
 
        
         
		V ingerhoed.  D oronicum.  D orycnium. 
 mrngtuh 
 hutfMIl. 
 BË 
 5 J3 
 onder  bleekeft  tn  ’.t midden, zijn ze  voorzien met een  
 reet-doorgaande A d e r ,  waar  u yt  eenige  andere  fpruy-  
 ten,  ter nauwer nood zichtbaar. 
 Wod.lib. 6. 
 U.13.W 
 Op  de bovenfte punt  harerISteelen,  ontrent zes vingeren  
 breedte hoog,  komen Ayrs-wij ze boven malkan-  
 der  de  Bloemen  te voorfchijn,  u yt groene,  boven  gekartelde  
 Knopjens  (gelijk men  ziet aan degemeene groo-  
 te  Vingerhoed),  van  verwe  bleek-purpurig.  Niet zeer  
 groot  zijn z e ;   blijven  al  lang  ftaan  ;  en  geeven  een  
 tamelijk groot,  drie-hoekig,  bruynachtig Zaad. 
 Deeze  foort  vergaat  niet  zoo  haaft?,  als de andere  ;  
 maar  blijft  veele  jaren  lang  in  ’t  leeven.  Word  niet  
 alleen aangewonnen  door  haar  Z a ad ,  ’t  welk  met  een  
 wallende  Maan  in  April  hol  en  luchtig*  niet  bóven  
 een  ftroobreedté  diep,  in  de  aarde eens Pots  moet  ge*  
 legt  zijn  ;  maar ook door  de  aangewaffene jonge  Wortelen  
 ,  die  men  op  eeven  de  zelve tijd van  de  oude af*  
 neemt en  verplant. 
 K R A C H T E N . 
 V ingerhoedi  o f  Digitalis,  is  warm  van  aart,  en  
 droog in den eerften  graad. 
 D e  Bladeren in Wijn  o f  Bier gezoden, en daar  
 van een Roemer *s morgens nuchteren gedronken, doed  
 over geeven en purgeer en.  Is  goed  teegens allerley  vergif. 
   Neemt  wech  de  Galachtige  en Waterige vochtig-  
 heeden  :  opend de verftoptheydder Leever3  M i l t ,  en  
 anderer inwendige deden.  Verwekt der Vrouwen Maand-  
 Jlonden,  en  geneeft:  de  Wonden.  Het  zelve  doed  ook  
 ’t Poeder der Bladeren,  daar op geftroyd. 
 De  zelve  gebruykt  in  Honigwater,  en  zoo genuttigd, 
   reynigd de-2?or/£ ;  maakt  alle  taye -Fluymen  r ijp,  
 en  drijft ze  uyt. 
 Zulks  vermag  ook  het  Z a a d ,  o f   de  Wortelen,  
 in  het  zelve  Water  gezoden,  en  zomtijds een weynig  
 daar Van gedronken. 
 m 
 e X C V H I   H O O F D S   T   U   K. 
 D O R O N I C U M . 
 Liet  alleen  in  het  Neederlandfch,  maar  
 :  ook  in  het  Latijn  dus  genoemd  ;  en  
 -  daarbeneeyens  in  de  laaft-genoémde  
 ,  taal  A cqnitum  Pardalianches  :  
 \  in  het  Hoogduytfch  G emsenwurtz  :  
 in het Italiaanfch D oronico,  o f  ook  
 Ac on ito   Pardal ianches  minore. 
 Hier van zijn mij  in haren  aart bekend geworden vier  
 L onderfcheydene foorten;  te weeten : 
 NI.  D oronicum  R omanum  r ad ic e   scoRp i i ,  o f   
 Roomfche  Doronicum;  met  een  Wortel' welke  zich ver*  
 gelijkt  met  een  Scorpioen*  I I.  R omanum  r adice   
 brachiata ,  o f   Roomfche  Doronicum,  voordien  van  
 een Wortel met twee Armen.  III. F olio P lan t a g in is ,  
 o f met Bladeren van Weegebree;  ook genoemd A l u ma*  
 oFDamasonium.  IV .  D oronicum  A mericanum;  
 o f Americaanfche Doronicum.  Alle zijn ze van- de  zelve  
 Grond  ^0Hwing en Waarneeming.  
 fiardhcyd.  beminnen  een  goede ,  gemeene  ,  zandige,  en  
 welgemeftte grond:  een openeV vrije,  bequamelijk gelegene  
 plaats.  Konnen veel Reegen,  harde Vorjl,  en  
 allerley  ongeleegentheeden  der  Winter  zonder  eenige  
 fchade verdragen.  Blijven lange jaren in ’t leeven.  Gëe-  
 ven,  bij  goede tijden,  rijp Zaad, en  ieder Zomer nieuwe  
 Bloemen,  van  een fchoone geele yërwe. 
 Het  D oro nicum   A m eric anum ,  o f  Americaan-  
 fche  Doronicum,  fchiet op  ter hoogte  van  zes,  zeeven  
 Pf agt voeten;,  en. laat  ook  de  zienswaardigfte Bloemen  
 aanfchouwen  ,  welke  niet  haaft  vergaan.  In  ’t  rond  
 zijn ze  een  geheele  hand  breed;  beftaande  uyt  veertien  
 Bladeren,  het eene gemeenelijk Yeel breeder als het 
 andere;  öök zomtijds langer:  in  't midden vercierd-met  
 een  dikke ,  hooge  en  boven  ronde  Knop,  te  zaamge-  
 voegt  uyt  zeer  veele  kleyne geele Starretjens. 
 De  Bladeren  ■,  voortkomende  aan  hare  ronde ,  ge* Bladeren?  
 ftreepte ,  en  bleek-groene  Steden  ■,  niet  teegens  over-  
 malkander* zijn groot*  in  v ijf deden  gefcheyden,  doch  
 de bovenfte in drieën;  van welke  ieder een  vinger lang,  
 ook twee en  een  halve breed is;  dönker-groen  van  verwe; 
   aan de eene zijde veel fterker en dieper  ingezaagd,  
 o f  getand*,  als  aan  de  andere;  voo rfpits;  een  weynig  
 ruygachtig;  in*t aanraken wat  fcharp,  en  in  ’ t midden  
 voorzien met vêrfcheydene  groote  Aderen;  uyt welke  
 kleyne voortfchieten.  De Wortel is kort*  rond,  tamelijk  
 dik’,  en roodverwig. 
 Deéze foorten van Doronicum worden  niet alleen  aan- Wortel,  
 gewonnen  door  haar  Z a a d ,  ’t  welk met  een waflendfe  
 Maan van Maert  o f  April de aarde bevolen móet  zijn-;  
 maar ook genoegzaam  vermeenïgvuldïgd dooi- hare  aan*  
 groeyende jóngen,  welke men *  van  Zelfs  Wortelên  ge*  
 kreegen  hebbende,  op  de  genoemde tijd van de  oude  
 affteekt,  en verplant. 
 K R A C H T E N . 
 DE,  Bladeren en  Wortelen van  het  Doronicum Ro- Gebruyk  
 manum ,  o f   Roomfche  Doronicum ,  warm  en  
 droog in  den  eerften graad, zijn  de menfcheri-op  
 geenerley wijze fchadelijk,  maar' worden  tot  veele  gen  
 breeken  gebruykt,  om die te geneezen. 
 De  zelve  gedroogd, geftoten,en  daar vaneen Drach*  
 ma  met  Wijn  ingenomen;  o f  de Wortelen in Wijn  gezoden, 
   en  daar van  een Roemertje  *s  morgens gedronken  
 ;  o f  ook de Wortel geconfïjt ,  en  daar van  gëgeeten,  cluftas,  
 verdrijft de zwijmeling en draying  des Hoofds:  geneeft  Plant.  
 de  beeten  der  Scorpionen  :  is  goed  voor  de  Wonden-:  comerar'  
 dood  de  Wormen  t  opend  de  verftoptheyd  der  Dar-  l. 2. c. 74.  
 men:  neemt  wech  de  Hertbeeving:  en  is dienftig teegens  
 vergtf. 
 Een  loot  van de zelve met Vleefch o f  andere-fpij zen  
 vermengt,  en  te eeten  gegeeven  aan  Honden,  Wolven■ ,  73-  
 Pantheren>  en andere o f  giftige o f  fchadelijk Dieren, veroorzaakt  
 de zelve dè dood. 
 De  Bladeren,  o f  Wortelen,  aan o f  in  ’t Gemagt der Theophr.  
 OfTen,  Koeyen,  Paarden-,  M'üylen,  Ézels,  Schapen*  
 en  ahderer  viervoetige  Dieren-  gedaan  ,   o f  gehangen1,  
 doed  haar fterven. 
 Het  Doronicum folio Plantaginis *  o f  Doronicum met  
 Bladeren  van  Weegebree,  bij  zommige- ook genoemd  
 Damafonium ,  en  op  het  Neerlandfch  Wólverley  ,  in  
 Bier  o f  Wijn  gezoden ,  en-  daar  van  gedronken  ,  ge-  
 nèeft alle in- en uytwendige Vl'onden der geènë,  die zich Matthio-  
 door een hoogen val  hebben verzecrt;  o f  door  fwaren  
 arbeyd befchadigde en flijv e  Leeden hebben  gekreegen i  
 opend  de verftoptheyd der Aderen,  en van het geheelè  
 Ingenvand \  doed  Zeer  wel  water  loffen  ,  drijft  a f het  
 Graveel,  en  breekt de  Nieren-fieen. 
 Dit Doronicum is warm en droog  in  den derden graad;  Reneal-  
 oöfe  fubtyl van deelen*  miiS’ 
 C X C IX   H O O F D S T U K . 
 DORY CNI UM. 
 (En  aardig,  fchoon,  zienswaardig Ge- Namen.  
 Was,  word,  mijns weetens;  in geené  
 talen met een andere,  als deeze,  naam  
 beteekend;  behalven  dat  de Italianen  
 D o ricn io   zeggen. 
 Hier van Zijn mij  in  haren  adrf. be- Drie bfa 
 kend geworden  drie onderfcheydene foorten,  als i  zondert  
 *  '  r  .  loorten. 
 I. D o rycnïum   salamanticense ,  or Dorycnmm^ 
 groeyende ontrent Salamanca in  Spaan je.  II.  v alen *  
 t inum’*  voortkomende xtVolenden in ’ t  zelve Koning* 
 M m   |  rijkj