
 
        
         
		SOLANUM  SPINOSISSIMTJM ARBORESCENS  iLTHIOPICUM 
 74 7 N   A  G  T  S'  C  H  A  T>  E. 
 Grond. 
 | Indiaan- -  
 ïfcheen  
 I JEthiopi- 
 <bag'»Je  Nagtfihade uyt M e s la n d ,   ronder  Doornen  
 XI.  SOLANUM  SPINOSISSIMUM  ARBORESCBNS  M -   
 thiopicum,  o f Boom-wordende Nagtfchade uyt Moo-  
 renland met veelvoudige fihrikfijke Doornen.  XII.  La-  
 NUGINOSUM  SPINOSUM  ARBORESCENS  iEfHIOPJ. 
 f ï "   ’   ,  j   cn ‘JSuntrl ?   Boom-Nagtfchade  mt  
 MoorcnUnd.  XIII.  Solanum  tuberosum  escL   
 LENTOM  FLORE  ALBO  ET CCCRULEO,  of Nagtfchade  
 ma  eetbare,  geturnde  Bolletjes,  ook geheeten  Papas  
 PeRUAnorum,  o f PapaJJen  va« P e r l ;  zoo  met  een  
 a  ’   t -   " " * '« *   Bloem->  behalven  noch  meer  
 andere.  Niet alle zijn ze van de zelve Botewino en Waar-  
 neeming,  s 
 Eevenwel  beminnen ze  al  te  zamen een  goede  ee*  
 meene,  zandige,  met  twee-jarige,Koeye-en  Paerde-  
 mift  C van e lk   eeven  v e e l)   genoegzaam  voorziene  
 grond,  een  opene, vnje Lu cht,  een warme welgeleege-  
 ne plaats,  en  tamelijk veel Water.  Geeven  volkomen 
 rijp e&dtdtCla 
 I M M Soianum  OFFICINARUM  ,  o f  gebruikelijk,  
 m m  m S Ê Ê m ^   >hJft uy t   eygener aart nief langer dan  
 L   eene H N j   “   1 Ë f e   Word  ieder  Pborjaar,  met  
 een waffende Maan  van Moert, weer op nieuws gezayd.  
 ü t  komt anders u y t ’t neergevallene  van zelfs genoeg  te  
 K   door.  kan  deeze foort aangewonnen,  
 en altijd-aurende gemaakt worden. 
 1  Solanum  vesicarium  Indicum  ,  o f/» . 
 1   dtaanfihe  Nagtfihade  met  Blaasjens:■r    Spinosum  In- . dicum  ,  of  N agtfihade  m„   doornen; 
 EL" l i  B/!SICAR■I Do  NIGRUM ’  ° f   Z/W*rt'   met Po“ WERnM  zE thiopicom. ;   o f  g *# L 
 dragende  Nagtfihade  uyt Mo renland  :  Pomiperum  
 ^ .thiopicum  SPINOSUM,  of Moerenlandfbhe  M e i -   
 dragende  Nagtfihade met Doornen,  en  Solanum  po-  
 mïferumJ E thiopioum  non  spinosum, o f Appel,  
 dragende  Nagtfihade  uytMoorenlandZónder Doornen,  
 blijven ook met langer dan een jaar in  ’t  leeven.  Wor-  
 den_derhalven  ieder Voorjaar in April.xeye t  de  gemeld,  
 de Maan weer op nieuws,  niet diep,  in Potten gezayd,  
 en gefteld  in  een  heête,  wel ter Zon gelëegehe plaats  ■  
 ook  onderhouden met matige  vochtigheyd:  zoo krijgen  
 z e ,  bij  góede  Zomers,  volkomen  firn  Zaad,  en  
 vergaan daar meê.  Men moet’er niet meer als een,  of  
 ten hoogften  twee,  in eene Pot laten,  ter  oorzaak  van  
 de veelheyd der Wortelen,  die ze maken. 
 U^ i .efik^«t/fefbAaSd/eL AmNeÜt VZaaRdj-Ibfl,akaRsIjUeMns ; ’  Soolf anAu«m eksoemnngii-,   
 |W^tiFERUM ,  Jlaafverwekende  Nagtfihade ,  en  Solanum  
 lethale,  doodlijke  Nagtfihade,  vergaan  niet  Zoo  
 Haalt, maar bhjyen eemge jaren in’tleeten.  Konnen tamelijk  
 wel d<s Winterkoude verdragen,  en geeven jaar-  
 njks rijp Zaad-,  ’t welk men op de voorgenoemde  tijd  
 en Maan  de aarde moet aanbeveelen..  Hier  door wordenze  
 bequamehjk  vermeerderd-,  en  dan  ook  noch  
 door  hare  voortlopende  Wortelen,  Echter  blijft  het  
 SOLANUM  SOMNIFERUM  niet  altijd  over;  maar  word  
 ™   lichtelijk  door  een  harde  Zoeft  wechgenomen.  
 Merk  ook  gemeenelijk  in  deeze  Geweften  met  het  
 K r   H l  W È   “   geeft  “ er 'SluaIijk volkomen Zaad. 
 k .   i   ° i f NVM  TUBE&°sm»  esculentum,  o f  eet-  
 H   m met b™yne>  ook met B™ige kleyne  
 Wens."  Ihgheeden  ,  o f gaatjens  (waar uyt de  Zeesoelwortelen  
 ipruyten)  voorziene,  oneffene,  doch rondachtige  en  
 om  te eeten bequame Bolle,jens,  vergaat niet zoo haaft,  
 rn  begeerd  een  zeer  vette  grond  ,  ook  veel  Water  
 f *1   in  onze  Landen  zelden  rijp  Z a a d :  verdraagt  
 ooit  ongeerne de fterke koude derWinter. , Word ech-  
 er  jaarlijks  genoegzaam  aangewonnen  door  hare  veel-  
 MOU»  Ï gvea nJo nogüe   hBeorl leutjyetn s  :  welkeo pm enne emmett;  e,enn  dVvooUllee 
 brnvl,,  ajd ’  °m  s W'nterf tot-fpijze te konnen ge-  
 uykt; worden;  en  etnige  daar  van  in  Moert  of 
 tijd  ^ !lan,  Weer  inzet’  in  een  al- 
 W .  nieuwhjks-omgefmeetene  ,  wel-gemcftte  grond. 
 [ichade 
 S S j j J J é  Semeeneliik  de  bcfle  en  Sf0° tfte M. 
 pÓmifeRuW' iE thiopicum  ,  0f APP'«ra-  
 J f^ ^ u g en d e  Nagtfihade uyt Moorenland:  krijgt  u v t gendc  
 k eTton dTÊe fl  ^ t e l  een  tamelijk dikderhalve  
 o f rw  ’  ^   ° nZC ^ Y eften  ter hoogte van an-Moorcagende  
 alb3 af nj kand“ geftelde  Bl^eren,  meer hanvanhet  
 S o L um   h m e Z  M É É T H Ge<Jaanfc 
 f f l t   Puntf n  “ gofteeden  :  de  bovenftein  tee  " 
 btakendf   °/y ï de)  kleyner’   een  weynig  o f  niet  
 takende ;  donker-groen  van  verwe;  dun  en  teeder 
 Tuflchen  deeze  worden  voortgebragt  tw e e ,  drie  r   o  r  
 Lopm d.  :  inwmdig  gevuld  m e t'« n ^ ê   ' 
 W ,  kleyne  geele  Nopje«,.  Als ze zommige d a g li 
 I  Z n  F   ^   hebben>  VCrgaan2e  in  h o -   Zelfen7 en 
 laten  dan  na  een  groote,  beziens,waardige, eerft groene  
 daar  na  fchoon-rood  blinkende  Zrucht -,  die  van  het  u  
 Pomum Zmor is,  o f  Goudei,appel, niet  ongelijk.  De ge-  “C,lth 
 l T t   ‘ 7 lat; rond>  verclerd met  veele inwaarts  gaalde  
 holUgheeden  (welk men  ook  ziet in  het PomumZm oZ  
 \fruau  luteo,  o£geel-verwigc Goudenappel)  ,  defgelhks 
 W .   j   Zaad.  4 
 lnwenég  gevuld  met  een  ron d,  pla t,  geel-verwiu  
 Zaadje,  zeer  overeenkomende  met  dat  van het C a p l  
 cum Brauhanum,  o f  Brauliaanfihe Poeper.  Als  het  
 ^Jnejrolkomene Hjpheyd heeft gekre^st^ W M 
 TH^ ?   doed  het  SoLrA ^M   POMIFERUM  lE-Doornige  
 N Ï Z r h   T   SP™ o sdm ’  - f   doornige  Zppeldragende Appewi  
 | Nagtfihade  uyt. Moorenland.  De Bladeren deezet'foort  l,end51  
 zijn  wat  grooter  :  pok  de. Stoelen  met  een grijs-witte  S È É   
 uip£i ^  f .  ene™*ge korte bleeke  Doomt jens  aardig be-  tüopien.  
 kleed  Doch de  zelve  ziet men. aan  de  Bladeren re|t in 
 zitmnddeD ? ^ e r,e§ t-door| aande l?™te  M e r  alleenlijk 
 ii &QIe  vvaann   ddef vvo  onge fto,So rrt.° nd '  “  Ë É  ’  wat kIeJ7Wt | ï   
 Het  Solanum  spinosissimum  arborescens  JF  r 
 .MmoZoreTnlaHnd, ’ mofe t eveneelvoudigefchriklijke  Doornen  is Nagtfcha-  
 een  bezienswaardig Gewas,  in  onze  Gewefteh gemee-  u   Uyt  '  
 nehlk opfehietende ter hoogte-van  twee  voeten,§   UnTm«  
 p a t   met zoo  haaft,  maar blijft'eenige  jaren  lan»  k   -t Vedroudi-  
 leeven.  Als  men  >t opfnoeyd,  krij|t het de  gSaante  f c   
 van  een  aarég  Boomtje  ;  en  metter  tijd u y t  e i g e e l -   
 achtige  en  fterk-nekende  Wortel een  houtachtioe Steel  '  
 zich  verdeelende  m  verfcheydene  Zijde-tabjeïs,  zoo  
 wel  na onder als boven.  ,  Is rond;  zob dik a/s  een  vinderbnrul  
 do" ker-groen  en  blinkende,  maar naderhand  
 Kaftanien-bruyn  wordende  ,  inzonderheyd  
 boven-waarts  :  aan  alle  kanten  voorzien  met  veele  
 kleyne,  w.tte^  wollige  Nopjens,  en  meenigvuldige, 
 |  Iterke,  onder bleek-witte,  boven geele Doornen  ■  ook  
 [  inwendig met een wit Pit o f  Marg. 
 Aan deezeX/cë/e» rondom kómen voort veele febon  r.,a.  .  ,  
 ne Bladeren,  ruftende op dikke en matig-lanÏÏ doorni-' ~   ’  
 ge  Stoelen.  Zijn  v ijf  vingerenbreedte ,  wat  meer  o f  derlÜke  
 minder,  buytën  de Steel lang;  vier,  en  ook  drie vin- S®"*:  '  
 geren  breed;  zich al te zamen halfrond  neerwaarts buy- E   '  
 gende.  Als men ze  met  de  hand  aanraakt,  geeven ze  
 een. onaangename en  zware reuk  van  zich.  De onder-  
 1 lte  zijn met zoo  zeer als de bovenfte  in  zeerveele groote  
 en kleyne, doch alle ftomp o f  rond  toegaande deelen  
 gefneeden