
 
        
         
		\ ) 7   K leyne L auwerboom.  L ycium uyt Itauew  BoscHboóm.  u y 
 ki», 
 of  D oornachtige  L yc  
 *  Bofchboom*  Beyde zijn ze 
 1  ,  wet  Blade*  
 i  dezelve  Ouee* 
 — - -  Zij  beminnen  een goede*  Zandige*  zuyverej op <*e-  { $ 1 1   wi)ze  fehimmelige  o f  qualijk-riekende  Aarde* 
 « s   .  wel doormengd met matige twee-jarige Paerdemift >  en  
 een  weynig  Veengrond;  o fin   plaats van  dit  het  Mol  
 der  uytgeholde , :  o f  van  binnen  verdorvens;  Boomen  :  
 een  luchtige,  warme,  opene,  wel  ter  Zon-  geleegei®  
 Jilaats,  en matige vochtigheyd,  zoo  langze  kleyn  êiii  
 jong rijn;  maar ouder wordende,  veel meer. 
 Bloemen.  ,  In deeze koude  Landen  brengenze,  bij  een  goede  
 Zompr ,   gemeenelijk in  ’t  laatfte van Junius,  o f ’t begin, 
   van  .ƒ*/«!«,  Bloemen voo rt,  maar noyt volkome-  
 iGccn^ij-  ne,  rijpe  Vruchten.  Konnen  gantfeh geen  Stormwin-  
 fea  M I   k ° ude  Miftig'  L n ch t, ..of ,eeni, 
 ge  Vorjt  verdragen  :  moeten  derhalven met  een volle  
 Maan van April in Potten o f  Houte Bakken,  na gelee-  
 gentheyd van haregroQtheyd,  geplant zijnde  ,  met het  
 begiu van Oïïober,  o f  ook wel  een weynig eerder}  in-  
 dien  de jaarstijd niet  bequaam  i s ,  binnens hüys op  een  
 goede;plaats werden gebragt;  daar ze ,  voor alle  toch-  
 ten bevrijd ,  de Lucht en Zon  door de Venfteren mo-  
 pen genieten,  tot dat  de  koude van  buyten  zulks  ver-  I mh^ca  •  “ erc**  Dan moet men 2e warmer zetten;  eeven wel  
 ■  Q^eeking. m Zl^k Pen  pkats,  daar niet als  bij  vriezend Weer door  
 een  JCagchel  in gevuurd,werd.  Gedurende  deeze  tijd  
 moet  men  haar  met  een  weynig  lauw  gemaakt  Ree-  
 gen-water  niet  meer  als  twee-  o f  ten  hoogften  drie-  
 maal  van  boven  begieten  :  daar  na  niet  voor  half 
 Aptily  o f  wat eerder o f  later,  na tij ds gefteltenis, weer  
 buyten  flellen  j  doch  wel  dekken  en  bewaren,  voor  
 koude  nagten. 
 l ^ anw’n*  Zii  werden aangewonnen op twee bijzondere wijzen:  
 ■ “”8’  te. weeten  : 
 ■ doorbaad.  ,  Eerjl ,  door  Zaad , u y t   halten-o f andere  warme  
 Lapden overgezonden j  het welke men met een  waflfen-  
 de Maan van May in  een  Pot  moet zayen;  niet diep h  
 maar hol en luchtig. 
 Ë 2   1  § § |  ande^enr  door, jonge bij  de Wortel uytgelopene  
 Scheuten:  die men,  met een  volle Maan MznMaert o f   
 ■  Prd>  tenhalven jnfnijd,  en met aarde overdekt.  Als  
 ze dan Wmelen gekreegen hebben,  neemd men  haar,  
 het tweede  jaar daar na, op de genoemde tijd en Maan,  
 van de oude t af,  en men verplant ze. 
 K  R A C H   TE N. 
 fE t   Lycium  uyt Italien  heeft een te zamen-trek-  
 |k en d e ,  yerfterkende,  drogende en bedwingen-  
 .de kracht.  Kan.ó.ok gevoeglijk werden  gehouden  
 voor  t oprechte Lycium der oude,  volgens  M a t -  
 B 
 Thiocis  getuygenis.  m 
 B^rfchejr-  
 P« namen. 
 ■ Porten  
 Van de.  
 Zelve. 
 I X .   h o o f d s t u k . 
 B O S C H B O Ö   m. 
 ■ Enoegzaam  aan  elk  bekend,  heeft jn  
 hét .Neederlandfcb i niet. alleen  deezeq  
 naara, maar pok dien van Palmboom, 
 hij  geheetén  B u xps   :  in  het  Hoog,  
 -   duyifch  F uchsz'baÜm':''m ’ t tranreh  
 U  YSJ :   en m  }   I ’ uliaanfih  Bossq*.  •  .•  " " 
 Hier  van  zijn  mij  in  haren  aart  bekend  geworden  
 « ro e *  onderfcheydëhè  foorten;  te weeten:  . 
 .  B u xu s   MAJ?R_,  o f   GR.OOTE  Bo.SCHBOOM. 
 m m   Kt z r ó   B osch-  
 B o s rü r   X'ÜS  f A;OR  AVREU5>  0 f   “ tOOVS 
 ' I B   runden; 
 I  doch genoegzaam  zichtbare  als. verhevene dwars-adert*  
 yens h maren oorfprong, neemende u yt de midddfte groo»  
 re,  voorzien  zijn,  en  vooraan't  eynd ftomp-fpitftbe-  
 gaan  XV.  Buxfis  a®»eus_  me é ius ,  o f   wicbEL- Middeib»-  
 bare  soort  van  B oschbodm  met  vergulde,  la n t - re  “ort  
 ■ xierptg-ronde Bladeren  ;  welke  foort van afrefteedene.  ysl,Borclii  
 en  op  zulk een tijd  als  hier na; gezegt zal worden  in de  ve°g” d“ 5t  
 aarde  geftokene. Takyms,   v o o r   Benige  weynige  jaren  Bladerafc  
 eerft van mV c u l t i v e e r t  en in ’t licht gebtagt S   hebbende  
 dezelve genomen,  en alzoo Mmmionnen,van de  
 Buxus  Am e u s   minor ,  .o f  de,  kley ié  aan  harè  fb ite e 
 eytden vergulde Bojihböom.  V .  B u x u s ' aureus  m7 -  
 NOR,  o f   fvn b ' klevne  B oschböqm,  met Bladeren;  
 telleen  aan b a r e   punten  verguld  (.waar van eeven  hier  
 boven  gefprdken is ).  V I .  Ruxu;s- m ino r:io lIo au-  
 |  i ïP _ S T R I « O s  O f KLEVNE B oschbodm  MET  i EHpO- Bdfc6-  '  "   
 G o ud-gestreeptE  B laderen  •  zijndei van  na- boom mee  
 turen,  op  de  wijze  der  Middelbare  vergulde  Bofch-  lcil°onc  
 doom,  langwèrpigerondachtig,'  én  niet m-obt - Golld’  -  
 ven alRe  anderp,  beziens-waardigvermits  hare goudl I Ö f   
 geele  ftreepen met alleen  dqor ’t geheele .Blad  vah.  ónder  
 tot  bpyen,Jopen,  maar  opk  ter  zijden  zich uyt-  
 breyden,  nu.'breed,  dan  fm a l f  dan'  weer'  kleynlge-  
 itieept,  ook  g ev kkt,  o f  ftipsi-wijzé  ;  waar onder zich  
 een  aardig  donker-groen  .  zeer  bevaUijk  vettoond,. 
 -VII.  Bu-xus  MIHÓiR  M ï RTI  fOLtlS  ,  o f   KLI.VNE  
 Boschbo.om  met  B l a d e r e n   v a n   M y r t u s ,  wellcö  
 die, van  éeMyrtus  Tarentim media,  o f  middeUlel foort  
 der Tarentijnfihe Mynue.,   zoo:  in gedaante als grootte  
 Zeer  gelijk  zijn  :  ;o:ok op dezelve.Wijze  voo f fpits  fo è .  
 gaan.  A l deeze  foorten  zijn van.eeven  dezelve  Quee-  
 :  ' 
 Zij. beminnen  een gemeene,  zandige,,  o f  ook kleyi-  totvddi'*  
 g e ;  goede,  en  flegte;  gemeftte,: o f  ook  ongemèlhe  een  
 p-ond:  een,opene,  vrye, .-luchtige,  liever.als-een don-  bcmin* 
 k«re  p-aats,  en  veel Water.,  Bloeyen vroeg-in  " cn‘ 
 ja a r ..  Als ze  oud werden, geeven ze  dikmaal  voikol  
 men  rijp. ^W ,,zw a r tv c rw ig , ..befloten  in. een  rond  
 iduysye,  onder, .voorzien, met  drie  poijent.,:  zoo -  daf  
 ;  het  zeer  aardig  eèn  Pot  gelijkt.  Deeze Gewalfeu  zijn  
 hard,van aart,  -zpo datze-,  buyten Baande,  alle' orige-  
 leegentheeden  .des  gantfehen.  Wimtrs  zonder  e en le  Wanne« 
 .  ichade  konneji uytftaan.  Gem.eenelijk  werden ze ieder menha«'  
 jaar eeM gefchoren, -als ze  in  de  Hoven aan de  Bedden  fi* rtI**  
 zijn  g e z e t,'  om  dezelve te vercieren met een  ahijd-du- m°C' ‘  
 rende grpenheyd.  Dit kan. op  ’t  alderbeile:gefchieden  '  
 in  ’t begin van May>  iper een ,waffende Maan, 
 Zij. worden  aangewonnen  op  deeze  twee  bijzonde- Aanwln/  
 re  Wijzen  : ,  ai„g  . 
 1   E rft>Aoof- Z a * d ;   't welk  in. N o v em b e r,  L e b r u n  door haat  
 rtus  or  Maert y  itraks  na  Jt  eei'fH' yuartiey der Maan  Zaad.  
 werd gezaayd opeen donkere  plaats,  befchermd  voo?  
 alle Qojte- en  kopde Ahorde-winden.  De opgekomene  
 Planten mag mepmet  voor  ’t  derde  o f  vierde jaar on-  
 meemen  o f  roeren,  , -   r 
 Ten anderen,  doopafgefneedens,  en  met  een  volle Doora%*.  
 Maan  van Htveptber o f  Maert  op een  fchaduwachtiee rncc^en°.  
 .plaats in de  aarde geftokene Takjem,  ten  minften  een M l k M   
 vinger lang ;  dikmaal j  al? het nqdig i s ,  moet  men ze  
 jnet  Water , begieten..  Indien  iemand  van  de vertui  
 de  foort  wil m  fteêken,  die  moet  daaf  toemeemen  
 ,de alderfcbqonfte.;,  anders zpudenze met'ér tijd  veran-  
 ,deren  ,  geUjik  de   ervarendjieyd  leerd.  Wanneer men  
 zulks  begind;  gewaar , te werden  moet  men de groene  
 Bladeren  wecf.-neemen  en  aJfcen  de  toudene  daar  aan  
 laten.  \  ,  ..  ,  ;  ,  A 
 Ten derden,  Ym men ook  een geheele Boom aan  zij- Noch  ten  
 ne Wortelgantich'of;half Jos maken,  en  hem  met al  an^erc  
 zijne  Takfen,.  tot boven aanzijn uyterfte punten  ,  in  W‘JZC‘  
 de aarde neer-buygen, zoo'vatten Ze in een, o f  ten lann-  
 ften  twee  jaren  ,  JVortelen;  welke  men  altijd  als men  
 begeerd ,  behalven  in  J u n iu s   ,  J u l iu s   en A u g u jlm 
 als hier  toe  onbequame Maanden,  weegens de grooté  
 hitte,  mag opneemen en verplanten ;  inzonderheyd in 
 wens  WWere*  b o v e n .ie   van  al. de  andere  de  groot.  
 •  lang verpigfte,  ook  van  binnen  met veele  kleynp 
 dc