fcheyden in zommige uytfleekende , o f verheevene
Beden , o f Schubben, op de wijze van een gedroogde
Cypres-noot. In het eeten vallenze niet onlieflijk van
fmaak; doch zijn te zamentrekkende van aart, en niet
zeer aangenaam voor de Mond : waarom ze ook weynig.
begeerd o f genuttigd worden.
Aanwin- Deeze Plant word aangewonnen en vermeenigvuldigd
ning. door hare jonge Scheuten, welke voortkomen tuffchen
de Bladeren> zittende bij de aaide.
K R A C H T E N .
fchaduwachtige, als een opene plaats; en begeerd veel
Water. Blijft eenige jaren in ’t leeven.
Kan,felle koude, en allerley andere ongeleegenthee-Hardhe d
den der Winter uytflaan. Geeft ook ieder jaar volkomen
rijp Z a a d : het welk met een wallende Maan
van Maert o f April de aarde , niet diep , moet aanbevolen
zijn. Doch niet alleen hier door worden ze aan- Aanwin. •
gewonnen, maar ook door hare aangewalFene jonge JVor- ning-
telen, welke men , op de genoemde tijd, van de oude
afneemt, en verplant.
K R A C H T E N .
Chr. a T — \ E welriekende Vrucht der tamme Ananas is
Cofialib. I Vwarm en vocht van aart. Word niet alleen
Jirom.cap. Zuyker ingelegt, o f geconfijt, maar o o k ,
geheel rijp zijnde, uyt de hand gegeeten; doch matig;
zou anders meer quaad dan goed doen. Want door
de veelvoudige vochtigheyd zouden ze de Maag te zeer
verkouden; waar uyt dan naderhand groote hitte en
Koorts ontftaat. O ok zou het Zap -, als van een fchar-
pe en bijtende natuur, door het al te veel gebruyk de
Tong befchadigen, en de Keelverhitten. Derhalven
men zich hier ontrent voor overdaad moet wachten.
c ixutan- Deeze/^«c^rafgefcheld zijnde, word overlangs door-
hift. Plant, gefneeden; dan met Spaanfche- o f andere Wijn over-
fol. 26. goten. Dus een weynig tijds geftaan hebbende, tot
dat ze ten naftenbij hare fcharpheyd heeft verloren, is ze,
gegeeten zijnde, ligt te verteeren , en voor de Maag
zeer aangenaam.
Het Zap daar uytgeparft, o f , ’ t welk veel beeter is,
door de kracht des vuurs uyt de rijpe Vrucht gedreven, J
en dan matig gedronken, verfterkt het Hert; vèrquikt j
het Gemoed: brengt een qualijk-gefielde Maag weer
te regt. Is goed voor de pijn der Nieren, de fmer-
ten der Blaas, het Graveel; en teegens Vergif. Verdrijft
de koude P i s , en doed zonder fnoeyelijkheyd
GuiLPifo genoegzaam Waterloden. Doch de geene, welke zich
l. 4* Simp• van Koortx.cn aangetaft bevinden; o f eenige Gezwellen
BrafU.c.^6. 0£Tonden hebben, moeten zich van het nuttigen dee-
zer - Vruchten wachten.
Aanmerk- .Noch rauw.o f onrijp zijnde, mogen ze geenszins
lijkheyd gegeeten worden; want dan zijn ze zeer fchadelijk ; ja
zoodanig, dat men daar door zoo lichtelijk als door vervluchten.
g i f ’t leeven zou konnen verliezen. Deeze quaadaardig-
heyd kan men gemakkelijk uyt het Zap bemerken: het
welk van zulk een doorbijtende natuur is, dat, als men
een M e s , waar mee deeze Vrucht ,is doorgefheeden ,
een nagt over laat leggen, zonder het afgevaagt te hebben,
het zelve ’s anderen daags zal gezien worden inge-
vreeten.te zijn.
Artzényen Zes o f agt oneen van het uytgeparflteZi^ der Vruch-
van de fëh en Steden van de wilde Ananas ’s morgens nuchte-
wlldc- A' ren met Zuyker ingenomen , is zeer goed voor de
. ’ Koorts. Defgelijks teegens het zwellen der jNieren, en
de brand der zelve. O o k voor.de hitzigheyd der Lee-
v e r , der: Blaas, Van de Maag , van de Manlijk?
heyd, en meer andere aangeflokene Deelen des Lig-
chaams.
C L X H O O F D S T U K .
C I R C M A
van ‘P A R Y S.
Us in het Neederlandfch ; en in het
Namen. BatijnCiKCMA l u t e t i a n a genoemd.
Mijns weetens met geenen anderen naam
Grond Zij heeft liever een goede, gemeene
9 zandige , en wel-gemeflte , als
geen gemeflte grond. Bemind meer een donkere o f
C L X Ï H O O F D S T U K .
MAAGDEPALM.
Ord dus genoemd in ’t Neederlandfch: Verfcliey-
in het Latijn C l e m a t is D aphnoi- denaranH
des , ;o f ook V in c a P e r v in c a : in
het Hoogduytfch I n g r u n : in het
Franfch L ys s ero n ; en in het ïta-
liaanfch V i n c a , P r o v in c a , Pêr-
VIN'CA, o f o o k C l EMATIDE DAFNOIDE.
Hier van zijn mij in haren aart bekend gewórden verfchey-J
eenige fchoone en beziens-waardige foorten; nament-denefoorlijk
:
. I. C l e m a t is D a p h n o id e s m a jo r f lo r e cce-
RU LEO, o f groote Maagdepalm met een blauwe Bloem.
II. C l e m a t is D a ph n o id e s m in o r f l o r e albo ,
o f kjeyne Maagdepalm mei een witte "Bloem. I IU F lo-
r e p u r p u r e o , o f met een purpure Bloem. IV . F lor
e p u r p u r e o INTER d u m p l e n o , o f met een purpure
Bloem ; dikmaal dubbel komende. V . Folio van welke
ARGENTEO, ET FLORE ALBO AC CCeRULEO VARÏE-
g a t o , o f met wit-geplektegelijk^als Zilver e Bladeren, en aan ge. ,
een wit en blauwgefireeptebonte Bloem. V I . C lematis weeien j
m in o r D a ph n o id e s fo l io a u r e o , a c f lo re va-worden.
r ie g a t o , o f ]kjeyne Maagdepalm met een bonte Bloem,
en geele als Goud geplekte Bladeren. V I I . V inca
P e r v in c a fo l io a u r e o e t f l o r e to to albo ,
o f kleyne Maagdepalm met Goud-geplekje Bladeren,
en een geheel witte Bloem t welker Bladeren uyt ey§£-
ner aart wat kleyner en niet zoo rond vallen als die yan
de wit-bonte ; echter de andere in gedaante en flelling
gelijk-vormig. Al- te zamen zijn ze van eeven de zelve
Bouwing en Waarneeming. • -'-.T ’ groöi
Zij beminnen meer een goede, gemeene, zandige»
als een andere, doch ook wel-gemeflte grond. Hebben
zoo lie f een opene, luchtige, als een donkere o
fchaduwachtige plaats; en willen veel Water. Blijven
lange jaren in het leeven, en verdragen alle ongeleegent-
heeden des tijds. "... . :• V- 1. niocy-tij^
Bloeyen ieder jaar in de Voorzomer, behalven aUeence-
met witte o f Zilver-bonte Bladeren ; welke in deeze ne foorf
Landen zelden o f noyt Bloemen geeft, gelijk ee^ ’0^e 111
twaalfjarige ervarentheyd met zeekere gewisheyd nee
geleerd; vermits ik in dien gantfehen tijd aan deeze
foort niet meer als een eenige Bloem heb gezien m iet
jaar 16 73. Alhoewel ook de andere foorten bloeyen,
zoo geevenze echter in deeze Geweflen noyt e en ig-^ ^
f , 1
49 7
Worden echter overvloedig genoeg aangewonnen door
hare voortlopende , en van zelfs Wortel vattende jonge
Scheutjens i die mem door de geheele Zomer met een
waffende Maan kan affleeken ; en , verplant zijnde,
een weynig met Water moet begieten. Zie hier bij
na het Hoofdfluk van de B l o e m des L y d e n s .
K RÄC HT E N.
M Aagdepalm, o f Clematis Daphnoides, is warm
in den eerflen , en droog in den tweeden
graad.
In Wijn gezoden, en daar van ’s morgens een Roemertje
gedronken, doed de Bloedgang ophouden t flopt
h allerley Buykjoop ; ook de Witte en roode Vloeden der
Vrouwen: verzacht de fmerten der Moeder 1 de Tandpijn
; en is zeer goed teegens het Bloedfpouwen : def-
k- gelijks voor de beeteft en fleeken der giftige Dieren.
Verfterkt ook alle inwendige Deelen. Bfelet de M iß
p. vallen der zwangere'Vrouwen : verdrijft het Colijkj de
Buykptj» en Darmkrimping| neemt wech de brand van
biJ- ö1 de Maag.
wf'™ ' Het uytgeparftte Zap in de Neusgaten gedaan ; ook
j 130. de Bladeren op het Hoofd g ele gt, doed het Bloeden
uyt de Neus ophouden , en verdrijft de pijn der
Ooren*
Het zelve Zap met Wijn ingenomen, o f de Wijn,
daar dit Kruyd in gezoden is, gedronken, doed gemakkelijk
Water lojfen, en geneéfl wonderlijk alle Wonden,
Pifielen, opene-, o f loop ende Gaten; te weeten : vier
handen vol in twee kannen, o f acht ponden W ijn , o f
Bier; tot zes ponden gekookt, en daar van *$ morgens
een Roemertje gedronken. Is daarenboven goed voor
het zwellen der Nieren, en anderer inwendige Deelen.
•
de Het Poeder der gedroogde Bladeren met warm Wa-
Mtl.Hcrb. ter ingenomen, doed purgeeren, volgens het berigt van
I l7» Ap u l e ju s .
min. Lu. Een Drachma, o fL e ep e lv o l van het zelve Poeder
i 27- met koud Water gèb ruykt, is goed voor de Waterzuchtige
, volgens het gétüygfenis van P l i n i u s ; Want
het drijft terflond het Water geweldig af.
DitKruyd gedaan in troubele-of onklare Wijn, doed
de zelve in weynige dagen weer klaar worden.
C LX I I H O O F D S T U K.
LEE PEL BLAD.
J, U s in ’t Neederlandfch, ook van zom-
I mige L e e p e l k r u y d genoemd: in ’t
1 Latijn en Jtaliaanfch C o c h l e a r ia :
1 in#: Hoogduytfch L e f f e l k r a u t ; in ’t
1 Franfch H e r b e a u x C u i l l i e r s .
Hier van zijn mij in haren aart bekend
drie bijzondere foorten; als:
L C o c h l e a r ia r o t u n d i f o l i a , o f Leepelblad
rnet gantfeh ronde Bladeren. I I. C o c h l e a r ia fo-
Liis in c is is , o f Leepelblad met ingefneedene Bladeren.
III. C o c h l e a r i a m in o r M a r in a , o f kleyn Zee-
leepelblad; ’t welk ik in ’t jaar 1672. ontrent ZJfquart
m Groeningerland buytens dijks, digt bij de Zee groe-
yende gezien heb. Is veel kleyner van Bladeren als de
twee eerfte foorten; doch de zelve zijn meerder in ge-
tal, leggende zich geheel in het ronde, digt en aardig
boven malkander gevoegd. De onderfte zijn de
langfte en grootfte; de bovenfle, o f inwendigfle naaft
aan het Hert, de kortfle van Steden, en kleynfte. Zijn
met geheel rond, maar aan de randen een weynig hoe-
ook niet zoo dik, als de voorgaande van fubftantie.
c Bloemen echter zijn van aart als de andere, doch
Wer?00 > 00^ netter, en van een bevallijker
ianfehouwing. Leggende meenigvuldig met,hare teèdere
Steeltjens vlak op de aarde in ’t ronde : aan welke
zeer kleyne Knopjens voortkomen ; waar in een kleyn
Zaadje word gevonden, niet wel zoo bruyn als dat Zaad»
van de andere. Al deeze foorten zijn van eeven de zelve
Bouwing en Waarneeming.
Zij beminnen een gemeene, goede , zandige , en Grond,
ook geen zandige, maar, uyt eygener aart, een wel- l)laats‘
gemeflte grond. Hebben liever een fchaduwachtige ,
als een opene, luchtige plaats; ook veel Water. Blij*
ven niet meer dan twee Zomers in het leeven. Verdragen
allerley ongeleegentheeden des tijds. Bloeyen in 't
tweede jaar ; geeven volkomen Z a a d , en verflerven
daar mee. Moeten derhalven met een waffende Maan Aanwin-*
van Maert, Aprils o f (om vroeg in de May te mo- n*n£’
gen gebruyken ) in Augufius , op nieuws in dé^aarde ,
niét diep, gezayd z ijn : waar door ze ook alleenlijk ver*
meer der d konnen worden.
K R A C H T E N .
L Eepelblad, o f Cochlearia, is warm in den eerflen. Bod. In
én,droog in den tweeden graad. Addit. Ubi
De Bladeren in een Salade gegeeten, o f der ‘r
zei ver uytgeparftte Zap met Wijn gèbruykt', o f het f 0l. 3Ó2."
Kruyd in Wijn gezoden , en ieder morgen nuchteren stapelius
een Roemertje daar van gedronken , is zeer goed voor
de Scheurbuykj, o f Blauwfchuyt: voor de gezwollen-
o f verfloptheyd van de Milt. Zuyverd het "Bloed :
en geneefl allerley vuyle Zweeringen des Monds , daar
mee gewaflehen o f gefpoeld zijnde.
Het F x tra ll, uyt deeze Plant getrokken, heeft eeven
het zelve vermogen.
C LX I I I H O O F D S T U K .
B A S I L I C OM.
An een aangename en zeer lieffelijke Namen»
reuk , word , mijns weetens,, in het
Neederlandfch met geenen anderen als
deezen naam beteekend. In ’t Latijn
B a s i l ic u m , o f O c y m u m : in het
Hoogduytfch B a s il ig e n : in ’t Franfch
B a s i l i c : in het Italiaanfch B a s il ic o .
Hier van zijn mij in haren aart bekend agt onder- Agt on-
fcheydene foorten; te weeten: §8 ' x dene^ **
I. B a s i l ic u m m a x im u m , o f aldergrootfteBafili- teni
com. I I. P u r p u r a s c e n s , o f purpure Bajilicum.
III. M a ju s v ü l g a r e , o f gemeene groote Bajilicum.
IV . M a ju s fo l i is in c is is , o f gróót e Bajilic om mét
ingefneedene Bladeren. V» M a g n u m c i t r o n a t u m ,
o f groote Bajilicum , riekende als Citroen. V I . M i n
u s c i t r o n a t u m , o f kjeyne Bajilicom, met een zeer
verejuikfende Citroen reuk. ■ V I I . I n o d o r u m , o f Bajilicom
zonder reuk. V I I I . O c y m u m m in u s G a r io -»
PHYLLATUM, o f kjeyne Bajilicom, met een aangename
Nagel-reuk- A l te zamen zijn ze van de zelve Bouwing
en W aarneeming*
Zij beminnen een goede, gemeene, zandige, holle Watvoof
aarde , met een- o f twee-jarige Paardemift, en ’t Mol
van verrotte Boom-bladeren matig doormeftgt: een nen.
vrije, wel-geleegene plaats, en weynig vochtigheydi
Zijn - zeer teeder van aart , en willen' groote hitte.
Bloeyen lang: geeven in deeze koude Landen noyt
eenig volkomen rijp Zaadi ten zij bij een goede onge-»
meen-warme Zomer. Blijven ook niet langer dan een
jaar in *t leeven: vermits ze niet alleen door een kleyne
Rijp, maar ook door koude o f veel Reegen verderven
en fchielijk verflerven.
Moeten derhalven met een waffende Maan van Aanwin-
April o f May. weer op nieuws in Potten lu ch tig , uing.
en niet diep gezayd , ook op een gantfeh warme plaats
gezet zijn.. Dus gehandeld , geeft het B a s i l ic u m
I i m in u s