
 
        
         
		l8p  V aAREN.  B oOMVAAREN.  G rACHTYAAREN.  SteENVAAREN.  20Q 
 K R A C H   T E N. 
 4  L  de Soorten  van Vaarn,  o f  FU ix ,  verfchillen  
 j cap. i8ó.  weynig o f  niet  in  hare  krachten,  ’t Zap  ,  zoo  
 IDiöfc- 1-4-  x   -^-uyt de Bladeren  als u yt de Wortelen, met Roo-  r '107*  ze water,  om  harer droogte w il,  geparft,  is  zeer goed 
 voor gebrandheyd,  daar  op  geftreeken.  Droogt ook  
 zeer krachtig op  allerley vuyle Gezwellen.  De  reuk der  
 gebrand werdende Bladeren  verjaagd de Slangen en A d deren: 
 i Dolon. bh  Dezelve groene  Bladeren  in  *t Bedftroo gelegt,  ver-  
 Wf.cap'i'  drijven  de  Wandluyzen.  Tuflehen  de  Kleederen  gedaan, 
   doen  de Motten derven,  o f  verhuyzen.  Inwen-  
 dig gebmykt,  zijn ze de Maag onaangenaam. 
 \ Galm. 7<£.  Drie  o f  vlet Drachmen  van  ’t  Boeder  der Wortelen  
 Lff^.8.  met Honig  o f  Zyroop  vermengd |   o f   ook met Wijn  
 ingenomen,  veroorzaakt  de Wormen de d ood :  doch  is  
 zeer  fchadelijk  voor ’t Vrouwelijk geflacht;  want het  
 verwekt  in  haar  niet  alleen  onvruchtbaarheyd  ,  maar  
 doet ook de  zwangere Vrouwen een Misval krijgen;  de  
 Vrucht te gelijk doodende  en uytdrijvende. 
 X V I   H O O F D S T U K 
 BOOMVAAREN. 
 Wanneer ze een  tijd lang geftaan  hebben, werden ze  lig-  
 telijk  boven  uyt  den  bruyneh  rosachtig;  behouden  
 echter  onder  hare  groenheyd.  Zoo  wel in  ’t midden  
 regt  u y t ,  als  ter  zijden  vjin  ieder  afdeelzel,  zijn  ze  
 voorzien  met  een  groote.uytwendige  zigtbare  A d e r ;  
 waar u y f  ontelbare zeer kleyne,teedere  en  digt bij  malkander  
 gevoegde  andere ,  een  weynig  bruyn-verwige  
 adert jens,  garitfclilijk  aan  de  zijden  uytlopende  ,  en  
 haar geenzins  zoo  zeer uytwendig,  maar als  in  de Huyd  
 v&n  de Bladeren  blijvende,  aardig voortkomen. 
 De  Bladeren  van  dit  Virginiaanfth Boomvaarn  zijn  Verwon-  
 van  een verwonderens-waardige  eygenfehap.  Want  in-  derlijke  
 dien  iemand  eene  der  zelve  tuffehen  twee  vingeren  
 drukt,  zoo zal hij  ’sanderen  daags  de plaats,  zoo  verre  Bladeren/  
 als de  vingeren  dezelve  hebben  aangeraakt,  verwelkt  
 en  gantfeh  dor. vinden.  .Derhalven  deeze  Plant  niet  
 onbillijk de naam van Polypodium fenfibile,  o fgevoelige  
 Boomvaarn is gegeevën.  Ja,  indien  men met  de  handen  
 een geheelblad  te  zamen druk t,  zoo zal  ’t op den  
 tweeden volenden  dag  zonder leeven en groenheyd zijn. 
 Doet men  ’t aan  al de Bladeren  ,  zoo  zullen ze ook alle  
 vérfterven.  Doch de Wortel  zal weer  nieuwe  uytgee-  
 ven  ,  al  deed  men  dit  drie  o f  meermaal  in  eene  Zomer  
 ;  Maar al de  dor  gewordëne Bladeren  moet  men  
 tot  aan  de  aarde  t’elkens  eerft  zuyver  affnijden.  De  
 nieuwe uytfchieting verneemt men weynige dagen  na de  
 affnijding. 
 Verfchcy-  B o o m v a a r n ,  werd deeze Plant in 
 de namen.  Neederlandfch genoemd  vermits ze 
 W   zeer veel groeyd  op E y k e n -  en andere  
 ^ OOMEN  ’  derhalven ze  om  te ge-  
 bruyken  voor  de  befte  werd  geho.u-  
 den  :  maar dan noch heeft ze de naam  
 van V e e l vo e t   bekomen.  In  ’t Latijn geheeten Po-  
 l,yé>odium  :  'in  ’t Hoogduytfch E n g e l su s z ,  B aum -  
 farn ,  en D r o p fw u r t z  :  in ’tFranfch Po l y po d e ; 
 .  en in  ’t  Italiaanfch Po lipodto. 
 ■ Drie on-  Hier van zijn mij. in haren  aait bekend geworden drie 
 M   oriderfcheydene foorten;  namentlij'k.: 
 ■ tCQi  I.  Polypodium  majus,  ofgroot Veelvoet, anders  
 Boomvaarn.  I I.  Polypodium  m in o s ,  o f   kleyn 
 -  Boomvaarn.  III.  P o l y p o d iu m   V i r g i n i a n u m   , 
 -  Jivè  sên.s ib i l e ;  Boomvaarn  uyt Virginien:  gevoellijke  
 Boomvaarn,  o f  Veelvoet.  A l  te  zamen  zijn ze wel  
 van de zelve Bomving varWaarneeming,  doch  in  haren  
 aart  verfchillende. 
 ■ Watvoor  Zij  beminnen  een Zandige, gemeene grond,  met een 
 ■ zi/begee-  weyn'S  twee_jai% e  Paerdemift  door-mengd  :  een  maliën. 
   s '  tig-warme  opene,  vrije ,  en  luchtige  zoo wel als een  
 donkere  fchaduwachtige plaats,  en  veele vochtigheyd*  
 Konnen .fterke Winden  ,  de koude der Winter „  en  al-  
 ■   lerley andere ohgeleegentheeden  des geheelenjaars uyt-  
 ■ ^nnw*n’  ftsan.  No yt heeft men  haar  bloeyende gezien ,  o f  dat  
 |  Ze eenig Zaad hebben ‘gegeeven.  Konnen echter aangewonnen  
 en  vermeènïgvuldigd werden  door  hare  aan-  
 gegroeyde  Wortelen;  welke  men  met  een  ;wafTende  
 Maan van April mag afneemen  én verplanten.  
 iBefchrij-  Het  Polypodium  V lR G IN  IANUM  ,  o f  Virgi-  
 |hetpl/a  ntaar,f c^e  boomvaarn  is veel korter als de  andere  foor-  
 ten’  doch  breeder,  ook dunner van aart,  en niet zoo  
 WiriiniiL  veelvoudig,  maar holler van Bladeren ^  langer van  tee-  
 I num‘  ^ere Steelen x  door de Wind ligtelijk geknakt o f  gebroken  
 wordende  ;  en  ruym  zoo  hoog  opfehietende:  
 welke  Bladeren aan beyde de zijden eeven  glad, o f  zonder  
 eenige  bruyne  ,  langwerpige nopjens oiftreepjens ;  
 ° °k   niet  zoo  donker-groen  van  verwe  ;  geriieenelijk  
 Zoo lang als de middelfte vinger,  wat meer o f  min,  en  
 onder  (te  weeten,  naaft  aan At Steel)  ontrent  eeven  
 zoo breed z ijri,  doch allenxen  in  de breedte verminde-  
 k  Virgi.  rei? ?  voor fphzer toegaan,  en  in  v ijf  en zes  deelen  ( na  
 [niaanfeh  ge]eegentheyd_ van  hare  grootte)  aan  beyde de  zijden  
 | S   Van  Steel zijn als ingefneeden  ,  gelijk men  in de bijgaande  
 F ig u u r  ,  na  ’t leëven  afgeteèkénd,  zien kan. 
 K  R  A  C  H  T  E  N. 
 Olypódium,  o f  Boomvaarn,  groeyende op Eyken- a   Lu fit.  
 hoornen,  werd gehouden voor de befte van allen.  4* 
 Is  verdrogende  en  verteerende  in  den  eerften  y 1‘ 
 Graad".  Zoo  wel  de  Bladeren  als  de  Wortelen ,  oud Ub. Plant.  
 zijnde,  hebben  een  verftoppende krag t:  maar  varfch  e.8$.  
 ö f  noch  groen ,  vermengd  met  Bladeren  van Malve,  
 o f  eenige andere  verzachtende  en week-makendè Kruy-  
 den  ,  en  in Wijn g ek oo kt,  openen  \  Ligchaam  ,  en  Rafs Ui.  
 verdrijven  hét  Colijk.  Gedroogd,  tot Stof geftoten  ,  neri.c.ig,  
 met Azijn vinSquilla gezoden ,en met dit N a t ’t Hoofd  
 beftreeken,  neemt de Bfoofdpijn  wech. 
 ’t Poeder der Wortelen met Honig gemengd,  en ge- serapiolib.  
 legt  op  dé  verftuykte Leeden  ;  ook  op  de  Takken  o£ simp. cup.  
 Speenen van  ’t Fondament,  geneeft dezelve. 
 ’t Water,  waar  in  deeze  groene  Wortelen  gediftil- Galen.  Ui.  
 leert zijn,  gemengd met  Syröop van  Zoethout  en V io -Smp.Falen, 
  is goed  voor de kort-ademheyd, en benauwde Borfl,  cui-  8*  
 de Hoeft y  en  alle Gebreeken  der Longe.  Zuyverd ook  
 het Bloed:  maakt een open Ligchaam  :  ftild  de razer- cap. 41.  
 nij ,  o f  verwarring des Hoofds,  en is dienftig voor de  
 geene  die  van  de  Spaanfche Pokken  werden  geplaagd  ,  
 ook voor zulke  ,  die zich beladen  vinden  met z.wartr  
 gallige Vochten,  en Koortzen.' 
 Het Zout uyt deeze Wortel, bereyd  na de konft der  ' 
 Chymie,  werd  zeer gepreezen ,  om  gebmykt te werden  
 teegens ’t Pleuris,  als gantfeh dienftig  tot weclmeeming  
 van  de  pijn  dér  Zijde. 
 X V I I   H O O F D S T U K . 
 GRACHTVAAREN. 
 U s  genoemd in  ’t Neederlandfch; werd verfcher-  
 in ’t LatijngeheeteftLonch 1 t  1 s aspe- de namen. 
 RA  ,  ASPLENIUM  SYLVESTRE  ,   o f 
 magn um  :  in  ’t  Hoogduytfch  grosz  
 M iLTZKRAUTrin.’t Italiaanfch L on-  
 CH1TÈ  ASPERA. 
 Deeze Planten beminnen een goede,  gemeene,  zan- watvoor  
 digë  ,  en  met  twee-jarige  Koeyemift  wel  voorziene  een aarde  
 grond:  liever  een  fchaduwachtige,  als  een  opene,  ziJ bemia-  
 vrije  o f  luchtige plaats i  en  veel water.  Brengen  noch  nca‘  
 Bloem  noch Zaad voort.  Verdragen  ,  zonder  onge