
 
        
         
		Kruyden, Bollen en Bloemen, IIIBoek,  798 79 7  B e s c h r y v in g   d e r 
 avis  ,  o f   O r n ith o po d ium :  in *t Hoogduytfch  Vo-,  
 g e l fu s z :  in  ’t Franfch  P ied  d ’oiseau. 
 Drie ver-  Hier  van  zijn  mij  in  haren aart drie veranderlijke ioor-  
 anderlijke  ten bekend j  namentlijk;  ■ 
 fooitcn.  j   O rnitho podium  ma ju s ,  o f  groot  Vogelvoet,  
 o o k 'genoemd  Sco rp io id e s  leg um in o sa ,  ofScor-  
 pioenkruyd met  Zaadpeultjens.  II.  M ajus  C r e t i-  
 cum  ,  o f  groet  Vogelvoet van  Candiey.  III.  O rnitho 
 podium  m in u s ,  o f   kleyn  Vogelvoet.  Meeft zijn  
 ze van  eenerley Botswing en Waarneeming. 
 Grond.  Zij  beminnen  u yt  eygener  aart een  goéde,  gemeene, 
   zandige,  en weynig gemeftte grond  :  een  opene,  
 v rije ,  welgeleegene  plaats,  en  niet  te  veel  Reegen.  
 Blijven  niet  langer  dan  eene  Zomer in  ’t leeven:  gee-  
 ven  in den Herfft  volkomen rijp Zaad*  en  vergaan  dan  
 Aanwin-  van  zelfs',  o f  door  een kleyne Rijp.  Moeten  derhalven  
 ning.  ieder Voorjaar weer op nieuws,  met een wallende Maan  
 van Maert,  niet boven een  ftroodbreedte diep  gezayd  
 zijn.  Alleenlijk  hier  door  konnenze  aangewonnen  en  
 ver meen igvtildigd  worden. 
 Groot Vo-  Het  O rnithopodium  majus,  o f  groot Vogelvoet,  
 gel voet,  en  majus  C r e t ic u m ,  o f  groot  Vogelvoet  van  Can-  
 en  groot  g e2ayd  zijnde, komen dikmaal eerft laat te voorvanSCan 
   fchijn;  waar  door ze ,  verachterende  ,  veeltijds  geen  
 dien.  goed  Zaad  konnen krijgen.  Moeten  derhalven,  in  t  
 .begin  van  Maert,  o f  in  ’t laatfte van  Februarius,  met  
 een wallende Maan, niet boven  twee  ftroobreedte diep,  
 de  aarde worden  aanbevolen. 
 Kleyn Vo-  O ok blijft dan het O rnithopodium  minus  ,  o f   
 gelvoet.  kleyn Vogelvoet, laat  opkomende,  en  ’s Winters buyten  
 liaan de, meerendeel zonder ongeleegentheyd in  t leeven.  
 Naderhand  een  rijpe  Vrucht gegeeven  hebbende ■,  vér-  
 fterfthet de tweede Zomer. 
 K R A C H T E N . 
 Gebruyk.  TOgelvoet 3  o f  Ornithopodium-, word  tot geene ge- 
 V   breeken der Menfchen gebruykt.  Verftrekt  on-  
 *   dertuftchén de Schapen,  Koey en,  OJfen  en Paer-  
 den tot  een aangenaam en gezond Voedzel. 
 In  Melk  tot  een' Brij  gekookt ,  o f ook  ’t Meel  van Gal. 1 8.  
 Rijs  met  zoete  Melk  ,  Zuyker  ,  Amandelen  en  een simp.Mei  
 weynig Caneel gezoden, is aangenaam  van fmaak; geeft  
 aan  ’t  Ligchaam  een  goed voedzel;  ftild dejtoodeloop  /, Jjjj  
 en  flopt de  Buykloop.  _  •  c,z8*. 
 R auw  gegeeten,  is ze  zwaar  te  verteeren,  en  geeft  
 g ro f voedzel. 
 C C C L X Y I I   H O O F D S T U K . P ANIKKOORN. 
 U s   in  het  JVeederlandJch  genoemd, ^amea‘  
 word  in  het  Latijn  geheeten  Pani-  
 cum,  ofMELiNE:  in  ’t Hoogduytfch  
 Heydelpfennig,  of Pfennig :  in’t  
 Franfch  Panicj  en in  het  Italiaanfch  
 Panico. 
 Hier van  zijn mij  in haren  aart bekend g e w o r d e n T w e e  ver.  
 veranderlijke foorten;  als:  foorten?' 
 I.  Panicum  vulgare,  o f  gemeen  Panikkporn. 
 I I.  Panicum  Indicum ,  of  Indiaanfch  Panikkporn. 
 Beyde  zijn ze van  eenerley Bouwing  en Waarneeming. 
 Zij  beminnen  een  goede,  gemeene,  zandige,  en Grond,  
 weynig  gemeftte  aarde  :  een  vrije,  warme,  welgeleegene  
 plaats,  en  niet  te  veel  vochtigheyd.  Blijven  
 maar  alleen  eene  Zomer in  *t leeven.  Geeven  teegens Aanwin.  
 de Winter volkomene rijpe Vrucht,  o f   Zaad>  en  ver-nlnS*  
 gaan-dan van  zelfs. _  Moeten derhalven  ieder Voorjaar,  
 met  een  afgaande  Maan  van  A p r il,  weer  in  de  aard 
 e ,   niet  diep,  gezayd  zijn.  Waar  door ze  t ’elkens  
 vernieuwd,  en op geen  andere wijze  aangewonnen konnen  
 worden. 
 Het  Panicum  Indicum ,  o f   Indiaanfch  Panikz Indiaanfch  
 koon,  als van een teederder  aart,  en meerder hitte be-£““ k   ■ 
 geerende,  als  onze Wereld-ftreek  kan  geeven,  komt  
 niet,  als  bij  zeer  goede  warme  Zomers,  laat  in  den  
 Herfft.  tot  -genoegzame  rijpheyd ,  ep  vergaat dikmaal  
 door een  kleyne koude. 
 K  R  A  C  H  T  E  BB 
 C C C l .X V ï   H O   O I D S T U K , R  Y  S. 
 Namen.  ^ er  genoe8  bekend >  vermits ze  zeer 
 veel  gebruykt  word  tot  een aangena-  
 ï j p l l i   me  Ipijs  voor  de  Menfchen.  Word, 
 jÊÜfB  lH & Ë  mijns  weetens,  in  het  ATeederlandfch  
 met  geenen  anderen  als  deezen  naam  
 genoemd.  In het Latijn  O riza  :  in  j  
 het Hoogduytfch R eisz ï  in  het  Italiaanfch  R iso  ,  o f   
 G rano  R iso.' 
 Grond.  Z ij  groeyd van naturen gelijk allé Koorh.  Bemind  
 een  goede ,  gemeene,  zandige  aarde,  met twee-jarige  
 Paerdemift matig voorzien:  een opene,  warme,  vrije,  
 wel  ter  Zon  geleegene plaats,  voor alle  kpude  Winden  
 befchut,  en  veel  vochtigheyd,  bijzonderlijk  in  heete  
 dagen.  Blijft niet langer dan  eene Zomer in ’t leeven.  
 Geeft in  Geeft  in  deeze  koude  Landen  noch  Bloem  noch  
 ónze Lan- Vrucht,  en  vergaat,  weegens hare teederheyd,  haaftig  
 den noch  jn  j g j   f f erM  door een weynig kpude.  Niemand  benoch  
 hoefd  dit  vreemd  voor  te komen;  vermits ze in  hee-  
 Bloem.  te  Geweften  met  een  afgaande  Maan  van  A p r il,  o f   
 wat  eerder,  een  kleyne  vingerbreed  diep  in  de  aarde  
 gezayd  zijnde,  niet  voor  laat  in  den  Herfft  hare  
 -  rijpheyd  bekomt. 
 K R A C H T E N . 
 JDiofc.  l.i. T ' )   Zr,  o f  Oriza,  is verwarmende in  den eerften, en  
 f.117.  verdrogende in  den tweeden  graad j  daar  benee- 
 ^  yens verftoppende Yan aart* 
 PAnikkporn,  o f  Panicum,  is verkoelende,  verdro-Aait.’  
 gende,  en  te zamentrekkende van  aart. 
 In Melk  gezoden;  en  zoo tweemaal  ieder  dag  
 gebruykt,  flopt de  Buykc en Roodeloop.  Lnj ? j 
 Het brood,   van dit Koorn gemaakt,  is onaangenaam Galen.lt'.  
 voor de Maag,  ook Zeer droog;  en geeft  aan  het Lig  
 chaam weynig o f geen voedzel.  Word ter dier oorzaak  
 alleen  van arme menfchen,  enkelijk uyt nood,  gegeeten, simpMd  
 als ze niet anders bekomen  konnen. 
 C C C L X V I I I   h o o f d s t u k . P  E  O  N  I  E. S Ord  in  ’t  Neederlandfch  dus'genoemt: Namen. 
 \ in  het  Latijn  Pceonia ,  na  de  oude  
 Geneesmeefter  PceoN,  die  hare  krach-  
 ten  eerft uytgevonden,  en  bekent  gc-  
 pfojg; maakt heeft.  In het Hoogduytfch Peo- 
 _____ nien-blumen  ,  G ichtwurtz  ,  en 
 CoNiGBLUM  :  in het  Franfch  Pivoine  :  in ,het  Ita-  
 iaanfeh  Peonia., 
 Hier van  zijn mij  in  haren  aart bekend tien verander-™^  
 ijkefoorten;  namentlijk:  .  foorten. 
 I .  PceONIA  VLORE  ALBO  PLENO,  of witte dubbele  
 Peottie.  I I.  F i.ore  pleno  incarnato  d ur a b il is-  
 5IMO,  of met  een  langdurige  dubbele  ineanate  Bloemt  
 svelke ,  als ze  veertien  dagen  o f noch  langer  geftaan  
 heeft.i  geheel wit  word  ;  . echter  in  de  grónd  noch  
 iets  behoudende  van ■ hare  voorige  beyallijke  couleur, 
 799 E  O  N  t  E. 
 I I I .H isPANICA  PITMrLA  PLORE  PARVO  PURPU-  
 REO, of kleyne Spaanfche Peonie,  met cm  kleyne purpure  
 Bloem.  IV .  Mas  t atifoli  peore  kubro!   of  
 ,  Plm:e  mannetje ,  met  breede  Bladeren,  m  een  roode  
 Bloem.'  V .  Mas  rotündifoua  flore  ruben-  
 te  ,  of  Peonie  mannetje  met  rondachtige  Bladeren  en  
 roede  Bloemen.  V I .  Mas  an gu st ifo lia   ïlo re  
 P LENO ,  o f Peonie  mannetje  met fmalle Bladeren'en  
 dubbele  Bloem.  V I I .  Fosmina  flore  albo  sim-  
 ^ rITCI’  o f P '°™  wijfje  met  een  enkele  witte  Bloem,  
 VIILFocMitNA  FLORE  rubro  s iM P iic ij  okPeonie  
 wijfje met  een  enkele  roode  Bloem.  IX.  Pceonia  
 Fcemina  flore  rubro  PLENO',  of Pionie wijfje  
 met  een  dubbele  roode  Bloem.  X.  Pceonia  Byzan-  
 t in a ,  o f  Peonie van Conftantinopel.  A l  te zamen  zijn  
 Ze  van de zelve Bouwing en  Waarneeming. 
 Zij  beminnen  een  goede,  gemeene,  zoo wel zandige  
 als  andere,  doch genoegzaam  gemeftte  grond:  een  
 vn je .  luchtige,  beqüaam  ter  Zon  geleegene,  o f   ook  
 een  fchaduwachtige  plaats;  en  veel  Water.  Blijven  
 lange  jaren  in  ’t  leeven.  Verdragen  allerley  ongelee-  
 gentheeden  der H'intcr,.  zonder eenige  fchade.  Geeven  
 ieder  jaar  in  den  Herfft  een  volkomen  zwartblinkend  
 Zaad-,  waar onder zich gemeenelijk  zeer  aardig  verto-  
 nen  eenige roode gelijk  als onrijpe  Korlen,  van  een be-  
 vallij ke aanfehouwing. 
 .  Z m <1 moet  met  een waffende  Maan  van  April  
 in  de aarde,  o f  in September in  een  P o t,  een  halve  vingerbreedte  
 diep gezayd zijn;  vermits het lange,  ja  wel 
 een  geheel  jaar  tijds  blijft  leggen,  eer  het  opkomt.  
 Geeft  ook  niet  voor  de  vijfde  o f zefde volgende Zoo  
 tner  de  eerfte  Bloemen.  Deezer wijs  dan  kan  men ze 
 aanwinnen en vermeemgvuldigen;  doch  veel bequamer  
 en  fpoediger  door  hare  aangegroeyde jonge Wortelen,  
 kleyn  o f  groot,  geheel o f  in  ftukken gebroken:  welke  
 men met een volle Maan  in Auguftm o f  September van  
 Qc oude afneemt,  en verplant. 
 P   A N  A  Xs 800 
 Zeftien  der  zwarte  Korlen,  o f   van  ’t  opregterijp  
 Aaad  geftoteri  en met Wijn  gebruykt,  Verfterken  het  
 Hoofd:  zijn  goed  voo rd  eftujpen;  voor de duizeling  
 eft  ontroering  der Har([enen-,  de  beroerdheyd  der  Z e t   
 nuwen;  -de  fmerten  en  opftijging-der Moeder-,  de beec  
 r™  der  I   t-vtaxt: Droomen,  en  ook' de vallende 
 z >ekfe;  inzonderheyd  vermengt  zijnde  met  Oxjmel  
 ocyUtticum,  en Syroop  van Stoechasi 
 JUfis  m   
 Simp. c.ifjp 
 C C C L X IX   h o o f d s t u k . A  N X. 
 Eyde  in  het  Duytfch  én  Latijn  metNameii.  
 deezen  ,  en  mijns weetens met  géeneh  
 anderen  naam genoemd.  De  Italianen  
 zeggen  P an ace. 
 Hiér  van  zijn  mij  in  haren  aart  v i j f  Vijf  oti-  
 Önderfcheydene foorten bekend gewor- ^eri'chcys 
 t e n 0  dene foor* 
 toatth.l.i  
 üiofc.  l.  3 
 M e l  ;  
 hifi, 
 1 m c. 64. 
 :  ca/./. 6. 
 ISi mp.MeJ. ». /. 2. 
 %•/.!. 
 kurantes 
 hß>nant 
 U- Ui. 
 k r a c h t e n . 
 DÊ   Wortel  van  Peonie  mannetje  met  een  enkele  
 roode  Bloem  (gemeeneïijk  om  des  Zaads  wil  
 Coral-Peonie  genoemd) ,   ó f  Pceonia  Mas  flore  
 rubro ftmplici,  welke  meeft  gebruykt,  en  van  al  de  
 andere  foorten  voor de befte geacht w o rd ,  is  warm  in  
 den  eerften,  droog  in  den  tweeden  graad;  ook  te  
 zamentrekkende  van  aart,  met  eenige zóetigheyd  daar  
 bij  gevoegd.  . 
 ,   Gedroogt,  geftoten, .  en  daar  van  een half once met  
 Wijn  ingenomen j  o f  i è  Wortel in Wijn gek oo kt,  en  
 ieder  morgen  daar  van  een  Roemertje gedronken  ;  o f  
 o o k ,  t  zij  rauw,  't   zij  gezoden,  dikmaal  gegeeten  ,  
 verwekt der Vrouwen  Maandftonden*\  Is goed  teegens  
 de  boeten  en ftoeken der giftig, Dieren;  voor  alle zwa±  
 re  Droomm  ,  voor die van Pepelcy o f  Beroerdheyd zijn  
 geraakt;  voor ’t Graveel van  oude  en jónge  Perfonen  ;  
 voor  de  Geelzucht,  Buyhpijn;  Nier-  en  Blaas-fmer-  
 ten;  de gebreeken des verftands,  en  de vallende Ziekte-,  
 inzonderheyd  een weynig  Maarentakfen,  o f   Wffeum,  
 daar  bij  gedaan wordende.  Voor welk  laatft-genoemd  
 Euvel  men  ook  dé  Wortel,  met  een  volle Maan  uyt  
 de aarde genomen,  'gedijrig  aan den  hals moet hangen.  
 Verfterkt  daarenboven  het  hoofd  der  Maanzuchtige:  
 opend de verftoptheyd der Leever en Mieren. ,Döet  alle  
 Zinkingen  ophouden  ,  alle  neerdalende  vochtigheeden  
 der Harlïènen  verteeren. 
 Twaa lf van  de  roode,  o f  onrijpe,  Zaadkgrlen  geftoten, 
   en  met roode Wijn  ingenomen,  doen  ophouden  
 der Vrouwen  veelvoudige,  onmatige  roode  Vloed.  
 Gegeeten,  o f  in een gemeene drank'van  de Kinderen  ingenomen  
 ,  verdrijven  het  beginzel  van de Steen en  het  
 Graveel:  het  Braken  en  opoeeven van  de Maag.  Nee-  
 men  ook  wech  de  vtiurigheyd  en  de  zweeringen  des  
 Mondt. 
 den;  te weéten.: 
 ^  NAX  h e r a c l e u m , ofPanax,  voortkomendetCn*  
 bijdeStad Heraclea:  ook wel Pa n a x   H e r cu l e um   
 LATiF o L tuM .o fS p o n d il iu m   C y r e n a ic ó m   ge-  
 heeten.  II. Pa n a x  L e p to ph y l lum  ,fiv i a n g u s t i -  
 fo l ium   ,  o f  Panax  met  fmalle  Bladeren-,  daarom'  
 ook  van  zómmige  Pa n a x   Fb r Ü ,a c bom   ,  o f  Pa-  
 nax met  Bladeren van Ferula genoemd.  III.  Pa n a x   
 Sy r ia c u m   ,  o f  Panax  uyt  Syrien.  IV.. C t iiR o -   
 N ium   LUTEUM  ,  o f   Panax  Chironium  met  een  oeele  
 Bloem,  V. Pa n a x   C h ir o n iu m   a l b u m ,  o f i W   
 Chironium  met  een  witte Bloem.  Niet alle zijn ze  van  
 eenerley  Bouwing  en Waarneeming. 
 Eevenwej  beminnen ze  al  te  zamen  eeneoede,  ge-Gron<L  
 Aeene, Zandige  aarde,genoegzaam vermengt met tweec  
 jange  Paerdemift  1  een  opene,  wei  ter Zon geleegene  
 p aars, en tamelijk  veel Water.  Vergaan  niet haaft, maar  
 blijven eenige jaren  lang, in ’t leeven'.  Konnenielfs feile  
 koude  en  allerley andere ongeleegentheeden  der Winter  
 uytllaan  zonder  groote  fchade.  Geeven ook in deeze Zaad.  
 Geweften  volkomen  rijp  Zaaft-, ’twelk met een walfen- Aanwin-  
 de Maan  van  September o f  Maert  de aarde in  een  P o t, nin?  
 ruym  een  ftroobreedte  diep  ,  moet  aanbevolen  zijn  
 want alleenlijk bier door konnenze aangewonnen eh ver-  
 meenigvuldigd  wórden i 
 HetPANAXi-ERuLACEUM C h ir o n iu m  Luteum, Panax me«  
 en  C h ir o n iu m   a l b u m ;  o f  Panax  mét  Bladeren Bladerem  
 van Ferula-,  Panax Chironium  met  een  oeele,  en met ï""1  FeraJ  
 een witte Bloem,  zijn niet wel zoo hard  van  aart.  M o ; Chim"“   
 gen  ■sHinters  buyten  blijvende,  de  koude  en  Korft*ium  me£  
 zelden  langér dan  een  o f  twee jaren  vërdragén;  vermitscen  
 ze door de Zelve  afneeAen  ;  én tyndelijk vergaan;  ge-wiue” " 11  
 hjk  de  daaghjkze  ervarentheyd  genoegzaam beveiligd. Bloem.  
 Moeten  derhalven ,  in  Potten geplant,  ’s Winters bia-  
 nens  h'uys  bewaard  worden  ,  op  een  luchtige  plaats *  
 waar  in  niet  als  bij  vriezend  Weer  wórd  gevuurd;  
 met matig Reegenwater, lauw gemaakt, van boven voorzien  
 en  onderhouden  :  ook  niet  voor  in  ’t laatfte  vah  
 Moert  o f  A p r il,  met  goed  W ee r,  wederom  buyten  
 gebragt;  dan noch voor alle Hagtrijpen en fihrale winden  
 genoegzaam  gewagt zijm 
 Het  P a n a x   C h ir o n iu m   lu teum   ;  e t   Ar> Aan win-  
 Bum  ,  o f  geel  en  wit  Panax  Chironium ,  word  niet D*nS1  
 alleen  aangewonnen  en  vermeenigvuldigd  .door  haar  
 Zaad; met een wallende Maan  van  April gezayd: maar  
 ook  door  hare  teedere,  en  altijd  met groene  Bladereti  
 vertierd  blijvende  Takjens t  welke  men  een weynig  j  
 op de wij ze der Angelieren j  infnijd,  o f  ook wel  zonder  
 dat  in  de aarde buygd. Als ze dan e y n d e lijk ^ o r /^  oe-  
 kreegen  hebben  ,  van  de  oude  afneemt,  en  met  een  
 Aprilfche waffende Maan  in Potten  verplant. 
 K R A CH -