K L I M i K A P P E. R s. 2 J4
■ Araeri-
Icaanlchc
pUim.
I Wat voor
■die Gewa
■ bemind.
iGebruj'k,
Bloem, van een zeerverftiaaklijk*fchooné roode vefwe.
Deeze Bloemen komen Tros-wijse bij malkander voort.
Meelt alle zijn ze van eqven dezelve Queekjng en Waar-,
neemmg.
Zij beminnen een goede , zandige, met twee-jarige
Paerde- en een weynig oude kleyn*gemaakte Köeye-
mift doórmengde grond: veel liever leen opene, luchtige
, vrije, en wel ter Zon ftaande, als een donkere,
o f fchaduwachtige plaats j ook veel Water. Geeve'n in
deeze Geweften ieder Zomer , i n ’t laatfte van Junipu
en ’t begin van J u liu s , wel Bloemen, maar gantfeh
«reen Zaad', behalven de F l a m m u l a J o v is , o f brandende
Klim ; die elk jaarin Julius Bloemen, en tee-
gens de Winter Zaad voortbrengd, doch niet voorzien
met volkomene .rijpheyd, ten ware in heete o f
zeer warme drooge tijden. Zijn zoo hard , dat ze
veel koude Herfft^reegenen, Sneeuw., Rijp , fterke
Korft, en alle andere ongeleegentheeden der Winter kennen
uy titaan.
. Het C l e m a t i s A m e r ic a n a f lo r e ph c bn ic e o
o f Americaanftche Klim , met een roode Bloem , uyt
Virginien gebragt, krijgt zeer fchooné Bladeren in het
lange aan hare regt-doorgaande Steel.',, altijd twee en
twee regt teegens over malkander ; acht, thien., twaalft
en zomtijds meer hv getal; doch voor in een eyndi-
gende. Heven alzoo ook aan hare voornaamlte , zeer
hoog oplopende» en haar zelven, gelijk de Klim, achter
met uytfchietende JDraadjens, -als korte Worteltjens,
■ vaft-houdende, ronde Steels ’t eerlte jaar groen , daar
na geheel bleek o f vaal. -Deeze Bladeren zijn van ver-
we zwart-groen ; onder bleeker; ruym een vingèr-lid
lang; een vinger, wat meer o f min breed; fteevigvan
aart: voor fpits toegaande; aan de kanten aardig zaags-
wijze getakt, en inwendig voorzien met een regt-door-
lopende Ader.; waar u yt meer andere , ontrent regt
.teegerts Over malkander, voortlcliieten. Het voor aan-
Itaande eyndigende Blad is geiïieeneljjk het groo tfte,
ook, tonder al$ d’andere , en m é t , een veel langer
punt vercierd.
Deeze Americaanftche Klim bemind een gantfeh
zandige, luchtige, en met twee-jarige Paerdemift vermengde
grond: een opene, vrije, en teegens een Muur
o f Schutting warm en wel ter Zon geleegene plaats.,
op dat des zelven ftralen onverhinderd daar op mogen
fpeelen : wil oök veel Water. In onze koude Landen
geeft deeze Plant nóy t eehige Bloemen > ten ware bij heete
Zomers ; en dan noch n ie t, als teegens een Muur ge*
fteld, o f de Scheuten op een Pannen-dak warm-gelegt
zijnde; gelijk in de j,aren 11552. 16 6^ .16 6^ . en meer
andere diergelijke, in d,e Maand September gefchied is.
Dan zitten ze veelvoudig en digt bij .malkander ge*
voegd; hoog u yt hare Knop, een Peer , o f die van de
dubbelde Granaatboom, zeer gelijk (gelijk meh ook
Ziet in de Bloemen van Tabdkft) opfehietende. Zijnde
op eevep dezelve wijze rond, van binnen h o l, doch boven
wijder open, en in v ijf deelen gefcheyden ; in het
.midden voorzien met eenige bleeke Knopjens ; anders
■ Yan een zeer fchoone roode couleur, met eenige donkere
ftreeken doorlopen, en een geheele vinger lang.
Dit Gewas is tamelijk hard van aart. Kan 2onder
groote fchade fterke Vbrft en andere pngeleegenthee-
den der Winter uytftaan , als men ’t met wat Run op
de Wortel bedekt. Word van naturen oud; en kan,
gelijk al de andere foorten, door de bij de Wortel u y t-
lopende jonge Scheuten, o f door de in de aarde ge-
bogene Takken, welke binnen een korte tijd wortelen,
genoegzaam aangewonnen worden. Met een wallende
Maan van APaert o f -April moet men ze van de oude af-
fleemen, en verplanten. .
Dikmaal word dit Klim geb ruykt, om daar mee
Zitplaatsen, Bogen, en Prieelen te bekleeden ; wijl
de Bladeren in de Zomer een aangename befchaduwing
veroorzaken; doch de zelve al te zamen in de Winter
Eten vallen.
K r a c h t e n .
K Lim is heet in- den vierden Graad ; ,-fcharp y Galen. Uk
bijtende van.fmaak, en de tongc zeer ontftec- simP-Med.
kendei Op de Huyd daan , maakt ze dezelve 7‘
vol Bleyne.n, en Zeèrigheyd, door de liitzige brandig*
heyd. Op allerley Schurftheyd gelegt ; verteerd ze de-
zelves,
. Het Clematis Peregrina, o f vreemde Klim, öp de DiofcMk
APelaatsheyd, oï^witte Zeeren, gewreeven , doed de- 4- 82;
zelve vergaan.
• kfet Zaad kleyn geftoten, en met Wijn ingenomen, Matth. Uk
drijft uyt. allé. heete, galachtige , en koude (lijmerige 4-cap. 7.
vochtkheeden.
L X I . H O O F D S T U K .
A P P E. R S*
|EeZ'e: aangénarïiè, én voor vëele een Verfchey-
| gezonde' Vruchteii-dragende Heeft er- nameni
:htige Plant, word in ’t Neederlandfch
met geenen anderen naam, zoo ved
|j>mi; bekend is;;v als deezen genoemd. 2s ? In het Latijn C a p p a iu s : in ’t Hoóg-
duytfch K a p p e r n : in ’t Franjch C a p p r e s ; en in het
ftaliaanfch C a p p a r o .
Hier van zijn mij in harén aart bekend. drie onder* Drie ^
fcheyde foorten; a ls :
I . C a p p a r i s f o l io r o t ü n d o , o f Kappers met onder-
ronde Bladeren, I I. C a p p a r i s fo l io a c u t o , 0fR!>eyde
Kappers, met Bladeren, voor een weynig fpits toegaande.
III. C a p pa r is leguminosa, live fabago , o f Kappers
met Vruchten als kleyne Peultjens. Niet alle zijn ze
van eeven dezelve Queekjng en Waarneeming, -
Zij beminnen , uyt een natuurlijke eygenfehap , War voor
een gemeene, zandige aarde , wel doormengd met ecn aard.c
Gruys van geftoten Steen-en Kalk, neevens een wey- zi^ bemin'
nig twee-jarige Paerdemift : een opene, luchtige ,,
yrije , warme , genoeg , ter, Zon geleegene plaats, en .
weynig Water.
Als ze oud geworden zijn, geevenze gemeenelijk eb Bloemen,
ké Zomer in Julius hare Bloemen; doch noyt in dee*. Z.aa.d,
i e Landen volkomen o f rijp Zaad. Zijn teeder van aart.
Laten niet alleen ’s Winters hare Bladercii vallen, maat
konnen ook niet veel koude Herfft-reegenen , Hagel,
Sneeuw, Rijp o f Vbrft verdragen. Moeten derhalven,
in ’t voorjaar iiiet een wallende Maan van April o f APay
in Potten gezet zijnde , in ’t laatft van September o f ’t- Teeder*.
begin van Ocbober, na geleegentheyd van de tijd, bin-^eyd > en
nens huys worden gebragt, en gezet in een goede luch- ^jana™ee~
tige plaats, .daar ze door de Venfteren , zonder eeni*
ge tochten', de Lucht en Zon konnen genieten zoo
lang - als ’t mogelijk is. ' M ogen ook in deeze tijd weynig,
o f geen lauw-gemaakt Reegen-water , -ook geen
al te groote hitte genieten. T e r dier oorzaak moet
men Ze niet dan bij vriezend Weer de warmte des vuurs~
door een yzere Oven laten gevoelen; o f ook wanneer ■
koude Ooft- en AToordewinden wayen. Niet voor half
April mag men Ze weer buytêni zetteti in de Zonde-*
ftralèn , met een zoete Lucht' en aangename' Réé-
gen; voorzichtig gewagt en zorgvuldig 'gedekt voor
koele nagten , vochtige dagen , en hayrige, Jchrale
winden.
In deeze Landen konnen ze niet anders aangmibuneh Aahwin-
.worden, als door haar Zaad, u yt heete Gewefteri b>- ™nS*
vergezonden : *t Welk men met een volle Maan yah
APaert, A p r il, o f May , niet meer als twee .Strop
breedte diep, moet zayen in een P o t , op eert gantfeh
warme piaats gefteld, o f zes weeken lang gedurig in
heete Paerdemift. Hevenwel kan deeze vermeenigvul-
diging zomtijds noch gefchieden door cene ter zijden •