
 
        
         
		3T3 A 
 erd ,  doch  zonder  eenige  reuk  warén.  Langdurig  
 ^iinze  van  aart.  Hebben van binnen  zes bleeke draad*  
 iensy  op 'welke  zes geele  Aanhangz,eltjenszich  dus  ,  
 dan  zoo  drayende,  gezien worden.  Eyndelijk verdor-  
 den ze in haar zelyen, en vielen op  de  aarde neer >  zonder  
 Zaad na telaten. 
 De  A loë  AmerIcanA  purpurascens  ,  ó f A *   
 n  mericaanfche  A lo ë met machte purpurachtige Bladeren, 
 -  aar  aan  geen  Doornen  ,  maar  alleen  voor  fcharpe  
 !ltc  pUnten  worden  gevonden ,  mij  in het  jaar  u yt 
 Spaan je toegezonden,  komt in haregantfche Bouwing,  
 Aa rt,  en Eygenfchap  met  de voorige over een ;  doch  
 kan  een  weynig  meer  vochtigheyd  verdragen.  Is ook  
 kleynder,  ftnauer,  dunner  van Bladeren,  als de A loë  
 Ameri'cana  s p in o s a   ,  o f   de  Americaanfche  fteeke-  
 lig-gebladerde  Aloë.  D e   verwe  deezer  Bladeren  is  
 purpurachtig,  van  eene  geen  onaangename  aanfchou-  
 wing.  Heeft  defgelijks  dunne,  teedere  en  zeer V eezeiachtige  
 Wortelen ,  onder  welke  men  eenige van een  
 ftroo-breed  dikte  vind.  Daarenboven  in  hare  geuts-  
 wijze  gefteldde Bladeren veel  fiibtyler,  dunner,-fijner  
 Draadjens ,  al  te zamen boven aan  haar fpits punt vaft-  
 gehe^t,  zeer  fterk,  en gantfch  bequaam  om  daar van  
 lijn  Linnen  te  bereyden,  gelijk  dan  ook  van  de  In-  
 dianen  zeer  konftig  word  gedaan.  De  Bloem-fleelis  
 voorzien.met'veele Bladeren,  zijnde lang,  voor fpits,  
 hol ,  o f  geuts-wijze  gefield ,  en  de  Steel  gelijk  als  
 omhelzende  :  op. wiens  bovenfte  punt  de  Bloemen 
 voortkomen. 
 fche  De  A loë  H i s p a n i c a ,  o f   Spaanfche  A lo ë ,  dus  
 -ie  genoemd,  om dat z e " uyt Spaanje veel vervoerd word,  
 is  zeer  bitter  van  fmaak  ;  van  de.Eranfche  Perro-  •  
 ;s_  oyET  geheeten.  Deeze  is  (gelijk wij  alreeds  gezegt  
 ge-  hebben,}  de oprechte,  meefl-geachtjbe,  en in de Genees-  
 pjf'.  kpnfi  gebrttykelijk.  Moet  op  de  verhaalde  wijze  ge-  
 queekt  en  waargenomen  zijn.  Gemeenelijk  verlieft  !  
 deeze, foort  ieder  Voorjaar,  buyten  gebragt  zijnde  ,  
 door  de  ongewoonte  van  weer  in  de  Lucht  te  komen/ 
  welke ze in  de gantfche  Winter niet heeft mogen  
 genieten,  hare natuurlijke  groenheyd,  en bekomt  eene  
 gelijk  als  bleeke Lcever-verwe.  Veele dit  ziende,  oor-  
 deelcn de Plant verloren  te zijn  ,  en  dat ze  te  eencmaal  
 zal verfierven.  Doch  deeze wanftal vergaat met’er  tijd,  
 en uyt het  inwendige Hert krijgt ze eerftweederom  haar  
 aangenaam^nw*, ’t  welk  zich  in weynig tijds  verfpreyd  
 tot aan  de  uytwendigfte punten der Bladeren  ;  inzon-  
 derheyd. Wanneer  men  haar  zorgvuldig  wacht  voor te  
 veel Keegen,  en  in  het  eerftc  een weynig dekt  voor de  
 fterke Zonneftralen. 
 Tien  Wil  iemand  deeze  Plant  doen  bloeyen  ,  en  in  hare  
 ohnaaktheyd  zien,  die  zette ze  in  de  voor-heenen  ge-  
 Ijn j0CR meldde  grond  ,   met een  volle Maan van Ma y,  in  een  
 [bloeden.  Pot,  na  gcleegentheyd  harer  grootte  ,  .zoo  hoog  als  
 eenigzins  gefchieden  kan  ( het welke  ook  aan  de twee  
 hier  boven  befchreevene  foorten  moet  waargenomen  
 worden  )  en  laate  gantfch  geene  jongen bij  de  Wortel  
 I  blijven:, want  hier  door behoud ze  te  meerder  kracht,  
 en  geraakt daar door dies  te eerder aan  ’t  bloeyen;  gelijk  
 tk door ervarentheyd heb ondervonden in de jaren  16 51 .  
 1660,  166 5 ,  .en  1669. 
 Deeze,  teederder  van  aart  ,  en  voller  van  Zap o f   
 vochtigheyd  zijnde,  dan de twee voor-gemeldde,  kan  
 veel  minder  de  nattigheyd  verdragen  ,  en  word  ook  
 puhcyd  veel  eerder  door  koude befchadigd.  Indien ze teegens  
 [grot-vVn  ^ mter  uy t  de  aarde  genomen  ,  binnens  huys op-  
 F  gehangen  ,  in  het  Voorjaar  weer  in  de  aarde  gezet  
 word,  op  een  warme  plaats,  zoo  zal ze  in  het  lec-  
 ven  blijven  ,  en  zonder  eenige: ongeleegentheyd  weer  
 groeyen  als  te voren;  o f  ze  fchoon langer daar  uyt gc-  
 blceven geweefi ware.-' 
 Aanmerkens-waardig  is  het  geen  aan  deeze  Plant  
 word  vernomen;  te weeten:  zij  is bitterder  dan  Gal,  
 in  hare  'Bloem ,  echter  voortbrengende  een  Water  ,  
 klaarder als Wijn,  toeter als Honig;  het welk,  fchoon 
 K i 
 Widdcl; 
 KoricJer- 
 \t 
 O   B .   3 * 4 
 neerwaarts hangende jeevéhwel niet neervalt) ten zij men  
 de  Bloemen krachtig beweegd. 
 De  A loë  A merïc ana  mïnor  polio  mucro-  Kleyne  
 NATO.,  ö f   kleyne  Americaanfche  A lo ë  met  Doornen,  ca^nfch<*  
 heeft  Bladeren  niet  langer  als  anderhalve  voet  ,  zich Aloë met  
 digt  in  malkander  gefloten  houdende.  In  ’t  midden  Doornen,  
 zijn  ze  wel  zes  o f  agt  vingeren  breed  j  beneeden  op  
 het  fmalfte;  voor  ftomp-rond  ;  eevenwel  eyndigen-  
 de  in  een  fpits  punt;  tamelijk  dik  in  het  midden  ,  
 doch  aan  de  randen  dun  ;  en  daar voorzien  met  veelvuldige  
 ,  digt  aan'malkander  zittende,  kleyne,  zeer  
 fcharpe  Doorntjens. 
 De  A loë   pur eur ea  L jEVIS  ,  o f   A lo ë   ronder Aloë  zon-  
 Doornen,  en  met .purpur^verwige  Bladeren  ,  is  mid-  DooJ>  
 delmatig  van’  grootte.  De  gemeldde  Bladeren  zijn  nea‘  
 twee,  derdehalf,  ook  drie  voeten'lang,  en  vier vingeren  
 breed;  onder  en  in  het  midden  alderbreedft  t  
 doch  van  daar  na  boven  worden ze  fmaller,  eneyn-  
 digeh  in . een  gantfch  lpits  o f   doornig  punt  :  daarenboven  
 tamelijk  dik  van  aart,  en  fteevig  o f   regt  
 opftaande. 
 D e   Aloë  Ferox ,  o f  Aloë .met  groote ,   wreede  ,  Alóëmec  
 veelvoudige Doornen ,  heeft  Bladeren van twee o f  twee  geele  ,  
 en  een  halve  voet  hoogte  :  de  verwe  is  donker.,  o f  wr,je^c »  
 Gras-groen.  Onder  zijn ze  op  het alderbreedfte;  van  dige^oor#  
 daar  a f worden ze  ïmaller ,  op  de wijze van  een Pyra*  acn.  
 mide,  en  eyndigen  in  een  fpits  punt.  De breedte  is  i  
 van  een  halve  v o e t ,  wat  meer  o f  min;  matig  dik  
 van  aart |  de randen  op  het dunfte;  en  daar bezet met  
 veelvoudige,  dikke,  wreede,  een  vingerbreed  lange,  
 purpur-verwige  Doornen.  In  de  Mond  geknauwd, 
 I  bevind men ze van  een aangename fmaak. 
 De  A l o ë   v e r a   m in o r ,   o f   kleyne,  gemeene,  Kleyne*  
 regte  A lo ë ,  heeft  van  naturen  finalle  Bladeren;  ook gemefn?  
 voor  in  een  fpits  en  regt-op  ftaande  punt  eyndigen-  Aloë.  *  
 de.  De verwe is donker en  aangenaam groen;  ook  alleen  
 met  eenige  weyriige  witte  Plekjens  aan  de  uyr-  
 terfte punten;  doch  aan  de  randen  met  veelvoudige,  
 aardige,,  kleyne,   zachte,  bleek-wit-verwige Doorntjens  
 voorzien. 
 De  A loë   v e r a   c o s t a   s p in o s a ',  o f  opregte Aloë,  óprechte  
 met.  een  Doornige  ruggey  o f   Rib y  in  het  midden  van  
 het  onderfte gedeelte der  Bladeren,  waft op  eeven  de nige Rib-  
 zelve wijze  als  de  A loë  v e r a   v u Lg a r i s ,  ófgemee- bc.  
 ne  opregte  A lo ë ,  doch de  Bladeren  zijn  wel zoo dik;  
 ook grooter,  langer,  en met meer  witte  Plekken  vef-  
 cierd ;  welke  men  echter  in  het  eene jaar veel meer  in  
 getal  z ie t ,  als  in  het andere.  D it gefchied  na  de  ge-  
 leegenthëyd  o f  verandering des tijds.  Want bij  heete  
 drooge Zomers^ worden  de  zelve  vermeerderd*:  in  tee-  
 gendeel  bij  flegte  en  vochtige jaartijden weer verminderd  
 ,  en veel weyniger gezien. 
 K  R  A  C H   T E N . 
 A hoe\  een  zeer  treflijk  Genees*middel,  en  boven Carnet at.  
 veel  andere in waarde te houden,  is van naturen  22‘  
 warm en droog in den tweeden graad, doch zon-  simp.  
 der  eenige  fcharpheyd.  cap. 41. 
 Heeft in  zich een purgeerende kracht.  Inwendig ge-  
 bruykt,  opend  de  Anbeyen,  o f  de Takken  des Fonda-  
 ments:  neemt wech allerley verfiopping  des Ligchaams: Mefues Ut.  
 is de Maag zeer  aangenaam,  en verfterkt dezelve.  Ge-  c'  
 waffen  zijnde  ,  drijft ze  daar uyt  alle  Galachtige  voch*  
 tigheeden ,  en  taye fluymen ;  verjaagd  alle fmerten  en  
 ontjleekjng der  zelve.  D o o d ,  en  drijft uyt de Wormen:  
 het  welke  ook  gefchied,  ajs  men  Aloë, met  Edik  en  
 Qflegal  vermengd,  op  den  Navel  des  Buyks  ftrijkt. 
 Bewaard  de  menfchen  voor  inwendige  verrotting,  en  ^>tof cor‘  
 andere toevallende krankheeden.  Verfterkt de-Leever.  •  f '  *  
 •Geneeft de Geelzucht.  Verwekt der Vrouwen Maand-  
 fionden,  drie  kleyne  Pilletjens  ’s daags  hier van ingenomen. 
   Doet ook de geftorvene  Ligchamen  lang in  een  
 goéde ftaat blijven,  zonder verrotting. 
 V f Het