
 
        
         
		35>j  B e s c h r y v in g   d e r .  K r u y d e n  ,   B o l l e n   e n   B l o e m e n   ,  Ï I I  B o e k  ,  396  
 K R A C H T E N . 
 D h fe 
 .  E   'witte  Beet  is  koud  en  vochtig  van  aart  »•  
 ) daar  beneevens  zuy verende  en afvagende.  T o t 
 ed.Ux.  T " > k E  
 6  I I  da_______ 
 üo/c.  l.i.  ,A, „S   fpjjZen  gebrüykt,  opend  de  verflopthéyd  der  
 .Milt:  maakt een week_Ltgchaam,  als ze  niet  lang word  
 gezoden;  doch  te lang,fioptze. 
 In  Water  gekookt ,  en  zoo  met  groene  Lo ok  ge-  
 b ru y k t,  doed  wel wateren  :  dood  alle Wormen  :  flild  
 de  Buykloop,  en  is goed  voor de Geelzucht.  De zelv e   
 gekookte Bladeren gelegt op de gebrandheyd,  op  Bloed-  
 zweeren ,  en  op  het  wild Vuur ,  is zeer goed teegens  
 deeze gèbreéken. 
 De  groene  Bladeren gefloten,  en  gelegt op  ineetende  
 zweeringen,  ook op  de  quade Schurftheyd des Hoofds-,  
 geneezen  de  zelve. 
 Het  daar üyt geparflte  Zap  ( doch  niet  te  veel  ge-  
 tmrr. 110.  bruykt)  zuyverd de Maag,  en  verwekt  Stoelgang.  Op  
 het Hoofd geflreeken,  dood de Luyzen en Neet en.  
 Conft.  Ca-  De  Wortel van  Beet wel gezuyvcrd,  met  wat  Zout  
 far.de  beflreekerï,  en gebrüykt  als  een  Suppofitorium  ,  opend  
 jigrtc.l. 8.  xigehaam.  De zelve Wortel gedroogd  ,  gefloten,  
 e' 31‘  en  in  Wijn  gele gt,  maakt binnen we ynige uuren  daar  
 Van  goede  Edik. 
 *  Het ZAp uyt  de Wortel,  gedaan  op de  beet en van gif-,  
 tige Dterén,  word  zeer gepreeïen. 
 De  roode. Beet,  o f   Bèta  rubra  ,  is niet Zoo  verwee-  
 kende van  aart;  doch  vérflrekt  in  de  Winter  voor een  
 goede  Salade  ;  inzonderheyd  dienflig  voor  de  geene,  
 die van het Graveel worden gequeld,  en  niet  wel haar  
 Water  konnen  maken. 
 Lufit. I. 
 7*« 
 Namen. 
 LX X X IV   H O O F D S T U K . 
 B E T O N I E . 
 &En  zeer  heylzame  Plant,  word  dus  
 in  het  Neederlandfch genoemd:  in  ’t  
 Latijn ,  defgelijks  in  het  Italiaanfch  
 B e t o n ic a   ,  o f   V e t o n ic a   :  in  het  
 Hoogduytfch B e t h o n i  en : in ’ t Franfch  
 B e t o in e .  De  Italianen  zeggen  ook 
 w el.  B e t o n i a . 
 Twee  bij-  Hier van  zijn mij  in haren  aart bekend twee verfchey-  
 ionderc  dene foorten;  als: 
 foorten.  ^  B e t o n ic a   f l o r e   P u r p u r e o   ,  ^of  Betonie  met  
 een  purpure  Bloem.  I I.  B e t o n i c a   f l o r e   a l b o   ,  
 o f   Betonie met  een witte  Bloem.  Beyde  zijn ze  Van de  
 zelve  Oueeking  en Wdarneeming. 
 Grond.  Zij  beminnen  immers  zoo  zeer  een  goede,  ge-  
 Plaats.  meene,  zandige,  als  een  andere  met twee-jarige Paardemifl  
 wel  voorziene  grond.  Hebben liever een  ope-  
 ne §  vrije  ,  en  wel  ter  Zon  geleegene,  als  een  fcha-  
 duwachrige  plaats.  Willen  pok  veel  Water.  Blijven  
 lange jaren  in het  keven.  Verdragen  fterke koude,  en  
 allerley andere ongeleegentheeden  der Winter. 
 Bloemen.  Geeven  ieder Zomer  Bloemen,  en  ook volkomen  rijp  
 Zaad.  %  Z a a d ;  het  welk  met  een waffende Maan  van Zpril o f   
 Maert niet diep  in de aarde word gelegt.  Komen ook  
 w e l ,  uyt  het  neergevallene  Z a a d ,  van  zelfs  voort.  
 Konnen  daarenboven  vermeenigvuldigd  worden  door  
 hare  aangewaffene  jonge  Looten  ,  die  men  op  de  genoemde  
 tijd  ,  en  met  de  gemeldde Maan  van  de  oude  
 neemt,  en verplant. 
 K R A C H T E N . 
 Lufit. I. 4.  T T  Etonie  is  warm  en  droog in  den  tweeden graad;  
 enan. 1.  r \  daarenboven  doorfnijdende  en  dunmakende  van  
 ^“ ^ a a r t . 
 D e   Bladeren  gedroogd  ,  en  in een  kuflentje  op  het  
 Hoofd.gelegt,  verdrijven de Hoofdpijn. 
 De zelve gefloten  ,  en  Plaaflers-wijze op de Wonden Platen'  
 gedaan,  zuy veren  en  geneezen  die.  Met wat Zout ge-  titrl.  
 ilampt,  en  zoo opgelegt,  heeld de Kankerige zweerin- c' 7'  
 gen.  Met Varkens-reuzel,  o f  eenige andere Vettigheyd  
 vermengd, doed  alle -Zpofiematien en Bloedzweer en rijp  
 worden. 
 Het  Poeder  deezer  Bladeren  ,  vermengd  met ,Zuy- Galen.ia,  
 ker  o f  Honig ,  en  zoo  genuttigd ;  o f  de Bladeren  in  
 Wijn  gek o o k t,  en  daar van gedronken  ,  is goed vo o r7'  
 de  Longe,  de  Borfi,  en  voor  de geene die de Veering  
 hebben.  Opend de verfloptheyd van  de Leever, M tlt,  
 en  Galblaas.  Is dienflig voor de  zulke,  welke  onderworpen  
 zijn  de  vallende  Ziekte,  en  de Geelzucht.  Ge-  
 flotene Gengebar daar bij  gedaan,  verflerkt  de Maag:  -Ant-Uuk  
 verzacht  de  pijn  der Nieren,  en der Blaas:  breekt  
 Blaas- en Nieren-Jleen;  en  doed  gemakkelijkTf^rere».  m'  
 Verwekt  ook  der  Vrouwen  Maandfionden:  belet  het  
 opfiijgen  van  de  Moeder:  geneefl  de  beeten  der  vergiftige  
 Dieren;  wanneer  men,  in Wijn gezoden,  daar Diofi.L-  
 van  drinkt,  en  dan  ook  het  Poeder zelfs op de Won- ! •   
 den flroyd.  Èen Drachma hier van met Wijn ingenomen  
 ,  flrijd  ook zeer krachtig teegens  alle  vergif  Ja, Mn. 1.1;.  
 deeze Plant  is’er  zoo  een  geweldige vijand  van,  dat een  
 Slang ,  van  Betonie-bladeren  omringd ,  over  de zelve  
 niet  kan  kruypen;  maar  zich  daar  in  omwindende,  
 flerven  moet. 
 D e   Wortel  gedroogt,  en  twee  Drachmen  daar van  
 gebrüykt met Wijn o f  Honig-water,  doed Braken;  te |f m'  
 gelijk  uytdrijvende  allerley  Jlijmerige  en  GalachtigeJ  r' ''  
 vochtigheeden.  | 
 D e   Conzerf,  gemaakt uyt de  Bloemen,  is  zeer  gc-,Do*»./a  
 zond,  en  dienflig tot wechneeming van  al  de  gemeld- c'10’  
 de  gebrcckcn.  van .de Bladeren  een  Ceratum  ,.  Zalf,  
 ofPlaafler  bereyd,  is  zeer  dienflig  tot  veelerley qua-  
 len ,  inzonderheyd  ook  om  alle  hardigbeyd  te  verzachten. 
 Ko rtelijk,  deeze  Plant  word  voor  zoo  eedel  en  
 deugdzaam  gehouden,  dat  het ons te  lang zou vallen,  
 al de Krachten det  zelve tot geneezing op te tellen. 
 L X X X V   H O O F D S T U K . 
 MOTTENKRUYD. 
 ■ U s   genoemd  ia  het  Neederlandfcb, N»®64*  
 word in  het  Latijn  geheete.n  B lat-  
 ' TA RIA :  in het  Hoogduytfch  G old t -  
 ■ KNOFLEiN ,  o f  M o t t e n k r Aü t   ;  in  
 f het  Franfch  H e r b e   a u x   M it te s   :  
 in  het  Italiaanfch,  gelijk  in  het La*  
 tijn. 
 Hier  van  zijn  mij  in  haren  aart  bekend  geworden verfebef*  
 eenige aardige veranderlijke foorten,  nament lij k  :  d 'S 
 I .  B l a t t a r ia 'ODORATA,  o f  Mottenkruyd met ^^.£oortcn,  
 riekende  Bloem.  I I.  F lore  lu t e o ,  o f  met een geelt  
 Bloem.  III.  .R amosa  flore  l u t e o ,  o f  met  een  
 geelee Bloem  ,  en  zijde-takken  vercierd. jj  IV .  FlóRE  
 a l b o ,  o f  met een witte  Bloem.  V .  Flore  purpur 
 e o ,  o f  met  een  purpure  Bloem.  V I .  Flore obsol 
 e t o ,  o f  m e t  een  B loem  als  v a n  een v ie z e  verouderde 
 verwe.  V I I .  F l o r e   ciNEREO,-©f met een afih-ver-  
 wige  Bloem \  en  veel  meer  andere,  jaarlijks  door het  
 zayên  zich veranderende en vermeenigvuldigende.  Meefl  
 al  te karnen  zijn ze  van  de zelve Bouwing en Waar nee-  
 ming;  maar niet van  eenln  aart.  ^  ,  , 
 Zij  beminnen  een  goede,  zandige.,  gemeflte;  ook  ron  
 een  ongemeflte  aarde  :  een  opene,  luchtige,  vrije >  
 wel  ter  Zon  geleegene  plaats;  en  veel,Water.  Konnen  
 flerke koude,  en alle andere ongeleegentheeden der  
 Winter uytflaan.  . ^ 
 De  B l a t t a r i a   o d o r a t a ,   o f  het welriekend  
 tenkruyd; B l a t t a r i a   f l o r e   l u t e o ,  o f  met eengeee^  
 Bloem,  beyde  de  foorten  ,  en  F l o r e   a l b o ,   ot  met