8 ï 3 B e s c h r y v in g d e r K r u y d e n , B o l l e n e n B l o e m e n , I I I B o e k , 814
CCCLXXVIIÏ H O O F D S T U K . Z E E V E N K E L
Namen genoemd in het NeederUndfih ,
wor^ *n het Latijn geheetèn FceNi-
^Bg cülum Marinum , C reta Mari-
JSS MJmlmfêKm NA 9 C rithmum Marinum: in het
g J R S W Hoogduytfch, Meerfenchel; in het
Franfch Bacille , of Fenoil Ma-
rin : in het Italiaanfch C rithamo , C rithmo ,
Finocchio Marino , en Herba di San Piero.
Twee bij- Hier van zijn'mij in haren aart bekend geworden tv)ee
zondere bijzondere foorten,- te weeten: ^ .
foorten. j C rithmum M arinum sine spïnis , o f Zee»
venkel ronder Doornen; anders van veele ook genoemd
P etroselinum M a r in u m , o f Zeepceterz.clie. IL
C r ithmum spinosum , o f Zeevenkel met Doornen»
Beyde zijn ze van dé zelve Boüwing en Waarneeming.
Grond. Zij beminnen een goede , luchtige , gemeene aarde
, met een weynig twee-jarige Paerdemift, en veel
zout Zee- o f Duynzand doormengd: een opene,
warme, wel ter Zon geleegene plaats , en matige
Reegen. jj ■ , ' ' '
Hoe waar Blijven lange jaren in *t leeven. Zijn teeder van
in deWhf aart 9 waar door ze geenzins in onze Geweften veel
ter. " koude vochtigheyd o f felle Verft konnen verdragen*
Moeten derhalven, in Potten gezet zijnde, in *t begin
van Oftober binnens huys'worden gebragt, op een luchtige
pjaats, waar in niet anders als bij vriezend Weer
word gevuurd. O o k moet men haar-verre van den
-Oven zetten, vermits ze de warmte des vuurt zeer
ODgeerne lijden, maar ondertuflehen haar nauw wachten
voor een doordringende koude. Gedurende degant-
fche Winter heeft mén haar alleenlijk met een weynig
lauw Reegen water van onder te verzorgen. Niet voor
in ’t begin van -April mag men ze weer buyten brengen
met een aangename Lu cht, en zoete reegen. Maar dan
noch haar zorgvuldig wachten , en voorzichtig dekken
voor veel Reegen, koude hagten, hayrige enfchrale winden
3 als haar zeer fchadelijk zijnde.
Aanwin- In deeze ónze Landen geeven ze noyt eenig vol-
niog- komen rijp Zaad, A ls:men echter ’t zelve uyt andere
Geweften heeft ontfangen, word het met èen wallende
Maan van April de aarde ééns Pots, niet diep gelcgt,
aanbevolen. Doch niet alleenlijk hier door worden ze
vermeehigvuldigd, maar ook door hare SangewalTene
jonge Wortelen, welke men op de genoemde tijd van de
oude afneemt, en verplant.'
Gcbruyk. De Bladeren, Bloemen en Steelen van deeze Zeeven-
k e l, ingelegt en behandeld zijnde gelijk men de Agor-
ken doed, zijn zeer dienftig tot allerley gebraad, en van
een uytneemende fmaak. '
K. R A C H T E N.
Gal. lïb. 7. MEevenkel, o f Crithmum Alarinum , is matig,
Sunp.Med. W o f in den eerften graad, droog en warm; ook
afvagende van aart, en een weynig bitter van
fmaak.
Dio/c. l.i. De Bladeren, de Bloémen en *t Zaad, de Wortelen,
- n . ^ alleen, ó f ook te zamen, in Wijn gezoden, en zoo ge-
e °\i. ' 24\geeten j ook daar van gedronken; o f het uytgeparftte
Lufit. 1. 2. Zap, o f het Poeder der gedroogde Bladeren, met Wijn
enarr. 1Z3. ’s morgens nuchteren ingenomen, drijft uyt de Galach-
tige 3 ftijmerige , en ook 'waterachtige vochtigheeden :
breekt de Speen der Nieren; geneéft de Druppel- o f
'Koudepis', en de Geelzucht: verwekt de Madndfton—
den der Vrouwen, en doed gemakkelijk Water lojfen. "
JDurantes De Bladeren, op de wijze der Agorken, in Edik en
l/ift.fiant. Zout ingelegt, en alzoo rauw, o f gezoden , met
j° • Azijn en O ly in een Salade, o f voor zich zelven alleen,
gelijk de Cappers, tot gebraad gegeeten, zijn zeer aangenaam
vóór de Afaeg, de felve verft erkende: verwekken
eet ent luft , ópenen allerley verft oppingen des Inge-
wandt, helpen de geene, welke haar Water niet können
maken : en zijn zeer dienftig vóór de Lever , de Nieren
, en Milt.
C C C L X X IX H O O F D S T U K . PHALANGIUM.
■ E t deezen, en mijns weetens, geenen Namen!
anderen naam in ’t Neederlandfch en
■ Latijn bekend, en dus genoemd, om
dat deeze Plant geneefd de beeten der
Ph a l a n g ie n , of.giftige Spinnen.
In het Hoogduytfch E rdYp in n e n -
k r a ü T j in ’t Italiaanfch Ph a l a n g io .
Hier van zijn mij in haren aart fes veranderlij ke foor- ses
ten bekend geworden , als:
I . P h a l a n g i u m r a m o s ü m , o f Phalangium met verander-
Tdkken. I I . N o n r a m o s u m , o f z,onder lakken. Hjke foor-
III. A l l o b r o g I c u m m a jü s f l o r e l i l i a c e o A L - tca-
BO, o f groot Phalangium uyt Savoy en met een witte Le-
lybloem. IV . V i r g i n i a n u m . f l o r e c o e R u L E ó ,
ö f Phalangium uyt Virginien, met een witte Bloem, pqk
van fommige genoemd'G l a d io l u s a m e r i c a n u s ,
o f Americaanjch Swaardkruyd. V . P h a l a n g i u m
Vi r g i n i a n u m F L o R e A L BO, o f Virginiaanfch Phalangium
mét een witte BloemK V I ,- P h a l a n g i u m f i -
ST i'LO iUM , o f Phalangium met een Bloem als Orgelpijpen.
A l t’zamen zijn ze van éenerley Bouwing.en Wdar-
neeming•
Zij beminnen een goede-, zandige, gemeene, meer Grond.'
een gertieftte als ongemefte grond ; een opene, vrije,
luchtige, welgeleegéne plaats,, en veel Water: Werden
van naturen oud. Verdragen felle frorft, en allerley
ongelegen theden der Winter, .Bfóeijen ieder Jaar , eri
geven in den herfft rijp Zaad, ’t welk met een waflen- Zaa(l*
de Maan van Maert in een P o t , ruym een ftroobreed
diep , word gelégt; hier door werden ze genoegzaam
vermeenigvuldigd en aangewonnen : doch veel' gevoeg- Aanwm"
lijker door hare jonge Wortelen, welke men in Auvu-™^'
flus o f September, met de gemelde Maan van de oude
afneemen en verplanten moet.
Het Ph a l a n g iu m WiRGiNiANUN f l o r e coe-Phakn-
R u l e o , o f Phalangium uyt Virginien met een blauwe giumuyt
Bloem, is^en zeer aardig Gewas. Krijgt uyt een v ee l-virglniea
voudige digt-t’zamengevoegde,eenftroo dikke, bruyn- blauwt
achtig-geelverwrgé , lpongieufe, en geen fmaak heb-Bloem,
bende Wortel, Verfcheydene Steelen , een voet r ook Wortcj
wel een vierendeel meer , hoog ; ruym een Schrijfpen W°
d ik , donker-groen, geheel rond, van binnen voos en
vogtig van aart, aan welke eenige weynige Bladeren ,•
nu uyt d’eene, dan u y td ’andere zijde, hol boven malkander
gefteld, voortkoomen. Zijn in gedaante, ftel-
ling en fubftantie die van . het Lelydragende Ajfodille,
ièer- gelijk , onder gantfeh in *t ronde de Steel omhel- ^Q. a C*
zénde; aldaar een weynig rosachtig; ook door al de
Bladeren geheel groen geftreept: -grasgroen van verwe,
altijd 'hol geutswijz,e na boven gefteld,* wart dik; d’on-
derfte gemeenlijk de kleynfte en fmalfte, de boyenfte de -
grootfte, een vinger breed, een geheèlè hand lang, ag-
ter o p’tbreedfte, en voor gantfeh; fpits toegaande , ook
aldaar twee o f drie digt en platagtig b y malkander, gefteld.
U y t welker midden-punt, en bovenfte der Steelen, Geftalte
thien , dik wils veerthien , en noch meerder taam1ijk-derBIoC*
dikke knoppen voortfeftieten, groen van verwe ; en on mcn’
de punt wat purpuragtig. Alsnu d'eene na d’anderopeii
gaan, vertoonen zig fchoone, donker-blauweBloemen,
hangende aan purpure Steeltjens neerwaaris gebogen: *
zijn driehoekig, doch vlak : bèftaan uyt drie breéde,
groote , voor rond-plat toegaande Bladeren, Hebben