6 i i B e s c h r y v in g d e r K r u y d e n , B o l l e n e n B l o e m e n , III B o e k .
beurd h e t , doch zeer zelden, dat zulks gefchied door
de bij de Wortel uytfchietende jongen : welke men
met een waffende Maan van s i pril van de oude afneemt,
en ‘verplant.
K R A C H T E N .
Gal l'sb T X E Wortel van gemeen Zoethout, met Zaad-
Simp.Mod. I M peulen, o f Glycyrrhifa vulgaris Siliquofa, is
ó' * matig warm en vocht, zeer lieflijk van fmaak ,
JEgm. 1. 7. en een weynig te zamentrekkende.
Het uytgeparftte Zap der Wortelen met W ijn gedronken
, o f de Wortelen zelfs kleyn gefneeden , in
Theophr. Wijn gek o o k t, en daar van delgelijks gedronken; o f
1.9.c. 13. ook de gedroogde Wortel gefloten , en daar van een
Matth.l.3. Drachma met Wijn ingenomèn, is goed voor een qua-
‘ *' lijk-geftelde Borft; voor de heesheyd en rauwheyd der
Keel; en voor de Hoeft. Opend de verftoptheyd van de
Longe en Leever. Is dienftig voor de uytteerende men-
fchen, en het pleuris. Verzoet alle inwendige rauwigheid
: verzacht alle zi.weeringen , en inwendige hitz>ig-
heyd : maakt rijp alle rauwe vochtigheeden , en los de
Tim. I. ia. *Zuyverd alle z,eeren, en wonden, daar op en
e. 9. in gedaan. Brengt weer te regt een hitsige Maag.
Is dienftig-voor dé Nieren en Blaas; voor lopende
en tranende O ogen. Verzacht het zweer en dèr Tanden.
' *
j Het Zoethout van D ioscqrides met Zaad als
tm j ' z.achte Doomtjens, o f Glycyrrhiza Echinata Diofco-
ridis, heeft de zelve kracht en werking. Is daarenboven
goed voor alle gebreeken der Leever, Borft,
Nieren, en de fchurftheyd van de Blaas. Neemt ook
wech de ontfteeking van de Mond en de Maag.
Het Poeder der gedroogde Wortel in de O ogen gedaan
, neemt daar van wech de uytwaffende Klieken
en Schellen. Geneeft alle zieren van de Mond , daar
op geftroyd zijnde.
Krachten Wortel van Het Gljcyrrhiz,a Americana Jpicata,
van het Americaanfch Zoethout, defgelijks warm en vocht
Ameri- in den eerften graad, lieflijk van fmaak, en wat te
caanfirh zamentrekkende van aart, gedroogt, gepulverizeert,
Zoethout. 1 9t r * • r 1 1
en daar van een once met Wijn s morgens nuchteren
, drie dagen achter malkander, ingenomen , dood
de Wormen, verdrijft de Winden; jaagt door de Stoelgang
u y t alle gallige, pituiteuze vochten. Is goed tee-
gens de Krauwagie, o f Schurftheydj de Geelzucht, de
roode Loop. Zuyverd daarenboven, en geneeft te gelijk
de Wonden.
C C X L IH H O O F D S T U K .
W E E D E.
Namen. het Neederlandfch dus genoemd ,
j ptere» geheeten G lastum , o f I satis : in
het Hoogduytfch W e v t : in het Ita-
Hier van zijn mij in haren aart
bekend geworden v i j f bijzondere foorten; te wee-
ten :
Vijf bij- E G lastum sativum , o f tamme Weede. I I. Si-
zondere liqu o sum , o f W’eede met peulen. I I I . R o tundi-
foorten. folium , met ronde Bladeren. IV . A mericanum ,
o f Americaanftche TVeede. V . G lastum sylvestre,
o f wilde Weede. Niet alle zijn ze van de zelve Bouwing
en Waarneeming..
Grond Zij beminnen een rouwe, gemeene, zoo wel zandige
als andere, doch vet-gemeftte grond: een opéne,
wel-geleegene, plaats, en veel Water. Konnen felle
Vbrft , en allerley andere ongeleegentheeden der Winter
uytftaan.
Tamme. De tamme en w i l d e W eede vergaan niet haaft,
maar blijven eenige jaren lang in *t leeven; en geeven w
ieder Zomer volkomen rijp Zaad. 1 ^
Het G la stum siliqjjosum, o f Weede met peulen,wCC(je '
en R o tu n d ifo l ium , o f met ronde Bladeren, du- mec pc«
ren niet meer als twee Zomers. Geeven in ’t tweedelcn; «nl
ja'ar rijp Zaad, en vergaan daar mee. Worden ook Sad^ l
(gelijk de twee andere hier boven genoemde foor- |
ten ) niet anders aangewonnen, als door haar Zaad -
’t welk met een waffende Maan van Maert, niet diep
g elegt, de aarde moet aanbevolen zijn.
Het G la stum , o f Isatis A m e r ic an a , o f Wee- Weede J
de uyt America, is de fchoonfte, teederfte foort van Arncr‘c^
alle. Word uyt eygener aart zeer oud. Schiet uyt een
fterke roode Wortel drie voeten, wat meer o f minder
opwaarts met veele ronde Takken, boven in veele
Zijde-takjens verdeeld. Aan welke uytfpruyten be- gi d
ziens-waardige , regt teegens malkander over gefielde, 3 ercft I
niet zeer groote Bladeren; roodachtig van verwé: inwendig
alleen met eene Rugge, en weynige zichtbare
Adert jens voorzien. Van welke men de onderfte driehoek
ig, alle voor fpits toegaande, ook het middenfte voor
uyt ftaande opwaarts gekeerd z ie t ; aan de punten
een weynig gedraayd, niet qualijk zich vergelijkende
met Hoornen. Ruften op korte Steelt jens; waar aan
de twee naafte regt teegens malkander over ftaande dee-
len de kleynfte zijn; maar het eene voor uytftaande het
langfte en grootfte is.
Bemind een goedé, 'zandige aarde, met veel twee-Watroor
jarige Paerdemift en een weynig Veengrond doormengt:ee,D
een warme, luchtige, v rije,, wel ter Zon geleegene^nbeH
plaats, en tamelijk veel Water. Geeft wel ieder Zo- | |
mer een heerlijke roode Bloem, na de gedaante van de
V io la M a r ian a , o f M edium D iosCo r id is ; in ’t
Neederlandfch M arietten , hol en luchtig op hare
Steeltjens, doch zommige een weynig voor aan ge-
draayd, ftaande; maar niet als met heete en drooge jaren
volkomen Zaad. Verdraagd ongeerne veel koude
Herfft-reegenen , Sneeuw , Storm-winden, o f fterke
Forft.
Moet derhalven, met een waffende Maan van April Hoe inde j
in een Pot geplant zijnde, in ’t begin van Oftober, wat Winter |
eerder o f later, na tijds geleegentheyd , binnens huys S|piË |
worden gebragt op een luchtige plaats, waar in niet als
bij vrféz,endWeerword gevuurd door een y zere Oven;
vermits ze de warmte niet zeer lang kan verdragen. Gedurende
de Winter moet men ze met matig lauw-ge-
maakt Reegenwater van boven voorzien; voor de Korft
wel bewaren, en niet vqor in ’t laatfte van Maert o f ’t
begin van A p r il, met een aangename Lucht en zoete
Reegen , weer buyten ftellen: doch dan ook haar wel
wagten en dekken voor koude nagten, Sneeuwige voch-
tigheyd, en fchrale Winden
Zij word in deeze Landen aangewonnen en vermee- Aanwin*!
nigvuldigd, niét alleen door Z a a d , ’t welk met een ning.
waffende Maan van April in een Pot moét gezayd zijn,
niet boven eert ftroobreedte diep , hol en luchtig;
maar ook door-hare aangewaffene jonge Wortelen, welke
men op de genoemde tijd van de oude afneemt, en
in Potten verplant.
K R A C H T E N .
Eed e, o f Glaftum, is. bitter van fmaak, te Gdtaft'j
zamentrekkende , en zeer verdroogende van^-
aart. I
In Wijn gezoden, en daar van gedronken, o f een ?ucl0\
Drachma van het Poeder der gedroogd e Bladeren met*
Wijn geb ruykt, verdrijft krachtelijk de hardheyd en
ongez,ondheyd vau de M ilt : opend ook de verftoptheyd
der z e lv e ; en geneeft allerley ingekankerde zweerin-
gen, quade zeeren, groote en zware Wonden; de Roos
en ’t Jprenkt Vuur, daar in geftroyd , o f de varffche
gekneufde Bladeren daar op gelegt zijnde. Drijft daarenboven
te rugge, fcheyd , en verteerd wonderlijk de