8o? P a RONYCHIA. V y PVINGERKRUYO. 8o?
K R A C H T E N .
Aart- W w S Ê Ê m f f ^un en fijn van deelen$ ook verdro-
I -gende van aart.
Gal M>- 8- Gefloten > o f in Water gekookt, en dus op de
Simp.Med. zwellende o f zjweerende Vingeren o f Nagelen gelegt,
geneeft de zelve, en doed weer nieuwe Nagelen aan-
groeyen.
burantes In Rhijnfche Wijn gezoden, en daar van ’s mor-
(0/.330. gens een Roemertje gedronken, breekt, en drijft a f
de Jleen der Nieren.
C C C L X X IY H O O F D S T U K » VYFVINGERKRUYD.
Namen. Eeft dien raam in het Ncedertandfch
^ B K heeten Q u in q j j e f o l iu m , o f P e n -
^||j ËÉ|||p| Efo t a p h y l l u m : in het Hoogduytfch
« , F u n f f in g e r k r a u t , o f ook F u n f -
y i b l a t t : in*t Franfch Q u i n t e f u e i l -
l e : in het Italiaanfch P e n t a f i l l o , o f C in q j je -
FOGLIO.
Tien ver- Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden tien
i t t n onderfcheydenefoorten; als:
I . Pentaphyllum repens vulgare FLORE I.U-
TEO, o f gemeen kruypend Vijfvingerkruyd met ten geele
Bloem. II. Palustre , o f Water-Vijfvingerkruyd,
groeiende in waterachtige plaatzen. I I I . Luteum
erectum, o f bpftaande Vijfvingerkruyd met eengeele
Bloem. IV . Alpinum , o f Berg-Vijfvingerkruyd.
V . Minus argenteum flore herbido muscoso,
o f kleyn Vijfvingerkruyd met Zilvere Bladeren , en
groene mofjige Bloemen. V I . Candidum MAjusfof.
groot Vijfvingerkruyd, met witte Zilverige Bladeren
van onder. V I I . Supinum tormentiu.aï facie,
o f leggend V,ijfvmgerkruyd , met een gedaante van
Tormentil. V I I I . Fragiferum latifolium ma-
jus , o f groot Vijfvingerkruyd met breede Bladeren,
en Vruchten als Aardbeziën. IX. Fragiferum an-
Gustifolium minus , o f k[eyn fmal-bladerig Vijf-
vingerkxuyd, met Vruchten gelijk, Aardbeesten. X. PENTAPHYLLUM
SILIQUOSUM SyRIACUM , of Vijfvin-
gerkruyd tryt Syrien, met Zaadpeulen. Niet alle zijn ze
van eeven de zelve Bomuing en Waarneeming.
Grond. Zij. beminnen-echter meeft al te zamen een zan-
d ig e .g o e d e , holle , welgemeftte; grond : een openè
genoegzaam ter Zon geleegene plaats , en ook een
fchaduwichtige; neevens veel Water. Vergaan niet
haalt, maar blijven eenige jaren lang in ’t leeven. Verdragen
felle koude, en andere ongeleegentheeden der
Winter. Geeven .meed altijd ’s Zomers volkomen rijp
Zaad. Zaad: ’t welk met een wallende Maan van Macrt ó f
Apr il ^ niet boven een ftroobreedte diep, dèaarde moet
aanbevolen zijn , niet alleen hier door worden ze’ ver-
Aanwin- meenigvuldigd, maar ook bequamelij Vaangewonnen doof
">"g. hare aangegroeydè jonge Wortelen , welke men op de
zelve tijd van de oude afneemt ï en verplant. Dikmaal
llaanze o o k , ter plaats daarze ftaan, van zelfs genoeg
op, door ’t uytgevallene Zaad.
Goorten, Het P e n t a p h y l l u m s u p in u m " T o r m e n t i l l *-
facie , o f achter-overleggend Vijfvingerkruyd, met
btneene ‘ tn gedaante van Tormentil: F r a g i f e r u m l a t i f ó -
Zomerin EIUM, o f groot breedbladerigVijfvingerkruyd', enpRA-
^keven. GIFERUM a n g u s t i f o l iu m , o f met /malle Bladeren,
CQ‘ bes de met Vruchten als Aardbeziën, vroeg in ’t Voorjaar
gezayd zijnde met een wadende Maan, o f anders
ook van zelfs uyt ’t neergevallene Zaad voortgekomen,
bloeyen niet alleenlijk noch dien ielvea Zomer
, maar geeven ook voor de Winter volwaflene
Vruchten Zaad. Daarmee dan verfloven ze, vermits ze
niet langer konnen leeven. Doch in May , o f noch
later te voorfchijn komende, blijven ze gemeenelijk
de Winter over, en geeven dan in ’t volgende jaar vol-
komen rijp Zaad.
Het gemeldde Pent a ph y l lum fragiferum La- Groet
TIFOLIUM, o f groot breedbladerigVijfvingerkruyd met breed-bfi-
Vruchten als Aardbeziën, krijgt uyt een bruynachti- d5riS V'ijF»
g e , teedere, regt-neerfchietende, veezelige Wortel, kruydmet
verfcheydene ronde, blcek-groene, en ruyge Steden; Vruchten
welke zich zoo wel op de aarde neerleggen , als bo- 4*s Aard-
ven de zelve zich een weynig verheffen. Waar aan g i f ? ?
de Bladeren, nu uyt de eene, dan uyt de andere zijde,
boven malkander voortkomen, In het begin zijn’er Bladeren,
wel een o f twee in v ijf deelen gefcheydcn , doch
doorgaans anders alle in drieën verdeeld j waar van ’t
middenfte het g roo tlle ; twee vinger-leeden lang , eeii
goede vinger breed , ovaals-wijze rond, doch onder
fmaller als, boven toelopende is. De andere twee zijn
veel kleyner, doch alle aangenaam groenverwig; niet
blinkende j wat ruyg van aart, aan de randen rondom
aardig getand, en in ’t midden vercierd met een regt-
doorgaande Ad e rtje; waar u yt veel andere teedere ter
zijden opwaarts vloeyen.
Tulfchen welke de Bloemt jent eenig en alleen, ook Elocmró,
op geen lange Steeltjens ruftende, te voorfchijn worden
gebragt , beftaande u y t v ijf kleyne, geele, een
Hert gelijk zijnde, hol gefielde Bladert jens i waar on.
der verfcheydene groene, voor fpits toelopende Bladert
jens in ’t ronde gefield zijn; houdende in ‘t raid-
den een kleyne, geele, ruyge Knop. Als ze neerge- Vruchten,
vallen zijn, wordenze.gevolgd van kleyne, plat-ronde, Vaad.
noppige Vruchten, zich niet qualijk met een Aardbezie
vergelijkende; waar in zichkbevind een kleyn, platachtig
rond en wit Zaad.
Het P e n t a p h y l l u m - f r a g i f e r u m a n g u s t if o - kleyn
LiuM MINUS , o f kleyn fmal-bladerig Vijfvtnger- Gnal-bla-,
kruyd , met Vruchten gelijk, als Aardbeziën , krijgt d' rlS 'ZlJf‘’
uyt een regt-neerfchietende , bleek-bruyne , veezeli- kröyi’mrt
ge Wortel, ronde, kruypende , en boven een v/ey- Vruchten
nig rood zijnde Steelt jens ; aan welke vervolgens uyt- 4,s
fpruyten yeele teedere Bladeren, gemeenelijk gefchey-
den in v ijf, zeeven, ook wel meerder deelen: doch
al te zamen rondom ingezaagd , op de wijze van Gedaante
Psmpinel; welke ook de eerfle en onderftè BUde- der BkJc-
ren in flelling en gedaante niet zeer ongelijk zijn * aan-ren»
genaam gfoen-verwig, niet blinkende, gantfehelijk
met zoo ruyg als de voorgaande. O ok heeft ieder
Blad onder aan haar Steeltje , de groote Steel gelijk als
omvattende, twee boven fpits .zijnde kleyne. Bladert.
jens, niet qualijk Ooren gelijkende ; waar aan gezien
word eenige holle ruygheyd, gelijk ook aan de vöor-
naamfte Steden. De Bloemt jens en Vruchten zijn die Bloem,
van de voorige foort in alles g e lijk , doch kleyner Vrucht,
van aart.
Het P fn t aph yl lum Minus argenteum flore Kleyn
herbido muscoso, o f kleyn Fijfvingerkruyd) met V’jfvïn-
Zilvere Bladeren, en groenachtige mojjlge Bloemen > kan
niet zoo veel Water verdragen als wél de andere foor- ™BIade/
ten. Moet derhalven verzorgt zijn van een drooge rens&c.
plaats y zoo blijft ze beeter over, en langer in het leeven.
Het P entaphyllum stLicijiosuM Sy r ïa Cum ; vijfvin-
° f Vijfvingerkruyd uyt Syrien met Zaadpeulen, is eeh kruyd uyt
zeer fchoon Gewas, waar toe de Natuur haar hoogfte synen;cca
vermogen fchijnd aangewend en ten toon gefteld te <“iewas I
hebben. Schiet in deeze Geweflen op tot de hoogte de Natuur
van een hand. Is van onder tot boven met veel aan- haar hoog-
gename groene Bladeren vêrcierd aan hare ronde* reet- vermo’'
opflaande/, teedere Steel* U y t welke in *t onderfle fchj.jnd
gedeelte eenige weynige groote Bladeren voortkomen* aange-
regt teegens over malkander ruftende op lange Steelt- wend te
jens, zijnde in gedaante die van de Lupinen, o f Vijgé- hebben*
boonen zeer gelijkt te weeten, in v ijf deelen geheel ge-
feheyden, van welke ’t middelfte’t langfte en grootfteis,-
E e e * 6 de