o K n o p l o o k . L o o k z o n d e r L q o k . A t u y n . 30z
r Zij beminnen een luchtige, goede, zandige, ma-
S aarde tig-gèriieftte grond, en weynige vochtigheyd. Hebdij
bemin-jjen iiever een opene, v r ije , luchtige, als een don-
nen' kere plaats. Verdragen fterke Vorft, en andere onge-
lee^entheeden der Winter, Brengen noyt eenige Bloemen
v o o r t, maar in plaats der zelve Ho o f dj en s , be-
ftaande uyt veelè kléyne Bolletjens ; welke men van
malkander afzonderen , en met een afgaande Maan van
Ottober in de aarde planten moet. Niet alleen deezer
Aanwm- ^ Worden ze overvloedig aangewonnen ; maar ook
doör hare aangewalfene jonge Bolletjens der ronde Wortelen;
welke men, zoo op de genoemde t ijd , als in
Maèrt o f April y mag verzetten.
Aanmer- Bij de Oude, volgens het getuygenis van aanzienlijke,
leelijk geloofwaardige Schrijvers, gelijk dan ook Suidas hier
woord"dervan gewag maakt, was dit fpreekwoord zeergebruy-
Oude. kelijk: A l l ia ne C ömedas e t Fabas; dat is: eet
geen Knoplookjioch Boonen. Hier mee wilden ze te ken-
neri geeven, dat men noch Soldaat worden, noch na
een plaats in den Raad trachten zou. ,Want onder
de leeftocht der Krijgslieden wierd altijd Knoplookjntc.
oevoerd; waar van de reuk veele zeer onaangenaam
was; en de Rechters, op dat ze in den Raad van de
flaap riiet overvallen mogten worden, aten geduurig
Boonen.
Hoe veel Daarbeneevens verhalen de oude Hiftorien, dat ten
aaö Knop- tj j y an C heops , Koning der ALgy ttenar en ,
Aiuynver- in Lgypten heeft doen oprechten de twee groot-
[ bruykt is fte Piramiden , geteld onder de Wonderen der Wee-
| bij het retd, gedurende de Bouwing alleen van de eerfte,
van Ten van hét arbeyds-volk gébruykt is zoo veel A juy n ,
lEgypti- Knoplook^ én Wortelen , als jaarlijks op zeftig Akkers
Ifche Py- in het ronde kon geplant worden ; welke koften in de
I ramldc' tijd van twintig jaren , (want zoo lang was men hier
mee bezich.) bedroegen 16"oo. Talenten Zilver; dat
is , 690000. Kroonen, o f dertien Tonnen gouds, en
80000. Guldens.
T o t Stof gebrand, met Honig vermengd, en dan Dfofc.l.z.
op het H o o fd , o f andere plaatzen geftrecken, belet caF *82.
de uytvalling des Hayrs : geneeft alle quade witte Zee-
ren en Schurfttgheya, ook loopende Gaten; Schilderen,
Schubben en plekken des Hoofds.
Als men Hoenderen , welke de Sprouw o f Pip
hebben, Knoplook^ te eeten g e e ft, worden ze van dit
quaad geneezen.
In de Gaten der Mollen gelegt, doed dezelve verlo- Do Jon. lib.
pen. Een Magneet o f Zeylfteen, met Look beftreeken, 23 ’ c’ l l ’
word daar door verdorven.
X X V H O O F D S T U K .
LOOK ZONDER LOOK.
^ s *n ^et Neederlandfch genoemt , Yer^ cJr'
word in het Latijn geheeten A llia- enamen’
jbÜ U a : p ' het Italiaanfch eeven alzoo:
M* in 't Hoogduytfch K noblauchkraut,
o f ook Zaltzkraut : in het Frdnfch
A lL IA IRE, HeRBA AUX A uLX , o f
Aux Ailletz.
Dit Gewas bemind een gemeene, zandige aarde; Aanwin-
een opene, vrije, wel ter Zon geleegene plaats, en veel nm^‘
Reegen. Geeft in onze Landen niet alleen Bloemen,
maar’ ook volkomen Zaad. Kan felle Vorft, en alle
andere ongeleegenthceden des tijds uytftaan. W ord
niet alleen door Z a a d , het welk met een waflende
Maan van April niet diep in de aarde word gelegt,
maar ook aangewonnen door hare jonge aangewalfene,
en van zich zelfs wortel-fchietende Looten; die men, op
de gedachte t ijd , en met de genoemde Maan, van de
oude afneemt en verplant.
K R A C H T E N .
K R A C H T E N .
RNoplook^ is warm en droog in *t laatfte van den
derden, o f het begin van den vierden graad;
daar bij zeer fcharp van fmaak; drijvende, bij-
. tende, en het Ligchaam ontftellende: derhalven veel
bequamer genuttigd te worden van groo ve, zwaren
arbeyd verrichtende, en te Scheepvarende menfehen,
ook die vol koude en {lijmerige vochtigheeden z ijn ,
als van teedere, weynig werkende, burgerlijke Lieden.
Veel gegeeten wordende, verduyfterdze het G e zicht
: is fchadelijk voor de Nieren, voor het Hoofd ;
voor die van het Podagra worden geplaagd; en voor
alle zwangere Vrouwen. Verdroogd het natuurlij kZaad,
en veroorzaakt Winden.
Matig g éb ruykt, in Wijn o f Ipijzen gek o o k t, o f
gebraden zijnde, verwarmd ze het Ligchaam; maakt
dun en los alle taytftuymen en vochtigheeden ; dezelve
ook vertcerende. Opend de verftoptheyd van de Borfl.
Is goed teegens alle vergif; zoo dat ook de giftige
Lieren voor de Knoplook^ vlieden. Verwekt de Bij-
Jlapens-luft : maakt een heldere Stem : verdrijfd de
Tandpijn : doed wel Water lojfen de geene welke met
het Graveel zijn gequeld ; en de Winden fcheyden.
Is zeer dienftig voor de Waterzuchtige: verfterkt een
I Zwakke Maag: bewaard de menfehen in Peft-tijden; in-
zonderheyd met R u y t en Oogenklaar, o f Chelidonium
Majus, in Wijn gek oo kt, én daar van ’s morgens
een weynig gedronken : drijfd u yt de Nageboorte , en
verwekt der Vrouwen Maandftonden. I* Rauw gegeeten, ontfteekt het delijk voor de geene , welke van Beleone dh:i tzisi gzee nera tfuchuar,
galachtig, en mager van Ligchaam.zijn.
JnoIrng eMn enlukc hgteekreono keet,n etnij dd el ankgin tdee rdernin kdeaanr gveagne eiveedne,r dood en jaagd uyt haar al de Wormen.
A Lliaria is heet en droog in den tweeden graad; ^nchf.
doorlhijdende , openende, dun-makende, en
verteerende alle taye , flijmerige vochtigheeden.
De Bladeren gelegt op de Wonden der Beenen, geneezen
dezelve. Bij de Clifteerien, teegens het Co lij
bereyd, gedaan , word zeer gepreezen ; want zij verdrijven
de Winden zeer krachtig.
Dezelve Bladeren, in plaats van Porrum Settile, o f **
Pareye, in een Saus gemengd, geeft aan de lpijs een camerar.
zeer goede geur: is óok goed voor een benauwde Borjl, /.3. c.76.
en de Kortademheyd. Lonicer. ^
Het Zaad van Alliaria , o f Look^ zonder Loob^, ' 2*c’
heet en droog in den derden graad , gefloten , en als
een Plaafter op de Vrouwlijkheyd gelegt , verdrijfd
de opftijging der Moeder , en brengd de Vrouws-per-
foonen weer te regt.
X X V I H O O F D S T U K .
J U Y N.
3S een zeer wel bekende Plant, word ^
>in het Neederlandfch niet alleen dus,
? maar ook van veele C ipol ge-
1 noemd, na het Italiaanfch woord
ÊCiPOLLA. In het Latijn C epa : in
-■— Ef»f Hoogduytfch Zwibel : in het
tnfch O ignon (waar van daan gekomen is de Nee-
landfche benoeming Aju yn , ook wel U yen ) ,
boule: o f wel Siboui.le; en in ’t Italiaanfch, ge-
: alreeds gezegt is, Cipolla. ^
Hier van worden gevonden verfcheydene foorten , j
eft verfchillende in de veiwe harer Bollen ; der zei- {
meerder o f minder grootte; rondheyd oflangheyd,