4<*J S a n t o r i e .
G ron d .’
Plaats.
Hardhcyd.
Gcmcene
, klcyne
Santoric.
iK le y n e
|Santorie
>t Portuf
deren va:
lArtidoc-
I Bladeren,
I Steelen.
Zij beminnen eevenweJ al te zamen een goede ge-
meene aarde, doormengd met een weynig twee-jarige
Paerdcmift) Mol der verrotte Boombladeren, en zeer
vee!zand: een opene, v r ije , wel-geleegeneplaats, en
matige vochtigheyd.
Konnen tamelijk-wel fterke koude en andere ongelee-
gentheeden der Winter uytftaan; inzonderheyd al de
gtoote feorten: en niet een weynig Schoenmakers R u n ,
o f droog Turfmul gedekt zijnde, blijven ze veele jaren
in ’t leeven. Bloeyen ook al te zamen; doch geeven geen
volkomen rijp Z a a d , anders als met zeer warme en
drooge Zomers. Konnen echter ook vermeenigvuldigd
worden door hare aangegroeyde jonge Wortelen; welke
men met een wallende Maan in Aprtl van de oude moet
afneemen en verplanten.
Het C e n t a u r ïu m m in u s v u lg a r e , o f gemeene
kleyne Santorie, verdraagd ook -, buyten ftaande , de
Winter-kpude. Brengt , in dq tweede Zomer, Bloemen
voort. Geeft volkomen rijp Z a a d , en vergaat daar
mee. Moet derhalven met een waflende Maan van
April, niet diep in een P ot, o f andere warme zandige
plaats, de aarde weer aanbevolen worden.
Het C e n t a u r ïu m m in u s p u r p u r e u m L u s ita n i-
c um , o f klcyne Santorie uyt Portugal, met een pur-
pure Bloem , fchiet in deeze Ge wellen ontrent een:
Maatvoet hoog op. Heeft aan zijne ronde teedere
Steeltjens, boven verdeeld in veele zijde-takjens, bleekgroene,
blinkende Bladertjens, een lidvan een vinger,
wat meer o f minder, lang; ontrent een Stroo breed ;
elfen en lie g t ; voor ftomp-rond toegaande : en daar
gemeenelijk wat breeder als in het midden. O p de bo-
yenfte punten harer teedere Takjens ziet men veele Bloemen,
in gedaante niet ongelijk die van de kleyne gemeene
Santorie, o f C e n t a u r ïu m m in u s v u l g a r e ; doch
meer als de helft grootqr : ook beftaande uyt v ijf voor
fpits toegaande Bladert jens.
Het C e n t a u r ïu m m in u s s p ic a t u m f l o r e r u -
bro , o f kjeyne Santorie met een ronde gcayrde Bloemt
is, gelijk ook de voorgedagte kleyne Santorie uyt Portugal
met een purpure Bloem, veel teederder van aart.
Beyde konnen ze op geenerley wijz& koude Herfft-fee-
genen o f harde Vbrfi verdragen. Moeten derhalven,
met een walfende Maan van April in een Pot gezayd,
niet,verplant; in het begin van OElober binnens huys
op een gantfch luchtige plaats gebragt; met weynig
lauw-gemaakt, o f wel geen, Reegen-water van boven
begoten, en niet voor in het begin van April, met een
zoete Lucht en aangename Reegen, weer buyten gefield
; dan noch echter voor veel nattigheyd, hayrige
Oofle- en Noordenwinden wel gedekt en verzorgd zijn,.
Blijven niet langer als tw ee Zomers in ’t leeven. Krijgen
ooi? volkomen rijp Zaad, en fterven daarmeê. Konnen
m deeze Landen door geen ander, middel, als door het
gemeldde Zaad, worden aangewonnen.
Het C e n t a u r ïu m m a ju s fo l io C in a r jE , o f
groote Santorie met ‘Bladeren van Articiocken, brengt
i uyt een dikke, fterke, van buyten ontrent zwart-verwige,
van binnen witte, groote, onder gemeenelijk in twee o f
drie deelen gefcheydene Wortel, ziens-waardige Bladeren
voort’, digt bij de aarde, op de wijzedergemeene
Articiocken gefield. Zijn onder bij de Wortel, aan de
Steel rood , boven na de Zon gekeerd donker-groen-
verwig, wat blinkende; onder, ook aan de Steel, be-
kleed met een gantfch ruyge Wolligheyd: een Maatvoet,
Wat meer o f minder,'lang; een halve ruym, en ook
minder, breed; in veele deelen gefcheyden, gelijk die
van de Articiocken , doch niet zoo fp its , maar vóór
breeder en ftpmper eyndigende ;• zagt van aart; niet
alleen regt door, maar ook in het midden begaaft met‘
een groote Rugge, o f Ader, waar uyt andere kleyner
voortvloeyen..
V y t het middelfte Hert deezer Bladeren komen in
n * ! " * een ° f twee Steelen te voorfchijn.
uder zijn ze een vinger dik j anderhalve, zomtijds
C E P £ A . 4 66
ook wel twee Hout-voeten ho og ; omtrent rond; ge.
ftreept, en uyt den grauwen wit-verwig. U y t welker
bovenfte punt alleenlijk een o f twee Bloemen bij mal- Bloemen,
kander voortkomen; bleek-blauw van verwe, en beftaande
u yt ontelbare zeer fmalle en fpitsze Doornige
punten, o f Bladertjens. Als deeze eyndelijk in haar
zqlven vergaan, laten ze achter in hare inwendige hayrige
ruygheyd een lang, dik, hoekig, en bleek-bruyn-
verwig Z aad; ‘ t welk niet altijd, maar alleenlijk zom- Zaad.
tijds, bij goede Zomers, tot volkomene rijpheyd geraakt.
M e tr, een ’ walfende Maan in April moet men
het, èen vinger breedte diep, in de aarde leggen. En
alleenlijk door dit middel kan deeze Plant vermeenigvuldigd
worden.
K R A C H T E N .
D E groote Santorie, o f Centaurium majus , is Bod. in
warm en droog tot in den derden graad; ook te
zamentrekkende van aart.
De Wortel m Wijn gezoden, en daar van gedron- Apulej.
ken, o f twee Drachmen van het. Poeder met Wijn in- P *Htrb.
genomen, verdrijft de pijn der Leever\ ook de Hoefl ,
met Zuyker vermengt: is goed voor de Engborjligheyd; Med.simp.
voor alle gefpannene, gebrookene en gekrompene, zoo 7*
wel in- als uitwendige Leeden; voor de M iltzu ch t, de mjÊ.' I’ 3*
fmerten der Moeder ,B u y bekrimping , Pleuris, zijde-
pijn , Bloedrrjpowwing. Geneeft ook allerley Wonden.
Verwekt daarenboveride Maandfionden, en doed de
Vrucht gemakkglijk^ter Wereld komen.
De kleyne Santorie, o f Centaurium minus, is warm Mefueslib*
en droog in den tweeden graad,: daarbeneevens afvagen- simp.c. io.
de , fcheydende , openende, zuy verende, en allerley
dikke vochtigheeden dunmakende.
In Wijn tot op de helft gezoden, en daar van ge- Mtius l. i,
dronken: o f een Drachma van het Poeder der gedroog- Serm-
de Bladeren mèt Wijn ingenomen: o f ook het uyt-
geparftte Zap met Wijn te drinken gegeeveri, opend c.+i.
de verftoptheyd der Leever en Adilt: verdrijft het Co-
lijky doed de Wormen fterven : verwekt (fe Maand-
fionden der Vrouwen : verzacht de pijn der Moeder;
drijft uyt de doode Vrucht: geneeft de Wonden, allerley
Zweeringen , Fijlelen , en lopende Gaten,’,, het Poeder
daar in geftroyd zijnde. Verfterkt daarenboven Ka fis HL
_ de Zeenuwen: is goed teegens de Koortzen: jaagt door sim. t. \6.
de Stoelgang a f de Galachtige vochten : heeld de bee- 3.
ten der Slangen : hëlpt de geenei die vergif in ‘t Lig- jjat.stir.
chaam hebben gekreegen, als men het Zap met. Edik
. vermengd gebruykt. ’t Poeder met Anijs en Carwe-
zaad in Wijn om den anderen dag ingenomen, is zeer
goed teegens de Waterzucht.
Het Zap met Honig o f Candy-zuyker vermengd , Serapiolib.
en in de Öogen gedaan, neemt’er de onzuyverheyd van ca?‘
wech , en‘maakt een klaar Gezicht.
C X X X V I I H O O F D S T U K.
C E P M A.
S En meede-foort van Sed u .m m in u s , Naam.
o f k l e y n e D o n d e r b a a r d , wo rdalleen
met deeze, en, mijns.weetens, geenen
anderen naam, in alle talen be-
Bemind een gemeene, zandige, o f Grond,
.geen zandige, gemeftte o f ongemeftte, en zoo wel een
.drooge als vochtige grond: zoo lief een opene, .vrije,
luchtige, en wel ter Zon geleegene, als een fchaduw-
achtige plaars: matig, en ook veel reegen. Blijft eene
Zomer in ’t leeven.
Bloeyd in het laatfte van May, of het begin van J u - Bloeying.
. nius. Geeft ook voor den Herjfl volkomen Zaad; en *z,aad’
yerfterft daar mee. Word derhalven met een wallende
G g ^ Maan