CAPUT Q.UINQ.U AG. QUINTUM. LV. H O O F D S T U K .
Gajanus. Gajang.
ARbor hæc brevem ac.craflum gerit truncum,
incurvum, & angulofum, acfi ex plunmis par-
tibus vel fegmentis concretus foret , cortice ci-
nexeo, duro, tenui, ac tenaci: Rami itidem funt ar-
cuati, ac, disperfl, .uti & fpliorum ramuli, quæ îrre-
sulariter, & une ordine in brevibus craffisque petiolis
adeo arde ramulis junguntur, acfiieflilia forent , folia
referentia majoris Canarii, funt autem paulo latiora
ac rotundiora, atque. firma, glabra, fomtumoue
excitantia, inæqualis magpitudinis: Plurimaenim lpi-
thamam ■ circiter funt longa, quinque lex ve digitos
lata, obtufo ac fere rotundo apice, alia.autem Folia
dimidjo fere funt majora nec acuminata, ac quædam
fesquifpjthamam funt lata, paucis ac longe remotis ct di-
ftindis^oftis trans verfalibuspertexta; quæ magms arcu-
bus antrorfum incurvantur; Foliorum oræ funtünuo-
fæ , atque horum plurimæ vel fradæ , vel nine inde
a vermibus exefæ, ita ut rariffime integra conipician-
tur • Flores autem funt parvi, angufti, ex quinque
©bloneis ac. flaccidis petalis confiantes, albidi colons,
lacemoü , inftar florum Alcanna, odons ingrati.
Frudus latior eft quam longus, ita ut tranfver-
lalis videatur ex pedunculo dependens, rorma lun®
crefeentis, fulcato ac duro margine, utrimque protu-
berans., & ab anteriore parte parumcomprellus mltar
Fabæ vel ventriculi, quatuor latus pollices, bmosnue
cum dimidio pollice? longus putamine extenore
Sraflb atque pilofo, inftar Juglandum, pellicula tenui
tsû us inftar Calappæ-nucum. interne locatur magnus
planusque nucleus forma /nidu s, compofftus exbi-
nis arde jundis & fibi.inpofitis fegmentis , fub um-
ca fufea pellicula connexis: Officula autem hæe^funt
dura, ficca, ac cartilagfnofæ fubftantiæ, inftarCafta-
-nearum, vel paulo ficciora, fed.non ita alba, vemm
-pallida, viridefeentia* infipida,. nec ut crudapoflint
edi , inepta, fed .aquæ incoda, faporêm habent fru-
jftuum Ilicis, qui iu Hifpania ac Portugallia inter a-
lios frudus vel inftar obfonii menfis. mponuntur,
Gajanus hæc arbor in duas dividitur fpecies in
albam nempe ac rubram,-varieras autenrtantum m
colore confiftit fruduum,.-albi enim frudus matun
exterius flavefeunt, . alterius autem læte rubent. Ex
vulnerato arboris cortice exfudat fuccus pellucide ru*
-bens • .fed rarus ac paucus, valde adftringens ac glu-
- tinofus maculasque dat pannis, ac lintejs ineXpun-
Æendas ; uti fucc.us. Nucis-Mofehatæ-arboris. Lignum
eft1 album-, nodofum, ac fads durum, fed nulli mler-
-vit uftii.,- quum ob nodps^' foveas , atque ftexus m-
-teriusîfît quafi cavum ■ &. vacuum,'Radices iunt cral-
sfæ „-r p la n e t,. inourvæ , fæpiusque. ex -terra-elevanm
jn n i tempu/s- Sub finem. pluviofi tempotisjh^; arbores
^-nova progerm inapt fo lia , atque Novembri florent,
-frudusque maturefeunt Aprili : Et. lic e t in filvis cre-
icant fine nllohominum labpre. vel cultura, mter 111-
weftr.es tamen non pumerantur arbores, quum ad. cer-
tos peftiueank dominos, nec licet lllas circumcidere
fine venia, Màcaflarenfes has plantant in luis areisxir-
CZm m n . Latine tiâfcimts': Kîaïàice &Amboinice Gajang
} in Banda-vo.catur Gajim & Hajam :■ , in Macalia-
ra Angajin, & Xernata Boîfua,; c .
Locus. In Occidentalibus non multum oceurruntin-
fiilis, fed fatis frequentes funt in. Moluccis , Amboina,
& Banda j uti quoque in Boetona ac tota Celebe , ac
Boetonenfes frudus optimi habentur. In Machianlunt
adeo copiofi,utincolæ ex iispotiffimum vivant, in hac
infula hint quoque-majores, ac in Amboina.
XJfus. Frudus hi incolis harum irifularum magna ex
parte quotidian© inferviunt vidui ac cibo,non crudi,
ted poftquam exterius putamen fitfublatum, aquæ in-
Co d i vel fub cinefibus tofti, turn enim, uti didum
- fu it, Vaporis funt duiefe5fuDtque;porroficci, ventrem-
, Gajang-Boom.
D Ezen Boom is'kort en dik van jiant, ook krom, bog-
tig, en hoekig, als of zenit veelejiukken of JUngen
tegens malkander,en was aangewaffem met een ligt■
graauweharde, dunne., en taaye-jcborjfe: Jüetakkenz.n
mfgelyks bogtig, en vry wyt uit malkanderen verfpreid,
alsmede baare Jiyve ryskens, daar de bladeren aan firnis
dog zeer ongejebikt na by een, en zonder ordre,,opkom
dikke Jleelen, ook zo (ligt aan de takken, als of ze geen Jlee-
len en hadden, <wel watgelykende na delgrootjbe Canari-
bladeren, dog wat breeder en ronder, Jlyf» g M » en ram-
melende,. mitsgaders. van een ongelyke -grootte, want de
meejie zyn maar ongeve,er een fpan lank, vyf d fis vingers
breed-, met een Jhmpe, en bykans ronde/pits , andere m-
der byna de belft grooter, en zonder fpitje i -zomnige zyn
ook wel anderhalve fpan lank ,• èn tweebmdejk breed, met
weinige, en wyt--van inalkanderen Jlaande d^ers-ribben,
die bun met groote 'boogen naar voren toe üriikrommen: De
randen der' bladeren zyn ook, wat bogtig, ien de meejle der
zelve, of gebroken, pfjneren daar van de Normen: doorknaagt,
zo dat men'er. weinige vind, die t'eenemaal beel
zyn :Het bloeizel zyn kleine fmalle bloempjes ,\iiit vyflank
aertige en fiappe blaadjes gemaakt, vuil-wit van coleur, en
in trosjes by malkander hangende, gelyk als de bloemen van
Alcapna, vports niet aangenaam, maar onlieffelyk van reuk.
De vrugt is breeder dan lang>zo datze gèlykt alschvers aan
den fieel. te hangen, gefatzoeneert als een bultige wajfebené
Mane ,viet een gevorende enbarde kant, tewederzydmii'at
uitpuilende-, en aan de vootjle een klein weinig ingeboogen, air
een Boone ofmaage,- vier durmen breed, twee en.eeri.halve duim
.lank,.hebbende van buiten ten dikke enpelfigebolfier,gelyk \
- 4e IVal-nooten, bekleed.inet een dun velletje, en daar ondereen
droogebairdgtige fuhfantie,gelyk dievande Calappiis-noten.
Van binnen leid een groote platte kérel, van .des vrugts
fatzoen , en gemaakt van.twee digt op malkanderen,leggen-
■ de éukken-iOf deelen, en t'zamen bejkoten onder een vaal
velletje: zynde deze.korrels hart, droog, .«#;kndkebeenagtig
van jiéllantie, gelyk de Cafianien, of nog wel zo-droog,
dog zo wit-niet, maar bleek,- en: wat na:dengraaum
trekkende , onfmakelyk , en . niet bekwaam om faaimi te elf
e n , maar. in 't water zynde gekookt, zofmakenze als.de
Spaanfcbe eekelen» die men daar je lande, en bok in Por-
tugaal, onder anderte Fruiten, of dis- Bancquet op tafelzet:
Deze Gajang-boom ivert in twee zooiten verdeelt, nament-
lyk, witte en roode, dog bet onderfcbeid bejldat maar al-
. leen in de. coleur van de vrugttn., want die van- de.mtte,
-ryp zynde, worden van buiten wat .geel, en van de arm-
re lief-root: Uitde gekwetfiefeborjfedes booms zweet een
ligt-roode zap.i dog weinig, en febaars ,zeer zamentrekken-
de, -en kleverig, - en makende onuitwijfélyke vlekken als bet
aan linnen raakt i evengelykhet zap van de Noote-mufcbaat-
. boomen: Het bout is wit , qmfiig, en mntelykbart, te
wert nergens toe gebruikt ,m dat bet van wegen zyjie bui-
tenfBogten,en krullen, vanlbinnen als bol f f wan is,de
wortels zyn dik, vlak, bogtigy en vertoonen baar ook ten
deete hoven de aarde.. r ' 7-y ’ .
Sayzoen. In 't uitgaan van bet Reegen-moüjfoii fcrygw
deze boomen nieuw loof.,in,NovemberMoeienze, endevtug-
ten werden ryp m; April: En alhoewelzf in betmut oj
de boffeben groeyen, zonder eenigen arbeid ofte moeite van
menfeben, zo en werdenze evenwel onder de wilde boomen
niet gerekent, als hebbende bare eigenaars, enmenviagu
ook óngevraagt niet omkappen: De Macaffarenplanunt
mede in bunne-negoryen., bm , en by.baré buyzen.
Naam. In 't Liïtyn Gajamis: Maleyts. en Ambotnh
Gajang, B a n d d a s Macaffers Angaji ■
en Ternataans Boifua, - . .
Plaats. Zy zyn in de TVeJielyke eilanden met- veel bemb
maar overvloedig genoeg in de Moluccos f Ainboina, #
Banda, als mede op Botton, en geheel Celebes, werdm
die van Boeton wel voor de befte gebonden; en op Macoia
zynze zo veel, dat de Inlanders meeft daar van leven, oo.
vallenze op dat Eilandt grooter dan d'Amboinfcbe.
Gebruik. Deze vrugt verftrekt de Inwoonders dezer ü
landen voor een groot deel tot dagelykfcbefpyfeenvtctua >
niet raavw, maar (na dat eer f t de buitenfte bolfteraaar j
gedaan is) in water opgekookt , of in de affebe gebraadeh
want alsdanf gelyk gezegt is , zo fmakenze zoet ot