A»tveran- Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden agt
derlijke veranderlijke foorten; namentlijk: foorten; y I0LA M a t r o n a l i s m a jo r f l o r e a l b o p l e n
o , ofgroote witte dubbele Damaftbloem, in’t Franfch geheeten B l a n c h r . MousoyE. II. M a jo r f lo r e
ALBO PLENO LINEIS PALLIDO RUBRIS VARIÊGATO, of groote dubbele witte Damaftbloem , inwendig verder
d met bleek^roode ftreepen. III. M in o r f l o r e a l b
o p l e n o , of kleyne , dubbele witte Damaftbloem.
IV. F l o r e p l b n o 'p o r p ü r e o , of met een dubbelepur-
Bladeren pUre Bloem. V. F l o r e a l b o ET PURPUREO v a - dcr wit en RIEGATO pleno, of met een dubbele wit-en purpur-
boatef Da- bonte Bloem, welker Bladeren gemeenelijk kleyner,
maft- fmaller, ook voor fpitzer zijn als die van al de andere;
b^oem. en inzonderheyd voorzien met breéde , bleek-geelé
plekken uyt den groenen, van geep onaangename aan-
fchouwing. VI. F lo r e a l bo s im p l i c i ,' ó f met een
witte enkele Bloem. VII. V io La M a t r o n a l i s f lo r
e s im p l i c i PURPUREO, of purpure enkele Damaftbloem.
VIII. V io l a M a t r o n a l i s f lo r e s im p l i c
i VARIÊGATO, of purpur en wit-bonte enkele Damaftbloem.
Alle zijn ze van eeven de zelve Bouwïng en
Waarneeming. Grond. Zij beminnen zoo wel een kleyige met Zand gebro-
kene aarde, als een goede van naturen zandige, en met
twee-jarige Paerdemift genoegzaam voorziene grond :
een luchtige, vrije , wel ter Zon geleegene plaats , en
tamelijk veel Water.
Soorten Geeven ieder Zomer fchoone, welriekende Bloemen;
mee enke- doch die met enkele alleénlijk volkomen rijp Zaad.
Ie Bloe- Können redelijk wel de koude en allerley andere onge-
leegentheeden der Winter uy titaan ; doch oud wordende
, konneh ze door veel Herfftreegenen lichtelijk
komen te verrotten. Blijven zelden langer dan vier ja-
ren in ’t leeven.
Hoedanig Vermits al de foorten met dubbele Bloemen geen
Zaad te voorfchijn brengen, zoo worden ze alleenlijk
op de volgende wijs aangewonnen en vermeenig-
vuldigdi men die Snij van deeze Planten al de Steelen af, een halve yin-
mèt dub- ggr boven de aarde, wanneer hare Bloemen ten naaften-
bele Bl°e- bij vergaan zijn ( indien ’t gefchieden kan met een afgaande
Maan) doch voor al niet eerder; want in zulk
een geval zou de geheele Plant lichtelijk gekrenkt kon-
’ nen worden ; vermits de Steelen, afgelheeden zijnde
terwijlze noch in hare volle kracht liaan, het natuurlijker
wijze na boven gedreeven wordende Zap^ ’t welk
haar en-al de Bloemen tot voedsel verftrekt, fchielijk
zou ontvloeien : waar door de geheele Plant krachteloos
worden , ja ook wel gantfchelijk \ leeven verliezen
zou. Doch als de Bloemen bijna vergaan zijn ,v
kan zulks zoo lichtelijk niet gebeuren, wijl dan het
drijvend Zap, volbragt hebbende het geen de Nattiur
vermits ze eyfchte , verminderd; en de Steelen verlatende,' zich
noyt Zaad weer na deW ortel begeeft: welke, hier door meer
geeven, voedzel genietende, op nieuws veele jonge Scheutjens
voortbteDgt: die al groeyende Wortelen maken. Deeze
• fnijd men met een wallende Maan in September van de
oude af met een Mes, of men breekt ze af. met de hand,
en men verplant ze in de voorgemeldde , doch varf-
fche aarde. Hier toe- isde Herfftde bequaamfte tijd
des geheelen jaars, en overtreft hier in zeer verre de
voortijd.
kan aan- Doch zoo deeze jonge Scheut jens noch niet Wortel winnen, genoeg gekreegen hadden, of dat ook de Plant zelfs,
o* daar weégens. ouderdom, gevaar .liep van te zullen vergaan,
ontrent zoo moet men de zelve geheel opneemen , en in zoo
veele deelen fnijden , als ze lijden mag-; zulker wijze ,
dat aan ieder deel iets van de Wortel blijve. Dus zul-
zenze nieuwe Wortelen bekomen ; noch voor de aankom
ft der Winter voorfchieten; naderhand veel fchoo-
ner en grooter Bloemen vóórtbrengen; ook met minder
gevaar, als de geene, die men in Aiaert opgenomen en
verzet heeft.
Daarenboven kan men ook de gemeldde afgefneede- te letten
ne Steelen, inftukken, ruym een vinger lang verdeeld ftaat.
zijnde, terftond een halve vinger lengte« in de aarde
fteeken , op een donkere en zandachtige plaats; en
in droog Weer dikmaal met Water begieten, zoo vatten
ze haaft Wortel, en groeyen voorfooedig voort.
Men ziet, dat al deeze Planten dikmaal, niet alleen Hoe men
in den Herfft , maar ook in ’t Voorjaar, zeer befcha-deeze
digd worden van kleyne groene Wormtjens, welke van Panten
zelfs'in de zelve gröeyen : ja zomtijds worden ze daar
van geheel opgegeeten. Om zulks te verhinderen, kan
men het volgendq middel gebruyken.
Zoek dl de Bladeren en Hertfcheuten deezer Planten kan bevrij-
voorzichtig en nauwkeurig door met een Houte-prikj|en V0Qr
kei; en dood al de Wormtjens of Rupsjens/ die gij ge-
waar kond worden. Neem dan Reegen water, daar oprechte
Americadnfche of Virgimaanfche Tabaks-blade-
ren vierentwintig uuren lang in te weyk geleegen hebben.
Begiet uwe Planten daar mee, driemaal op een
heldere droogedag, *s morgens, ’smiddagsen’savonds.
Vervolg d it, t’elkens om den derden of vierden dag,
tot vijf of zes verfcheydene malen toe , zoo zal al dit
ongedierte fterven, en niet lichtelijk weer daar. in groeyen,
vermits ze dit krachtig vocht op geenerley wijze
konnén verdragen. Ook zullen de Planten zelfs dies
te weelderiger groeyen, en weer frifch worden, fchoon-
zé ook tot op de Wortel toé waren afgebeeten geweeft:
Want dit naris van een voedenden aart, en verfterktde
Planten niet weynig.
Eeven dit zelve kan men ook verrichten door *tPoe- groene
der of Stof van de gemeldde Tabaks alleen; op deeze Wormt-
manier: zuyver eerft, op de hier boven verhaalde wij- -!5ns en
ze, de Planten Van de fchadelijke Wormtjens en,Rup-
z>en. Stroy dan ’t gemeldde Stof in en over de Bladeren
heenen óp een drooge dag; eerft tweemaal ter week;
daar na maar eens, tot den twintigften van November,
indiett ’t Weer zulks toelaat. Hier van fterven niet alleen
dê groene Wormtjens, maar ook alle Slekfen^ Aardwormen
, en ander fchadelijk ongediert, *t welk zich
onder deeze Gewajfen verfchuyld, en de zelve hinderlijk
is.
De V io l a M a t r o n a l i s f l o r e s im p l i c i albo witte, ;
ET PURPUREO s im p l i c i , of witte enkele, en pur- PJJPjj* j
pure enkele Damaftbloem, krijgen ieder jaar tèegens de
Winter een volkomen rijp Zaad; ’t welk met een waf- bloem,
fende Maan van. Aiaert niet diep de aarde moet aanbevolen
zijn. Anders komen deeze foorten ook Wel van
zelfs genoeg op, door hét neergevallene. Hier door
konnen ze alleenlijk aangewonnen en vermeenigvuldigd
woWrdeiln .iemand uyt het Zaad van enkele Bloemen dub- Hoedanig
hele bekomen, die zaye ’t zelve in de Maand van Zpril Ijgjtë
met een volle Maan in een goede zandige aarde, op een
opene luchtige plaats, en lette op de jonge Planten,
welke hiér van te voorfchijn komen , als ze teegens den
Herfft kleyne Bladert jens beginnen te krijgen, waar uyt
in de volgende Zomer Steelenen Bloemen zouden fpruy-
ten. Deeze, moet men zeer behendig meteenPenne-
mes, zonder de lage Steel van de voornaamfte Hert-
fcheut te befchadigen , wechneemen; zoo dat geen andere
dan uyt hetbirinenfte He rt, kan voor den
dag fchieten. Doch iridien ze eenige Zijde-takjens
quam te maken, gelijk zomtijds wel gebeurd, zoo
moet men die al mee wèch doen, op dat niet meer als
de een eenige, alleen regt-opgaande Steel met hare Bloem
kome te blijven. .
Win hier van het Zaad met een yolle Maan. Zaay
het daar na , . en neem het waar op de boven verhaalde ^
wijze,.zoo kond gij, op ’t derde ofvierde volgende jaar, men,
hier van bekomen zeer heerlijke, fchoone dubbele Bloemen
: doch deeze zullen dan geen Zaad meer geeven, or
ze fohoon uyt Zaad aangewonnen zijn. Indien men ze
met een volle Maan t’elkens verz,eti zoo zullen zeJiiér
door verbeeterd, en gantfchlijk niet verminderdworden. KRACH*