
 
        
         
		Knoppen 
 Cierl ijken  
 zeld-  
 zaamheyd  
 aan dezelve. 
 Befchrij-  
 ving van  
 het Apocynum  
 uyt Ame 
 daante vat  
 *Lwal uwe  
 wortel. 
 Geftalte  
 der  Bladekluchtiggeftelde 
 Bloemtvan  
 verwet  doch onder veel bleeker,  zichtbaarder,  en  
 platachtie-rond  :  uyt  welke  voortfchieten  veele  kley,  
 ne  opwaarts  gekeert  ftaande,  en ter zijden uytlopende  
 Adertiens,  ,  ,  1 
 In den Herfjl worden deeze  Bladeren van onder geel,  
 en vergaan  in  haar zelven.  In  de Maand Julius  komen  
 op  het bovenfte punt vijftig, deftig,  o f  zeeyentig ronde  
 tamelijk  dikke  Knopjens,  zeer  aardig  als  in  een  Cirkel  
 g efteld ,  op  langachtige  bleek-bruyne  Stepltjens re  
 zaam-gevoegd  ftaande  ,  vertoonende  zeer  wel  een  
 fchoone,  ronde,  grootachtige  Kloot;  welke,  de  een  
 na  de  ander  open-gaande,  laten  zien  verwonderenswaardige  
 Bloemen.  In  het  begin  geevenze  van zich 
 een  zeer lieflijke,  maar als ze beginnen  te vergaan,  een 
 zware en Hoofdpijn  verwekkende  reuk.  e5 e  
 lang blijvenze g o e d ..  Eerft beftaanze uyt v ijf tamelijk  
 breede  ,  voor  fpits  toegaande  ,  bleek-bruynachtig-  
 grauwe.,  zeer  digt  in  malkander  gefloten  neerwaarts  
 hangende,  en voor aan haar punt weer een weynig opwaarts  
 buygende  Bladertjens;  in  welker  midden  vijl  
 andere  kleyne  ,  in  ’t  ronde gefteld,  en om  hoog gekeerd  
 ftaande  gezien werden,  fchoon bleek-purper-ver-  
 w i g ;  boven aan de buytenfte  zijde hoog  ,  ook rond-  
 achtig-fpits  toelopende  ;  doch  aan  de  binnenfte  kant  
 laag,  en inwendig h o l;  zeer  aardig  afbeeldende  vijf  
 Beeften-oorcn.  U y t  welke  te  zamen  voortkomen  vijt  
 langwerpige,  van eeven  dezelve verwe,  ook voor met  
 fpitze puntjens voorzien  zijnde, en na binnen krom  gebogen  
 ftaande kleyne  knopjens,  vertonende de gedaan-  
 te van kromme doomtjens:  in  t midden  ge  j  a  va  
 houdende  een rond en dikachtig donkergroen  knopje  ; 
 •t welk aan de zijden tuffchen  de gemelde Oortjens met  
 v i j f  bleek-verwige  Vleugeltjens  ;  ook  boven  op  zijn  
 .platachtig  Hoofdje  met  eenige  witte  puntjens  aardig  
 vercierd is.  In deeze koude Landen vergaan ze  al te zamen  
 ,  zonder  eenig Zaad  te  geeven.  I  Echter  is  mij  
 wel oebeurd,  dat zommige  deezer  kluchtige en won.  
 derlijk-geftelde  Bloemt jens in heets Zomers  langs? dunne  
 ,  doch leedige Zaadpeultjens agter heten.-  Van  naturen  
 zijn ze ru y g ;  onder b re ed ,  en boyen fpits-toee  
 gaande,  'op  de wijze van die van  't  A p o c y n u m   A m e - 
 r x c a N um  A s c i .f.p j a d e u m ,  oiAporjnnmu.pt.America, 
  met een gedaante van Zwaluwe-wortel;  waar van  
 wij  nu  zullen  fpreeken. 
 Het nu laatft-genoemde A p o c y n u m  groeyduyt een  
 teedere,  veezelige,  witte  ,  en  van fmaak bitterachtige  
 Wortel,  ter  hoogte  van  anderhalve  o f  twee  voeten  ,  
 zomtijds  noch  meer.  U y t   dezelve  fchieten  op  ver-  
 fcheydene Steden;  rond  ,  onder donker-groen,  doch  
 boven.paarfch-verwig;  van binnen h o l,  en ruym een  
 "  Stroo dik  :  aan welke  Bladeren voortkomen  ,  die van  
 ’t A s c l f .p i a s , o f  Z w a l u w e - w o r t e l  ,  zoo  van ge-  
 daante als in  ftelling niet  ongelijk;  doch nauwlijks zoo  
 breed.  Zitten boven malkander twee en twee  regt tee-  
 gens  den  anderen  over  ;  ongelijk van  grootte;  onder  
 igemeenelijk  kleyner  als  in ’t midden  ;  vier  ,  v ijf  5  en  
 3tes  vingeren  breedte  lang  ;  na  agter een duym ,  wat  
 meer o f  min,  breed,  en  alzoo  na vooren  al langzaam  
 .fpitzer toelopende  een weynig dik en  zacht van aart;  
 zw a r t-o f donker-groen;  niet blinkende.  In de mond  
 geknauwd werdende  ,  is de fmaak gelijk van  de Schellen  
 derBoon-peulen;  niet onaangenaam,  doch in ’t laat-  
 fte  wat  fcharp  op de tong.  In  ’t midden is een  regt-  
 doorgaande  groote  A d e r ;  waar uyt  veele  kleyne  ter  
 zijden uydopen.  Ruften op zeer korte Steelt jens,  zoo  
 wel  neerwaarts  gebogen  als  opwaarts  gekeerd  ftaande.  
 Als ze  afgebroken  w e rden,  geéven ze .een  weymg  
 •fneeuw-wit  Zap  van  zich.  ,  _  . 
 Tuffchen  deeze Bladeren, ra  ’t bovenfte van de Steel,  
 ■ eroeyen,  twee, vier,  ook wel zes zijde-takjens voort.  
 -Uyt  wiens  bovenfte  Hert  te  voorfchijn komen  veele  
 •tros-wijzein  ’t  ronde te  zaam-gevoegde ,  ontrent  ronde  
 ,  en bruyn-verwigé  knopjens ,  zittende op donker-  
 bruyne  Steeltjens.  Als deeze zich in  de Maand Jultut 
 kluchtig-geftelde  Bloemt jens-,  beftaande uyt Vijf ovaals-  
 wijze langwerpige,  donker-rood-verwige  ,  wonderhjk  
 neerwaarts-hangende,  en weer aan  hare  puntjens  opwaarts: 
  een weynig krom gedrayd zijnde  bladertjens:  in  
 welker midden werd gezien  een  kort bleejt-groeny?«&  
 j e ,   pilaars-wijze;  waar aan in ’t  ronde v ijf  zeer kleyne,  
 doch genoezaam  zigtbare,  van buyten  bleèk-paarfch-  |  
 achtige,  van  binnen  bleek-witte,  boven  rondachtig-  
 fpits-toegaande,  echter langwerpige, en  na binneii rond  
 gebogen  ftaande andere  bladertjens waffen  :  van'welke  
 ieder in 't  midden  een d un ,  langwerpig,  fneeuw-wit ,  
 en  boven  fpits-toelopend, ook opftaande  draadje heeft,  
 eeven  op  zulk  een  w ijz e ,  als  men  in  de  Bloem  van  
 A rum  ,  o f  Kalfsvoet,  kan zien.  In welker midden  
 weederom een  rondachtig,  dóch  hoekig  ,  en  tamelijk  
 d ik,  aan  de  zijden  een weynig bruynachtig  ,  en regt-  
 boven  wit-verwig  knopje  groeyd. 
 •  Als  deeze  Bloemen  eenige  weynige  dagen  hebben W ptu.  
 open  gcftaan  ,  laten ze  na een  tamehjk-dikke,  lange, ba.  
 regt-opftaande  ,  groen-verwige,  en  boven  met  een  
 gantfch  fpits-tóegaande punt  begaefde Zaad-peul,  die  
 van het A s cL E P iA S ,o f  Zwaluwe-wortel gelijk;  zijn-Zaad. 
 -de  van  binnen  voorzien  met  een  plat,  rond,  bruyn-  
 -verwig Z a a d ;  vercierd met een lange,  hayrige,  wollige  
 ftaert.  .  >  ; 
 Het  A pocynum  V irginianum ,  o f  Apocpnum Apmy.  
 uyt Kirginien, -fchiet  op  uyt-een  lange,  ronde,  votir#m«j*.  
 fpits  toegaande,  en  zwart-grauw-yerwige Wortel.  D ew^ ”m'  
 Steel is  rond  ,  regt-opgaande  ,  niét  zeer d ik ,  uyt dén steel,  
 groenen  afchgrauW-  van  v erw e , :  voorzien  met  eenige  
 roode Jlreepjens,  en. meer dan  tweevoeten  hoog:  waar  
 aan gemeenelijk agt  bladeren verre van malkander groe- Bladeren,  
 y e n ;  ontrent  een  kleyne vinger lang  ,  en  een  lid van  
 een vinger breed,  voo rrond ,  doch met een  fpits,punt  
 toegaande; twee en twee regt teegens den andei-en  over,  
 op  korte Steeltjens,  gemeenelijk opwaarts  gekeert;  ..dik  
 en hard van aart;  inwendig voorzien met een melkachtig  
 Zap;  uytwendig u y t den groenen  geel-verwig: van  
 binnen  vercierd  met  een  regt-doorgaande A d e r ;  waar  
 uyt  veele teedere,  kleyne,  eeven1 verre van malkander  
 geftelde  adert jens met  een  regt-ftaande  dwars-linie  ter  
 zijden  voortlopen. 
 O p het bovenfte punt komen voort  twee  'B lo em e nBloemt»,  
 regt teegens malkander over geftéld, ruftende op krom-  
 gêclrayde  Steeltjens  :  welke  vergaan  zijnde  ,:  in hare  
 plaats  nalaten  twee  van  gedaante  kluchtige  Vruchten ,  
 o f   Zaad-hupsjens.  D e   verwe, is  eerft  bleék-groen;  
 daar na rood  :  een  Vinger lang  ;•  voor fpits  toegaande;  
 in  't midden, met  een  ronde  b u y k ,  breed,  en onder  
 weer  kort-rond  en dun aan  't f t c c lt je  eyndigende.  In  
 dezelve vind men «en witte nn tBg b ejd ;  en daar. binnen Zud.  
 een  fchoon  rondachtig Z a a d , in  de lengte veel bij malkander, 
   van geftalte als de,Nieren.  :  *  .  • 
 Het  A po c yn um   A m e r ic a n u m   A s c le p ia o e -  
 UM,  o f  Americaanfch Apocpnum met een gedaante van ®ocJ.  
 Zwahewen-wortel,   en  het  A poc ynum   ViR G ii? iA -nommct  
 • o t m ,  o f  Wirginiaan/che Apocpnum,  btoeyen mefalleen «»I^   
 jaarlijks,  maar  krijgen  ook  bij  goede  Zomers:  v o lk o -£ 
 -men  rijp Z a a d ;  bijzonderlijk het  Zpocpmm A.merica- H   
 num Afclepiadeum.  ’tW e lk   met  een- waffende  Maan g .   
 van April  de  aarde  aanbevolen  öioet  werden.  Doen  
 -niet  alleen hier door werden ze aangewonnen,  maar oo  
 door hare  aangegroeyde Wortelen.  En  alleen  d.oor^ 
 -laatfte  middel  konrien  de  twee  andere foorten  in onze  
 Landen vermeenigvuldiging bekomen.  Op  e genoe ^ 
 de tijd,  en met de gemelde Maan móet men ze van 
 oude afneemen  en  vei-planten.  Zie  hier hij  na  t Hoop  -  
 ■ ftukjvxci  de  Zwaluwe-wortel. 
 K  R  A  C  H  T E N . 
 T T E t   Apocynum  is  heef  en  droog  in  ’t  l« 
 H d e n  d e r in  Graed ;  daarenboven doorfm,dende r*  f 
 ■ Ty.aos