xci h o o f d s t u k . in de Ooien gedaan» het Gezicht.
Eoi.l.n. Met het gediftillcerde Water van het Krxyd en dé
c.y. Wortelen, o f met de Wijn daarze in gekookt zijn . de
Neut van binnen gewaflchen, neemt daar uyt wech.de
quade ÏTeefch-takfyn, o f ujtwajfen, genoemd Poljfi, i
welke daar in groeyetf: ook dé Kanker, tóo wél in de 1
Mond als N eu s ; irizonderheyd als nien’e f het Poeder
eerft heeft ingeftroyd. - ■
x c h o o f d s t u k .
PENNINGSBLOEM.
Verfchey- L e f t in ’ t Neederlandfch deezen naam
de namen. b ek om en , g elijk o o k dien van Z i l -
jVm ^ ^ i i VERKRUYD , om dat dé Zaadhuysjens \
^ ^ | | d c e z e r P la n t , als ze „tot hare rijph e yd
geraken, %vit-blirikend zijn en yo tjd ,
i een Z ilv e re Penning niet ong elijk fchij-
nèndé. W o r d in het L a tijn geHeeten B ü l b o n a c h ,
v i o l a l u n a r i s , o f V io l a l a t i f o l i a ï in *t Hoog-i
duytfch M o n d v io l e .
Twee on- Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden twee
derfchey- onderfcheydene foorten; als:
dcne foor- j B uebonach r a d ic e perenni ', ©f Pennings-ï
bloem met een langdurende Wortel, I I . B ulbonAcH j-
o f V iola lunaris an nua, dat is , Penningsbloem,
niet meer als een jaar durende.
Grond. Joelde beminnenze een goede, zandige aarde, dobr-
mengd met een weynig twee-jarige Paerdemift, een
luchtige, warme, wel ter Zon gekegene plaats, en tamelijk
veel Water. Konnen fterke koude, en andere on-
geleegentheeden der Winter uytftaan..
Een-jarige De B ü l b o n a c h a n n u a , o f eenjarige Pennings-
Pennings- yioem^ bloeyd in de'tweede Zomer; geeft volkomen
bloem. - Zaa£ , en ^,^ 2^ daar meê. Moet derhalven irr
ieder Foor t ijd , o f ook wel om het tweede jaar, met
. een wallende Maan van Apr il, niet diep gezayd en de
aarde aanbevolen worden. ..
Maan-vio- ^ D e V io l a L u n a r i s r a d ic e b e r e n n i , 1 oiMaan-
let. of Pen- i/iolety Zilverkruydy Penningsbloem met een langdurend
kr^d'met W°rtel> blijft eenige jaren in het leeven. Geeft,
een,lang- na de eerfte opkoming, in het. tweede jaar, en daar
durende na elke Zomer, Bloemen y doch niet altijd eeven
Wortel* goed Zaad,
Word niet alleen door het gedachte Zaad aangewonnen
, het welk men met een wallende Maan van
Maert ‘o f 'April in de aardevlegt, maar ook door haar.
Aanwin- aangegroeyde jonge Scheutjens, die mén met de zel-
ning* ve Aprilfcbe Maan van de oude afneemt en verplant.
Dikmaal komen ze genoeg van zelfs v o o r t , door hét
neergevallene Zaad,
K R A C H T E N .
Do Jon. 1.6. "1~\Pnningsbloem y o f Viola Lunaris , is verwarmen-
c' ó- d e, verdrogende, afvagende van aart, en fcharp
in deJVlona.
Label. L \, D e W o r te len gekookt, ö f ook de groene Bladeren
fol. 396. gelheeden, en als eén Salade gebrüykt, zijn zeer goed
en gezoond,
Dè Bladeren, de Wortelen , en ook het Z a a d , in
W ijn gezoden , en daar van gedronken,. doen het
Water der Blaas lollen ; en verwekken de Maandfion-
den der Vrouwen.
B E R N A G I E .
S J I n w e l bekend Gewas ^ en in het Vctfch
Needertandjcb niet-alleen d u s , maardcnamen,
óok van veéle Borage genoemd: 'in
het Latijn Borrago p en B uglos-
sum v e t e rum .: in het Hoogdujtjck
B u RRETSCH , OCHSENZUNG tli
B lAüw h'immelstern : in het Frdnfch Bo rrache,
en in het Jtaliaanfck. Bo ragine.
Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden v i j f vijf aar.
aardige veranderlijke foorten, namentlijk : ,;. ; dige ver-
I . B o r r a g o f l o r e CceRULEo , o f B ernagie m et jke
een bla u w e Bloem * II. F l o r e Al bo , o f m et een w it- n’
u B loem , I I I . Sem p e r v I r e n s m a jo r , o f -grootó
a ltijd g roen b lijvende B ernagie, ' I V . S ebI p e r v ir in s
m in o r , o f kjeync B erp a g ie, die a ltijd groen blijft,.
| V . B orrago minor verrucosa flore variega-
1 T?0[i o f kleyne kfuypende B e r n a g iemet witte plék^en
als kleyne Wratten op hare Bladerens en fchoone Bloemt*
jens^ met dbnker-roode ftreepen verciérd op een witte;
verwe , van een aangehaam-Bevallijke aanfehou«
wing. ; Niet alle zijn ze van de zelve Oueekjng cn
Waarneeming,
: Eevenwel hemibnerize al te zameh een goede , ge- Grond.'
meehe , zandige grond, met oude Paerdemift genoegd Bbcying.
zaam voorzien: een opene., warme plaats, en'tamelijk
veel Watef. Bloeyen ieder jaar,. en-geeven.rijp Z a a d ,
De B orrago .fljqre cceRüxÊo’, e t albo:, of Borage
B orage, m et b la u w e , en met w itte Bloem en , diirenmetcm
niet meer dan eéne Zonter. Geeven in den H e rffi: v?ol- eo
komen rijp .Z a a d , en verfterven daar meê. Moeten witlc H
derhalven ieder V o o rja a r, met een wadende Maan van Bioem.
A ia e r t y op niéuws weer . gezayd zijrr. Dikmaal komen
ze ook van zélfs genoeg te voorfchijrr, door het
neergèvallene Z a a d ,
. D e B orrago verrucosa minor flore varie- Borage
gato , o f kleyne Borage m et w itte W ra tte n en een bonu
B lo em , is de- teederfte van alle. Bemind een zeer war- en efn'
me plaats, voor alle koude; Q ofie- en- N oorde-w lnden bonte
befchut. Moet ieder jaar met een wallende Maan van Bloe®*
M a e r t o f A p r il in een P o t , o f anders in de aarde op
eeirwarffié ptaafs , niét diep gèzayïJ ,~én dikmaal "met
water begoten wordenv Al? ze ’ ppgekomen i$,T moet Aanwin*
men ze laten ftaan_, en niet, verplanten., z;oo geeft ze ^ u}!t
noch voor de W. in t er .rijp % aad j maarwprd don onverwacht
van het feeven beroofd, wijl ze niet langer
: ih ftaat kan blijven. Van veele in de Sarde 'geleyde .
Z a a dk prlen komen zelden meer als eén of- twee té dM .'
yöorfchijn, dikmaal niet een; al is ook het Z a a d noch
zoo rijp; het welk rondaehtig pla t, gelijk een Schild,
is; onder voorzien met een hollrgheya, en kleyne witte
plek o f ring, daar het aan vaftgezeete» heeft. Doch
| als men, -na verloop van eenige Maanden, de aafdé
’ roérd , o f'omw e rpt, ziet men hier en gifitfeh1 een
P la n tje verfchijnen. Ik hoüde derhalven voor beft ,
dat men in v f anuarius het Z a a d in een Pot zayd-,- en
! de zelve dikmaal met Water voorziet; o f in de aarde
I met een wallende Maan. van O Ü ober o f N o vem b er *,
| zoo komt. het in het V oorjaar o p , 'alhoewel' wey-
1 nig, in getal.
Zij krijgen , u y t een , eerft geheel w itte , d'aar na Woftc*
■ bleek-brüyn wordende, ontrent een vinger dikke en
; lange, regt in de aarde neerfthietendé, en met veéle Vée-
i zelen voorziene; in de Mond geknauwd, lieflïj’k-aan-<
genaam van fmaak lijnde, doch wat te zarftentrekkende
Wortel, verfchéydene S te d e n , regt uyt het Hert voort* Stecc®
komende; meer óp de aarde neerleggendé, als opwaarts
gekeerd ftaande. D e grootfte is een kleyne hand.lang;
de andere zijn veel korter,rond, bleek en helder groen,
van boven.na.de Zon en Lucht gekeerd pürpuiachtig
;