
 
        
         
		7 4 j   B e s c h r y v in g   d e r   K r u y d e n  , B o l l e n   e n   B l o e m e n  ,  III B o e k   ,   74«? 
 Twee  bijzondere  
 foor een. 
 Grond. 
 Tetfder-  
 lieyd,  ei 
 C C C X X V I   h o o f d s t u k . DUL- of DOLAPPEL. 
 ' Us  in  het  Ffeederlandfch  genoemd ,  
 [word  in  het  Latijn  geheeten  M a lum  
 insanum  :  in het  Hoogdujtfih  
 )Melantz»n  ,  o f  Doll-apfbl:  in  
 (het  Franfch  V erangenes,  ofPoM-  
 Smes  d’amoxjr  ;  en  in  ‘t  Italiaanfch 
 MeLANZANE, of OokPÊTRANClANE. 
 Hier  van  zijn  mij  in  haren  aart  bekend  geworden  
 twee  veranderlijke  foorten J  als t 
 E  MaLUM  INSANUM  POLIO  SPINOSO,  of Dolappcl  
 met  doornige  Bladeren.  I I.  Malum  insanum  folio  
 non  SPINOSO,  o {  DoUppel met geen doornige Bladeren. 
   Beyde  zijn ze  van  de zelve  Bouwing en Waar-  
 neeming. 
 Zij beminnen een  goede zandige aarde,  met genoegzame  
 twee-jarige  Paerdemift,  het  Mo l  van  verrotte  
 Boombladeren,  en  een-jarige  Hoenderdrek  door malkander  
 gemengt:  eenopene,  warme,  wel ter Zon  ge-  
 leegene plaats, bevrijd voor alle koude O ofte- en Noorde-  
 winden.  Zijn van naturen  teeder,  en konnen  niet langer  
 als  eene Zomer in  ’t leeven  blijven.  Worden der-  
 halven met een wallende Maan van Afaert o f  Z p r ilniet  
 boven  een ftroobreed  diep  in  een  Pot gezayd,  en  dikmaal  
 begoten met Reegenwater,  in de warmte der Zon  
 lauwgemaakt;  ook gedurig vochtig gehouden door een  
 druypend  lapje,  met ’ t eene eynd u y t  een Pot vol  van  
 het gemeldde Water hangende,  en  in deeze Pot  druppelende. 
   Inofteegens denHerjft moet men ze voorzichtig  
 wachten  voor koude Reegenen  en ft er kg IVinden,  vermitsze  
 daar door zeer gekrenkt worden. 
 In  eene Pot mag niet  meer  als . eene  Plant  ftaan,  o f  
 ten  hoogften  twee,  na de geleegentheyd  harer grootte,  
 ontrent in ’t midden;  en  daar in moet men ze ongerept  
 Blöemen.  laten.  Dus  geeven ze  in  deeze koude  Landen niet, al-  
 Vruduen.  leen .Bloemen ^  maar o o k ,  bij  zeer heete  en drooge  Zomers  
 ,  groote  en  volkomene  Vruchten;  anders  nóyt.  
 "Waar na zij  verfterven,  o f  door een kleyne Rijp van  t  
 leeven  worden  beroofd.  Moeten  derhalvcfl  in  elk  
 Voorjaar,  op  de  gemeldde  tijd  en  plaats,  door Zaad  
 weer  óp  nieuws  aangewonnen  en  vermeenig'"“ u ‘~'1  
 worden. 
 K R A C H T E N . 
 DOlappel,  o f  Malum infanum,  is koud en vochtig  
 van  aart:  ondienftig om gegeeten |   o f  in  de 
 w___  Geneeskonft1 gebrüykt  te  worden.  Want  zij 
 T>oJ.  1. 14«  valt  zwaar  te  verteeren,  en  heeft  eenige  quaadaardig-  
 e'* l%  heyd  bij  zich.  Geeft  daarenboven  aan  ’t  Ligchaam  
 weynig voedzel;  verwekt veele vochten; verftoptheyd  
 der inwendige  deelen,  Hoofdpijn 5  xjwaarmoedigheyd,  
 en  ook dikmaal Koortsen, 
 Zaying. 
 C C C X X V I I   H O O F D S T U K . GOÜDENAPPEL 
 UM  de  fchoonheyd  en  vermaaklijk-  
 t heyd  harer  verwe in  ’t Ncederlandfch  
 £ dus,  en  ook Wel A ppel  eer  Lief-  
 j  de  genoemd.  In  andere  talen  heeft  
 J 2e  namen  van  de  zelve  beteekening':  
 ?  want  in  het  Latijn  word ze geheeten  
 roMura  M ü n ,   o f  A urea  Mala :  in  het Hoog-  
 duytfch G oltapffel  :  in  het  Franfch  Pommes  d'o-  
 rees ,  o f  Pommes d’amour  ï  in ’t Italiaanfch  Pomo  
 d’oro,  o f  Pomi  d’amore. 
 Pomum  Am 
 Hier  van  zijn  mij  in  haren aart bekend vier bijzon-  vier bij.  
 dere  foorten;  namentlijk  :  ..zonderc 
 X.  Pomum  A morIs  rubrum  ma Jus  ,  o f   grooteloortcu-  
 Appel der Liefde.  I I. R ubrum minus ,  o f  kleyne roode  
 Goudcnappel.  III.  Fructu ■  lutbo  majore  ,  o f  
 groote Goudcnappel met een geelt Vrucht.  IV .  Pomum  
 A möris fructu luteo  minore,  b f  Appel der Liefde  
 met  een kleyne Vrucht.  Alle zijn Ze van eeven de zelve  
 Bouwing  en Waarneeming. 
 Zij  beminnen  een  goede,  gemeene >  Zandige,  o f  Grond,  
 andere luchtige,  doch met veel twee-jarige Paerdemift  
 doormengde  grond  i  een  opene,  luchtige,  warme,  
 v rije ,-wel  ter  Zon geleegene  plaats,  en  veel  Water,  
 wanneerze beginnen  groot  te worden.  Blijven  niet  !an- Vruchten  
 gerdan eeaeZomeritVt leeven.  Geeventeegensde Winter  
 volkomene rijpe Vruchten,  en worden dan  door een  
 kleyne Vorjl van, ’t leeven  beroofd. 
 Worden derhalven ieder  Voorjaar,  met  een  waffen-Aanwi».  
 d e,  o f  aangaande  Maan  van Apr il,  weer  op nieuws, " “ S-  
 niet  diep,  gezayd  ;  en  hier  door  kan  men ze  eeuwigdurend  
 maken.  Zoo  gantfeh  weelderig  groeyen ze  
 in  hare  Steden en Bladeren,  dat  men  een  o f   tweemaal  
 de  voornaamfte Scheutin  der  zelve moet afinijden,  in-  
 zonderheyd  als  de  Vrucht  zich  gezet  heeft.  Want  
 hier  door  bekomt ze  diés  te  meer  Lucht  en  Z o n ;  
 derhalven  ook  dies  te  vroeger  en  beeter  hare  rijp-  
 heyd. 
 K R A C H T E N . 
 GOitdenappel ,   o f  Pomum  Ardotis,  is  Zeer  ver- IW./. I+  
 koelende  en  verdrogende  Van  aart;  öok  ónbe-'-S“'  
 quaam om gegeeten  te  worden;  want  zjj  geeft  
 aan ’t Ligchaam-een ongezónd  en waterig voedzel. 
 Het  Zap  ,  uyt  de  Bladeren  geparft,  en  de  O ogen.  
 daar  mëê  gebet,  ftild  het  loopen,  en  de  brand  der ■  
 zelve  "  .  .  ■  ,  ■  ■ - 
 De  Vrachten  o f Appelen  zelfs  in  O ly  gekookt,  en  
 eenige dagen  in de  Zón gefield,  daar na gepulverifeert,  
 ën  gëlegt op de Kramvaeie,  o f  Schurftheyd,  ook op  t  
 Sprenkfvuur,  verdrijft  oeeZe qualen. 
 C C C X X V I I I   H O O F D S T U K . NAGTSCHADE. 
 Ord  in  ’t  Nèederlandfch,  mijns  wee- Name»,  
 tens, met geenen  anderen naam alsdee-  
 zen  genoemd;  behalven dat zommige  
 zeggen  N a schade,  en  Naschaje* 
 In  het  Latijn  Solanum  ,  o f   Sola-  
 t r ü m :  in  het  Hoogduytfch  N achtsch 
 a d e :  in  ’ t. Franfch .M qrelle  :  in ’t Italiaanfch  
 S o tA T R O ,  en óók M o rella.  v  .  - 
 Hier  van'  zijn  mij  in  haren  aart  veele  veranderlijke  v « !.^   
 foorten bekend;  namentlijk:  .  -  foorten*. 
 I .  Solanum  hortense  officinarum  ,  o f  Hof-  
 Nagtfchade ,  in  der  Zpotheekeren  wwkglen gebruyke-  
 lijk.  I I .  V esicarium  ,  o f  Nagtfchade  met  Zaad-  
 hlaasjens;  ook genoemd A lkekengi,  o f  Jodenrkerjfe. 
 III.  V esicarium  IndiCu m ,.  of Indiaanfche  Nagtm  
 Jchade  met  Zaadblaasjens.  I V .   V esicarium  ni-  
 grum ,  of zwarte  Nagtfchade ,  qok  wet  'Blaasjens J  
 welke  van  veele  word genoemd  Pisum  cordatum >  
 dat  is ,   een  Hert-gelijkende  Erweete.   V .   S p i n  osu ra  
 Jndicum  ,  of Indiaanfche  Nagtfchade  met  Doornen• 
 V I .  SoMNiFERUM  ,  o f  jlaapverwekhgnde Nagtfthade. 
 V I I .  LETHALE  ,  o f   SOMNIFERUM  MAJUS  ,  gTOOtC  .  
 ftaapverwek^ende,  o f  doodlijke Nagtfchade.  V I I I .  P°~  jngL ^  
 MiFERUM  ,  o f  u4ppeldragende  Nagtfchade.  IX.  Po- taiv/orJ{J  
 MiFERUM  ^Et h io p i c u m   s p in o s u m ,  o f  doornige Zp- VO^g^  
 peldragende  Nagtfchade  uyt  Alooronland.  X.  PonH“  ia  
 FERUM  iE THIOP ICUM  NON  SPINOSUM  ,   o f   Z p p f - 
 ara