
 
        
         
		Blocyen  in  ’t tweede  jaar j  geeven  volkomen  rijp  Zaad-,  
 en  vergaan  daar mee.  • 
 Moeten  derhalven  in  't  tweede,  o f  io o  men ’t goed  
 aioe.  "  v ind,  iedet Koor jour met een wadende Maan van Moert  
 o f  .April op nieuws weer gezayd zijn,  niet  diep gelegt,  
 komen  ook  van  ’t  uytgevallene  van  zelfs  genoeg  op.  
 Hier door konnen ze  overvloedig  aangewonnen  en vsr-  
 meenigvuldigd worden. 
 K R A C H T E  N. 
 " I— v E   Wortelen  van  Boksbaard,  in  het Latijn Tra- I  tè°P°&um > zi)n warm en  m ^en tweeden 
 graad;  wat bitter van fmaak,  en  een weynig  te  
 zamen trekkende  van aart* 
 Trag.l.i-  In  Wijn  o f  Vleefchnat  gezoden;  voor een Salade,  
 c’ 9\r  ra   9?  bij  andere  fpijzen  genuttigd;  o f  o o k ,  eer ze  noch'  
 f f  r *8.  gefchoten  hebben,  geconfijt*  en  alzoo  gegeeten  ,  zijn  
 LoM. i   1.  goed  voor een kittige Maag  en Leever: voor de gebree-  
 fol.6$o.  ken der Borfi,  Blaas  en Nieren:  voor de Pefi,  vergif',  
 Matth.il.  yeeten en  der slangen ,  en anderer giftige Die- 
 Durantts  ren,  ook der  dolle Honden. 
 fil.61.  Het  uytgeparftte  Zap  der  Bladeren  en Wortelen  gelegt  
 op  Wonden  en  diergelijke  verkeringen,  zuyverd  
 en  heeld de zelve. 
 Het zelve  Zap  met  eenig  nat  ingegeeven,   is  goed  
 Yoor ’t Pleuris. 
 C C C C L V I   H O O F D S T U K . 
 W  A  T  E,  R- STARREKRUYD. 
 Namen.'  deeze  naam  in  het  Neederlandfch 
 bekend,  word  in  het  Latijn  gehee-  
 ten  T ripoliom. *•  A mellus  M a-  
 S l I È S l I f f l ê   RINu s,  en  A ster  Marinus:  in *t  
 Hoogduytfch  W asser-sternkraut,  
 .-S a   en in ’t ïtaliaanfch T ripolio. 
 Plaat».  Waft van  naturen aan den  Oever van  op- en  aflopende  
 Rivieren,  wélke'dikmaal met zout Water word bevochtigd* 
   Doch  zulker  wijs opgenomen  zijnde ,  dat  
 de geheele klomp aarde aan  hare  Wortel  b lijft ,  en  dan  
 •  verplant in  éen goede varflche grond, voorzien met zand 
 en een weynig. twee-jarige Paerdemifl, zoo groeydze  ook  
 wel in de Hoven. 
 Grond.  Bemind  een.  openér,  luchtige,  vrije ,  bequaam  ter  
 Zon geleegene plaats;';  en  veel Water.  Blijft  eenige ja-  
 ren  lang in ’t leeven.  Yerdraagd  felle Vorfi,. en  allerley  
 andere ongeleegentheeden der Winter gedüldig.  Geeft  
 aardige  langdurige  Bloemen;  en o o k ,  bij  droöge  Zomers, 
   volkomen rijp Zaad.  ’t Welk met een wallende  
 Maan van Maert o f  -April word.gezayd in. een P ot,  gevuld  
 met goede aarde én zout Zeezand,ruym een  ftroo-  
 Aanwin-  breed diep  gelegt.  Dikmaal moet  hef *van  boven  met  
 ning.  Water  zijn  begoten  ;  zoo  zal  het  voor  den  dag .komen  
 ;  ’t  geen  anders  zelden  gebeurd.'  Alleenlijk  hier  
 door  kan deeze  Plant  worden  aangewonnen en yermee-  
 nigvuldigd. 
 K R A C H T E N . 
 Galen.  lib.  ï   \ Ü   Wortele  van Water-Starrekruyd,  in  ’t Latijn  
 simp- 8.  1 1  Tripolium,  is verwarmende in den  derden graad; 
 Icharp  op de T o n g ,  en heet van fmaak.  . 
 Ttiofe.  1.4.  Een  half  lood  van  deeze  gedroogde Wortelen  met  
 ,  Wijn  ingenomen,  gek oo kt,  en  onder  andere  Ipijzen  
 gegeeten,  helpt  de Waterzuchtige:  doed  veel  Water  
 lojfen,  en  drijft  alle  wat er achtige  vochtigheeden  door  
 de  Stoelgang uyt. 
 Het  uytgeparfte  Zap  der  Bladeren  op  de  Wonden 
 gelegt,  o f   ook  de  gekneufd t   Bladeren  zelfs*  doen ze  
 zeer  fpoedig  geheezen. 
 C C C C L V I I   H O O F D S T U K . 
 T  AMERICAANSCHE  A  R  W  E. 
 g toEn  aardig  Gewas,  dus  in  ’t  Needer- Namen. 
 C   geheeten  T riticum A mericanum: 
 W eytz  :  in  fletf FranfchB ied ,  of  
 ^  Fourment  dTndes  .*  in  het  Italiaanfch  
 G rano  Indiano.  . 
 Zij  groeyd  in  deeze  onze  koude  Geweften  op-Geftalte  
 waarts  tot de hoogte  van  drie  voeten  ;  met  veelvoudi- deezer  
 ge  bij  .malkander  gevoegde,  en  uyt  de Wortel voort-  
 komende  Bladeren;  ontrent  een Maatvoet o f  anderhalf,  
 wat  meer  o f  minder,  lan g ,  gemeenelijk  een  kleyne  
 vinger  breed;  vercierd  met  een  aangename  donkere  
 groenheyd.  Waar  uyt  verfcheydene  Steelen  voort-  
 fpruyten  ,  geelachtig-groen  van  verwe  ;  met  Ayren B  
 ruym  een  halve  voet  lang,  als  met  vèele  Leeden  op  
 malkander  groeyende;  aan  beyde  de  zijden  voorzien  
 met uytfteekende Knopjens,  waar  aan  het  Zaad  vaft-  
 houd,  gelijk als~ Schubachtige  Vleugeltjens,  wonderlijk  
 en  aardig  boven malkander zittende. 
 'Vergaat niet haaft,  maar  blijft eenige  jaren  in  ’t lee- Zaad. 
 ’ ven.  Is  tëeder  van  aart;'  en geeft,  bij  heete  Zomers,  
 volkomen  rijp'' Zaad. 
 Bemind  een  gemeene,  zandige  aardige,  met flegts Grond.  *  
 een  weynig  twee-jarige  Paerdemifl,  en  het  Mo l  der  
 verrottè Boombladeren  doormengd.-  eenopene,  vrije,  
 warme,  wel  ter  Zon  geleegene  plaats,  voor alle koude  
 Oojle-  en Noordewinden befchut;  ook matige voch-  
 tigheyd. 
 Kan  gantfchëlijk  geen  koude Herffireegenen o f  eeni-waarnee-  
 ge  felle  Vbrfi verdragen.  Moet  derhalven,  in een  Pot mingin-de  
 ftaande,  in den aanvang van Oftoberbinnens huys wor- Wmter.  
 den  gebragt,  en  gezet  op  een  luchtige  plaats ,  waar  in  
 niet  anders  als  bij  vriezend Weer word gevuurd:  gedurende  
 de  Winter  met  weynig  Water  voorzien  
 z ijn ,  vermits ze  door  te  veel  vochtigheyd  lichtelijk  
 verrot;  en niet voo rin  ’t begin  van April,  met een aan-  
 .gename Lucht en zachte Reegen,  weer buyten  gefield;  
 eevenwel dan  noch voor koude nachten veel vochtigheyd,  
 hayrige  offchrdle  winden  wel  gewagt  en  genoegzaam  
 gedekt  worden. 
 • Het  Zaad  word  met  een  waflende Maan  van May Aanwin-  
 in  een  P o t ,  niet  diep  g ele gt,  de  aarde  aanbevolen, nlQg*  
 en met weynige vochtigheyd voorzien!  Hierdoor word  
 ■ ze  aangeejueekt  en  vermeenigvuldigd.  Maar  dan  ook  
 noch aangewonnen  door hare aangewaflene altijd groen-  
 blijvende  jonge Scheutjens:  welke men  op  de genoemde  
 tijd  met  een  Mes  voorzichtig van de oude affnijd,  
 én  in  Potten  verplant. 
 K R A C H T E N . 
 D Eeze  Americaanfche  Tarwe,  in  *t  Latijn  Tri- Aart  
 ticum  Americanum,  is  warm  van  aart  in  den  
 eerften graad. 
 Het  Brood,  *t welk hier van gemaakt w o td ,  is van  eh  ge-  
 een  aangename  fmaak.  Geeft daarenboven goed voed- bruyk  
 z e i  aan  ’t Ligchaam;  en  verfterkt  al de inwendige dee-  
 len  van  ’t zelve. 
 Het Meel deezer Tarwe in Edik gekookt,  en  gelegt dcczca  
 op  verhittede  Ligchaamsdeelen ,  de Roos ,  ’t  Sprenkt- Tarwe.,  
 v u u r ,  en  andere  diergelijke  vuurigheyd Q >C   C trekt’er  C L V I I de  
 I 
 brand van u y t ,  en  verteerd ze. 
 C C C C L V I I I   h o o f d s t u k . 
 t o r r e k r u y d . 
 Namen.  het  Neederlandjch  dus  ,  o f .veel 
 meer  T hooknkruvd  genoemd,  ver- 
 WÈKL ovijx,e groeyen;  word in  het Latijn ge.  
 Ssp | | iy 5i§^&heeten  T ürritïs,  ofTuRRiTA. 
 V i „   tij.  . Hier  van  zijn  mij  in  haren  bekend 
 Kondere  geworden vier bijzondere  foorten;  namentlijk:  
 foorten.  I.  T urritis  major,  o f  groot  Torrekruyd.  II.  
 M inor  longifolia ,  ó f   kjeyn  lang-gebladerd  Torre-  
 kruyd.  III. Minor Plateau,  o f  klejn Torrekruyd,  van  
 Plateau befebreeven.  IV .  T urritis L usitanigaj  
 o f  Portugalfih  Torrekruyd.  A l te zameh  zijn ze van  de  
 Grond.  zelve Bomving en TVaarneeming. 
 Zij  beminnen  een goede,  gemeene,  zandige  aarde,  
 met  matige  twee-jarige Paerdemifl:  voorzien:  een  ope.  
 ne luchtige,  warme,  wel  ter  Zon geleegene plaats,  en  
 Zaad.  tamelijke vochtigheyd. 
 Konnen  reedelijk  wel  de  Torfi,  en andere ongeleegentheeden  
 der  Winter  uytftaan.  Bloeyen in de tweede  
 Zomer-,  geeven  volkomen  rijp  Zaad-,  -en  vergaan  
 nh>£Wm"  ^aar  meê  !  wi)Iz f   n iet,  o f   zeer  zelden  ,  langer  in  ’t  
 * ’  leeven  konnen  blijven.  Worden  derhalven  ook  ieder  j  
 tborjaar,  met  een waffende Maan  van  Apr il,  weer  in  
 een Pot zoo gezayd als geplant jen hier door kan men ze  
 alleenlijk aanwinnen  en vermeenigvuldigen. 
 K R A C H T E N . Gebruyk 
 'tOC  ï   \ É   gekneufae  Bladeren van  Torrekruyd,  in  het  
 I  I   1 Latijn  Turritis,  gelegt op allerley vuyle en  hee-  
 te gezwellen,  zweer en en zeer en,  helpen  en ge-  
 hedmid-  neezen  de zelve. 
 dden.  Het  Poeder  der  gedroogde  Bladeren,   o f  het  uytgeparftte  
 Zap  daar  van  ,  gedaan  op  varjfche  bloedige  
 Wonden,  bewaard de zelve voor alle verhitting, en doed  
 ze  toegroeyen. 
 Twee vei  
 ander 1 ij k<  
 foorten. 
 C C C C L IX   H O O F D S T U K . Z OTSKNODZE. 
 Iet  alleen  in  het  IVeederlandJch  d u s ,  
 maar  ook  van  zommige  Dodden ,  
 D ollen en D olzen genoemd,  word  
 in  het.  Latijn  geheeten  T ypha  pa- 
 LUSTRIS  o f   SCEPTRUM  MORIONIS  ï  I 
 in  het  Hoogduytfch^ W asserkolben *  
 Moszkolben,  en  NarrenKolben .*  in  het  Franfch  
 R ouseau  ,  o f  Masse  de  Sonc 2  in  het  ïtaliaanfch  
 -M assa  Sorda,  o f   T ipha. 
 :  Hier van  zijn  mij-in  haren aart bekend twee veranderlijke  
 foorten ;  te weeten  : 
 L   T ypha  major,  o f  grooteZotsknodzé.  I f. T y-  
 £Ha minor,  o f  kleyne Zotsknodze  Beyde  zijn ze van  
 Grond,  eeVen de zelve Bouwing en Waarneeming.  
 oe  ang.  Door  een  haar  natuurlijke  eygenfehap  groeyen  ze  
 zeer  geerne  in  moeraflige  plaatzen,  ftaande  wateren,  
 en  lopende  ondiepe  Riviertjens,  o f  Slooten.  Willen  
 derhalven  gantfeh  niet wel in Hoven,  o f   eenige andere  
 drooge grond voortkomen.  Doch zulks gefchied  noch  
 in Vijve rs ,  met een waflende Maan  van April  daar Jn  
 gezet zijnde. Echterfchieten ze hieropverfena zoo hoog  
 niet  op als inde voorgedachte met haren aart overeenkomende  
 grond.  Geeven ook  veel kleynder Vruchten»  
 Bloeyende  Hard  van  aart  zijn ze.  Konnen  zware  koude  en  
 zonder*  ^ er^e  ^orf i   verdragen  :  door welke wel  hare Bladeren  
 Zaad.  verdorren  ;  doch  in  het  Voorjaar  loopen ze weer uyt.  
 Geeven  in  den  Herfjl  een  bloeyende  Vrucht  (waflendc  
 óp  lange  Steelen)  ,  die  men  Knod^n  o f   Todden  
 noemd,  gelijk  alreeds  hier boven  gezegt  is;  dbch  brengen  
 gantfchëlijk geen Zaad  voort.  Niet  alleen  in  den  
 H e r ffi, maar ook  door.de geheele Winter konnen zë  óp  
 de  gedachte  hare  Steelen  goed,  en  geiijk  als  onverder-  
 vélijk  blijven ftaan* 
 Worden  alleenlijk  aangewonnên en  vèrmeènigvuldigd Aanwia-  
 door  hare  vermeerderende Wortelen >  welke veele jaren ning*  
 lang  góed  blijvém 
 K R A C H T E N , 
 20 /sknodzei  o f  Typha *  gelijk  ook  de Bloem  der Aar&  
 zelve,  is verwarmende,  verdroogende,  en  afva-  
 .  gende  van  aart;  Het onderfte deel  der Bladeren  *  
 is  mals,  en  goed  om  te  eeten  ;  gëeft  echter weynig  
 voedzel aan  ’t Ligchaam. 
 De zachte wolachtige hayren van de Ayren,  o f  Dod- Dod'  1  io,?  
 den  *  in  de  Ooren  gedaan  ,  neemeh  het  Gehoor wech. 
 Met  Reuzel  vermengt,  en op de gebrandheyd  gele gt,  
 gen'eezen  de  zelv e;  want ze  droogen  en  zuy véren  van  
 naturen:  ftillen daarenboven  het Bloed;  droog  ;  o f  alleenlijk  
 van  buyten  opgelegt zijnde. 
 Met Roozewater nat gemaakt,  en op  de  Takken  o f  Diof c- 1  3-  
 Speenen  van  ’t Fondament  gelegt;  ook  ,  als het.afvalt,  c‘ ,33'  
 weer  vernieuwd *  geneeft de zelve  :  defgelijks de wonden; 
   der zelver vuurigheyd na zich  trekkende. 
 De  zelve  wollige Ayren  rijp geworden  zijnde,  kon- öurant.  
 nen  dienen  om  Kuffens en Bedden mee  te vullen;  wel-  'Plfnt*  
 ke zeer goed  zijn voor hitzige Nieren:  * ° ' 4J7‘ 
 O ok worden de Bladeren gebruykt, om Stoelen daar  
 mee te bekleden* 
 CCCCLX  H O O F D S T U K . 
 V A C C A R I A . 
 Ord zoo wel in  *t Neederlandfih  als  iri Kame*.  
 ijm   het  Latijn  dus  genoemd;  doch in  de  
 laatftgemelde  taal ook  L y chnis  per-  
 ^   EOLiAtA*  en  L ychnis  perfoliata  
 rubra;  Mijns weetens  is deeze  Plant  
 .  geenen  anderen  naam toegevoegd. 
 Zij  bemind  een  goede*  gemeene*  zandige,  en ma-Grori4»-  
 tig  met  twee-jarige  Paerdemifl  yoorziene  grónd  :  een  
 openè,  warme*  vrije,  luchtige* wel  ter Zon geleegene  
 plaats,  én  tamelijke  vochtigheyd, 
 Blijft  niet  langer  dan  eene  Zomer  in  't leeven;  en Zaad,  
 geeft  in  den  Herffi  volkomen  rijp  Z a a d :  ’ t  welk ieder  
 Voorjaar,  met  éen waflende  Maan van Maert  ö f   
 Apr il,niet boven  een ftroobreedtediep,weer op  nieuws  
 de aarde moet aanbevolen  zijn.  Anders komt het  ook Asinwifc  
 zomtijds door ’t neergevallene van  zelfs genoeg op.  Hier ning*  
 door kan ze overvloedig vermeenigvuldigd,  en gelijk als  
 vernieuwd Worden.- 
 K R A C H T E N . 
 VAccaria  is  warm  en  droog van aart,  in  den eer- Aarf.  
 ften  graad.  ' 
 De  Bladeren  in  E dik,  Wijn*  o f  Water  ge-Genees--  
 k o o k t ,  o f  gediftilleert;  dan  daar mee  gewaflehen  de  
 voortlopende,  hitzige  zeeren  en  zweeren ;  de  Roodgrond  
 ,  Roos;  zwelling van-de Navel,  en  meerandere  
 heete ongeleegentheeden,  verdrijven de zelve. 
 M m m   j C C C G tX t