
 
        
         
		757  B e s c h u y v i n g   d e r   K r u y d e n ,   B o l l e n   e n   B l o e m e n ,   III B o e k ,  75S 
 fferke  koude  ,  en  alle  andere  ongeleegentheeden  der  
 Wmter  geduldiglijk.  Bloeyen in 5t tweede  jaar,  en  gee-  
 Aanwin-  ven volkomen rijp Zaad: \  welk met een waflende Maan  
 ning.  van Maert niet diep  in de aarde word  gelegt.  Komen  
 ook anders van  ’t  neergevallene genoeg van  zelfs  voort.  
 Hier door  konnen ze  overvloedig aangewonnen  en ver-  
 meenigvttldigd worden. 
 Mater met  p je t   M aTRICARIA  FLORE  TOTO  ALBO  PLENÏSSI-,  
 ^kte^eer MO’   o f  Mater  met  een geheel witte z.eer dubbele gr 00-  
 dubbele  te Bloem,  geeft in deeze Landen noyt  eenig rijp Zaad:  
 groote  word  echter  genoegzaam  vermeerderd  door  hare  ten  
 Bloem.  Jiaiven  ingefneedene,  o f   van  zelfs  Wortel  gefchoten  
 hebbende  Takjens.  O f   ook  ,  de  zelve  afgefneeden ;  
 geftoken  in  een  fchaduwachtige plaats,  daar ze  van  de  
 Zon niet konnen  worden befcheenen  ,  en  dikmaal met  
 Water  begootën.  Als ze  dan  Wortelen  'hebben  bekomen, 
   verplant men ze op een  luchtige  plaats. 
 I  K R A C H T E N . 
 Paerdsbloem , * o f  Melampyrkm ,  is  verwarmende ^art  
 van  aart.  Het Zaad,  o f  4e Bladeren gedroogd,  
 gepulverifeert, en met Wijn ,'pfiri eènige fpijzen ingenomen, 
   ontfteld  het Hoofd-, bedwelmt de Harffenen;  
 verwekt Hoofdpijn,  en maakt dronken. 
 Is derhalven  dienftiger v o o t OJfen,  Paerden,  Koeyen,  -Renealm'  
 en  diergelijke  Beeften,  als voor de  Menfchen.  Want hifi. piant.  
 aan  de  genoemde  Dieren  geeft  dêeze  Plant  een  goed ^  ^   
 voëdzel,  en doed haarvet worden. 
 C C C X X X V   H   O   O   F   P   S  T   U   K, N  I  G  E  L  L  E. 
 K R A C H T E N . 
 Durantts  STOederkruyd  ,  o f  Matricaria ,  is  heet  in  den 
 kift. Plant.  j \ / |   derden  ,  en  droog  in  den  tweeden  .Graad ;  
 J e  - Ü 7 -   -L V   daarbeneevens  openende,   zu y  verende,  en af-  
 vagende van  aart. 
 Traft.  I.  1.  Met de Bloemen in W ijn , en wat Mufcaat,  o f  alleen  
 Ruell  l  Sezo^e n >  en  daar  van  een  Roemertje  -s  morgens ge-  
 de ^Nat. Ü dronken * Verwekt de Maandfionden;verwai'md en  ver-  
 ftirp.  c.69.  zacht de Moeder;  neemt wech de  opfiijging der  zelve  1  
 dood dt  Wormen:  jaagd.uyt de doode Vrucht, de Na geboorte  
 ,  en  ’t Graveel der Nieren. 
 Diofc. 1. 3.  De  Bladeren  en  Bloemen gedroogt,  .gepulverifeert;  
 <- lSS-  dan met Wijn  en  Zuyker ingenomen ,  reynigt het Lig-  
 chaam door de Stoelgang van alltzwarte Gal, eri Jlijme-  
 rige vochtigheyd. 
 Tl'm.l.  11.  De  zelve  Bladeren  en  Bloemen  gedroogd j'  o f   ook  
 c. 30.  groen  gefloten  ,  en  gelegt  op  de  Roos, | het  Sprenkt-  
 vunr ï   o f  andere  hitsige  Gezwellen ,   verteerd  de  zelve. 
   . 
 Een  kleyne  leepel vol  van  het uytgeparflte Zap dee-  
 zer Plant  ’s morgens nuchteren met Zuyker ingenomen,  
 doed öök de Wormen  ftëfven. 
 C C C X X X IY   H O O F D S T U   K. PAERDSBLOEM. 
 Namen. 
 Twee bijzondere  
 foorten. 
 Zaad, 
 Aanwinning. 
 Us  genoemd  in  het  Neederlandfch:  
 ~~  g i n   het  Latijn  Melampyrum ,  .  of  
 • * T riticum  vaccinum.*  in ‘ t Hoog-  
 duytfch  K uhweitzen  ,  o f '  öök  
 Braun  fleisch-blumen. 
 Hier  van  zijn mij  in  haren aart  bekend  
 geworden  twee  bijzondere  foorten  
 ;  te  weeten  :  ' 
 I .  M e l a m p y r u m   f lo r e   p u r p u r e o ,  o f  purpure  
 Paerdsbloem.  I I.  M e l a m p y r u m   f lo r e   l u t e o ,  o f   
 geele  Paerdsbloem.  Beyde  zijnzè  van  eeven  de  zelve  
 Bouwing en Waarneeming. 
 Zij  beminnen.een gemeene,  luchtige,  zandige,  zoo  
 wel  ongemeftte  als  gemeftte Grond:  liever  een matig-  
 warme,  en  fchaduwachtige,  als  een  heete,  o f   opene  
 luchtige  plaats;  ook  niet-te  veel  vochtigheyd.  Blijven  
 niet langer dan  eene  Zomer  in  ’t  leëven.  Geeven  
 in  den  Herffi  volkomen  Zaad,  enwergaan  daar  meê.  
 Moeten  derhalven  ieder  Voorjaar,  met  een  waflende  
 Maan van Maert,  weër op nieuws,  niet diep,  gezayd  
 zijn.  Het  uytgevallene  Z a ad ,  na  dat  het  een  geheel  
 jaar  in  de  aarde  geleegen  heeft,  Haat  ook  wel  
 van zelfs op,  en  hier door konnen ze  genoegzaam  ver-  
 meenigvuldigd worden. 
 a | | ï t   tedder  en  aardig  Gewas yoerd  dee- Namen. 
 H  in  ’t Latijn  gèheëten  Melanthtum, 
 |p  nigella,  en  Nardus:  in  *t Hoog-  
 gp duytfch Sant Catharinen-blumen:  
 s?  in  het  firanfch  NiElle  ;  efi  iri  het  
 Italiaanfih  Melantio. 
 Hier  van  zijn  mij  in  haren  aart  bekend  geworden Veelevcr-  
 tien veranderlijke foorten;  te weeten:  "A  ' ~  anderlijkc 
 I.  Meianthium  sativum ,  o f   tamme  NigeÜè.  00nen’  
 II.  Gitrinum,  o f   Nigelle met gecouleurde  Blóemen , 
 Zaad  en  Bladeren  van  Citroen..  I I I .  N ig e l lA  C f -   
 TRiNA  flore  CceRULEÖ ,  ó f  Nigè/le met een Citroen-  
 verwig  Zaad,  en een blauwe fóhooke  Bloem;  ook met  
 Citroen-geel-verwige  lader en, de breedfte van  al de  andere  
 foorteh.  IV .  MELA^THÏÜltt  SYLVESTRÈ ,  o f   
 wilde  Nigelle.  V .  C o rn icUla tum   majus  H ïspa-  
 n ic um   ,  o f  groote  Spaanfche Nigelle met een gehoornde  
 Zaadknop.  V I .  D amascenüm  flöre  sim p l i;c i ,  
 o f   Nigelle  van Damaß o  met  een  enkele Bloem.  V IL   
 DAmascenum  flóRe  plêno  albo ,  o f  Nigelle' van  
 ■ Damafco  met  een  dubbele  witte  Bloem.  VIIX.  MÉ4 van welké  
 Lan th ium 'D amascenüm flore  pleno FOLipsp^of bièrnen-:  
 Nigelle van Damafco met  een dubbele bladerige  Bloem'; morden  
 zijnde  uytwendig’  groen;  daar  fia  w it,  en  geheel van  aange-  
 binnen  blauw-verwig;  beftaande  u yt  Veele  rónde' op wcezen.  
 malkander gepakte Bladertjens,  gantfchelijk niët vertor  
 nende'een  gedaante  van  ändere  Bloemen',  maar  als  
 van  loof-fchietende  Bladeren ,  brdeder als de  7Üaderen  
 welke aan de Steelen voortkomen;  ook  korter  en  digt  
 aan  malkander  gevoegd  ,  doch  in  verfcheydene  voor  
 fpits  toegaande  deelen  ,  op  de wijze der zelve,  eyndi-  
 gende;  aardig voor  ’t g ez ich t:  welke n ie t,  gelijk  andere  
 Bloemen,  op  de  aarde neervallen,  maar zoo lang  
 duren  ,  tot  dat haaf  Zaad  in  een  d ikke,   vijf-hoekig-  .  
 ronde,  en  boven met v ijf tamelijk-lange, ook een wey-  
 nrg  gekromde  Hoornen  vercierd  zijndé  Knop,  in  f   
 midden  voortkomende,  zijne  volle  zwartheyd  heeft  
 verkreegen.  Dan  vergaan ze  eerft te zamen met de ge-  
 heele  Plant.  IX .  Melanthum  D amascenüm flore  
 pleno  PRöLiFERo  ,  ö f  Nigelle van Damafco met  
 een  dubbele  bladerige  Bloem  uyt Bloem.  X.  Melan-  
 thium  D amascenüm  flore  pleno  pallido  cce-  
 RULEO,  ó f  Nigelle van Damafco met een dubbele bleek:  
 blauwe  Bloem.  Alle  zijn ze  van  dezelve  Bouwing  en  
 Waarneeming. 
 Zij  beminnen  van naturen  een goede,  zandige,luch- Grond,  
 tige,  welgemeftte,  en  in  elk  Voorjaar  op  niéuws gerepte  
 grond:  een warme,  vrije,  genoeg ter Zon gekegene  
 plaats:  veel,  en oök matige Reegem  Blijven niet  
 meer  dan  eene  Zomer  in  ’t  leeven.  Geeven  in . den Aanwm-  
 Herffi rijp Zaad,  en vergaan  daar meê.  Moeten  der- mn£  
 hal ven in  ieder Voorjaar,  met een waflende  Maan  van  
 Maert weer  op  nieuws  door'haar Zaad aangewonnen ^  
 en  dus eeuwigdurend gemaakt wordeu.  Door ’t uytgevallene  
 komen ze dikmaal Yän zelfs genoeg, op. 1  K R A CH - 
 !a±kium Fl<iore Pleno  Folioso