
 
        
         
		8 n 
 200  geeft ze  teegens,  o f  in  elfen Herfjl,  volkomen  
 Z a a i ,  en  verfterft dan  van zelfs.  Do ch  het  later  
 za yde ,  o f  ‘t  neen  van  zelfs  voortkomt.van  het  uytge-  
 vallcne Zaad  ( ' t  welk dikmaal  gdchied)  blijft  zonder  
 eenigefchadeof ongcleegenthcyd de Winterover. Blaeyd  
 dan in de tweede volgende Zomer,  en krijgt  tijdclijk hare  
 regte volkomfentheyd. 
 KRACHTEN. 
 .  ~ \ T D e lo   H a ve r ,  o f   Bromas  her ha,  is matig,  o f  in 
 lr  ’  |   deneerften gnhd warm  en  droog;  ook vertcerende  
 on  te zamentrekkende van  aart. 
 Gal. Ut. 6.  De  Bladeren geftoten,  met Meel vermengt,  en  van  
 sm(.  buyten  opgelegt, verdrijft en  geneed de  hardigheyd  van  
 de  holle  Zccrcn,  komende  aan  de hoeken der  Oogen;  
 welke men oAègilopcs npemd.  . 
 MattU.1,.  Het  üytgeparfttc  Zap  met  een  weynig  Zuyker o f   
 C. 134.  Honig  vermengt,  en  dus  genuttigd,  is  goedteegens  
 den  Hoefi, 
 C C C L X X X V I   H O O F D S T U K . 
 P H L O M O S . 
 N  O rd ,  mijns weetens noch- in  *t  Latijn 
 am  n  noch in het  Neederlandfch ,  met  een 
 anderen  als  déezèn  naam  genoemd  ; 
 Wat voor  Is  een  Plant,  gefield tuflehen  het 
 een  Plant.  V erbascum ,  o£ Wollekruyd,  en  LychNIS  ,  o f   f e -   
 netteken,  anders  Chrijlus  Oog t  ter  dier  oorzaak  van  
 zommige ook wel genoemt W it  W ollekruyd. 
 Twee  bij-  -  Hier  van  zijn mij  in haren  aart  twee bijzondere fbor-  
 zondere  ten bekend geworden;  te weeten:  
 foorten.  j >  Phlomos  flore - luteo  parvo , .   of  Phlomos  
 met  een  kleyne  geele  Bloem  ;  anders  V erbascum  
 M ontanum  minus ,  kleyn  Berg-Wollekruyd;  welke  
 naamdeeze  foort> mijns oordeels, met regt mag voeren.  
 I I . Phlomos L ychnitis  C lusii  flore luteo  ma-  
 CNO,  o f  Phlomos met Bladeren,  op de -manier van\ J e -   
 nettekens,  met  een  groote geele  Bloem.  Beyde  zijn ze  
 van de zelve Bouwing en Waarneeming. 
 Grond.  Zij  beminnen  een goede,  gemeene,  zandige  aarde,  
 met  een weynig kleyn-geftoten  Steen-gruys;  en  tweejarige  
 Paerdemift  doormengt:  een opene,  vrije,  warme, 
   luchtige,  wel ter Zon  geleegene plaats,  en matige  
 nauwer nood zichtbare Aderen,  ook met kleyne gezaagde  
 vochtigheyd.  Blijven  zelden  langer  dan  drie  jaren  in  •  
 ’t keven.  Worden  lichtelijk, door te veel koudeHerffl-  
 reegenen,  o f  door een  langdurige,  o f  felle Vbrjl,  buyten  
 ftaande,  befchadigd,.  en wechgenomen. 
 Hoe  tebe-  Is derhalven  geraadzaam,  dat men van  elke looit een  
 waren.  plant  met  een  wallende  Maan in  een Pot Held,  en  de  
 z e lv e ,  gedurende  de  Winter,  binnens h u y s ,  op  een  
 luchtige plaats,  droog bewaard.  Niet voor in ’t laatfte  
 van  Moer t,  o f ’t  begin  van  A f  ril,  mag  men ze  weer  
 buyten brengen r  met  een zoete Reegen. 
 Zij  bloeyen  in  de  tweede  Zom er ,  en  geeven  volkomen  
 rijp  Zaad in  deeze  koude  Landen:  t welk met  
 een  wallende  Maan  van  A p r il,  niet boven  een  ftroo-  
 breedte diep,  weer in de aarde word gelegt.  Alleenlijk  
 hier door konnenze,  zoo in andere  als  in deeze Landeft, 
 ■ ‘vermeenig'vuldigd worden.  ' 
 jq  Het  V erbascum  Montanum  minus  r   o f   kleyn 
 Berg-wit  Berg wit  WbUekgujd,  anders  Phlomos  flore  lu-  
 ■ WoUe-  TEQ  PARVO ,  o f   Phlomos met een  kleyne geele  Bloem  ,  
 ^rU/<i'  groeyd van naturen, uyt een teedere Wortel,'  twee voeten  
 ,  o f  daar ontrent hoog.  Krijgt aan  hare Scheutjens  
 Bladeren,  fondachtige  Bladeren,  niet g roo t,  ontrent eene vinger  
 breed,  inwendig  groen-verwig-;  met  een  grijze  ruyge  
 wolligheyd boven bekleed,  maar onder veel witter: dik-  
 achtig van aart,  inwendig met veele ruygachtige en ter 
 randen voorzien, 
 U y t   der  zelver  voorfte  Hert  fchictcn  ronde  Stoelen  steden,  
 voort;  tay  en  buygzaam  van  aart;  boven gemeenelijk  
 een weynig gekromd;  gantfeh wit-ruyg,  en met  veele  
 Bladeren  tot  boven  toe  bekleed;  wat langwerpiger  als  
 deonderfte,  doch in ’t opperfte  der  Steelen  weer  ronder  
 ;  aan  beyde de  zijden  regt  teegens  over  malkander  
 zittende  :  ook  in  *t  midden  de  Steelen  omhelzende, 
 Tuflehen  welke  rondom  de  Steel langwerpige  ,.  kleyne  
 en  gebladerde  ruyge  Huysjens  te  voorfchijn  komen  ;  
 waar uyt kleyne geele Bloemtjens  fpruyten.  Als ze eyn- Bloemen;  
 delijk in  haar zelven  vergaan  z ijn,  laten ze  een  langwerpig, 
   kleyn,  en  zwart  gehoekt Zaadje na.  Zaad. 
 K R A C H T E N . 
 PHlomos,  o f  wit Wollekruyd, is verdrogende  en ver- Aart*  
 teerende  van  aart. 
 D e   Bladeren  en Bloemen geftoten,  in Wijn  ge- Plin. I. 26.  
 zoden,  en  op  eenige  plaats  des Ligchaams gelegt,  trek tc*  
 uyt  alles  wat  daar  ingedrongen  is  door  eenige onge-  
 leegentheyd,  ’t  zij  Doornen,  Ho utfp lint eren,  o f   Tzer.  . 
 De  zelve  Wijn  gedronken,  en  ook  daar  mee  gegorgeld, 
   is  goed  voor  de  gezwellen der Keel,  en  A -   
 mandelen. 
 De  Bladeren  geftoten ,  en paps-wijze op eenige  ge- Dod. I. $\  
 brandheyd gelegt,  geneezen de  zelve.  c.i$. 
 De  Oly  deezer  Bloemen,  gemaakt  door veele  Jnfu-  
 fien ,  ftild  zeer  krachtig  de  zwaare  fmerten  van  het  
 Podagra  en  Flerejïjn  :  ook  van  de  Takken o f  Speenen  
 aan ,’t Fondament. 
 C C C L X X X V I I   H O O F D S T U K . P  I  M  P  I  N  E  L. 
 O o   genoemd  in  het  Neederlandjch  , Namen,  
 van  zommige  ook  wel "Pimpernel ,  
 word  in  het  Latijn  geheeten  Pimpi-  
 NELLA,  BiPINELLA,  eh SanGUISOR-  
 b a :  in  het Hoogduytfch  Blutkraut,  
 Blutwurtz,  en Welsche  Pimpi-  
 nelle  :  in  het  Franfch  Sanguisorbe ;  eji  in  het  
 Italiaanfch  Solbastrelle,  en Pimpinella. 
 Hier  van  zijn  mij  in haren  bekend gewórden  eenige Agt  aardi-  
 aardiee,  veranderlijke  foorten  ;  te weeten:  ge yeran- 
 _  ‘I. Pimpinella ' major  inodora,  orf  gr' oote PTit-m  pat.’r   dfoeorlrntkene.  
 nel  zonder reuk.  I I.  Major  Lusitanica,  o f  groote  
 Portugalfche  Pimpinel.  I I I .  Minor  hortensis  
 odorato ,  o f  kloyne ,  gemeene ,  riekende  Pimpinel. 
 IV . Flore  albo  spicato,  o f  Pimpinel met  een witte  
 geayrde  Bloem.  V .  AgrimonOid.es  Lusitanica ,  
 o f   Portugalfche  Pimpinel met  Bladeren op  de wijze van  
 Agrimonie.  V I .  Saxifraga  major ,  o f  groote Steen-  
 breekende  Pimpinel,  ook wel  genoemd  Beurenaert,  
 Bevernel ,  en  groote  Steenbreek.  V I I .  Saxifraga  
 minor , o f  kleyne Steenbreekende Pimpinel. V I I I .  
 Pimpinella  spinosa  Cretica,  offieekende Pimpe-  
 nel van  Candien.  Niet  alle  zijn ze  van eeven de  zelve  
 Bouwing en Waarmeenig. 
 Zij  beminnen  een  goede,  gemeene,  zandige,  wel- Grond,  
 gemeftte  grond  :  een  vrije  ,  welgeleegene  plaats,  en  
 veel  vochtigheyd.  Geeven  zelden  ,  en  niet anders als  
 met  goede warme Zomers,  volkomen  rijp Zaap.  Blijven  
 lange  jaren  in  ’t leeven.  Verdragen  fterke  koude,  
 en  alle  andere  ongeleegentheeden  der  Winter  zonder  
 fchade.  Worden  vermeenigvuldigd  door haar  Z a a d ;  Aanwin*  
 't welk met een wallende Maan  van Maert o f  April de mnS‘  
 aarde,  ruym  een  ftroobreed  diep gelegt,  aanbevoolèn  
 moet worden.  Anders komen-ze ook  dikmaal v.an  zelfs  
 genoeg  op  door  het uytgevallene.  Da® noch worden  
 ze  aangewonnen door haie aangegroeyde jonge Wartalen; 
 die 
 rijp  
 gedie  
 men  op  de genoemde  tijd,  en met de gemelde Maan  
 van  de  oude afneemt,  en  verplant. 
 P ?   AoKtMONotDEs  Lusitanica , 
 pincl.  of  Panugalftbe  Pimpmel,  met Klader.cn  van 
 nia>  doch  niet zoo g io o t,  echter in gedaante en  myg-  
 heyd  de  zelve  niet  zeer  ongeiijk,  fchiet  uyt  eyeener  
 aart nauw.elijks  tot cje hoogte van  twee Maatvoeten  op. 
 %  ° ™ 4 e  Kinderen zitten gemeenelijk  Zeeven  in  getal  
 aan. beyde de  zijden  van  hare  regt-doorgaande S t fd ,  
 mecreudeel  twee  en  twee  regt  teegens over malkander;  
 voor nochtans in een  eyndigendc;  van welke de onder.'  
 lte de kleynftc,  de  bovenfte de grootfte,  d o c h a lleW   
 en  luchtig boven  den anderen  gefield;  ovaals-wijze,  o f   
 langwerpig;  een  lid van, een vinger,  wat meer o f  min*,  
 der lang,  een  yinger breed;  aan  de  randen  roiidachtig  
 gelijk  als  een  Zaag getand;  inwendig  met  een  grpo-  
 teaider,  en dan noch met veele kleyne Mertiens voorzien  
 z ijn.;,  J 
 Hoe  waar  Deeze  fport  is  teeder van  aart,  en kan  de fterke Word  
 indcWln- ^Êe^er  I;aI]den  niet  verdragen.  Moet  tierhalven,  met  
 ter.  e®n waflende Maan  van  d pril in  een  Pot  gezayd o f  geplant  
 zijnde,  ook wel gewacht  voor veele Herffireeee-  
 nen,  in  Ottober  binnens huys worden gebragt,  op  een  
 luchtige plaats,  waar in niet gevuurd word als alleenliik  
 bij  vriezend Weêr.  O f ,   indien  ’t gefchiedeu  kan  fver-  
 mits dit  alderbeft is)  bewaard in  een  plaats zonder vuur,  
 dochejaarde Korft niet  kanindringen;  en hier gedurende  
 de %etiee\eWintqronderhouden,alleen  voorzien met  zeer  
 weymg. vochtigheyd van  onder.  Niet voor in  ’t laatfte  
 van  Maert  mag men ze weer buyten zetten:  dan noch  
 «evenwel  haar wel wachten  en zorgvuldig dekken voor  
 kgttdc  nagten,  veel mater,  hayrige  en fchrale Wi„de„.  
 Kan met .anders,als  alleenlijk  door  haar  Zaad  vermeer-  
 derd worden. 
 S   C retica, .o f  CandiaanÄ 
 a n -   i P   F,ml ,nel>  van  d=  geleerde Heer  Carodh. 
   r u s C c u s r u s   genoemd  Poterium  Dacechampii  
 ;is  het  Ichoonftc  dóch  teederfte  Gemat van  allen.  Be!  
 Grond,  mmd èen goede, gemeepe,.  zandige aarde;  doormengd  
 met een weynig twee-jarige Paerdemift, een-jarigeHoen-  
 derdrek,  en  ’t  Mol  van  verrotte Boombladeren  :  een  
 opetie,  luchtige,  vrije,; Zeer warme  plaats,  voor  alle*  
 koud e 'Ooflc-  en  Noordc-windenbevixx&-,  ook matine  
 vochtigheyd.  •  -  & 
 Hoedanig  Bloejd  wel  in  deeze  Landen,  doch  geeft n o v t eenio  
 S ” '  n ,P  V^rdraagd op geenerley.wijze eenigiHerffl-  
 tè nee-  reegenen,  Vérfi,  o f  andere ongeleegentheeden  der Win-  
 men,  « r .  Word  derhalven  ,  met  een  wallende. Maan  van  
 Zprd o i May ,   in  een  Pot gezayd o f  geplant  zijnde,  
 in  t laatfte. van Septemb er o f  begin  van  (Mob er  (n a g e -  
 leegentheyd  van  de  bequaamheyd o f  onbequaamheyd  
 des tijds)  de aarde boven  droog zijnde.geworden,  bin-  
 nens  huys gefteld,  öp  een  luchtige plaats,  waar in niet  
 Widers als  bij  vriezend Wepr voor een  kleyne  tijd word  
 gevuurd:  gedurende  deeze  Wint er-dagen  van  onder  
 wcegena  voorzien  met  flegts  een weynig lauwgemaakt  Reegen  
 , 9   water.5  met  een,  o f  ten  hoogften  tweemaal, 
 yemutszegeen nattigheyd kan  verdragen,;  en niet voor  
 m  den  aanvang van  April,  met een  aangename  Lucht  
 en  reegpn,  weer .buytep  gebragt.  Dan noch  eevenwel  
 nauw  gewagt  en  voorzichtig  gedekt  voor  koude nagten, 
   Sneeuwige  vochten,  hayrige  en  fchrale  winden.  
 Want zoo wel m  deeze  als  in  de Wintertijd vergaat ze  
 lichtelijk  door  een  kleyn  verzuym,  weegeos hare aee-  
 derheyd.  •  Anders  blijftze,  gdijk  de  andere,  gedurig  
 groen,  en  verlieft  hare  zoete  kleyne  Bladert jent  niet“   
 als door ouderdom.  Zie hier bij  na het  Hoofdßub  van  
 Steenbreek. 
 k r a c h t e n . 
 ver,warmel)dc  en  verdrogende  in  den  
 HtÉ  i   tweeden  graad  ;  ook  te  zamentrekkende  ea  een  
 jveynig verKOQlende van  aart. 
 In  Wijn  gezoden;  en  daar  van  gedronken  o f   U 
 w t n   ianderS  00jf ’Cf aet clec S ^o o g é c  Bladertn m e *   
 7 'W mgenonj.en,  o f  ook van. buyten, met de gekneuT-  
 de  Bladeren op  de Wonden gelegt;  o f  met het  Zap  o f  
 dQ gemelde Wijn,  de zelve gewalfchcn,  geneert 1  ’zeer  
 gelukkig en  vo.oifpoedig.  Stcmpt ook  \  Bloede»  zoo  
 nvt  deeze  gequetfte,  als  uyt  andere  deelcn  des  Lis?  
 chaams.  Verfterkt het H p i,  verwekt  een  n  . 
 medt  &oe$ d% Blf>e4g4ng,  de  1'nyhlpop,  eh der Vrou- hm'pUL  
 M^ a,^ oxdcn ophouden  :  degêiijks  ‘ 
 het B oed/poumn en  Bloedpijfen,  aJs  men  van  de gemil- L  
 „*5 Wl,n dril?y>  o f  de Made,ren  ip  fpijzen  eet.  Is daar-  'i0 '  
 enhoyen goed  ypor de  en  Opging  de,  Henen-, 
 Kon  V0° r ^  &drcc.kcn der Lrevcr,  hi,a.iè 
 A oo, ta.cn,  allerley. vergif,  en  de PeJ}  “ 
 2   «   gelegt  op  de  Wenden  der  Fat.  Cel 
 Hand,  door een M(Sgefneeden, heden  de zelve  ten vol- **■   -=• 
 Jen,  zonder iet anders  daar bij  te doen.  ‘  '  «.i»- fii't' 
 Dit Kniyd'm  Wijn  gediftilleert,  en daar mcê gewaf-  c lL ,ar  
 f e g f M # ’ der^ ' f  D ‘ " en ;   neemfwech  '•+. e.S» 
 l n £ È lW -  tM i Cn  f eW 
 C C C L X X X Y I I I   H   O Ö F D S T U K i 
 W E E G B R E E . 
 ^ ° ok  SCHAFKONG  hrt 
 Prunjcb  Pla^t a in   :  in  het  Italiaanfch  Pian t a g i-  
 »  Fiantana ,  Pe v a c g i ït g l a   ,  en  C entiner 
 BIA. 
 Hier  van  zijn  mij  in haren  aart  veele  veranderlijke Veele rer-  
 loorten  bekend;  namendij k :  ’   anderijke 
 _ I .   Pl.ANTAGQ  VUCGARIS  XATIFOLIA ,  Of m  liorten-  
 Weegbree  met  breede  Bladeren.  II.  Latifolia  me-  
 P IA i  o f   middel-foort  van  Weegbree  met  breede  Bladeren. 
   I I I .  Latifolia  rosea  flore  expanso  o f   
 breed-bladerige Weegbree met een platte, Roos-wU-e « « .  
 gefpamene V eem,  IV .  Latifolia  flore  spicato,  
 o f   breed-bladerige  Weegbree met een geayrde Bloem.  V   
 A lopecuroides  Hispaniga,  o f  Spaanfche Wêeebrcc  
 meteen Bloem als een ZiJJeftaart. V I . Quinque nervia,  
 ot  Weegblad met  v i j f  doorlopende  Aderen.  V IL   A -   
 Quatica latifolia,  o f  breed-bladerige  PI a'er-Weet 
 7 11,1'  ^ Qf AJ ICA  M“ ° R  ■ ANGirSTIFOLIA.ófr“ ^ « 
 kleyne fmal-gebladerde  Weegbree,  aroqende  ia  Water- h:cr  
 achtige  plaatsen.  IX.  Marina f  o f Zee-Weegbree  
 voor,komende-,n*,u,e p la a t s .   X.  C oronopL oes  
 L usitanica,  o f PortugAfche  Weegbree  met een  -  ge&rld;  
 daanto  van  Hart,hoorn.  X l.  è o s o x o p o tDES  L u f i l   
 TANICA  FOLIIS  TENUISSIJIE  ijISSECTIS  V f  ffien-  
 bree  me,  een gedaante  van Hart,hoorn,  en dun  oefae-  
 dene  Bladeren  uyt  Portugal.  XXL  Plantago  av- 
 GUSTIFOI.IA  HIRSUTA  .CORONOPOIDES  LUSITANICA  
 .Of ruyge en fmalgebladerde  Weegbree uyt Portueal,  mèt  
 de aatlvegedaante;  en  dan noch meer  andere; "onnodig  
 f te f am®n Her op  te teilen.  Niet alle zijn ze van  eeven  
 de  zelve Bouwing en Waarneemt???, 
 Zij  beminnen  nochtans  al  te  zamen  een  gemeene,  Gmmi  
 liever zandige,  gemeftte,  als andere ongeme&e grond: 
 .een vrije,  warme,  en ook een  fchaduwachtige  plaats-  
 met  tamelijk  veel  Water,  Vergaan  niet  haaft,  maa^ 
 .bhj yen  eenige jaren in  ’t  Jeeven.  Verdragen  fterke kou-  
 de des n  taters,  zonder groote  ongeleegentheyd.  Geeven  
 ook gemeenelijk ieder jaar nyp  Zaad •  ’ t welk men  
 m  'treer jaar,  met een wafl'ende Maan  van  Maert  o f  Aanwip.  
 Aprd  in  de  aarde  kan  leggen.  Doch  komen,*door ni-g.'  
 het  •Uytgevallene,  .van  zelfs genoeg voort.  Hier door  
 F f f   5  kon