raucofique fint, crudi quoque comedi poflunt ' uti
Lontari nuclei, debilioris v e ro .& magis aquofi funt
faporis.
e x p l i c a t ro
Tabula Decitnce Sexta.
Qms cxhibet Li»." A'Ramum Palm* , qus N-ip.a tarn-
pbio voCatur. 1 „ .
B. Racemum, . qui in laterali tbyrfo C. Julos- feu flores majcu-
linos, in medio vero D. Caput fpbaricttm tnpragnatum cxhibet
cum innumeris fruÜuum rudimentis.
E. Vero coput jatn frttgifcrum.demonRrzt.. . ; t *<
F. Fruäum ßparatum majori exhibet forma, ut melius dignolcl
poflet.
O B S E R V A T I O.
' Arbor.iVipa di£ta a Valent. in defcript. Amloim pag. 183.
brevicer quoque defcribitur; apud Ray. in append. tom. 3.
pag. 47. ho. 14. inter Palmas Nipte quoque mentio fit.
zuiker gecohfyt, gelyk als de Sagueers-vrugten; 0) anders
zoqze nog week en flibberig- zyn, kan menje, ook raaww
eeien, gelyk de korls van deLontar', dogzyzyn veel laffer
en-wateragtiger van fmaak.
U Y T L E G G I N G
Van de Sejliende Plaat.
Dewelke vertoont met Lett. A. een Tak van een P alm bo om ,
die N ir.h-van. Rumphlüs genaamt werd.
B. Vertoont een (teug,, dewelke in de zy-takken C.-dragSn ftaar-
ten, bet geen de mannetjes bloemen zyn: D. wyfl aaneen
■" bol uyt ontelbaar e (chèpzeltjes der vrugten bejlaands.
E. Vertoont een bol‘, daar de vrugten al van uytwaflen en
grooter werdén.
F. Betekent een vrugt alleen :m grooter geftalteop dat des-
. zelfs gedaante beter onderjcbeiden wer.d.
A A N M E R K I N G.
. .De Nipa-Boom werd by Valent» in de befchryving van
Ambon pag. 183. ook kortelyk befcbreven : En daar werd ook
by Ray. in bet derde deel in de append. pag. 47. no. 14.
onder dé Palmgëflagten van een Nipa-Boom gewag gemaakt.
CAPUT DECIMUM SEPTIMUM.
Sagus,feu Palma Farinaria. Saga.
QUum duæ Palmarum Indicarum clafles 3 nuci-
fera nempe & vinifera prioribus fint defcriptæ
capitibus:, reftat, ut jam tertia illarum claflisfeu
ordo,farinifëra nempe defcribatur,quæita vocatur fimi-
les ob rationes ac præcedentes, neutiqüamvero quia
nilnifi farinam fuppeditaret, fed quum primarius ejus
fit reditüs j qui inde provenit : Hujusque tertiæ clas-
fis una nobis tantum innotuit fpecies, quæ in aliquot
modo dividitur varietates, Sägum nempe, quæ
truncum habet 'humillimum 3 'excepta præcedente
ffTipd, non ultra'quindecim , viginti, vel triginta
'-pedes alta, plerumque tarnen crafiiör eft aritecedente
-Gomutu, ita u tv ir v ix earn ampledi poffit: Exterior
ejus-cortex inæqualis ac hirfutus e ft, neque ita regu-
ïariter in articulos divifiis, ac præcedens, fignaque
de'ciduorum foliorum retihet.
. Sagus hæcdiu tantum modo eft frutex, qui provenit '
uti ingens planta, altis, réélis, & firmis ramis con-
-ftans, ad ter ram fibi invicem junélis, qui ultra v iginti
longi funt pedes, virides, & herbofæ fubftantiæ,
ad' interiorem partem inftar canalium excavati, externe.
rotundi & glabri, inferiore auterti parte lon-
gis , tenuibus, ac pungentibus armati fpinis, quæ in
ordinem fupra fe invicem ponuntur forma longarumi
acuüm, quarum media fpina, ad dorfum erefta, eft
longiflima , folia ab utraque ramorum parte funt
'fitS , : feu dependent uti in Calappo , quæ parum
quoque funt complicata, longiora tarnen , latiora,
ac ten'uiöra, ad oras raris & debilibus obfita fpihis,
atque habe femper ereéta ad ramos locantur , ubi
é contra in'Calappo femper dependent, quo hæ ar-
bores'e longinquo a fe invicem diftinguj pofFunt, fed
quod-difcrimen in eûnélis Europæis libris, qui harum
figuras exhibent, nondum fuit obfervatum, rrutex hic
• infërius -itaque format truncum plerumque éa craflitie,
qua excrefcerefolet, quod tam cito efficit, aefi præte-
ritumfiipplere vellet damnuïn, prioresviciflïm dejiciens
ramos1, -acnovos continuo.progerminaos, qüiin trunci
cacuminé aliqua relinqüunt veftigia; fi ttuncus duo-
rum hominum attigerit altitudinem, nullaè amplius gerit
fpina&j nifi infummo vertice, ac circa ramorum or-
tum, quæ tempore itidem decidunt: Rami in adulto
truheo plurimum erefti exerefeunt, atque ad bafin la-
tam gerunt auriculam, tres circiter pedes lohgam ,
Ipithamam feu.pede’m latam , inftar canalis feu vaginæ
forniatam, qua æque truncum ac fübfequences ,am-
pleétitur ramos, quæque fuperiore parte fenfim de-
fied it, fubito anguftatur, reliquumque format ramum:
Bafià hæc feu auricula intus Qraflum gerit inftar-corii
corticem, qui inde feparari.ac varios in ufus adhiberi
poteft-: Externe in. rotundo dorfo transverfim &
- obli-
XVII. HOOFDSTUK.
Sag« 5 ofMeeldragende Palm-boom 3 ook Sagu-
boom genaamt.
T Wee Claffen, van de hidiaanfehe Palma, te weten de
nootdrägende y. en 'de wyn-gevende . in de voorigs
CapitteJeii befchreven zyride, Zoo refieert nu npg.de
derde Clajfts of orden, nament lyk de meélgevendè; alzoo
genoemt uyt gelyke redenen als de voorgaande, dog gfen-
zints om datzé niet dan meel zouden, gevèn, niaar om dat
bet wel }t voomaamfte profyt is 3 dat men ’er van. beeft- of
trekken kan: en van;deze derde Claffis'is'ons maar eene
zoorte bekent, zynde.Jlegts in.eenige veranderingen verdeelt
;. te weten den $agu-bo,óm', • die wel- dé laagfie van
ftam is, behalten de nadfivoorgaande Nipa,, niet boven
de vyf-en-twintig a dertig voeten boog , dog gemeenlyk
veel'dikker dan de voorgaande Gomutüs ,' zoo dat hem in
’t gemeen een man qualyk omvatten of omarmen kan: de
buitenße feborffe is ook oneffen en ruyg, midsgaders- zoo
net niét in leden verdeelt, als de voorgaande 3 enby bebout
mede de téekenen van de afgevallene takken:
' ■ iiezeraSagü-boom is eer f t langen tyt een ftruik, en
zig vertoonende als een groote plant van booge, regte, en
overeind-jtaande takken 3 beneeden am dé-gront by malkander
gevoegt, zynde dezelve over de twintig voeten
lang, groen, en van een kruidagtige fubfiantie, aan.de
bimenfie zyde als.gooten uitgebolt,, aan de. buytenfte zyde
ront en glat3 dog aan ’ t On'dérfië-deel bezet met lange,
fmalle, en fteekende doornen , dewelke in regfts boven malkander
ft aan, in de gedaante Van länge naalden y zynde-
de middelfte doorn, regt op den rugge. ftaande, altyt de
lang f t e , de blaaderen ftaan, of'hangen, aan weerzyden
van de takken, gelyk dan den Calappus-bóom, enzyn óok
een weinig fzamen gevóüwen, ' dog langer , -bréedèr 3 en
dunder , aan de kanten met ydele, wg\y)jeekê}’dóoMn:be-
zet, en deze ftaan altyt opwaarts aan.baar takken, daar
in tegendeel die aan den Calappus-bqom nederwaarts hangen
* jn waar aan men pok deze boomen van Vérre Van
malkanderèn onderjcbeiden kan , dog wélk onderfcheid in
alle Europiaanjcha boeken, die daar van dè figueren komen
te vertoonen , tot nog toe niet en is aangemerkt : deze
ftruik zet, dan beneden een ftam, en dat gefneenelyk in de
zelffte dikte, waar mede "by opfehieten wil, ’ t welk by als
dan ook zoo fpoèdig doet, als of by bet voorige verpuim weder
inbaalen wilde.; de voorige takken met beurten affmy-
tende, eri nieuwe voortbrengende, dewelke dan in ’f 'boven-
fte van den.ftam eenige trappen nalaat en; als nu den ftam
hovende twee mans lengte gekomen is , zoo en beeft by gene
doornen meer, bebalven omtrent het opper fte,en rondom den
oorfprOnk der takken , dog welke ookmetter tyt af vallen f. de
takken aan den volwaffen ftam ftaanmede nog almeéft over-
eynd’ , en hebben aan baar onderfteeen breéde voet, omtrent
drie voeten lang,. een fpan of een voet breet, gemaakt
als een gpote o f febéd, waar mede zy 'zoo wel den ftam,
als ;de. volgende takken omvatten, en mét haar bovènfte
eynd’ allenxkens af wyken, fcbïelyk frnal werden, en de
■ fisïmerige