quentia, qu® -di'dici a quibusdam Tamboccce incolis.
Arbor nempe h®.c multum crefcit in Tamboccte &qae
montibus ac in 'litore maris, fed nufquam tam alta ac
Calappus, ibidémque quoque dividitur in marem ac
femmam, ubi mas Ananaflam gerit jam nötam, qu®
tam fo r t ite ro le t , u t.v ix permanere ibi quis pofiit:
Femina quoque Ananafl® fpeciem gerit , fed aliüs
form®,non luteam',fed obfcure viridem,fquamis de-
hifcentibus , inter quas juli propullulant, qui fruftus
pVoducunt: Poft quorum lapfum arbor per aliquot
quiefcit annos, excrefcens tantum,& novas formans
ramificationes. Dein vertex in medio denudatur, at-
que ex illo- de novo progerminat in ejus centro Ana-
nafla, & e x hac novi iterum fruftus, ac fic porro per
vices; qüo’vetufiior-autem h s c arbor eft; eo minor
•eft Ananas. . ' . . -. . . r
nog by te voegen, betgeenikgéleertbéb vaneenige inwoon-
dersvan Tambocco, beftaande in'tvolgende:
Deze boom wafi veel op Tambocco zo voel óp 't flrandt
als in ’t gebergte, dog zo boog niet als de Calappus-Boom,
• en werdt' aldaar mede. verdeelt in manneken en voyfken,
waar van bet manneken de bekende Ananas draagt , devoel-
■ ke zo fiérk riekt y dat men qualyk daar omtrent duuren kan.
Het voyfken 'draagt voel ook de gedaante van een Ananas,
dog vaneen’ander fatzoen, niet geel, maar donker-groen,
en met de fcÈilferen voytgapende., tujfen welke de bandekens
fbmboccanertfes nihil hujus arböns ufurpant, mli lo-
lós fruftus', quos edere debent, fi demortuum lu-
c e an t, pr®p.arantes femin® fru&üs fequefiti modo.
Interiores' nuclei ä putamine depurati -in parva con-
fcinduntur fragmenta, ac per unum diem m Sole ex-
ficcahtur, ut ïndürefcant, qu® in farinam contun-
düntuT, ex 'qua puls conficitur, feu rudis Baggea,
rälb Calappi nucleo obvoluta ac mixta, uti cum fil-
vbftnOebis id peragitur: iidem quoque nuclei ab iis
adhibentur' ad’ pedum u lce ra , Crabbe vocata , cü-
rända: Recëns horum fuccus infantibus bibendüs da-
tür, ut intereant, ne ex more hujus populi,'fi filvas.
peragräre- debdäfit parentes, infantes ipfis' fint ön'eri
vèTimpedimefitb.
In Horti Malab. part. 3. Hg. 14.' defcnbitur arbor
Todda-Puna"; japonenfibus’ Soteetsjoe dida, Portugallis
Armatpira feu Palma d’Igrefia, qu® cum nofira. Sajor
Calappa magnam habet Convenientiam, v el falcem
ejus fpecies habenda eft , uti ipfe quoque expertus
fi ii, detruncatum nempe hujus arboris verticem tranf-
piantarf pofle , hic autem in Amboina tardiffime ere-'
fe it, nee ita la te viget ,. ac in aliis regionibus. .
Sic quoque per ulteriorem mihi apparuft indagi-
hem,memoratam Japonenfiumve 1 Sinenpum Sajor Calap-
pam multo acutibra ac magis pungentia gerere fofia
ac noftram, & ab hac notabilï differre modo, unde in
animum induxi illamulteriusinquirere ,&'mAu£tuario
fubfequente ulterius defcribere lub nomine Arboris Ca-
lappoidis Sinenfis, qüae apudnoftrates Sinenfes voca-
tur Tetsjoe ■ v e l Titsjoe-j h. e, arbor fe rrea, cujus ratio
ample deducitur in Horti Malabarici l. c.
uitkomen, voaar aan de vrugten groeyen. Naar ’t afvallen
der zelver ruft de bom eenige jaren Jlegts opfebie-
tënde, en niéuwe takken gewinnende, daar na wert de
kruin in de midden wederom kaal t en daar op kmt voor
een nieuwe Ananas, en uit dezelve nieuwe vrugten, en zo
voorts’met beurten, dog boe ouder de boom wert, hoe kleindér
dé Ananas voortkomt.
De Tamboccanen gebruiken niets van dezen boom, dan
alleen de vrugten, die zy eeten moeten, wameerze over
iemant rouw. arqagen, bereidende de vrugten van bet voyfken
aldus: de binnénjle korrels, ofte bëeften van de fcbaal
gezuivert, werden 'in. kleinepukken gefneden, een dag in
de zonne gednogt, datze hart werden, de 'eze fioot men in
ryjl-blokken tot meel, voaar uit men een brey maakt, of een
grove Baggea met bet fpbraapzel van Calappus -pit ge-
mengt, gelyk men met de wilde Oebis doet, dezelfde korrels
werden ook gébruikt van hun lieden, om de krabben
aan de yo'eten te genezen;; den verfpben zap daar van gevenze'aan
de kinderen tedrinkeh na lants manier m dezelve
om te brengén, als d’e 'oudeés jn de bojfeben willenlopen,
om met dezelve niet belemmert te zyn.
I n bet' derde deel figuur J4. van de Hortus Malabari-
cus wert befebreven den bom Todda-Pana, in ’t Japans
genaamt Soteetsjoe,. in 't Portugees Armatoira of Palma
d’Igrefia, dewelke met onze Sajqr Calappa groote overeen-
komjl beeft, of immers daar van'vpot een zoorte te boudenis,
gelyk ik zelfs ondervonden heb.,dat men een af'gekaptekruin
van dien boom verplanten kart ,:.dog bier in Amboina febiet
by zeer langzaam op , enfieeft dié groeizaame natuur niet,
gelyk. in andere landen.. . \ \
Zo ismyook by nader onderzoek gebleeken , dat.den voornoemde
Japanfcben óf Sineeze Sajor-Calappa-Boom, veel
fcbèrper en jleekeligef bladeren beeft dan de onze, en daar
van merkelyk ' verfcbilt ', Wesbalven ik van voornemen
ben naardere kennis van bem te zoeken,en inmyn Auttua-
,rium hem te befebryven onder den naam van Arbor Ca-
lappoides Sinenfis, b y v n z e Sineezen genaamt
Tetsjöë of Titsjpe, 'dat is, Yzer-Booin, waar van de reden
genoeg uitgehmli jladt'iè dé Hortus' MSiabaricus.
’^ZjoTTV.J.