y i t ' L I M O N I U
moet voor koude Winden en Hcrfflr'éegenen voorzichtig
zijn gewagt: zou anders niet tot zijne vólmaaktheyd
geraken, maar veel eer verrotten.
Lanwin- • Alleenlijk door dit Zaad kan deeze foort aangeïvon-
Ljng. nen en vermeenigvuldigd worden. Het zelve moet
men , met een wallende Maan in April o f May 3 luchtig;
in een Pot zay en, niet boven een ftröobreed
diep. Niet meer als een , o f ten hoogftën twee
Planten, mag men in eenePot, in ’t midden , ongerept
laten ft aan. De andere móet men’er uyt-neemen, in
andefe Potten zetten, en zes o f agt dagen lang voor de
Zon wachten.
»Ameri- Het L imoniüm c a f ita tum A méricanum , o f
■ caanfch Americaanjch Limoniüm met veelè Knoppen , boven 1 aaft de Steden tuflchen twee Bladeren, op lange Steelt-
L e e veelc jens, z e s , a g t , ja dikmaal tien in getal bij malkander
■ Knoppen, voortkomende, is een aanzienlijke Plant, groeyende
ontrent drie en een halve voet ho og j ook wel hoger,
Lrond,enna dat de Zomers warm o f koud zijn. Bemind een
naats. goede zandige aarde, met een weynig een-jarige kleyn-
gewreevene Hoenderdrek en het Mol der van binnen
verdorvene Boomen genoegzaam doormengt: een
ppene > warme, bequaam> ter Zon geleegene plaats,
inzonderheyd bewaard voor alle koude Oojle- en 'Noordenwinden.
■ Bloemen. Vergaat niet haaft , maar word van naturen oud.
Brengd ieder jaar, voornamen tlijk bij warme Zomers,
kleyne, viergebladerde, voor fpits toegaande Bloemen
voort, boven u yt hare gefchubde Hoofdjens, die van
het Cyanus, o f de gemeene Koornbloem, niet ongelijk,
■ Zelden doch grooter. De verwe is bleek-geél. Zelden gee-
■ njp Zaad. ,ven ze in deeze Geweften eenig rijp Zaad. ’s Winters
verheft deeze Plant boven hare Steden en Bladeren;
echter altijd aan hare Wortel ontrent dé aarde eenige
- dér zélve behoudende; welker gedaante zich al vrij
iBladefen. zeer vergelijkt met die der Citroen-bladeren. Zijn een
kléyne.hand lang, drie vingeren breed, voor fpits toegaande;
donker-groen-verwig; fcharpachtig, o f rauw
in ’t aanraken, en voorzien mét een regt-doorlopen-
de Ader > waar uyt veel andere kleyner voortvloeyen.
Aan hare Steel zitten ze twee en twee regt teegens
over malkander ; doch voor in eén éyndigende. In
het volgende Foor jaar fchieten ü yt deeze weer nieuwe
voort..
■ Hoe waar Deeze foort verdraagd in de Zomer véél, maar altijd in
ImenCe* ^*on warm gemaakt Rèegénwatër; doch wil in deti
* * Herffi Weynig vochtighëyd. Kan niet wel Stormwinden,
1 Hagel, Fbrft, en diergelijke ongeleegenthee-
den uyjftaan. Wórd derhalven , " met een waflende
Maan van April in een Pot gezayd o f geplant zijnde,
in ’t begin van Odober, wat eerder ö f later, na dat het
Weer zich aanfteld, binnens huys gebragt, op een
luchtige plaats, doch zonder eefiige tocht o f zuyging.
cnia dc Maar als nu de koude begind te vermeerderen, neemt
van daar w e ch , efi men verplant z e , daar ze
de warmte des vuurs door een Oven kan genieten ,
wijize die geerne verdraagd , doch niet digt bij den
Oven. Mag o o k , gedurende de geheele Winter,
maar alleenlijk een o f tweemaal een wéynig lauwge-
maakt Reegenwatèf van boven oritfangen. Niet voor
m ’t begin, o f ten halven van Apr il, mag mén ze weer
buyten zetten , met een zoete lu ch t, en. aangename
reegen ; doch voorzichtig gédekt vöor koude nagten,
en bewaard voor Sneeuwachtige vochtighëyd.
Vanhier ' K an , in deeze köüdê Landen', niet wel aange-
iangewel wonnen worden, vermits ze noch volkomen Z a a d ,
bonnen n.?c*1 bij de Wortel ( ten zij met langzaamheyd van
worden, üjd) eenige uyiloopz,elen verkfijgd, Welke o f van zelfs
Wortel vatten , o f bequaam zijn mögtén , om inge-
faeeden te worden.
m , L a v a s . y i z
K R A C H T E N.
L Irnonium is verkoelende van aart. De Bladeren Gaben.l.f.
21 jn warm en droog in den eerften graad; ge- M*Lsimp.
* knauwd wordende van een aangename reuk. I n ^ *
Wijn gekookt, o f de Wortel, een weyriig op Gedroogd
zijnde, het zelve gedaan | en van dit Nat een
halve ónce, o f wat minder, gedronken , drijft het
Water, de Steen, de Nageboorte, en alle onreynigheyd
der Moeder af.
Het Zaad is zuur van fmaak, en heeft een te zamen- Diofc. l.j£
trekkende kracht. Gedroogd;,‘gefloten, en daar van c% l<*'
twee Scrupden eenige dagen achter malkander ’s morgens
nuchferen met Wijn irigenomen, is Zéér dienftig
teegens de roode- en andere Loop. Doed ook ophouden
de overvloedige Maandjlonden der Vrouwen, en is
dienftig teegens meer andere gebreeken.
C C C IV H O O F D S T U K .
L A V A S.
■ Iet alleen in het Neederlandfch d ü s , Namen,
maar ook dikmaal L u b s t ö c k , van
zommige L a v e t s e , van andere L u b -
s t ic k e l genoemd: in het. Latijn L e-
v ï s t i c u m , en L i g u s t i c u m : in het
Hoogduytfch L e ib s t o c r e L in het
Franfch L iv é s c h e , o f L i v e 'ch e ; en in ’t Italiaanfch
L i g u s t i c o .
Deeze Plant bemind uyt eygener aart een gemeene, Grond,
doch meer een zandige, wel-gemeftte grond, en tamelijk
véél Water. Heeft immers zoo lief een donkere
, als een opene, vrije plaats. Geeft in deezé koude
Geweften niet altijd, maar alleen in goede warme
Zomers, een weynig Zaad. Als d it , ’t welk echter Zelden
zelden gebeurd, zijne rijpheyd heeft bekomen , word Zaad*
het, met een wallende Mdèn van Maer t, ruym .eén
ftroobreed diep, in de aarde gelegt.
Hier door kanze vermeenigvuldigd; doch noch be- Aanwin-
quamer aangewonnen Worden, door hare bij de Wortel n*n2*
uytgefchotene jongen; welke men op de gefiöemddé
tijd van der oude afneemt, en verplant. Is. hard vaii
aart. Kan veele koude Reegenen, Sneeuw, Hagel, Ptcr-
ke For jl, en alle andere ongeleegentheedén des tijds ,
zonder fchade uytftaan.
K R A C H T E N .
L A v a i, Lubjlock^, o f Levefticum, is warm en DoJ.l.io'.
droog tot in ’t begin van den derden graad. l6m:
De Bladeren en Wortelen in Wijn gezoden , Galen. lil,.
en daar van een Roemertje ?s morgens nuchtèren ge- s>mP- 7*
dronken, drijft uyt de Winden; ftrijd teegens alle verg
i f ; verwarmd het ingewand; is goed voor een koude
Maag; Schurftheyd, en andere gebreeken der Huyd.
Zuyyerd en geneeft de Zeeren en Zweeren : maakt Durantes
een fcharp Gedicht; een z,uyver en fchoqn Fel, als men
de Oogen daar mee wafcht, en ’t Aangezicht dikmaal %
daar mee Wrijfd.
De groene Bladeren gefloten , en op varjfche Won- Fuchf. Ut>.
den gelegt-, geneezen de zelve. In een Bad gedaan* ca?'
doen kraqhtig zsweeten; neemen wech de onz,uyvere 2^2‘
vlekken der Huyd, en verwekken der Vrouwen Maand-
fionden. 4
Het Zaad, o f de gedroogde Wortel, gepulverileert, Diofc. 1. 3.
en daar van een halve o f geheele Drachma met Wijn c‘
ingenomen ; doed gemakkelijk wateren , drijft de 1 *’
Maandjlonden v o o r t, ook de achterblijvende Nageboorte.
Geneeft de opjlijging van de Moeder; de bee-
ten der Slangen en dolle Honden, ook van andere gif-
tige Dieren. ?y 5 Het