j j B eschryving van de B oomen, I B oek, 14
lijk te verdelgen : verkoren daar pp tot' haren Veld- j
overften P osthumium L iv iu m ; die, tot denRoom-
Jchen Raad gezonden, van haar begeerde,, dat z e , indien
ze niet alles, wat de Galliërs in hare Stad noch
hadden overgelaten, gantfchlijk verwoeft wilden zien,
hare Vrouwen en Doenteren, zoo veele als’er binnen
Romen gevonden wielden , gewillig in zijne handen
. zouden pvergeeven. Zij , met al de Vaderen hier over
zeer ontfteld , wiften n iet, wat haar in deezen hoog-
Tot ge- dringenden nood te befluyten ftond.: tot dat eyndelijk
dachtenis eene der Dienfimaagden, genoemd T xjtela, o f , ,zoo
eenel y^y' zommige willen, Ph ilo si.s , zich voor den Raad ver-
“ toonde, met aanbieding,, dat zij en hare, Medgezellin-
nen, in de Kleederen, en onder de naam harer, prost-
3Ven en Dochtcrcn, tot den vijand wilden gaan. Bij
dezelve gekomen , , begondenze al te zamen , ten teelten
van droefheyd, te weenen. L iv iu s haar verwelkomt
en begiftigd hebbende , verdeelde haar door ’t
geheele Heyr. Straks daagden ze .de Zoldaten u y t ,
om te drinken; d ie , over zulk .een. onverwachte én
aangename buyt ten hoogden verblijd,. hier in niet
weygerig waren , en zoo veel inzwelgden, datze haaft
dronken wierden. Doe gaven de Dienftmaagdcit van
uyt een VYGEftBOOM een vuur-teeken aan de Romey-
doordege* ” tg i welke °P ï® fpoedigfte uytvielen, al de vijanden
melde 8 dood floegen, en dep vrijwilligenRoof weer met zich
Dicnft* na (Je Stad voerden. . T o t een eeuwig-durende geheu-
deezer daad, wierd de gedachte Öfferhande een-
llm.in maal ieder Jaar verrigt. Plntarchns fchrijft deeze Ge-
¥ arall* fchiedenis van der Galli'erj Koning A t e p o m a r o , en
, noemd de voorgemelde Dienftmaagd A r e t a n a .
K R A C H T E N .
Bladeren. T ‘'Y E Bladeren der rjjgeboomen hebben een ope-
D t i l a8. I ' lnen de kracht,vermengd meteenigefcharpheyd.
taf. 10. n geftoten, verzachten en verteeren ze. allé
harde Gezwellen , Wratten , Exterogen., o f Likdoornen,
en doen ze fcheyden; daar op gelegt, en meê ge-
Mattb. Ei.
tab 99* JyBauh.
é, Chtrl.
ii.bifi.
Plant. c.
ó4.
Rijpe, of
variïche
Vijgen.
Paul. JE-
gm. I 7. 1
414.
Curt. 1.4.
Hort. 24.
fd.-fSo.
Drooge
Vijgen:
Galen. I. a,
de.Alimen.
m
Hoeftverdrij
»
ving.
’ t Zap uyt dezelve, defgelijks uyt.de onrijpe rijgen
(van veele Grojji en Erinei genoemd) is fcharp, en
openende van aart; j a , tot ontrent in den derden
Graad heet en droog:. 't Fondament daar meê gewree-
y e n , doet purgeeren: geneeft dt jleeken der Spinnen :
bedwingd en verdrijfd’t uytwajfende vleejch, deKnob-
beien, en de Wratten.
D e Rijpe o f varjfche rijgen ( van welke de witte ,
en die een dunne Schel hebben , de befte werden geoordeeld)
, zijn warm in den eerften, en vocht in den
tweeden Graad; ieder aangenaam te eeteii, doch zoo
zeer dienfti? niet voor de geene, die dikma_al van. t
CWyji, werden gequeld,, ten zij haarLigchaam yerftopt
ware. Matig gebruykt, bezwaren ze de Maait geénzins;
doch te veel gegeeten,zijn ze fchadelijk aan deLcever,
de M ilt , en ’t Gezicht: Verzachten en openen ’t Lig-
chaamv ook al de Watergangen: zijn derhalven dienftig
de geene, die van eenig gebrek in de Nieren o f
Blaas werden gequeld, ook die met ’t Graveel zijn be-
hebt : ftaan ’t rergif teegen doen zweet en .-en gee-,
ven‘aan 't V e l een goede verwe. ■
■ De drooge rijgen, welke men inKorven enVaatjens
vcyt Spaanje en andere Landen herwaarts br?ngd , ■ van,
veele Carica genoemd, zijn warm in den eerften Graad,
en een weynig vochtig van aart: voeden meer als de
varflche : verfterken ook beyde oude en jonge lieden:
verwekken evenwel dorfi, en zijn ondienftig voor de
geene die een zwakke Maag hebben : moeten daarom
niet te veel werden gegeeten, want zouden dan Wormen
doen groeyen.
T n Spijzen gebruy k t , zijn z e , weegens hare.zoetig-
heyd en vettigheyd, goed voor den Hoejl', voor de'
Borjl , en teegens de gebreeken der Longe ; inzonder-
hieyd- als men drie o f vier leepelen vol Rhijnfchc Brandewijn
, o f Atjtta vita .neemt , en tiaar in twee weekt
rijgen leg t; de Brandewijn mét een papiertje aanfteekt,
tot een zalfje, o f Jyrofflje laat uytbranden , en t zelve
dan gebruykt. f '
Met Hyjjop in Wijn gekookt, heeft dezelve kracht. Teegen«
Met Amandelen gegeeten , o f met dezelve ingelegt, ^
gelijk de rijgen-kazen zijn , welke uyt Spaanje wer- jnge.
dén gebragt, zijn aldergezondll, • en bequaam, om wands, i
alle verfioppingen des Ingewands te openen : zijn « $ § & £
goed teegens alle Vergift dé Pejl, en alle ontfieeking o f
hejmetting der L u c h t , wanneer men deeze Vruchten
gebruykt met Amandelen , Ruyte en een weynig
Zout. I ■ .‘Éi '»
’t Water, daar ze in gekookt z ijn, gedronken, helpt, verzee-
en verzacht de fmerten der geene, welke gevallen heb- binnen,
ben , o f van binnen zich verzeerd gevoelen : want dit
Water doed ’t geronne bloed fcheyden , en de pijn ver- jj
gaan. rijgen zijn ook niet ondienftig voor de Moeder- “ °a' * r*
ziekte. gelijk HippocRATEs getuygd. Ja, gezoden Loni.lib,
met Zaad van Fenegriek,j> o f Garften-tpeel, en de Vroti- Plan. 1. c.
\ wen Badswijs daar over gezet, brengd de Moeder seer 4-
in hare rechte plaats, wanneerze daar u yt verzet is.
Met Wijnruyt in Wijn gekookt, en als een^diftecr Colijlt.'
gebruykt , > is goed voor Colijk, en Bujktpijn. Wan-
neer zwangere rrouwen , op ’t uyterfte gaande , eemT
ge dagen voor de verlofting van deeze Vruchten eeten,
zullenze,genfakksliiker baren: doen tWater,.en t Gra- van Vij—
l veel lolfen: verzachten de pijn der Blaat: verwekken ^
*t zweeten s zijn dienftig te gebmyken in de Kinder-
pokjens, en Mazelen, vermits ze alle onzuyverheyd uyp- ,
; drijven. Met Tarwen-meel vermengd , maken ze rijp
en werLtLchxen dile ApoJlematien, Bloedzweeren, en dier-
: oelijke quade Toevallen : Maar gemengd met Garften-
’'meel, verteeren ze de gedagte Gezwellen , doen ze ,
fcheyden , en verdwijnen ; volgens ’t berigt'van G a -
: LENus. ' Welke kracht, doo rGod s alwijze Voofzie-
nigheyd, dén Propheet Jesaias niet verborgen is ge-
weeft: want hij maakte op deeze wijs een Plaafier, Jtfain
o f Catapjafma, van rijgen , welke hij lêyde op ’t Ge-
zwel van de Koning Hiskia , waar door ’t zelve ver-
dreeven , en de Vo rft in zijne worige ‘gezoudheyd
herfteld wierd, gelijk.de H . Schrift zulks getuygd.
’t Melkachtig Zap der Vygeboomen. moet inwen- Melkach.'
dig niet gebruykt worden, weegens zijne fcharpheyd,
waar door h e t . de irrdtten kan wechnéemen.' Met men.
Meel van Fenegriek_ en A z ijn vermengd , én gedaan c. Dorant,
bij andere dingen, welke menteegens ’t Podagra or-f°LlSf-
donneerd , ,is goed teegens deeze Qüaal. Met Meel
van Garften-mout doormengd, is dienftig voor d e.4éf-
laatsheyd, Schttrftheyd, en diergehjke onzuyverhéyd;
daar op geftreekeri.
’t Zelve Zap gedaan in de Wonden, veroorzaakt van Dolle
dolle Honden , Adderen , Slangen , en Scorpioenen ,
i geneeft dezelve. . Met Boomwol in de holligheyd der
Tanden geftoken ,t diep tot op de grond , verdrijft de
Tandpijn. In MOkjgdtemt;'- dbed ó e iA w f trm m a t ,
en dik werden.
De u4fch van Vygeboomen , gemengd mét wat Verbrand-
O lj van Rooien, geneeft de Verbrandheyd. De Lobg, ^ l d-
daar van gemaakt, is bequaam voor alle Schurft; daar
meê gewaffehen zijnde.
V I I H O O F D S T U K .
EGYPTISCHE VYGEN-
BOOM.
g jE e z e fchöone en gedurig-groenende Namcn j *
| Boom- fchijnt te zijn een foort van Egypti-
I Moerbeziën, wanneer men acht op de fc“e" J T
^ Bladeren neemt; die echter een wey- geD 00
^ nig dikkeren bleeker vallen: Evenwel,
f in aanmerking van de gedaante des
Houts,