7 8 1 B e s c h r y v in g d e r K r u y d e n , B o l l e n ë n B l o e m e n , IIIB o e k * 7 8 t
quaal; en brengt te weeg, datze gemeenelijk noyt weer
komt.
D e Wortel van geele Plompen gepulverifeert en ingenomen,
helpt de geene , die haar gevoeg willen doen,
doch niet kgnnen. Het zelve Poeaef op voortlopende
Zeer en geflroyd, geneeftze.
C C C L IV H O O F D S T U K.
V E L D S A L A D E .
Namen.' « i s H / f r i h e t Neederlandfch niet alleen dus,
maar ook van veele V ettekoes, V et-
TEicous, Wintersalade, van ande-
re W itmoes en V eldkroppen geat
Rinvi' , en V aleriana campe-
strisï in ’t Hoogduytfcb Schaffmauler, ófWEïs-
MUZ S.
Grond. Bemind een goede gemeene, nieuwelijks omgefmee-
tene, liever gemeflte als ongemeflte grond; een vrije»
welgelcegene plaats, en veel vochtigheyd. Blijft niet
meer dan eene Zomer in ’t leeven, in -nét Voorjaar ge-»
zayd zijnde. Want zij geeft voor de Winter volko*
Zaying men rijp Zaad, en verflerft dan van zelfs; . Doch yen*
mits ze in, de. Winter van veele voor Salade word 'ge-
bruykt, zoo word dit Zaad (hoe ouder hoe beeter
gehouden) met een afgaande Maan- yan Auguftus ó f
September, niet diep, d ig to f niet d ig t , na elks gelieven
, in de aarde gelegt.
Om inde Verdraagd dan felle koude, en allerley andere on-
Winterte geleegentheeden des tijds zeer geduldig. Blijft dus
ken™^" 00^ geheele Winter door, tót^an Apr il toe, be-
quaam om gegeeten te; konnen woraen. Schiet' daar
na een .Bloem ; en geeft in ’t b e g in 'o f ten halven
Zaad. van Junim rij p Zaad: 't welk fchielij k op de aarde n eer-
Valt. Derhalven men. het zelve wel in agt neemen,
en iets daar onder leggen móet: gaat anders, als’erRee-
g en .op va lt, lichtelijkverloren.
K R A C H T E N.
Gebruyk. TEldfalade, o f O//« Album, is een weynig ver-
V / koelende-, en vochtig van aart. ; •
* W o rd in den Herfft, en door de geheel?
Winter, met O ly 'en Edik gegeeten- voor een aangename
Salade. • ; - • . ' -
C C C L V H O O F D S T U K.
V A L E R I A E N.
j^ameQ Iet alleen in het Neederlandfch-&iis3
maar ook’van veele genoemd speen,-
jl| kruyd , . en Sin t J oriskruyd’: in
hét Latijn V alériana , Phu , en
-NAR-DUS RUSTICA , o f BÓERÊN-
N ardus: in ’ t Hoogduytfcb Bald r ian ]
en in ’t Franfch V aleriaNé .
Veelerley Hier van zij n mij in haren- aart veele verahderlij ke,'
beziens- beziens-waardige foorten bekend, als:
waardje V aleriana mAjor veRa , o f groote opregte.
iborten. y alcriae„ , I I. Major SYLVESTRis,of groote wilde
Valériaen. I I I . Minor sylvestris, o f kleynewilde‘
Valer i^en.- ‘ IV . G rjECA flore ALBo, ó f Griek?
fcke : Valeriaen met. een witte Bloem. V. G r.<eca
flore cceRULEO, o f Griekfihe met eert blauwe Bloem..
V I . Cretica odorata , o f welriekende Valeriaen
uyt Candia. V IL . V I I I . Indica multiflora- Alb
a ; et Rubra, o f Indiaanfche Valeriaen, z,oo met
_ een witte als roode veelvoudige Tot veer- * Bloem. IX. Indica r
tien in ANNUA. FLORE RUBRO $ X. ET FLORE ALBO, 01
Indiaanfche Valeriaen, maar eene Zomer durende, met een getal hier
roode, en met eenwitte Bloem. XI. Folio scrophu* voorge-
larïje major» o f groote Valeriaen met Bladeren van ||p||
groot Speenkruydt X I I . A nnua folio scrophu-
larijE , o f met Bladeren van groot Spccnkruydj ieder
jaar vergaande* XIII. V alerianella umuèllata
L usitanica, o f kleyne Valeriaen, anders Valerianellè
uyt Portugal, met veele Bloemen bij malkander. X IV .
V alerianella capitata L usitanica, o f kjeynPor-
tugalfche- Valeriaen, met Bloemen, knops-wijze te ta rnen
gevoegd, Deeze beyde krijgen Bladeren eeven ge- Befchn'j.
.lijk het O las Album, o f de Veldfalade, doch wel zoo v,ng de?
g ro o t, en veel meer aan de kanten getakt. Groeyen g^nocnf^
ook op de zelve wijze, doch niet zóo leggende, maar de.
veel hooger en regter, zorhtijds wel anderhalve voet
opflaande. D e eene bekomt kroonswijz>e bij malkander
gefielde kleyne witte Bloemen. De andere in veele
ronde» twee en twee te zamen gevoegde, en boven
u y t twee teegens malkander over gefielde Bladert-
jens voortfchietende , op korte Steeltjens ruftende ,
met zeer groote Knoppen, de zelve Bloemtjehs. Welke
vergaan zijnde» ook een Zaad, dat van de Veldfala-
de in alles gelijk-vormig , f te voorfchijn brengen.
Niet alle zijn ze van eeven de zelve Bouwitig ên Waar-
neeming*
Eevenwél bemitinèhze Sl te zafrieh een goede, zan-WeIke
dige» lüchtige» geméene i welgèmeflte grond: een be-j°0Itei?
quaam ter Zon geleegene plaSts, en veel Water. Ver- ren in
dragen tamelijk wel dé koude der Winter en andere leeven
ongeleegentheedön des tijds; als: V aleriana major ^‘iven*
verA^ opregte grotité Valeriaen : major' sylvestris,
groote Wilde l minor sylvestris, klejne wilde: G r^e-
CA flore albo, et cceRULEO, Griekfihe, meteen
■witte, en met een blauwe Bloem: Indica flore albo
, et RuBro , Indiaanfche, met een roode en opk_
met .een witte Bloem; en V alériana folio scro-
phularize , Valeriaen met Bladeren van groot. Speen-
krttyd: welke’met haaft-vergaan, -maar lange jaren in 't
leeven blijven. Geeven gemeenelijk jaarlijks volkomen
rijp Zaad; ’t .welk met een waffende Maan van
April, niet boven een.flroobreedte diep, de aarde word
aanbevolen. Hier door. worderi ze genoeg vermeenig-Aanm&-
vuldigd: en dan oök noch doorhare aangegroeydejö»-nmS-
.ge W or telenwelke men op'de zelve genoemde tijd van
de oude afneemt, en verplant.
’ A l de andere foorten’ duren niet langer dan eene Welke
Zomer. Brengén teegens de Winter een rijp Zaad™™r^ i
voort» en vergaan, dan van’ zelfs, o f door een kley-Jaar(jurcn, •
ne Vorft. Moeten derhalven ieder Voorjaar, met een
waffendè Maan yan Aïapr.t o f A p r il, na geleegent-
heyd o f ongéleegentheyd des -tijds, op nieuws weer in
Pottèn worden'gezayd, niet diep; en niet verplant:
met matige vochtigheyd onderhouden, en in een ope-
l i e , v fïje , zéér warme plaats gefield zijn. AlleenAanwio-
döor dit middel van z>aying konnen deeze foortenmn**’
aangewonnen , vernieuwd en altijd-durend gemaakt
vvorderi.
‘ ' De V aleriAna Cretica odorata, o f welrie-Welrie-
■ kende Valeriaen uyt Candien, is de' teederfle van al de
andere foorten. Bemind een goede, zandige aarde,Uyt Can-
met - een weynig twee-jarige , Paerde- en Koeyemifldia.
.•wel door een gemengt: een opene, warme, wel ter
Zón geleegene plaats, entamelijk veel Water. Geeft
iéder Zomer welriekende Bloemen; doch noyt m
deeze Geweflen eenig volkomen- Zaad. Verdraagd
o ok, buyten flaande, ongeerne flerke Winterkoude.
Moet derhalven , met een wallende Maan van A -
pW/ in een Pot,r ,t zij'g eza yd ’tzij geplant zijnde, in ’tiadeVirjn.
begin van Otlober binhens huys worden gezet op eenKr.
luchtige plaats, waar in niet anders.word gevuurd als
bij felle Vorft, top dat de zelve niet mogt komen door
te dringen; vermits z e . deeze wa rmte,‘welke haar niet
natuurlijk is , niet wel kan lijden, inzonderheyd als
ze een tijd lang zou aanhouden. Het zou derhalven
Yeel