenze tegens den
hoeft en korten aejjem, als mede tegens alderbande pyne
van de gevorigten, die van hitte komen, gelyk bet beek
Podagra,. dezelve pleyftersgewys daar opleggende: En op
dezeljfte manier gebruikt wordende zoo geneeftze ook. alk
beete geftwellen, ontfteeking, en de rooje. Die de Squi-
nantie of bet bals-gefweer hebben, gorgelende met dit
merg mAquaPlantag. of ander water gediffolveert pinden
daar 'baat by : en van buiten opgefmert zynde, zoo
verdryft bet alle feburft en onzuiverbeidt des. buyts en
maakt de Apoftemata ryp.
In drooge en geflootene plaatzen moet men deze pypen
bewaaren, want zooze van een vochtige lucht of nachtdauw
geraakt werden, zoo verf cbimmelenze, en verderven
binnen 't jaar; Doch in Indien laat menzig daar aan
zoo veel niet gelegen zyn, om dat men dezelve altyt ver:
.1bekomen kan.
- De iEgyptenaaren leer en ons', dat men binnen: lyfs
geen verjebe pypen dient te gebruiken, voor datze 405
maanden van den boom geplukt zyn, om datze anders viel
een buik-loop veroprzaaken x bet uitgetrokkene. Caftie-nere
kan men geen etmaal goet houden, of men moeft bet in
digt geftotene doozen bewaaren, en dan is; pet noch alm
goet niet als bet vers\ uitgetrokkene: Di\ merg voil ook
gants geen kooken verdraagen, om dat bet daar door zyn
openende kragt komt te verliezen, de Paliers de verfde
feborffe des ftams van de buiienfte graauwe fchorffe ge-
zuivert, en bet naafte daar Onder fyn gefebrapt hebbende
, leggen het zelve danpleyftersgewys op alle de leeden, en
inzonderbeidt op diegene , dievan bus-kruidt verbrantzyn,
als mede op gejcbootèn wonden, en waar mede zy ook den
brant gelukkig uittrekken.
DeZaat-korrels in de kamertjes fcbuylênde, alm vol
en glat zyn in de aarde geftooken, febieten binnen ‘tjaar
op tot een boompje van 5 en & voeten boog , en op leelkt
manier ik op de Kuft van Hitoe deze boomen heb laaitn
aanplanten,, daar onze Soldaten dikwils beter van moren
zyn (dezelve gebruikende tot dagelyxe Purgatie) al:
met de onzeekere Chymifche dingen, die zoo wat Jkgts
■ benen bereidt zyn , en nochtans onze Heer en Gebieder:
met grooie onkoften uit hei Vaderlandt moeten zenden.
Uit de Caribifebe Eilanden brèngenze de Franfehen ook in
haar Landt, en bevindenze volder en beter dan de Om-
taalfcbe: Op dezelffte Eildndén vyajfenze 'overvloedig in
groote vlakke bojjeben-, alwaar de drooge pypen aan de
boomen. hangende, en door de wint tegens malkander ge-
fiagen zynde, zulk een geklater veroorzaken, dat niet alleen
bet Vee, en Gevogelte daar voor vlugt ,maar ook de
Hieuwelingen meenen, datze de Zee booren aanbranden,
hoewel die zomtyts vry verre van baar a f is, of dat 'er
een boop gewapent Volk ‘aankomt, en op het zelf de gerammel
vermeerderen of vergaderen ook op javaenBafy
de Apen en Meer-katten , die bun in menigte op deze boomen
ophouden.
. De Caraiben gebruiken dit merg alle maanden een uur
of wat voor 't eetèn, om bet lyf van alle vuiligbeidt te
zuiveren, en hebben ervaar en, datze daar door het zelve
in goede gezontbeidt behouden. De Canna Fiftula in de
Americaanfcbe Landen waffende, wert gezegt kleinder te
wezen , en geel-groene bladeren te hebben , met kleine
liebt-roode bloempjes, en in alles zeer wel .over een te komen
met de volgende wilde Canna Fiftula , zoo als my
door een oog-getyige verklaart is.
Insgelyx beeft de Javaanfche Canna Fiftula, dewelke
omtrent Carwan en in 't diftrilt van Tsjeribon nvajt,
kleine bladeren, in ordere en gedaante als de kleineBlim-
bingb Buloe: De bloemen zyn ,ook veel kleinder dan aan
de bovenftaande, en wat grooter als die van de BUm-
bing, van liebt-root en wit dooreen gemengt: De houwen
zyn als aan de voorgaande, en bet boutisgeel-agtig>
warrig, en niet gaarne in de lengte fplytende: Inde
oude ftammen met een fwart-bruin hert ,fwaar, en durabel,
zulx het daarom aldaar veel tot ftylen van buizen voert
gebruikt : Zynde dezelve. op Java, Baley, en Macaffar
ook durabel in de aarde. De Koebeeften weiden de bladeren
af ,daarze by komen komen , maar niet de. houwen,
en de Menfcbengebruiken de feborffe des ftams, by gebrek
van Pinang niet Siri én kalk gegeten , een^ebj f \
middel voor Jlegte Luitjes zynde, en valt defcborjjein
't kauwen, vry bryzelig en droog , bykans als oude -n*
nangb , doch is daar by éenige kleverigbeidt, daar omw
ook de Javanen onder bun Bobori-zalve vemengeih®“