Leever, en alle inwendige deelen des menfchelijken
Ligchaams ; verflaan de Do r fi; zijn zeer goed voor
de Bloedgang, ook in alle peftilcntialc en brandende
krankbeeden.
Lênicer. j 4elbez.ien-z.ap met Zuykër als tot een Bry ge-
genoemd Rob, heeft dezelve kragt en uyt-
werking. Verdrijfd daarenboven de Henklopping ,
het Braken, de opwerping van de Maag, en verwekt
eetcns-luft. 't Zelve Zap gedaan in een Glas,
o f fteene V a t, als het gegierd o f uytgewerkt h e eft,
kan men een geheel jaar lang goed behouden, en in
Spijzen gebruyken.
Adbezten Dé jonge Bladeren, o f ook de knoppen der Blade-
bladeren. ren Van zwarte jielbezien, in Spijzen gedaan , zijn
Zeer gezond ; verdrijven de Wormen, en weerftaan *t
vergif, De Zlelbezten zelfs in Brandewijn gelegt 3 en 5 morgens daar van gedronken, zijn goed teegens ’t
Graveel, en een quade o f peftilentiale Lucht,
X X X I . H O O F D S T U K .
RO OZ E BOOM.
Namen. f t S t ï ï a ^ M S jE e z e wel begeerde, van ieder zeer ge-
^ |liefde Plant; niet alleenlijk om hare
rzeer fchoone, bevallijke, bloozende
fen vermaaklijke verwe, maar ook om
(f hare verquikkende, verfterkende, aan-
__fgename en lieflijke reu k, een regte
Koningin der Bloemen, werd in ’t Neederlandfch niet alleen
dus, maar ook R o oze laa r van veele genoemd,
in 't Latijn R osa: in het Hoogduytfch R osé : in het
Franfch R oses ; en in het Jtaliaanjch van gelijken
R osa.
Meenig- Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden
herdcler meer ^an dertig bijzondere beziens-waardige , en in
verfchey- hare Bloemen voomamentlijk verfcheydene foorten, alle
de foorten. in mijnen Fhuyn te zien ; waar onder ook geteld moet
worden eene met een zeer fchoone, Purpurachtige
blauwe Bloem, doch zonder reuk , welke de Hertog
van B ornonville uyt Italiën eerft te Brujfel heeft
gekreegen. Onnodig is *t, al de gedagte foorten hier
voor te ftellen; doch vermits ze niet alle van eeven dezelve
Queeking en Waarneeming zijn, zoo zullen wij ,
eerft in ’t algemeen van de Roozen gefproken hebbende,
alleenlijk handelen van de zu lk e , die in haren aart iet
bijzonders hebben, waar op te letten ftaat.
cca °dc ^ te 211111611 beminnen ze een gemeene , zandige ,
zij bemin- b e n ig e , ook een kleyaehtige, luchtige, en met een
ncn. o f t wee-jarige Koeyemift genoegzaam voorziene grond:
een opene, v ry e , wel ter Zon geleegene; o ok, doch
niet zoo geeme, een fchaduwachtige plaats, en veel
Water. Geeven niet alleen jaarlijks in *t laatfte van
May, en begin van Junius, een heerlijke Bloem, maar
ook dikmaal volkomen rijp Zaad. Verdragen Sneeuw,
Rijp , fterke Korft, en aUe andere ongeleegentheeden
des tijds, zonder eenige moeyelijkheyd.
O p drie bijzondere wijzen worden ze aangewonnen ;
te weeten;
Aanwin- Eerft, door Zaad; ’t welk met een volle Maan van
111 g Ottober o fNovember in een P o t, o f Bakje, om ’s Wm-
•doorhaar ters 5 ^ ^ huys bewaard te konnen worden, een ftroo
breedte diep werd gezayd. Dan komen in de volgende
Zomer veele jonge Roozeboomtjens daar van te voor-
fchijn ; welke echter zelden voor ’t zeevende o f agtfte
jaar daar na eenige Bloemen van aanzien dragen ; maar
gemeenlijk alleen enkele.
Door jon- 7"en anderen, door hare bij de Wortel o f boven de
gc Loten, uytgefchotene jonge Loten ; welke o f van zelfs
Wortelen vatten; o f , en veel eerder, dezelve bekomen,
ingefheeden en met aarde aangevuld zijnde. DeeZe
mag men niet alleen door de gantfche Herfft, maar
ook in Februariw of Maert y met een waflende Maan
verplanten : en wanneer ’t in September gefchied , dragen
ze noch in de volgende Zomer Bloemen.
Fen derden'. Snij in Februarim, met een volle Maan, Zonder*
zoo veele Loten a f als gij begeerd, van twee o f drie 1‘pgema-
Leeden in hare langte. Maak dan gruppels, o f groef- v.an
jen s , op een nieuwlijks gemeftte donkere o f fchaduw- nin».
achtige plaats: leg’er deeze Loten in, plat neer in de
lengte, en ftroy’er zoo veel aarde over , datz’er drie
vingeren breedte onder bedekt zijn. Hou dan deeze
grond wel zu y ver, door ’tuytwiedenvanallerley ruygt;
en begiet z e , bij droog W ee r , zomtijds eens met Ree-
gen-water. Dus zullen ze binnen een korte tijd niet alleen
van zelfs Wortelen fchieten , maar ook jonge Loten
voortbrengen : welke men twee jaren lang op dezelve
plaats laat ftaan. Daar na werden ze opgenomen;
een weynig afgefnoeyd, en verplant, ftraks na de volle
Maan van Ottober o f November, opeen luchtige plaats,
waar men wil.
Indien iemand groote, fchoone, zeer uytfteekende Om altijd
Roozen wil bekomen , die fnijde ieder v ijf jaren zijne we*jra‘
Roozeboomen tot de grond toe a f , en vervarflche de R.00ze-
aarde genoegzaam met twee-jarige Koeyemift. In elke boomente
Herfft-tijd, ontrent Ottober, een weynig voor volle hebben.
Maan, neeme hij dezelve met een Schaar boven af; zoo
zal hij zijnen H o f gedurig voorzien vinden van goede,
dierlijke Roozen. Want in dien. een Roozeboom weldra-
gende zal werden, zoo moet hij ieder jaar gefhoeyd
zijn.
De R osa flore lu teo pleno en lu teo p le - Geeledub.
NO RUBRIS MACULIS VARIEGATO, o f GEELE D U B - J ^ ^ 5'
BELE R o o s , en DUBBELE GEELE ROOS, MET ROOe- geclcR00*
de streeken en plekken vercierd, zijn van zulk met rood«
een aart, dat ze willen gezet zijn op een goede warme ftreeken.
plaats, en dikmaal met Water begoten. Als hare knoppen
zullen beginnen op te gaan, moet men ze wel wagten en
dekken over nagt voor Reegen en Dauw , anders bellij
men ze boven zeer ligtelijk, en konnen zich dan
niet openen. Geeven o ok, bij drooge Zomers, gee-
ne Bloemen , indien ze niet dikmaal met Reegen-
water aan hare Wortelen zijn begoten geweeft. Wee-
gens de veelheyd harer bladeren barften ze zomtijds in
net midden van malkander. Zijn van een fchoone,
; gantfeh aangename, en verwonderens-waardige hoog-
geele verwe, waar onder zich in de eene foort een aardig
rood vermengd.
De R osa semper virens, flore carneo p le -A ltijd
NO, o f MENSANA , dat is , ALTYD GROEN-BLYVEN-SroeJn'*,lil‘
de R o o ze bo om , met een dub b e le ly fverw i- roozc.
ge B loem , o f die ieder Maand door ’t geheele jaar boom.
Bloemen en Knoppen geeft, blijft wel, ’s Winters buy-
ten ftaande, gelijk de andere foorten, over, doch verheft
dan hare anders altijd blijvende groenheyd. Moet
derhalven met een afgaande Maan van Ottober, No- Hoe war
vember o f Februarius in een Pot gezet zijnde, in het ^e"CCom
laatfte van Ottober, o f wel eerder, 9a geleegentheyd door't ge*
van de tijd , binnens huys op een bequame plaats ge- heelejaar
bragt worden , 'daarze door■ de Venfteren teegens
Zuyden geopend, op dat’er de Zon dies tebeeter zon- mc„ tc
der verhindering in mogt ftralen, een gedurige Lucht hebben,
mag genieten, zoo lang de koude het wil toefaten. Zoo
weynig als mogelijk is moet men deeze foort van Roozeboomen
’t vuur doen voelen ; maar noch veel meer
haar voor de Korft wagten. Dan behouden ze niet alleen
de Bladeren, maar geeven ook , gedurende de
fantfche Winter, Knoppen, en Bloemen ; in zond er-
eyd als ’t weynig vrieft, en dat ze, zoo haaft de Korft
voorbij i s , zomtijds bij aangename dagen weer worden
buyten gezet, om Lucht en Zon op nieuws te genieten;
doch ’s avonds altijd weer binnen gebragt, tot
dat ze geheel buyten blijven mogen , gefield op een
goede luchtige plaats.
De R osa H ie r ich o n t e a , o f R oos van J ert-R o^J'4*
cho, bij elk zoo genoemd, mogt, mijns oordeels, veel yÊfc.'
meer gehouden worden voor een H al imus marinus denken
SYRIA-
197 R. o o z
SYR1ACUS, o f Z ee-p o r c e u k in u y t Sy r ie n ; met
welke deeze foort in allen deelen zeer wel, maar geen-
zints met een Roos, overeenkomt. Wafl; ook niet ontrent
de vervallene Stad J e r ic h o , maar in Sy r ie n ,
cn ontrent de R oode- zee. De geene, welke heedens-
daags.by Jericho groeyen', zijn geen andere, dan onze.
gemeene Lijf-verwige Provenctb R ozen, gelijk
Petrus B e l l o n iu s , die deeze Geweften heeft door-
reyfd, genoegzame getuygenis hier van geeft.
Zij bemind een zandige aarde, welke van een goede,
en geen fchimmilige reuk is ; met een weynig tweejarige
Paerdemift en een-jarige Hoenderdrek door-
, deezen
Je aam.
mengd , in een Pot gcz,aydzijnde: een öpene,. warme,
vrye, wel ter Zon geleegene plaats, bevrijd voor
koude Oojie- en Noorde-winden p ook matige vochtig-
heyd. ^ Geeft niet alleen ieder jaar Bloemen , maar
ook bij goedé 'warme Zomers, volkomen rijp Zaad'.
Blijft niet langer dan eene Zomer in ’t leeven. Werd
ieder Zoorjaar, mèt een waifende Maan van Maer t,
Z p n l o f May , weer op nieuws in een Pot luchtig ge-
z,ajd, en geenzins verplant, vermits ze in Zulk een geval
geen Zaad zou konnen voortbrengen.
Zommige deezer Planten trekken zich in den Herfft
met hare Takjcns boven een weynig rond te zamen ,
doch ahdere niet. Maar, noch groen en wel-gefteld
zijnde, teegens een volle Maan in den,M e r fft met
de Wortel uyt de aarde genomen, en binnens huys
opgehangen, om Zoetjens te drogen , fluyten ze zich
beeter; alhoewel ook bij eenige geen verandering werd
vernomen.
■Beyn a ta vaordoer
Jijbegcettnfchou
WtP in- DeeZe, dus langzaam drogende, en zich boven in-
i%ll!'cÈle waafts een weynig rondachtig te zamen-getrokken heb-
H v bende, zouden , gelijk hcedenfdaags van veele werd
geloofd, alleenlijk in de Kersnagt t’elkens zich van zelfs'
weer openen ; waar bij noch veel andere inbeeldingen
werden gevoegd; doch de ervarentheyd leerd ons rei
■ het teegendeel. Want zoo dikmaal als ze in Water g
zet worden , ohtfluyten ze zich , en geeven zich v*
malkander ; ook fchóon mén dit me'er als tien-maal in
een jaar beproefde.
De R osa m osch ata flore albo pleno , o f
l i l “’ WITTE MUSCUSROOS MET EEN DUBBELE B lOEM,
lloejd zeer laat, als andere Bloemen alreeds afgevallen
zijn. Deeze foort brengd haar meefte Bloemen voort
uyt de punten der Takften; ja dikmaal de befte uyt hare
nieuwlijks u y t de aarde opgefchotene jonge Loten;
«J ttn zittende tros-wijze bij malkander. Van onder a f gaan
■ fdon. K eer^ °PeP ‘ . T *en twintig , dertig, ja dikmaal
meer dan vijftig ftaan in eenen Tros opwaarts, na de
wijze van een Pyramide , zeer aangenaam voor ’t gezicht,
en van een lieflijke reu k , doch niet groot van
Bloemen; en die o ok, weegens hare teederheyd, door
koude reegenen haaft verderven.
De geheele Struykjvriefd, bij fterke Vorfl, dikmaal
1 tot aan de iiMrfe/dood; welke, als men ’t verfiorvene
Voorjaar weer op nieuws uytloopt. Is
erhalveii niet ondienftig, dat ieder jaar teegens de
rarer de gedachte Struyken bpdekt worden met droog
urimul, ó f R u n , fu yt de Schoenmakers kuypen ,
welhoogendik daar rondom, gedaan; ook overlegt met
annen, om de Reegen van haar a f te weeren. Dan!
w i n ! ^ aar on^er te zamen goed, groen, en wel-
? e . e y a' vrieft het Zeer fterk en langdurig. Niet voor
ln ^ bcg‘n 1 o f in t midden van de BLaert, na geleegentheyd
van <^e bequaamheyd des tijds, moet men ze
weer ontdekken, ’t Is ook niet quaad, dat men, voor-
c tigheyd gebruykende , altijd eene dèezer Rotsen ,
met een volle Maan van Maert in een Pot geplant zijnde,
s Winters binnens huys beware , eumet een ma-
ge vochtigheyd onderhoude, pm door dit middel, in
geval de andere eemg ongeluk overquam , niet geheel
van deeze foort beroofd te zijn. 8
nlnU11 B k H h É een Ian? e t!id H honden , die
P ukke haar af, ter wijl ze noch gefloten, en wel droog
0F Ro-
«Jlane
E B O O M . i t ) 8
zijn. Leggeze in een hard gebakketle grauwe Pot,-goed te
tot boven toe vol. Werp dan een weynig Zout in “ °“den.
goede Franflche W ijn , en g ie ted ie , bij manier van
befprenging, daar over. Dek dan de Pot digt toe
met een dekzel, en ftel ze in een donkere kelder.
Als gij naderhand eenige Rozan daar uyt haald , zoo
droog ze bij de Zon , ’t v u u r , o f teegens een warme
Oven. Dan doen ze zig open , en geeven een goede
reuk van haar.
Deeze beziens-waardige Bloemen zijn, zoo wel wee- Ach. Tati
gens hare bevallijke verwen , als aangename reuk, in Hl- «
oude rijden, niet minder als nu, van elk in een hooge
achting gehouden geweeft. In een algemeene blijd- Lucra.
fohap wierdenze voor de Wagenen der Koningen ge- lil. i.
ftro yd , ’t zij los daar heenen , o f tot kroontjens g e.steJid>o-
volgten, volgens’t verhaal van, St e sich o rus. a .
Niet alleen in gemeene, maar ook in bijzondere iKcatm.
maaltijden en bijeenkoomften pleeg men van Rozen kopert.
fchoone Krooneno fKranjfen te vlegten, en al deGaftén W- J'
i|aar meê te verderen , volgens ’t berigt van M arcus
T u l l iu s C ic e r o .' J u n ia i '
'Daarenboven wierdenze, ter oorzaak tan harer tee- ? (& “">• .
: dere zachtigheyd, zeer begeerd van de Koningen , en ofu.m. r.
diegeene die Koninglijk leefden: want zij lieten Knf-Iaji. ' '*
fen daar mee vullen, om, daar op zittende, dies te g e„ vhiloftrat.
maklijker te mogen ruften. Deeze gewoonte was zeer *
gemeen bij de Koningen van Bithynien, als ze in hun- u y '" " ‘
ne Wagens reeden. . ' ,. cicero Itb.
Waar u yt naderhand gevolgd is , dat men de Rozen,
als, gelijk het Vrouwelijk-geflagt, Zacht, teeder en rem.
weeklijk zijnde, de Afgodin Zenns heeft tóegeè’ygend,
en gewiflig opgeofferd. Want Zij gebruyktenze, on- Thacrlt'. ■
der meer andefe, niet alleen in hare hoogfte Gods- de Tolyphi
dienften , maar ook iij haar hoogfte welluften ; ver-
mits z e , gemakkelijk daar in en op leggende, de dene\-il6°f0.
;t heyd harer driften op dezelve voldeeden , en daar in • j
haar hoogfte vermaak namen.
n Dan noch wierd de Roos van de Oude gebruykt tot Horat. lil.
een teeken van Jlilzwijgentheyd. Alle kakelaars, on- r* Et f -
nutte klappers, en zulke, die haren mond niet behoor-
lijk wiften te bedwingen , wierd een Roos voorgehou- Bib. cat.
den, en aangeboden ; om haar indachtig te maken , 4r-
d atze , tot haar eygen voordeel, hare tongen moeften
leeren betoomen.
Na zoo veele verlopene Eeuwen, is, noch in deeze tee- Needer-
genwoordige', zulk een gewoonte bij de Neederlanders hndfch
niet gantfchlijk in vergeetenheyd gefield, gelijk genoeg
bekend i s , ' Dikmaal beeld men boven de. Tafel een ■ güfofj'a
Roos a f, ten teeken, dat alles, wat onder dezelve g e - é eR “os
fchied u yt vrolijkheyd, openhaitigheyd, en kortswijl; gebied,
o f onder de vrienden , vreemden, oude én jonge per-
zonen u y t onbedachtheyd, o f haaftigheyd, bij ’ t drinken
van een 'Glaasje, mogt gefproken worden , ftil
blijven , en op geenerley wijze buyten dit gezelfchap
verbreyd, in vergeetentheyd gefield , en noyt meer
gedagt zijn zou. Gelijk dan o ok, als men van malkander
zijn affeheyd neemd, gemeenlijk gezegt word:
’/ is onder de Rops gefchied.
Maar o f wel de Rozen zeer aangename Bloemen zijn, Menfchen,
echter werden’er gevonden, welke der zelver reuk niet die dcRo‘
konnen verdragen. Onder deêze was niet de minfte te
reekenen de Kardinaal O livie r C araffa ; want ie- dragen
der jaar, in den tijd der Rozen, moeft.hij zijn Palleys ionnen.
verlaten, en deed z ich, zoó lang deeze Bloemen iri wee-
zen waren , in ft Quirinaal te Romen opfluyten; ook 8. Hierogl.
de poorten en deüren met Wachten bewaren, op d a t to iij .
niet iemand, hem noodwendig te Ipreeken hebbende, Exerc'
bij geval met een Roos voor hem verfchijnen mogt. ta'
Delgelijks kon Petrus tM elinus , een vermaard Lofton.
Edelman onder de Romeynen , de Reuk der Rozen ^ent- 1 ‘ ‘
niet lijden. O o k niet zeeker Monnik van de Or- Hra ^ ’
den Vominici', van wien A matus L u s itanus verhaald
, dat h i j , zoo haaft hij een Rozem-reuk^vernam,
o f alleen van Vérre een Roos z a g , terftoiid in befwij-
N ï meling,