
 
        
         
		l o 3   B e s c h r y v i n g   v a n   d ë 
 u i,  als noch te  teeder,  allenxjens zal vergaan,   en  niet  
 beklijven. 
 K R A C H T E N . 
 GaIMS.  - T ^ v  Eeze  Boom heeft een te zamen-trekkende kracht  
 simp. 7.  I  1 in  al  zijne  deelen.  Is  droog  in  den  eerften  
 &  8-  ■ L '   Graad;  ook  middelmatig  tuffchen  koud  en 
 heet.  .  , 
 Diefctr.  D e  Bladeren  in  de  mond  geknauwd,  -verflaart  de  
 hi. i. esp,  40rft,  m  maken  een goeden Adem.  \ Z a p ,  daaruyt  
 *°*  geparft,  en  met Wijn  ingedronken  ,  ftopt  de  Buyk^  
 loop  ,  de  bloedgang,  en de al te overvloedige  Maand-  
 fionden der Vrouwen.  Verhinderen oolc  t  uyjfëhieten 
 der Moeder,  en desAersdarms.  .............   . 
 Hippocra-  ’ t  Water ,  waar  in  dë  Bladeren  ,  Baft  en  Wortelen  
 Us:  ...  zijn gekookt  ;  daar na gezuyverd  ,  en  dan weer gezo^-  
 x l c iï r o   den -,  tot'  dat  het dik werd  ,  heeld de gebrokene  Been-  
 F'  ’  deren weer te zamen 5 doed  ’t  v  leeft h ywezynftdew_on-  
 den groeyen ;  belet  de voort-eetende Zweeringen;  bevorderd  
 ‘de  watermaking  :  maakt  Ook  efe lofle tanden  
 en \  Tandy leeJch y  aSk»  - g *   r-7  a  ^  y 
 Ma flik,  De Gom,  o f   ’t  Hars van deezen  B o o m genoemd 
 welke de  MaJhkjy  is warm  in den eerften,  en  droog in  den twee-  
 bcllc'  den Graad,  zonder  eenige fcharpheyd,  fcheydende  en  
 iW « .  weekmakende-van aart.  De befte is w it,  klaar,  blink- 
 30.cap.xo.  kende,  brosachtig,  welriekend,  zondervuyligheyd,  
 en in kleyne  ftukjens géfcheyden:  die groen is ,  deugt  
 niet.  Heeft teegehs  al dë bovengedachte qualen eeven-  
 dezélvë werking.  Gepulverizeert,  en met wit-van- eeri  
 E y   vérmengd,  gëneèfd zé de 'barften en-kloven in handen  
 en  lippen.  V i j f  o f  zes  Greinen,  telkens met Wijn  
 in genomen,  verft èrkt de Maag  ,  én neemd dcMaag-  
 LobtlAib.  fmerten weg.  Met eenige Syroop geb ruykt,  verdrijfd  
 x.fol. 114-  ze  verouderden H o e f t en  belet  het  Bloed-fpouwen. 
 In  de mond'geknauwd,  en een weynig tijds daar in geë  
 houden  ,  verfterktze  de  Harjfenen,  en  doed  de Jlij-  
 merige vöchtigheeden na beneeden  zinken. 
 X L V I I I   H   O   O   F  D   S  T   U   K . 
 LOTUSBOOM. 
 Vcrfchcy-  deezen,  en  (mijns  weetens)  met 
 óe namen.  geenen  anderen  naam'  in  ’t  Needer- 
 ^udfth  bekend  ,  werd  in  ’t  Latijn  
 g ^ o ^ d   L otus  arbor;  in’tHoog-  
 ^   duytfch LotusZBaum':  in ’t Franfch 
 A lysier  ;  en in het  Italiaanfch Lo-  
 TO  ALBERO,  BaGOEARO,  o f Ook PeRLARÖ. 
 Waamee-  Deeze  Boomen zijn  tamelijk hard van  aart.  Bemin-  
 ming,  en  nen een gemeene,  zandige,  met  een weynig twee-jari-  
 Quceking.  Paerdemift dborméngde grond:  een warme , opene,  
 v rye,  luchtige,  wel  ter Zon geleegenë plaats,  en  reedelijk  
 veel Water.  .Geeven  in-deeze Landen noch Bloemen  
 noch  Vruchten  :  konnen  eevenwel  felle  Vorft,  
 Sorm-winden,  Sneeuw, Hagel,  en  de andere ongelee-  
 gentheeden  der Winter  uytftaan,  als ze  tamelijk  oud  
 zijn geworden;  maar hoen jong,  en de dikte van  eeri  
 vinger  o f  duym  noch  hiet bekomen hebbende,  werden  
 ze ,  buyten ftaande,  haaftig,  door Vorft o f  fterke  
 koude,  van  ’t  leeven beroofd.  Moeten  derhalven  tot  
 zoo  lang toe in een Pot g e z e t,  gedurende de  Winterkoude, 
   binnehs huys bewaard,  en matig  met Reegën-  
 water bevochtigd  zijn. 
 Aanwin-  Bezwaarlijk konnen ze  in  onze  Geweften door hare  
 ning.  Takken  aangewonnen werden,  ten  zij  op zulk een wijz 
 e ,  als van de Oranje-Boomen  is  geiproken  :  maar wel  
 door uyt andere Landen bekomen  ten vollen ri)\> Zaad;  
 'r welk  in  de  Maand  van  -April o f  May  in  een P o t ,  
 vervuld met de gemelde aarde,  ftraksna’ t laatfte Quar-  
 tier der Maan, moet gezayd,  o f  luchtig gelegt zijn, niet  
 boven .een vinger breedte diep. 
 B oomen,  I  B oek,  104 
 Van naturen werden  deeze  Boomen zeer oud;  ja blij-  
 ven eenige  honderd  jaren  in  ’t  lee v en v o lg en s ) de- ge-  honderd  
 tuygeniflen  van  T h e o p h r a s t u s   e r e s iU s jen-P l i - jaren. 
 N iu s :  welke  laatftgenoemde  Schrijver  fegt  in  ’t ’fis-*  
 tiende Hoofdftukji\)ns vierpnveertigften  Boeks, dat  iri zij-  ^ 
 pen tijd,  ontrent de Kerk vsnLucina te Romen,  noch  c*p. 16.  
 ftond  een  L o t u s b o o m   ,  die meer dan vierhonderd en  
 yijftig jaren  oud was.  Noch was’er eèn  andere s 'veel  .  
 ouder dan de gedachte;  van wiens planting .gantfeh geen  
 geheugenis was overgebleeven;  genoemd  L o t u  s  c a -   
 p i l l a t a ,   oi.gehayrde Lotusboqm;  onvdatde"Geefte-  
 lijke Maagden  ,,  geheeten  V e s t a l e s   ,.  die  ’t  Vuur  in  
 een  gedurige  onderhouding bewaarden ',  t  hayi^|.het  
 welk ze van hare. Hoofden afTneeden,  aan deezen  Boom  
 plegen  te hangen^ 1  "  i  I  J '-  J   Lotns- 
 In  des  gedachten  P l ï n i i   tijd  wierd  in  Vulcanali  booi^ yaQ  
 noch een  andere  gezien  ,  geftigt  vaii  R o m u l u s   ,  na'  nedgen-  
 wien de Stad R om en   dien  naam  heeft bekomen.,  jtpc* hónderd  -  
 o u d  als de gemelde Stad zelfs; ‘te weeten, ontreöi n m   ,areu‘  
 genhonderd jaren,  gelijk zulks M a s s u r iu s  bij  démget  
 noemden  P l in iu s  getuygd.  ,  c  -  7  ,  . ' ’ . '.~v  ' 
 D e   mijne,  die  in  mijnen T u y fi 'heeft-geftaan  neï^  
 genentwintig jaren,  op een warme,- eri wel ter Zori gé^  
 ieegenè  plaats,   bevrijd voor alle  Oofte o f  koudê’-Afrorde  
 winden,  ópgefchöten  tot  de  hoogte  eens  Karjfe-  ......  * 
 h o m ,   is,- nu  drie jaren geleeden,  ëeh weynig Boven  
 •de aarde verdorven je n ,  v  ermits ’ t  puaad te zeerrinkari-’  
 kerde;  geheel vergaan.  .  r7''7' 
 K  R  A  €   H  T   E - f | * 
 DËeze  Boom  is  vèrdrogètidé; vaiv a a it;  diiti  v*fi? H f f K 
 deéleri^eh een weynigft^amën-trekkèpdêi-11^   g  *  *  m*' 
 :j  /  t  D c  Bladeren uytgeparft :, :  eri ’t ^^p mè-tZUy- Avictnna,  
 ker o f  Honig gekookt j / is g o ^  v ö ó ï të-Longè $.  ënVöö^ 
 de g e ö ie ,  welke z ich'£»^ö^§Bö v inden.  ' ■  • ^ 
 ;• l  Dè Vruchten, van^gèen t’zamen-frekkeridekracht zijtt^  
 de , verfterken de  'Maag  :  werden ter dier  oorzaak veel L0njcer.  
 gegeeten;  inzonderhëyd van de V o lk e r e n ,-d a a r v a n  cap.88.  
 zelfs',-of in mëenigte groeyen  (waar van daan die oo'k  
 hebben  bekomen dë naam  van L oto phagi) ,  f want zó 
 zijn zeer aangenaam van firiaak*  1  ;  '  r  ........j, 
 . b ’t Water,  ö f  de W ijn ,  daar  ’t   affchaafzel yan  d i t - ^ ^ .   
 Hout in gekookt is  gëweeft,  gedronken, ftopt het ^Li^  f° - 
 chaam  :  is  pok  Zéér  dienitig  tèegens-de  B  eriandere  
 Vloeden  zó ó  -van Mannen' als-'Vrouwen  :  maakt  
 het Hayr  roodachtig  :  belet  ’t  uytvallen van  t  zelve ■ ,  
 en'-doerhet weór-gtoeyeh, -  -  wm  .  *n  .  :  r  J:' !^  •  -  ; 
 :  Van dit Hout werden  ook  Fluyten  en meer  andere  
 dingen gemaakt.  j  ^  ,  -  -  . '  ■  ' jrf>  -1-’ 
 X  L I X   H O   O   F D S T   U K . .   • 
 TERPENTYNBOOM. 
 ■ hErd in onze JVeederlandfthe T aal niet _ Verfchey*  
 ^'deezen,  e n -m i jn s   wéëtëns')  -irièfc^<lcDameD'   
 i   geënen anderen naam bëfeekend :  in  ’t  
 ^  Latijn  T erebïnt’hüs  ,  'of  A rbor  
 |   gr an i v ïR ib ïsY ^ o p   veel als-,-  Boom * me, 
 >  mei groene Korlen j  vermitszijn bëftë  
 Zaad,  om  te zayen  $ groen is ;  eri’t geen men’ziet  rood  
 te zijn,  is oud:  in  -t Hoogduytjch  T erpentinbaum:’  
 in *t Franfch  T erebïnte j  én in ’t  Italiaanfch T êre-  
 b-in t o ,  o f  ook A rbore  i>i   trem ënt ina.  j 
 Deeze Boomen beminnen u v t eygenér natuur een zari-; J j K f   
 dige,  goede  en bequame aarden  met niet te véél twee- 0pqUce-  
 jarige Paerdemift, een weynig een-jarige Hoenderdrek ,r king.  
 en  genoegzame  Veengrond  ,  te  zamen wel door malkander  
 gemengd  :  een  opene >  luchtige,  vrye ,  warme, 
   en  wel  ter Zon geleegene plaats,  veylig voor alle  
 koude Noordenwinden  ;  en  in  de  Zomer  tamelijk veel  
 I  Water.  Geeven in onze Geweften  ,  door gebrek van Gcc  1  
 warmte, 
 w 
 l o j   L o t u s b o o m .  T e r p e n t y n b o o m .  P ist a c ie n b o o m .  1 0 6 
 I  iceze  Ge-  warmte ,   geen  Vruchten;  ook  noyt  eenige  Bloemen.  
 I weftea  7 ijn  teeder  van  aart  .•  konrien  niet wel  verdragen  veel  
 I  vruchten  koude Herfft-reegenen, Storm-winden, neevelige Lucht,  
 I  jiochBloe-  Sneeuw  o f   Vorft.  Werden  ter  dier  oorzaak  met  een  
 I  men.  wallende Maan  van April  o f  May in een  Pot  geplant,  
 o f  met  de gemelde Maan  in Maert luchtig daar  in  ge-  
 zayd  ,  wanneer men  ’t  Zaad bekomen he eft;  o f  niet  
 dieper  dan  twee  ftroo breed  daar in gelegt.  De  Pot  
 moet  gedurig,  tot  aan  de  bpvenfte  rand,  in warme  
 varlTche  Paerdemift  op  een  warme  plaats ,  o f   in  een  
 Zonnebak in  de aarde,  zijn  gedaan.  Maar vermits  de 
 I  Paerdemift  in  veertien  dagen  tijds de warmte  verheft, 
 zoo moet de Pot  daar uytgenomen,  en  in nieuwe mift  
 g e z e t . dan  in  ’t  laatfte  van  September  ,  o f  in  ’t  begin  
 van  OÈlober,  na  geleegentheyd  des  tijds,  bin-  
 nens.huys gebragt werden >  Qp  een  luchtige,  goede ,  
 warme, plaats,  daar  bij  koude  en  vriezende L u ch t  in  
 ■ Zorgvul-  een Yzere Oven  gevuurd werd.  Doch eer  ’t  zoo verre.,  
 ■ dig moet  k om t,  moet  men  deeze Gewajfen ,  gedurende  de ge-  
 ■ jn*m op  hecle Maand ÖÉtober,  döor openzetting der Venfteren,,  
 ■ U  F  de Lucht en Zon,  zoolang doenlijk- is , latep genieten  bij 
 goed en  bequaam Weer  ;  ,maar  niet  langer.  Mpgen^  
 '  o o k z p o   lang  de Winter.-foude aanhoud,  niet meer  
 dan tw e e ,  o f   ten'japogften driemaal,  van  boven  een  
 weynig met  lauw-gemaa^t  Reegen-water  werden  begoten. 
   In deeze tijd behouden ze  hare Bladeren  n ie t,  
 maar laten ze  al te zamen  vallen.  In de Maand Maert,  
 doed  men,  haar,.  bij  goed. Weer,  door.’t  openen; der  
 Venfteren de Luchtten, weynig gewoöh werden.  On-r  
 trent half -^r/7,  o f  wat  later  ,  met  een  zoet reegent-,  
 je ,   .ftil  W e e r ,  en  bèquame . L u cht , - brengd  men ze -  
 we,er^buyten  j  .en  m.en. dekt'ze  zorgvuldig voor koude  
 Reegenen ,  rijpende, nachten  ,  en  fneeuwige  'Voch- \  
 idgkfjdy f :  f{%--  -  v   y 
 Aanwin-  Deezp  Édple Boom kan  in  onze  Landeq niet apdersj  
 door £js  dpc»,  'Zaa‘4-  u y t  warmer  Geweften. herwaarts.-  
 |   ’  g e zo n d en .aangewonnen, werden  , .  Vermits  hij, bij  de 
 t  Wortel „zeer,  zelden , ,   o f  h.oyt,  jongej Loten -uytfchiet.^ 
 .  Êevèhwe( i\?b ik onderyopden,  dat zijnemeer dan een- -  
 fc Tak-  jh ig e ’Z ^ ^ » - ,  een  paar(duym breed rondom, met  de .  
 ■ eD;  punt  van  een  Mes  tot m \  Hout geboord  ,  -met veele -  
 gaatjehs,  en  dan in qep J>ojp,e ingelegt  zijnde x  Woyté- ■  
 I   c-  :  ,  den  gefchoten hebben  :  welke  ,  in April met  een waf-;  
 I   lende.  Maan  van  d’oude. genomen  ,  genoegzaam  zijn  
 qpgëwaflen,  en ?ich .dus nebben vermeenigvuldigd.  
 Beweldi-  .  Deeze  A'öö»?^ vergaanmet haaft,  maar blijven veele-  
 Behouder- jaren iri  ’t leeven: want ’t  ishai*en. eygenen aart, zeer oud  
 mftpbÉÈte we^den.  De vermaarde Gefchiedfchrijver. der Jood—  
 wft- 31.  fihe Oorlogen  en oude  Gefchiedenjften,  Fla vius J o-  
 sephus j  .verhaald,  dat  bij. ■ C hebur  ,  een  Stad  der  
 I d umeers ,  een T ep.pentyn.boom  heeft geftaan,  van  
 ’t  begin  dés Weeheids  a f ,  tot.op den  tijd  des  Keyzers  1  V espasiani ,  die  teegens de Joden Oorlogde. 
 Kmen.  Lefgelijks fchrijft de Engelfchman W il l iam  L ith - 
 5 f°uw ,  in zijne neegeptien-jarige Reyz.en,  dat, hij  in ’t  
 jaar  niet  yer^e  van  J erusalem  heeft  gezien 
 een  T erpentynbooi^  aan  den  W eg - geplant,  bij  '  
 welke  de  F r  op heet  .Hakacuc  heeft  gewoond.  Dezelve  
 was doemaals noch groen  enwelgefteld. 
 mofc.i.i, 
 Gak».  
 Ijk. Mei.  
 Sinp. 8. 
 K  R  A C H   T   E  N. 
 DE   Bladeren,  Vruchten  en  Baft  deezer  Boomen  
 ‘zijn . veiwarmende  en  verdrogende in den tweeden  
 Graad;  oolc een weynig  te  zamen-trekkende  
 van  aart.  D e  Bladeren  en'Wortelen,,  in  Wijn  gekookt  
 ,  verftérkeh de'Maag.' 
 De Vruchten  gegeeten.,  verwekken  de , luft  tot  het’  
 echte werk^,  bevorderen  de  Watermaking  ;  openen de  
 verftoptheyd der M i l t ,  en geneezen de Spinnen-beeten,  
 ó f  fteeken. 
 De  Hars van  deezen Boom  ,  welke de oprechte Te-  
 rebintijn  is ,  v e rw a rm d y e r z a ch t,  trekt, u y t ,  zuy-  
 verd,  en väagd  af.  Is goed voor die geene,  welke in 
 krachten  afneemen.  Met  Zuyker  gebruykt,  geneeft  
 een  cjuade borft.  Met Mufcaat en  Zuyker ingenomen,  ,  
 verdrijft  de  pijn  der  Nieren  :  der  Blaas;  der Lendenen  
 ,  en  de  koude  Pis.  Gewaftchen  zijnde  ,  en  daar  
 van  een  half once met anderhalf once Syroop van  A l -  
 thaa,  o f  witte  Malve ,  zomtijds' g eb ruykt,  is  zeer  
 gced  teegens ’t  Graveel.  Gekookt,  en  daar van  acht  
 dagen  lang ieder morgen drie; o f  vier pillen ingefwolgen,  
 helpt  de  geene  ,  welke met de  Spaanfche  Pokken  zijn  JEgmt,  
 befmet.  Een  once  daar  van  ingenomen  ,  op end. het  l‘b'  
 Ligchaam  :  jaagd  uyt  alle  Galachtige  vöchtigheeden  i  F  ^  
 fcheyd de winden:  maakt alle rauwheyd rijp:  verdrijft  
 alle  finerten  uyt  de  Leeden,  en  'doed  een gezwollene  
 M ilt kleyn worden.  Twee,.drie o f  vier Drachmen hier  
 van met een Drachnia Rhabarbar ingenomën,  is goed  
 voor de  Geelzucht. 
 .  Deeze  Terpentijn  werd  ook  met  groot  voordeel  Boden. HL  
 gedaan  in  alle. Zalven,  op  alle  Plaafters,  welke men  19'  
 gebruykt om te  verwarmen.  Want  zij  verzacht  aller-  
 ley  oude  en harde Zweer en,  en  geneeft de wonden. 
 .  De  befte  Terpentijn  is  w i t ,  blauwachtig,  helder den  
 welriekende.  , 
 L   H   O   ö   F  D   S  T   U   K. 
 PISTACIENBOOM. 
 Y   yeele ,  iri  onze. koude NcedèrUn-i Verfchey-  
 den ,  niet alleen met deezen  naam  be-  de namen,  
 kend , ’  maar ook  dikmaal  geheëten  
 ‘f  Fistikenroom' : •  in  Latijn Pista-, 
 CiA,  B istag ia  ,,  o f   T erebinthü'S’ 
 Indica :  in  ’t  Hoogduytfch W el^ch  -  
 PirjïPERNuszLEiN.,   o f   Pist a c ien b aum   :  in  heb  
 ty to ffk   P is t a p p^s,   Pi.sTAciE'j  én in het Italiaanfch; 
 PlSTA CCH l/ 
 •  Deeze Boomen  beminnénvan \ naturen-  een  zandige Opquceü  ’  
 luchtige aarde,  met  een weynig. oude twee-jarige Paer- kihS'  *  
 demift,  en  *t  Mo l  der  vergane  Boomen ., .:o f iri  des 
 zelven  plaats  met Veen-aarde,  wel  doörmengd  :  een  
 öpëfiël  w a rm e 'rv iy ë ,  wel  tèr Zöh geleegene  pïaatsT  
 voor alle  koude Oofte- en Noorde-winden  bevrijd;  en  
 een  matige  bevochtiging  door  Reegen-water,  in  de  
 Zon lauw geworden.  Geeven in deeze Geweften  noch  
 Bloemen  noch  Vruchten.  Willen  echter hier  tamelijk Geeft bier  
 wel voort-groeyen,  ónaangezien  zij' ongeernë veel kou-  
 de  Herfft-reegenen ,  fterke winden ,  neevelige  L u ch t,  Vruchten.^  
 Rijp,  o f  felle Vorft verdragen. 
 •  Werden daaróm met  een  afgaande Maan van  April Verder  
 in een Pot geplant ^gevuld met de  hier boven befchree- waarnec*  
 vene aarde:  daar na in  ’t laatfte van  September o f 11 be- mlng*  
 gin  van  Qiïober ,  na  gelèégentheyd  van  de  tijd ,  wel  
 droog binnens huys op  een goede luchtige plaats gezety 
 daat  bij  koud  Weer  in  gevuurd werd ,  op dat ze niet  
 bevriezen  mochten.  Gedurende  de  geheele  Winter  
 moet  men ze  niet  meer  als  twee  o f  driemaal  met  een  
 weynig  lauw-gemaakt  Reegenwater van  boven Begieten: 
   ook  niét ypor half A p r il,  o f  wat  later,  na  dat  
 net Weer goed ïs ,  met  een zoete Lucht en warme Ree-  
 gen  weer  buyten  .ftellen.  Dan  noch  moet  men  wel  ‘  
 letten,  haar  voor  Sneeuw,  Hagel,  en  koude nachten  
 voorzichtig te  dekken. 
 f Zij  blijven nigt altijd groen,  maar laten binnenshuys Bladeren»  
 in  dë  Maand  van  pü öbel  hare:Bladeren  vallen:  welke  
 gemeenelijk  weer  üytlopen  in  ’t  begin  van  May ,  
 door  drijving  der  natuur,  wanneer ze  de  warmte  der  
 Zon gevoelen. 
 Niet  haaft  vergaarize,-  maar  blijven  ,  u y t  eygener Leeven  
 aart,  zeer lang in  ’t leeven.  .  i l^g- 
 In  onze  Londen  kan  men  haar aanwinnen op twee- Aanwin-  
 derley wijzen.  Eerft, : door  hare Takken,  meteen Mes  Tafc?  
 geboord,  en  ingelegt,  gelijk  wij  van  de  Oranjeboom kenf  
 nebben  gezegt.  Da a rn a ,  door  haar  Zaad;  ’tw c l k en  j oor  
 men moet  inleggen, met eeq waftende Maan van  May ;  haar Zaad  
 G   j   m