6 o 7 B e s c h r y v i n g d e r . K r u y d e n , B o l l e n e n B l o e m e n , III B o e k , ó o $
waar in niet als bij vriezend W eer word gevuurd;
G t tl. l . 1
d e A l tm .
fae c. fS
k r a c h t e n .
GIngidium is warm in den eerften, en droog in den
tweeden graad; daarbeneevens te zamentrekken-
de van aart. ' ..
Rauw in een Salade gegeeten, o f gezoden zijnde
%7È 6'l i met andere fpijzen gebruykt, o f ook in Wijn gekookt,
<■ . 167. ' ' en daar van gedronken, is goed voor de Maag, de
Blaas, doed gemakkelijk. wateren ; loft het Graveel
en de Steen ; verwekt eetensluft, en der Vrouwen
Maandftonden. Is goed teegens de Peft, en alle andere
. befmettelijkè .Ziekten. • ■ :
Durnni. De Bladeren geftoten , en op der Vrouwen Worpen,
hiß. riant, gelegt, fcheyd de geklonterde Adelzin de zelve; ook
M 1081 ’ t geronnene Bloed tuffehen vel en vleefch zittende, veroorzaakt
door liaan , vallen , o f eenig ander ongeluk.
Geneeft ook alle Wahlen en Gezwellen.
Grond.
C C X L H O O F D S T U K .
ZWAARDKRUYD.
E t deezen naam in het Ncederlandfih
gi!’ bekend, word in het Latijn gehéeten
G ladiolus , o f E nsis : in het
Hoogduytfih Schwertel i in het
Franfih Glais, o f G layeul : in t
Itaüaanfch G ladiolo , Senesi , öf
ook M onacucciE. ■ •
Ecnige Hier van zijn mij in haren aart bekend eenige veran-
' verander- derlijke fo’orten, als: '■ '■ ■ ■ .. ’.••* 1
lijke foor- j q ,_adiolus jlore rubro , of Zwaardkruyd
tC°' met een roode Bloem. I I . B inis floru# ordinibus
c in c t u s , of met twee ordren van Bloemen verciérd.
I I I . Flore c a r n e o , ó f meteen lijf-vermge Bloem.
IV- F lp .re a l b o , of met een witte Bloem. V. C a-
p it is B oniEspei flöre phccniceo , o f Zwaardkruyd
van het Hoofd der goede Hoof , met een fehoohe
rood-verwige ‘Bloem ; en dan noch meer andere; niet
alle van de zelve Bouwtng en Waarneèming,
Zij beminnen echter al te zamen, uyt eygener aart,
een goede , gemeene , zandige , en met twee-jarige
Paèrdemift wel voorziene grond: een vrije, genoeg ter
Zon geleegene plaats.;: v e e l, en ook weynig Water.
Geèven niet,.alleen ieder Zomer Bloemen , maar ook
dikmaaf rijp:Zaad.. Verdragen j allerley ongeleegent-
heeden der IGinter. Mogen o o k , om het tweede o f
derdejaar, in ’t laatfte van 'Julius opgenomen, in een
dropge.plaats bewaard,,en in September, met een volle
Maan, weer in de aardé gelegt worden. :
. Yeel bequamer worden ze aangewonnen door hare
jonge Bólletjens , die men , uyt de aarde opgehaald
zijnde , van de oude afrteemt, als door haar Z a a d ;
t welk met een waffende Maan van September ruym
een ftroóbreed diep .de aarde moet aanbevolen zijn ;
en wanneer het in ’t volgende Voorjaar opgekomen i s ,
niet yoór in ’ t zeevende ö f agtfte jaar daar na de eerfte
.Bloemen geeft.
De G ladiolus C apitis Bonjespei flore phce-
1 NiCEO , o f Zwaardkruyd van Cabo de bonn Efperance,
bonn’ E ^et Hoofd der goede Hoop in Jlfrica, met een roode
lperancé" *Bloem,, is teederder van aart dan al de andere. Geeft
in deeze Geweflen geen*Bloemen , anders dan bij heete
Zomers ; maar noyt. eenig Zaad. Bemind een goede
Zandige grond, met twee-jarige Paardemifl, een weynig
een-jarige JHoenderdrek , en t Mol van verrotte
Boombladeren doormengt: een luchtige, vrije, wel-
Hoedanig geleegene plaats, en matige vochtigheyd. Kan gant-
het waar- fchelijk niet verdragen veel kpude Herffl-reegenen, Rijp
mo°twor-.of Jlerke Vbrfi. Moet derhalven , in een Pot twee
den. vingeren diep gefield , in ’t begin van OU ober binnens
huys gebragt, en op een luchtige plaats gezet z ijn ,
ning.
7,waard-
kruyd \
durende dien tijd met weynig o f geen vochtigheyd onderhouden
, en niet v o o r in ’t begin van -^r*7weer
buyten gefield worden.
Men kan haar in onze Landen niet anders aanwinnen Aanwin,
en vermeenigvüldigen, als door hare aangewaïïene jonge ning.
Bolletjens, op de gemeldde tijd opgenomen.
K R A C H T E N .
D E Wortel, o f Bol, yan' Zwaardkruyd, in het la.
Latijn Gladiolus, is verteerende, verdrogende,
en te zamentrekkende van aart. Lhfc. i.a
De zelve gefloten, met Wijn en Wierook vermengt; c-
dan op Wonden en gequetfle Leeden gelegt, trekt uyt
alle Doornen, Beenfchilferen , en andere onreynighee-
den in de zelve. Met Meel en Honigwater vermengt,
ontdoed, vermorwt en verteerd de Klieren ; ook allerley
harde en taye Zweeringen.
De Bolwortel gefloten en daar van een Drachma LoM. I.
met Wijn ingenomen, doed gemakkelijk water lo f-fa 'l6-\
Het Poeder der gedroogde Bladeren en Wortel met J. i au.
Wijn gedronken, doed de M ilt verteeren, verdrogen, re»b- t <■
en neemt’er de fmerten. van wech. Verdrijft het Co-
' lijks een kleyn weynigjePeêper daar bij gedaan zijnde;
en flild zeer wel het Bloed.
Het geflotene Zaad met Ezels- G e yten -o f Schapen- jpuhj;
Melk gebruykt, is defgelijks zeer goed teegens ’ t Colijk, ijMj
en alle andere winden des Buyki• ' . ^
D e Bafi dér gedroogde Wortel gepulverizeért , en *
met Wijn ingenomen / is goed voor de koude- of
Druppelpts; het Graveel, de Breuken der Kinderen,
inwendige gezwellen ; en verdrijft ook de fmérten
van. het * Colijk.
L I H O O F D S T U K .
L A U X.
genoemj
Needcrland]
nentlijk :
ian elk, .zoo wel in het Namen./
als. L a tijn ; en , mijns;
weetens ;. met geenen anderen naam
t bekend, als alleen vanzommigeMELK-
KRUYD -geheeten.
Hier yan zijn,'mij in haren aart vijf onkundig
geworden v i j f foórten; na-
I. G laux supina L usitanica , o f PortugaljZh .
Glaux, achter-over 'leggende. I I. Supina vimiNosa
L usitanic a, o f achter-over)leggend Portugalfi'h
Glaux met lange buygaatme Takjens. III. Palustris,
o f in waterachtige plaatsten voortkomende. IV . Se-
mine cordato , o f Glaux met een Zaadhupje,\een
Hert gelijkyormig.: V . G laux exigüa Marina,
oikléjnc Zee-glaux. Niet alle zijnze van de zelve Boa-
wipg en Yl'aarweming. .• :’’-7 " r jnren
Het G laux viminosa SppiNA L usitanica , |
,of leggende Glaux uyt Portugal, met lange'buygxame.^^.
Takjens, krijgt, aan teedere veelvoudige Telgjens, korte,
kleyne, doch een weynig in de lengte breedachtige
en hol geftéldp Bladertjens, zoo uyt de .eene .als
•uyt de andere zijde voortkomende.: teeder en dun van J
aart; voor ftompachtig toegaande ; in ’t midden alleenlijk
met een Ruggetje voorzien : zittende zes o f agt
aan haar doorgaande Steeltje, niet regt teegens malkander
o v e r , maar aan de eene zijde twee o f drie, aan de
andere drié ö f vier ; doch altijd voor in een eyndigen
de. D e vérwe is donkergroen. Dufdanig ts . ook
.gefteld het G laux supina L usitanica, o f achter
overleggende Portugals Glaux. _ n Groo^
Bemind een goede, gemeene, zandige, en met een
weynig twee-jarige Paardemifl-doormengde grond