i7ï B e s c h r y v in g d ek . l a g e B o ó m e n , e n H e e s t e r s , II B o e k ,
le harer dunne Takje»* te verliezen , na geleégentheyd
van de felheyd der winter. Maar in ’t begin van .April
tot op het leeven toe afgefneeden , en de Boom daar
van wel gezuyverd werdende, zoo fchiet hij overvloedig
weer uyt» ...... . •
Aanwia- In onze Landen konnen ze aangewonnen worden op
n'nS» twecderiey wijzen^ te weeten:
door Zaad. £*’4 door Zaad I welk met een wa£fen<le Maan
van April in dë aarde, doch 'tZaad yan de C o lu t e a
Scorpioïdes in een P o t , niet meer dan twee Stroo-
breed diep, gezayd moet zijn. D e hier van voort-
komende jonge Boómtjens mogen *5,tnnters niet buy-
ten gelaten worden, voor dat'ze drie jaren oud zijn :
anders zouden ze door een flrenge w i n t e r - k s haaflig
’t leeven verliezen» ' ' . ■ d. , J
Door jon- T en anderen , door hare veelvoudige bij de Jförtel
gcSdaeut- o f boven de aarde uytlopende jonge Schcutjenr, die ,
jens. o f van zelfs, dóch zeer langzaam, o f ’(en veel eerder)
met een Mes ten hal ven ingefiieeden op ‘t voorzichtig-
fte, gelijk men de Xngelteren doet, en met aarde aan-
gevukl zijnde, Wortelen fchieten : Welke men daar
na, met een.volle Maan van Xpril, van de oude ,af-
neemd, en verplant; eerfl een weynig bóven , ook
aan de uyterfte punten der flerkfte wortelen, befnoeyd
zijnde.' 1 ' " ' , - • r
Mooren- Het C olutea V esicaria ZEthiopica , o f
lanJfche Mooren-landsche L ombaardsche L inzen-ge-
b S fc h e WAS ! j? uyt .eygener aart een bezignsewaardige en
Linzea. ichoone/Viuu : in mijnen H o f , dooi óv&rgezonden
Zaad nyt.MoorenlanA in ’t jsar, voortgekomen.
Geeft nyt een bleek- o f wit-bruyne Wortel een.eenige
Steel,. op devfijzeeeps,Boer®j regt-opfehietende ,-en
zich na boven in vee\x,ijde-takjens verdeelende. Be-
Befchrii- Bomt de dikte van een vinger. Is dónker-, ofbruyn-
viog. rood van ryerwe , overtogën met eenTgrijs-witte wol-
llghej*d. Aan deeze Steel, oïStam, groeyenyeele^ree/r-
jem , nu aan de eene dan aan de andere zijde in ’t rond,
twee' o f drie vingeren breedte boven malkander. Een
grootc vinger, wat meer o f min, zijn ze lang; onder
rond, doch boven, geuts-wijze plat. Zomtijds ftaan ze
regt o p ; zomtijds weer hellende met devoorfte punt
na beneden. Zijn teeder van aart; na der Zonnen zijde
inwendig ro o d , aan de andere in teegendeel groen,
doch met een witte ruygheyd overtogen.
Geftalte Aan deeze SteeltjensyraiïenBladeren, op de wijze der
der Blade- A cacia Barba Jovis Recentiorum, o f A straga-
ren' LUS' t r ia n g u l a r is ; te weeten, altijd twee en twee
reet teegens over malkander gefield, en aan de punt in
een eyndigende; veel kleynder, ook niet foo.rond, als
die yan de gemeens L ombaardsche L inze ; niet
langer als ontrent een» kleyne vinger breedte, en niet
breeder als een goed flroo •;■ gemeenelijk gejits-wijze.,
en regt teegens malkander opwaarts gefield; in ’t. midden
voorzien met een rugje,, waar uyt eenigé weynige
zeer teedere,, en maar eeven zichtbare Zdertjcnsvloe-
yen. De verwe is boven aangenaam bleek-groen; on-:’
der met een witte wolligheyd, en aan de randen met
een rood Boortje vercierd; voor flomp o f rondachtig
toegaande, doch aldaar voorzien met een kleyne indruk
in ’t midden, Herts-wijze. Als men ze in de Mond
knauwd, zijn ze. zeer bitter van fmaak.
Gedaante f T uffehen deeze Bladeren komen voor den dag vee-
derBloy. Ie kleyne , ronde , en grijs-wit-verwigë, ook altijd
men, regt-opflaandé Steelt j e n s . cn aan dezelve v ie r, zes o f
agt Bloemen boven .malkander, doch altijd twee en
twee regt teegens over de andere gefield ; ook altijd
neerwaarts hangende». . Zij neemen haren oorfprong uyt
Knop jens , ook g roen,, 'boven fchoon ro o d , vijf-
en aan- puntig , .tamelijk d ik , den rond. Zijn geheel anders
merkelijk- vanflelling, onder veel g roo ter, als die van de ge-
hcydder merne -Lombaardsche Linzr ; van verwe feer
zelve. fchoon-én vurig-ropd, ,op de wijze van 't flos Car-
binnen hol en onder fpits toegaande,neerwaarts hangd,
t andere daar teegens opwaarts gekeerd flaat; ook aan
de randen zich na, boven omkruid, en van binnen met
eenige witte . breedachtige jlr e e p je n s vercrerd is» Zij
duren meer als veertien dagen ; daar na vergaan ze in
haar zelven, vallen ter aarden neer, ' en laten na blaas-
wijze P e u l t j e n s ; niet wel zoo dik als die van de ge - Zoader.
me en e L o m b a a r d s c h e L i n z e , doch wel zoo lang/ jÈ^e
en zeer aardig, h a lv e -m a a n s -w ijto e , hangende, met dc cutJeil!i
punten na 'boven. De verwe is bleek-groen; boven
bruyn-rtjodfzijn.een duym dik, plat-rond, anderhalf
lid van een vinger.lang, in.'t midden op ’t dikfle, voor
begaafd met een lang, en d ra d ig krom punt, ook boven
dinalis , o f de K aRdinaals-bloem. Beflaan u y t '
twee Bladeren, v a iw s f e ’t onderfte breed, doch van
met eenige lange , d ra d ig e a fh a n g n ,eltjen s Ba a rd s-
ivïjzjC voorzien.
f Als ze hare volkomenheyd hebben. Verkreegen, ziet enZaj,
men haar van binnen met meer als^Fwintig Zaad^korlen dKel.
gevuld, hebbende degedaantevaneenNier.Wat kleynder
zijn ze , als die van dt gemeenernet geele Bloemen;
ook niet zoo zwart,. maar bleek-brüyn van verwe.
Echter, bekomt het zeer zelden in onze Neederlandfche
Gewefleh zijne volkomene rijpheyd.
Deeze geheele Boom-plant is zoo teeder van aart ; Hoe anl
dat men ze.niet wel de Winter over behouden kan. Zij getfon-
-vergaat al in het begin van OBober., onaangëzien
binnens huys gefield zijnde, de lucht geniet, en voor ^
' alle ongeleegentheeden. der : koude nagten en dagen guur alg»
■ zorgvuldig bewaard werd. Moet derhalven jaarlijks op bccli1 |
nieuws rvoongebrdgt worden alleen door Zaad van de
Caap dé bon EJferance herwaarts gezonden; ,'t welk in
eene Zomer niet alleen opfehiet ter hoogte van drie,
■ of. vier voeten , maar daarenbpven in dien tijd obk
bekomt fchone Bloemen, en half-volkomen rijp Zaad.
Dit is. mij in mijnen H a f binnen Groeningen dus gebeurd
in drie verfcheydene jaren , gelijk aangëweezen
werd in de bijgaande FIguur na ’t leeven ge-
! teekend. ” X ■ r -w,! ; - . .x.at:
Het C olutea Scorpioides , o f L ombaarij-Het ci:
sche L in.ze , met een Zaad-peultje , de Staart van a^ /1
een Scorpiobn gelijk, lijnde , is zeer bequaam omrmtx.
Hapten , 1‘ rieelen , en Ztt.plaatmen van te maken quimtat
■ te bekleeden ; want het wafl haaflig op , en 'mag-w.d“ g J
vier-, vijf- of.zesmaal in eene Zomer gefchoren.wer- ^ ']
den, waar aa'het t’elkens weer' óp nieuws bloejd ; het
welk een cierlijke en vermakelijke aanfehouwing geeft.
’t Lóóf is zèer aardig, teeder, enbevallijk, voorzien
met.een aangename gröenheyd; konflig van de Natuur
doormengd met zeer veele behaaglijke geel-verwige
Bloemen. ■ - -■ ■ 'r-> ’ . .
Van deeze foort heb ik in mijnen Thuyn een Hage, ag™.
meer.dan tz,ceventigmaat-voeten lang; welke'doör zij-
’ ne heflijke groente het oqg en 't hert der opmerkende
Aahfchöuwers met eën bijzondere aantreklijkheyd be;
weegd en verlufligd.
K R A C H T E N .
DE Lombaardfihe Linden zijn warm en droog ió | | | j
den eerften Graad. De Bladeren-, in een tame-^
lijke veelheyd gebruykt, 'doen purgeeren. Het ^
Z a ad , of de Vruchten , van Hoenderen , Koeyen en
Schapen gegeeten , maakt dezelve vet: van de Men-
fchen inHoender-nat gebruykt y ontroeren ze de. Maag
zeer, en jagen, zoo wel van onder als boven, de Gal, car
en allerley /lijmerige vochtigheeden uyt. Eeven wel kan
men dit verbeeteren , -als men’er een weynig Gengbar
bij doed, vólgens’t berigt van C urtiusSymphorianus.
Derhalven dwalen zeer al de geene, welke meenen,
dat deeze, en de opregteSENNA (waar door ’tLigchaam ^ J
zoetjens werd geopend) in kracht en werking niet ver- * _ jJ
fchiilen ; gelijk Matthiolus (mijns oordeels) zeer
wel heeft aangèmerkt.
XIX HOOFP