A uffenbladt : in het Franfch L aurier A lexan-
drin , en Hlrbe aux L angues ; en in net Italiaan
fcb Hippoglosso , o f ook L auro A lessan-
DRINO.
Twee bij- Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden twee
foorteQ0 bijzondere foorten ; namentlijk:
I. De alreeds gemeldde La urus A lexandrina ,
o f 7"ongeblad, uyt welks midden der Bladeren noch andere
kleyner, gelijk als Tongetjens, aardig te voorfchijn
komen. I I. Laurus A lexandrina vera, o f op-
regte Tongeblad, welke op have Bladeren geen andere ,
oi Tongetjens, heeft. Beyde zijn ze van de zelve Bou-
wing en Waarneeming.
Grond. z ij beminnen uyt eygener aart een goede, gemee-
ne , zandige , en met twee-jarige kleyn-gewreevene
Paerdemift tamelijk wel voorziene grond : een vrije ,
luchtige, gènoegzaam ter Zon geleegene plaats, en veel
Hoe in d ^ rater* Zjjn tamelijk hard van natuur: konnen ech-
Winrer ter> buyten blijvende, de ftrenge W inter-koude in dee-
waar te ze Landen niet wel verdragen. Moeten derhalven, in
neemen. Potten geplant y ’s 'Winters binnens hüys gezet, met
matige vóchtigheyd onderhouden, en niet voor- in *t
laatfte van Alaert, o f ’t begin van -April, na tijds ge-
leegentheyd , met een reegenachtige Lucht weer buy-
ten gezet worden.-
Bloemen Zij geeven in deeze Geweften bij heete en goede
Zomers ( eevenwel niet altijd) uyt het midden harer
Bladeren kleyne, Stars-wijze getandde Bloemtjens, be-
ftaande uyt zes fmalle Bladert jens , welke drie en drie
boven malkander zitten, en tuflchen den anderen door*
Ipeelen ; bleek-groen van verwe: in ‘t midden voorzonder
zien met een langwerpig paarsachtig , tamelijk dik Knop-
Zaad. j e . jnzoncJerheyd de eerftgenoemde foort: doch noyt
Aan win- eenig Zaad. Konnen echter bequaamlijk aangeteeld
ning. en vermeenigvuldigd worden • door hare aangewaflene
jonge Wortelen; welke men met een wallende Maan
in Maert o f -April van de oude afneemt, en ver-
plantt.
K R A C H T E N .
Durantes | Ongcblad, o f Laurus Alexandrina, is verdróo-
lih.Herb, I gende, ook wat fcharp en bitter van aart.
f n Wijn gezoden , en daar van een Roemer
c. 8. " gedronken, o f de Bladeren gedroogd, gefloten, enan-
J£gin.l.7. derhalflood daar van mét Wijn ingenomen , drijft uyt
cj^t 'ofc , de Nageboorte, ook ’t water der Blaas, en de koude Pü;
e% ,^7 Is goed teegens *t Graveel, én de Gefcheurtheyd: ver-
LHfit. I. 4. hinderd het uytfchieten der Aloeder; verwekt de Alaand-
tnarr. itf'jlondeni doed de Vroüwen gemakkelij\baren; en helpt
de Adoeder-opfiijging in een korte tijd.
Eeven ’t zelve vermag ook het Poeder van dé ’gedroogde
Wortelen.
Trag.l.i. Dit Poeder , beyde van de Wortelen, en van de
c. 131. Bladeren, droogd Wonden en allerley vuyle Zweeringen
op , als men ’t daar over ftroyd;
C C C I i r H O O FX> S T U K .
L I M O N I U M .
Namen. Q £1~d , zoo wel in ’t Neederlandfchy
als in het Latijn en andere Spraaken ,
mijns weetens, geenen anderen naam
.dan deezen; behalven dat de Italianen
Vijf on- ^ V a n dit aardig Gewas zijn mij in
derfchey- haren aart bekend geworden w/fonderfcheydene foor-
deneloor- - .... ■ ° • / 0^
ten. ten; namentlijk:
I. L ïmonium Marinum Belgicum , o f Nee-
derlandfch Zee-Limonium. I I . L atifolium L usi-
tanicum, of breed-bladerig Limonium uyt Portugal.
I I I . M inus, anders T enuifqhum L usitanicum,
o f kleyn , kleyn-bladerig Limonium uyt Portugal. IV ,
E l e g a n s S y r ia c u m Jive A s p l e n ia d e u m , o f fchovn
Limonium uyt Syrieny anders eedel Limonium met Bladeren
van Afplenium. V . L im o n iu m c a p i t a t u m
AMERiCANUM ,o f yeel-knoppigLimonium uyt -America.
Niet alle van eenerley Bouwing.
. Zij beminnen gemeenelijk een goede , zandige, Grond,
luchtige, met een weynig twee-jarige kleyn-gewreevene
Paerdemift en ’t Mol van verrotte Boombladeren ge*
noegzaam doormengde grond : een opene, warme,
wel- ter Zon geleegene plaats, en tamelijk veel W ater.
Verdragen, buy ten gefteld zijnde,, ongeerne de
Winter-koude. Worden derhalven, met een wallende Breed bl-
Maan van April in Potten geplant zijnde, ’s Winters rig, [
binnens huys gebragt, op een luchtige plaats ; be- k%n h*
waard zonder groote warmte, en met een weynig lauw- Lirao^
gemaakt Reegenwater onderhouden. W ij fpreeken nium.
dit van het L im o n iu m l a t i f o l iu m L u s i t a n ic u m ,
o f breed-bladerig Portugalfch Limonium, en van het
m in u s L u s i t a n i c u m , of kleyn Portugalfch Limonium.
Welke ‘beyde lborteh in deeze Landen Bloemen,
maar>hoyt eenig rijp Zaad te voorfchijn brengen.
Worden echter genoegzaam vermeenigvuldigd door Aanwin.
hare aangewaflene Wortelen; welke men met een waf- nin&
lende, Maan in April van de oude afneemt, en in Potten
verplant, v
Het L im o n iu m B e l g i c u m M a r in u m , o f Nee- Needer-
derlandfch Limonium, groeyende aan de Zeekant, ïs Hndfch
van een harden aart. Verdraagd fterke Vbrfi, en alle L-mo'
ongeleegentheeden der Winter, zonder moeylijkheyd.
G e eft, bij goede Zomers , volkomen rijp Zaad • "het
welk met de gedagte Maan van April wil gezayd zijn
in een vochtige, met zout Zee-zand vermengde grond.
Word ook noch op de voorgedachte wijze vermeenigvuldigd
door hare Wortelm, en blijft veel jaren lang in
hetleeveri.
Het L im o n iu m E l e g a n s S y r ia g u m , Jive A -Hce#
SPLENIADEUM, dat is a heerlijk,. Limonium tpyt Syrien, L.imo‘
o f met Bladeren van Steenyaarn, ^ boven al de andere SyrlcnT
van een bevallijke aanfchouwing:, is veel teederder van
aart. Brengd in deeze Geweften voort uyt een vingerdikke,’
bruyri-verwige, en voorTpits-toegaande Wor- Wortel.
t e f veelvoudige'fchoone Bladeren, haar op de aarde
een weynig in ’t ronde verheffende. Staan regt uyt.
De grootfte zijn'een kleyne hand'lang; voor twee vingeren
breed ;• - achter fm a l; in veele rond-tqegaande
deelen ingefneeden , gelijk het Afplenium , o f Steen- Bladeren. I
vaam : hard van aart; eeh wéyriig ruygachtig ; don-
ker-groen; ftomp toelopende: voor begaafd' met een
kleyn'fpitsje,' gelijk een Doorntje; en in ’t midden met
een regt-doorgaande Ad er ; waar u yt veel andere kleyne
•voórtfpruyten;
U y t haar Hert komen te Voorfchijn verfcheydene Stcc*CBl
ronde, ftijf-ftaande, gelijk als gevleugelde opfchieten-
de Steden ter hoogte van ontrent anderhalve vo e t; ver-
cierd met eenige gantfeh fmalle, ruym twee vingerbreed
lange j en twee , drie', o f vief bij malkander gevoegde,
voor fpits toegaande Bladertjens ; tuffchèft
welke andere , óok gevleugelde , doch korter Zijde- jjioemen.'
takjens uytlpruyten : op welker voorfte punten veele
digt bij een gefchikte, boven breede, ruyge Hoofdjens,
o f Knoppen, groeyen: waar u y t veele ronde, hólle,
aan de randen een weynig gekartelde, blauw-verwi-
g e , kleyne, 1ang-durende Bloemen opfehieten; en uyt
haar midden noch andere kleyner, doch höogér üyt-
walfende gantfeh witte Bloemt jens aardig voortko-
Deeze lbort bemind een zandige aarde, met twee- Grond«
jarige Paerdemift, het Mol uyt verdorvené Bpomen,
en een weynig een-jarige Hoenderdtek doormengd;
opk matige vóchtigheyd. Blijft niet meer dan' eene
Zomer in ’t leeven. Geeft in deeze koude Geweften
( warm gefteld) , bij goede jaren in den Herfjl dikmaal
volkomen rijp Zaad > en verfterft daar meê doch Zanb
moet