589 B l o e m de s L y d e n s . V e n k e l .
zeltjens, gelijk in de witte Lelien, hangende elk in 't
bijzonder; in *t midden voorzien met een inwendige
fireep, en op verfcheydene wijzen haar drayende. In
wiens middelfte is gefield een witte Colomne , o f Pilaar,
hebbende boven een ovaals-wijze ronde, geelachtige,
flegte, en gantfchelijk niet ruyge Knop ; in welke
groeyen drie Nageltjens, niet opflaande, maar haar
geheel tufTchen de -Afhangzeltjens neerwaarts buygen-
de: boven begaaft met platte, donker-leever-verwige
Hoofd jens; met een kleyn ingedrukt Streepje ten halven
I vercierd; en onder met donker-purpure Stip jens ; van
daar tot aan de Hoofdjens is de couleur zwart-rood, o f
donker-purpur.
Boch hier, Als deeze Bloem een dag lang opengeflaan h e eft,
ionder fluytze hare Bladeren weer to e , verderft dus in haar
■ Vruchten. ze{ven 5 en valt op de aarde neer, zonder in deeze Ge-
weften eenige Vrucht na te laten.
Banwin- Word échter genoegzaam aangewonnen en vermee-
ph'g nigvuldigd door de aangegroeyde, uyt de Wortel voortkomende
jonge Scheut je n s ; welke men in het laatfte
van Hpril met een waflende Maan a fn e em t e n verplant.
Defgelijks ook door flukken van afgefneeclene
Steelen, die men op de zelve tijd in een Pot fteekt, van
genoegzaam Water voorziet , en zes weeken lang,
tot dat ze beginnen te wallen, de Zon-beltraling onttrekt.
K R A C H T E N .
B>. Je Cic- I " \ h Vrucht van dit aardig Gewas, o f Flos Pajfio-
h b if t. I m nis, is aangenaam van reuk, ook matig koud en
-^ vocht van aartï
K.28. Het inwendige Zap van de zelve gedronken, o f met
Wonarl Zuyker tot een Syrodp gekookt, is zeer aangenaam,
mo-J'orl. en gezond, al wierd hetfchoonin over-
|óö. vloed gebruykt. Is ook begeerlijk voor de Maag, en
F p'f° bezwaard, de zelve gantfchelijk niet. Verwekt een zach-
I InÜraf. te Stoelgang : verfrifcht de Koortsige menfchen; is zeer
6,4,£.73, goed voor de geene die met hitsige krankheeden zijn
bezogt. Verflerkt daarenboven ’t Hert; flild de dorft;
maakt eetenslufi; vervrolijkt het gemoed, en neemt wech
de brand van de Maag.
De Bloemen; ook de Schellen der Vruchten, hebben
eeven de zelve kragr.
C C X X V I I H O O F D S T U K .
V E N K E L .
Y elk genoeg bekend, en dus in *t
Neederlandfch genoemd. In \ Latijn
geheeten F ccniculum : in het
Hoogduytfih Fenkel : in ’t Franfch
F eno il ; en in het Italiaanfch F i-
N o cq n io .
^icr on- Hier van zijn mij in haren aart bekend vier onder-
[ncfoor fcheydene ^oortenJ namentlijk:
n, r' I. FceNiGULUM vulg a r e , of‘ gemeene Venkel.
fh Folio, purpur asc ente , o f met een purpurach-
tigLoo f III. D u lc e R omanum, o f zoete Room-
fcfe Venkel. IV . Fceniculum L us itan icum , o f
Portugalfche Venkel, zijnde de fchoonfle van alle , en
de teederfte van Bladeren. Niet alle zijn ze van eeven
de zelve Bouwing en Waarneeming.
°nd. Zij beminnen echter al te zamen een goede, ge-
mee^e> zandige^ kleyige, o f fteenachtige aarde, met
Iïlat,§ twee-jarige Paardemift wel voorzien : een genoegzaam
ter Zon geleegene plaats, en niet te veel
Q vo,chtigheyd.
mCn' d • ^ en de tweede Zomer Bloemen. Geeven in goe-
ve jaren volkomen rijp Z a a d , en verflefven dan.
erdragen ongeerne yeele Herfjl-reegenen, fterke Vorft,
en andete ongeleegentheeden der Winter, Is derhalven
F e n e g r ie k . O p r e g t e M e d ic a . ypo
geraadzaam, haar te bedekken met droog T ur fn iu l,
en daar boven Pannen te leggen , om de vochtigheyd
a f te keeren; zoo zullen ze dies te beeter o ver blij ven, en
minder gevaar onderworpen zijn.
Doch het Fceniculum d u l c e R omanum , o f Waarneef
Roomfche zoete Venkel, en het Fccniculum L y s ir ming>
t an icum , o f Venkel uyt Portugal, als beyde. van
een teederder aart, willen geerne ’s Winters binnens
huys bewaard, en met zeer weynig yochtigheyd on?
derhouden zijn. Worden ook z\\Gzn]p)k. aangewonnen Aanwin*
door haar Z a a d ; het welk met/een wallende Maan n*nS*
van Maeri o f Hprïl, niet boven eén ftroo-breedte
diep, de aarde word aanbevolen. Zie hier bij' pa
de Hoofd]}ukken van V arrens-venkeI , en Z ee-
venkel.
K R A C H T E N .
DE Bladeren van Venkel, o f Fceniculum , ll]n Dod. 1.1°.
w a ta en droog in den eerften; maar ’t Zaad én c h -
de Wortelen droog in den eerften,.en verwarmende
in den tweeden graad.
De Bladeren, of ook het Zap uyt de zelve, met dïo/ c. I, ï.
W i jn , in een Moesje, o f op eenige andere wijze ff lt rS rT *
b ru y k t, verzachten de pijn der Nieren en der Blaas.
Zetten het Water af. Verdrijven de Steen, ’t Graveel,
de overvloedige' vochtigheytl der Harjfenin, en de Win- Galat- $■
den. Vermeerderen de Me l^in der Vrouwen Borften. M‘ d sA f .
Geneezen de beet en enjlcekcn der giftige Dieren. V e r - 7'
takken de Maandftonden, en neemen wechdeWahinr
van de Maag.
Eeven deeze Bladeren in Wijn gezoden, endaarmeê
beftfeeken de gebreeken der heymelijke Leeden, word
voor zeer goéd gehouden.
Het uytgeparftte Zap in de Oor en gedaan, dood Tim. l.io,
de Wormen in de zelve. Neemt wech de fcheemc-c- x3-
ring der O ogen, en maakt een klaar Gezicht, Van buy-
ten opgelegt, o f daar in gedrupt.
De Wortelen in Water gekookt, en gegeeten, hebben
de zelve werking. Openen daarenboven de ver-
ftóptheyd van de Leever, M i l t , en het geheele Ingewand.
De zelve Wortelen gefloten, met Honig vermengt, Lobel. I i]
en gelegt op de beeten der dolle Honden, na dat men M 94*5.
de zelve eerll met Azijn heeft gezuyverd, geneezen
de zelve.
In Wijn gezoden, en daar van zomtijds een Roemertje
gedronken, is goed voor de Waterzuchtige.
Het Zaad op allerley wijzen gebruykt, verllërkt de Fucbf. hifi.
Maag, neemt wech de walging der zelve : verzacht c. 191.
de krimping des Buyks : verdrijft de Winden : llrijd
teegens het vergif; yerfterkt en fcharpt pok het Gezicht;
inzonderheyd het Zap van de Steelen, dus be-
reyd zijnde:
Men fnijd de zelve a f in ’t begin van den Herfft, Garant.
twee o f drie hand-breedte hoog boven de aarde, én
men vuld de zelve (niet de afgefheedene, maar die blijven
flaari ) weer met gellotene Candy-zuyker; doch
men moet ze boven wel toe dekken. Dit dus vieren-
twintigluuren lang gellaan hebbende, fnijd men de ge-
vuldde korte Steelen tot aan de Wortel toe af. D it Nap
bewaard men, en men doed het in de Oogen.
Het gedillilleerde Water deeZer Plant is defgelijks tonic. I tl
zeer goed teegens al de genoemde gebreeken, als men c’ 3°^
’t dikmaal gebruykt.
C C X X V I I I H O O F D S T U K .
F E N E G R I E K.
■ P het Neederlandfch dus geno.emd. In ’.t Namen.’
Latijn geheeten Fccnum G rzecum : in ’t
Hoogduytfih Bockshorn : in ’t Franfch
F enêgrec : in ’t Italiaanfch Fiengreco,
o f .ook Goi^na d i Be c c o .
Geerne