4^5» H u Y s L o o K. K al ï. 4?ö
Manier,
hoe men
deeze
plant be-
quaamlijkft
kan
aanwin-
Andere
[ Befchrij-
vingder
Bladeren.
[ Wonder-
[lijtcsy-
genfehap
booinach- m
dag, bij goed Weer, geheel buyten; doch’snagts
weer; binnen.
Men kan ze öok.zeer bequamelijk bewaren op de
volgende wijze, welke de ervarentheyd mij meenig-
maal heeft geleerd goed te zijn 3 te weeten i
Neem een Oude of jonge PA*#?, met veel , of een
weynig * of ganffch geen Wortel, met een Ofto-
berfche volle Maan uyt hare Pot : bind’er een band
aan.i. ea hang ze op een .warme plaats, daar, doof <
yzere Oven, de geheele Winter in geftookt word 3 2
blijft ze ohverderflijk'j’ -fchoon ze hare Bladeren , verdroogd
zijnde , voor het meefte deel laat vallen. De
afgefneedene Takken van deeze (gelijk ook van de andere
in de aarde gebleevene ) worden met een waflën-
de Maan van Zlpril, A d a y ,o£ andere tijd, tamelijk
diep in Potten geftoked, met een weynig Water begoten
en terftond in de Zon gefteld. Dus fchietenze
veel zet W°rtclen als andersi en groeyen voort. Kon-
nen ook alleen deezer wijs in Onze Landen aangewonnenworden.
BoVen' dien , als men eenige kleyne Takjens zonder
Wortelen , met een volle Maan in September afgefnee-
den , ontrent een vinger lengte diep in een Pot fteekt,
en de zelve, wanneer het niet vrieft , een gedurige
Lucht laat genieten , zoo blijven ze in een goede ftaat:'
en m.et’er tijd Wortelen vattende, wordèh ze zoo krachtig,
dat ze niet alleen hare Bladeren behouden, maar
ook veel beeter als de oude overblijven : welke in deeze
koude Geweften zelden langer als vier jaren het leeven
behouden.
De gemeldde Bladeren zijn van een zeer fchoone'
aanfehouwing: een vinger, wat meer of minder, lang;
voor tch naftembij rond; van daar na dz'Steelhoz langer
hoe fmalJer toelopende 3 dik van aart, en vol Z a p:
in ’t midden voorzien met één inwaarts-gaande fireép,
ayrs-,\vijze 3 ook aan .de xanden met zeer teedere blceke,
hayrige , ; fteevige,: kleyne Tandjens, bekleed met een
zeer blinkend-groen, en .voonaan begaafd met een kleyn
puntje. Lichtelijk wordenze geel, en vallen, van on-
*der af, op de aarde neer. Altijd ftaan ze digt boven
malkander rondom At' StedenOpwaarts gekeerd: en als
ze afgevallen zijn, laten ze aan de plaats daar ze geftaam
hebben een zichtbaar teeken na. Van binnen- hebben ze
zeer veel7 Waterachtig , van naturën zeer te zamen-
trekkend#<?r;; waarvan hier beneeden onderde krachten
iets, zal. gefproken worden.
De Stam is ontrent eenrduym dik, uyt den groenen
bruynachtig; doch van binnen groen , gevuld met een'
groot, bleek-wit, en voos P it, of Marg. De Takken
?ijn taai, echter aan de 'Stam ligt te breeken.
Dit fchoón en beziens-Waardig Gewas heeft ook
deeze -wonderlijke eygenfehap, dat het, zoo wel uyt de
bovenfte als onderfte Takken, veele dunne Wortelen tot
m de aarde neerfchieti Eerft zijn ze uyt den witten
roodachtig, daar na. worden ze bleek-bruyn. In de
aarde krijgen ze veele witte Veekelen. Inzoriderheyd
gefchied deeze Wortel-fchieting als ze eën weynig donker
gefteld zijn. ' Was irOrn-men dan deeze boomachtige
Blant_y mijns'roordeels, met volkomen regt mag noemen
SeDüM , MAJUS ARBORESCENS RADICABILE , ofgroot
boomachtig Huyslook, uyt Ziijne Takken Wortelen voort
brengende : gelijk ’ ik ook hier bó ven in de voorftelling
der verfcheydene foorten gedaan heb. Deeze Worte-
len bekomen in de grónd meerder Wortelen 3 worden
dik , ei? lopen uyt met kleyne Bladertjens (gelijk wij
eezen yan de Indiaanfche Wortel- of Vijgeboom) : en
Waarlijk, dit geeft een aardige, aanmerkens-Waafdige
aanfehouwing 3 gelijk de bijgaande Figuur genoegzaam
vertoond.
minus arborescens, of kleyn boom-
ac j«®É dluyslookj, heeft zeer teedere , fmalle, korte ,
rondz Bladert jens, voor eevenwel in een fpits punteyn-
igende , niet ongelijk zijnde kleyne en korte Wormt-
jens. jn groote meenigten groeyen ze aan hare ronde,
altijd fteyl-opwadrts walfende Steeltjens, rood terwijlze
noch jong zijn , maar daar na grijs en grauw wordende.
Digt en kort boven malkander groeyen deeze
Bladert jens; ook altijd regt-opftaande, en noyt neer- Bladeren,
waarts hangende , anders als door gebrek van Water,
of door al te groote hitte der Zon.
Dit Gewas fchiet voort uyt een veelvoudige, 'lange, Steden;
dunne, gantfeh hayrachtige, bleek-bruyne Veelei- en hoe te
wortel 3 en groeyd van naturen ongeerne opwaarts tot
een Boomt je , maar te eenemaal Struvelachtig, vermits Cn’
het uyt de gemelde Wortel veele Scheuten t’effens
voortbrengd, ieder ter hoogte Van een, anderhalve,
zomtijds ook wel van derdehalve voet. Men moet der-
halven maar alléén een of twee deezer Scheuten htzn.
! ftaan , en al de andere wechneemen ;_zoo zal het de ge-
ftalte van een Boomt je bekomen.
Geeft in deeze onze Geweften noyt eénige Bloemen3 Aanwip ,
veel minder Zaad. Kan echter genoegzaam aanoewon- ™n£ door
nen worden door de meenigvuldig-uytfchietende Loo- jjj®®
ten, welke met’er tijd van zelfs Wortelen krijgen. Verdraagt
ongeerne eenige félle Vorfl, óf langdurende Winter.
Word ook door de zelve dikmaal (echter noyt,
af immers zelden, door een matige koude) van ’t leeven
beroofd. Ter dier oorzaak is geraadzaam, dat men
van deeze.ySörr altijds iets in een Pot doe, om *s Winters
binnens htiys luchtig te bewaren , en mét matige
vochtigheyd te onderhouden , op dat men’er bij eenig
ongeval niet geheel üyt gerake.
Het SedüM1 minus album’, JiDe OensIfolium, Kleyn wit
of kleyn wit Huyslook, is hard van aart, en kan allerley huyslook.
ongeleegentheeden -des gahtfehen jaars geduldig üyt-
ftaan. Kruypt uyt eygener aart op de aarde voort.
Bloeyd in de Maand J u n i u s en geeft dikmaal volkomen
rijp Zaad. ’t Welk ftraks na dat het gewonnen
is , met de eerfte walfende Maan , een Stroö-breédte
diep in de aarde*gelegt, en voorts de zélve aanbevolen
moet zijn. Eefft in ’t volgende voorjaar komt het ‘
te voorfchijn.- Hier door kan deezè foort vermeenig- Aanwin- ‘‘
vuldtgd worden: doch noch veel bequamer door hare nlnS*
teedere Takjens , flegts een weynig , ja noch geen
Wortel bekomen hebbende;, welke men door het geheele
jaar, met een walfende Maan, mag opneemen,
en verplanten, i
Het Sedum crispum , of krullende Huyslook^i Krullende
’t welk men, weegehs hare gëkroldheyd en vreemde
ftelling, met regt onder dz Wonderen der Natuur mag-woncjerea
reekenen, krijgt uyt hare krullende groente veele ge- der Na-
meene Takjens:, -die met’er tijd de Overhand neemen , tuu^ 2^
en de Plant veranderen, of doen verderven. Moeten rce en
derhalven in ieder Voorjaar wëchgedaan, en dé gekrolde
Bladeren daar van' wel gezüyverd wórden 3 zoo
zuilen ze gedurig een bevallij ke aanfehouwing behouden.
Welke Takjens van zelfs, of afgefneeden, en met een
walfende Maan van Zpril in de aarde van een Pot,
geftoken zijnde, Zonder moeyte Wortelen vatten. Ook
konnenze alleenlijk hier door vermeeniqvuldiqd wor- . nw^a“
den. ' , v ' n,ng*
Deeze krullende Bladeren zijn ónder een en twee, Zeld- ’
maar boven dikmaal meer dan vier of vijf vingeren zaamheyd
breed; dik van fubftantie, plat van aart; bleek-, . r . 3 of wit- k, r®url,l?emnd;e
groen van verwe : met kleyne , ronde , groene, Voor Bladeren,
fpits toegaande, ook zomtijds aan hate punten roodachtige
Bladert jens , hier en gintfeh wat holachtig
voortkomende, omvangen: boven zoo digt en mee-
nigvuldig te zaamgevoegd; ook daar Zich, gelijk een
Slang, zoodanig^xn veele vouwen drayende, dat ze zeer
aardig vertonen een omgekrulde Krans , varfch. uyt een
Beeft gehaald, en nu koud geworden..
Alle lborten van Planten, welke mefi , als ze opgé- Otn alle
komen zijn, wil bevrijden voor Ichade door het Ge-
vogelt, B4uyz*en, Slekken , -dardvlooyen , en dierge- voorMuy-
lijk Vernielend ongediert, moeten zulker wijs behan- zen, Vo-
deld worden , dat men der zelver Z a a d , eer het ge- |jec^ ’n
zaydword, vierentwintig, of dok wel tweemaal vier-
G g z entwintig