
 
        
         
		8 7 1   G r o o t   S p e e n k r u y d .  B y l k e n s k r u y d .   B o t e r b l o e m .  g 7 I 
 der Bloc-  twintig ,  vijfentwintig  ,  o f   ook  wel  meerder,  korte  
 men.  Takjcns,  Ayrs-wijzts,  doch  hol  en  luchtig boven malkander, 
   te voorfchijn komen.  Aan  de zelve ziet  men  
 de Bloemtjens, neerwaarts hangende.  Deeze zij n kleyn ;  
 die  van  de Scrofularia vulgaris major,  oïgemeen groot  
 Spcenkrüyd,  in  gedaante  en  grootte niet zeer ongelijk ,.  
 doch een weynig kleyner,  zonder eenige reuk.  Beftaan  
 u yt v ijf voor rond  toegaande  Bladert jens ;  waar  van  ’t  
 onderfte  ,  alleen  gefteld  ,  en  de twee bovenfte  zwart-  
 rood,  de twee middenfte uyt den purpuren  aangenaam-  
 rood gezien worden.  Houdende in  ’t midden  vier witachtige, 
   uythangende  ronde Draadjens,  voor aan met  
 34  *  kleyne geele ronde Knop jens begaaft.  Als ze  eenige da- £e9  lang  hebben  open  geftaan,  vallenze  op  de  aarde  
 neer;  nalatende eenige  ronde,  harde,  bruyn-verwige, 
 -  hoven met een  fpitsje  voorziene,  ook gemeenelijk haar  
 in ’t midden  van malkander fcheydende Knop jens y gevuld  
 met een  klèyn,,  rond,  en  zwart Zaadje. 
 Aanwin-  Het  zelve  Zaad  geeft ze  ieder  jaar  door  degeheele  
 nlDS'  Zomer.  Met een wallende Maan van Maert moet men 5t  
 in  de aarde leggen, en  dikmaal met Water begieten, zoo  
 zal  t dies  te beeter  voortkomen.  *Bloeyd  in  *t  tweede  
 jaar,  en geeft nieuw Zaad.  Alleenlijk door  ’t  zelve kan  
 deeze foort vermeenigvuldigd worden. 
 KRACHTEN. 
 Dodon. l.t.  Root  Speenkruyd,  -of dn  het  Latijn  Scrophula-  
 ';;3V  l   -j-ria  major,  is  warm  en  droog  in  den  eerften  
 graad. 
 Mattb. 1.4.  Wortelen en  Bladeren in Wijn g ek oo kt,  en  daar  
 c.90.  van  morgens  nuchteren  een  Roemer  gedronken;  o f   
 c  uytgeparftte  Zap  der  zelve  met Wijn  ingenomen  ,  
 en  ook ’t Zap met Honig tot een pap o f falfje g ek oo kt;  
 dan  daar mee beftreeken  de varjfche wonden 3  vuyle  in-  
 cetende sLeeren en  zsweeren, Mclaatsheyd,  harde gezwel-  
 len y  Klieren,  Kropzweeren,  en de Speenen  o f   Takken  
 aan  het Fondament, verdrijft en  geneeft dezelve.  Doed  
 ook ophouden  het  bloeden  uyt  de  Neus;  ‘ t Bloedjpou-  
 wen,  de  Buykjpop ,  en  de overvloedige  roode Maand-  
 Jlonden der Vrouwen. 
 Durantes  Twee Drachmen van  het pulver der gedroogde Wor-  
 4  3  telen  met  Wijn ,  Zu yk e r ,  o f  Honig  drie  dagen  na  
 malkanders  *s  morgens  nuchteren.  ingenomen  ,  dood  
 de  Wormen. 
 C C C C X X IV   H O O F D S T U K . BYLKENSKRUYD. 
 Namen.  zeer  aardig  en  geen  groot Gewas^ 
 Italiaanfch  eeven  alzoo  :  in  ’t  Hooge, 
   pff  Hiervan  zijn mij  in  haren aart eenifoorTen. 
   ge veranderlijke-foorten  bekend;  te weeten: 
 I .   S e c u r id a c a   m a jo r   ,  o f   groot  Bijlkenskruyd.  
 l l .   M in o r ,  o f  kleyn  Bijlkenskruyd.  III. F l o r e   PUR-  
 Pu r e o   ,  o f  met  een purpure  Bloem..  IV .  P e r e g r i -  
 n a   f lo r e   p u r p u r a s c e n t e   ,.  o f   Vreemd  Bijlkens-  
 kruyd,  met  een  bleek-purpure  Bloem,  en  wonderlijk^  
 langt  dan bcyde de dijden getand Zaad.  V .  P e r e n n is   
 C l u s i i   f l o r e   r u b e l l o ,  o f  altijd-blijvend Bijlkens-  
 ■  krayd met een Roodaóhtige Bloem,  van  C a r o l u s  C l u -  
 s iu s   befchreeven.  V I .  S e c u r id a c a   v e s i c a r i a ,   o f   
 Bijlkenskruyd met  Blaas jens.  A l  te  zamen  z ijn ze  van.  
 de  z elv e  Bouwing en W'aarneeming. 
 Grond.  Zij  beminnen  een  goede,  gemeene,  zandige aarde;  
 met een weynig  twee-jarige Paerdemift,  en  ’t Mol  van  
 verrotte  Boombladeren  doormengd:  een opene, luchtige, 
   warme,  vrije,  wel  ter  Zon  geleegene  plaats,  en  
 matige  vochtigheyd.  •  ) 
 Blijv en  niet  langer  dan  eene  Zomer  in  ’t  leeven. 
 Ueeven  ook in deeze onze Geweften  niet anders als met  '  
 goede jaren  volkomen  en rijp Zrutd.  Moeten  derhalveri  
 ieder Zoor jaar,  b ijtijd s ,  met  een wadende  Maan  van  
 Maert,  niet  boven  een  ftroobreedte  diep  ,  in  Potten  Aanwin.  
 gezayd;  droog  gehouden;  voor koude bewaard ;  niet  nil3S*  
 verplant,  ook niet meer van  elke foort als  twee  in  eene  
 Pot gelaten  zijn. 
 Dus  behandeld,  en warm  gezet,  zullen ze wel zom- Geevren  
 y tijds volkomen  rijp  Zaad bekomen ;  en  dan  daar mee  niet  altijd  
 vergaan.  Echter blijft het  S e c u r id a c a   p u r p u r e a ,  
 of  Bijlkenskruyd  met  een  purpure  Bloem ,   nu  en  dan  
 wel de Winter over» 
 Konnen  op geen  andere wijze,  als  alleen  door ’t gemelde  
 Zaad,  aangewonnen en vermeerderd worden. 
 KRACHTEN. 
 BTlkenskruyd, in  *t  Latijn  Securidaca, is verwar-  ^art.  
 mende en  verdrogende in den eerften graad:  daarenboven  
 afvagende  van  aart. 
 In Wijn gezoden,  en  daar  van  .*$  morgens gedron- Durantes  
 ken;  o f  het Zaad gedroogd,  geftoten,  dan met. Wijn  h‘fi- Plant‘  
 en  een weynig Saffraan, o f  ook in wat Honig gebruykt,  - 
 zuyvefd  de Borjl van alle  taye en llijmerige vochtigheyd:  c. 66.  
 dood  de  Wormen :  is  goed  voor  de  beet en  en  fteeken Gal.  I. 6.  
 vergiftige Dieren:  drijft der Vrouwen Maandftonden&  
 ls hoven  dien  aangenaam vóór de Maag:  opend de ver-  c.'iaó.  
 ftoptheyd der Leever, M ilt , en van  ’t geheele Ingewand.  ’  ' 
 Doch op dien.dag,  dat men  ’t  gebruykt,  zou het een  
 vrouw beletten,  zwanger te worden. 
 CCCCXXV  H O O F D S T U K . BOTERBLOEM. 
 Ord  in  het  Neederlandfch  niet  alleen Namen; 
 W tÊ .  ^us 9  maar ° ° k  van  vèele  H a n e v o e t 
 n u n c u l u s   :  in  het  Hoogduytjch  
 S c h m a l t z b l u m ; ook H a h n e n f u s z .  
 in  het Franfch Go b e l e t ,  B a s s in e t ,  
 B a c in e t   ,  en  G r e n o il l e   :  in  het  Italiaanfch  R a -   
 NONCOLO,  PIE  C oR V IN O ,  PIE  Dï G a LLO,  H eRBA  
 Sc e l e r a t a ,  T a z z a ,   en B a c in e l l a . 
 Hier van zijn mij  in haren aart bekend geworden vee- Veele  
 le bijzondere en aardige  foorten,  onnodig hier al te za- foorten:  
 men genoemd te zijn.  Doch vermits hare Bouwing en  
 Waameeming niet eenerley is,  zoo zullen wij  eenige der  
 voornaamfte de liefhebbers voor oogen ftellen;  te weeten  
 : 
 R a n u n c u l u s   A s i a t i c u s   ,  o f  Boterbloem  uyt A -  doch af-  
 Zjieni  o o k   g enoemd  R a n u n c u l u s   T u r c i c U'S'g r ü -  Renlijk  
 mosa  RADICE,  of Turkfche  Hanevoet  met  een  Knob-  eeniSe der  
 beUcbtige  Wortel:  waar  van  mij  deeze  veranderlijke ™ l ' t .   
 foorten  in  hare  onvergelijkelijke  fch o onh e yd   bewuft  
 .zijn. 
 I .   R a n u n c u l u s   A s ia t ic u s   A l e p p o   d i c t u s   ,   en  ver-  
 Of Boterbloem  uyt  Zztiat  ylU'ppo geheeten,  zijnde van wonde-  
 een  zeer  donkere  bruyn-roode  couleur.  I I.  A l e p p o  ™ 'wa,lr'   
 t r a s s e e ,  o f  bonte-Aleppo.  III.  M e r v e il l e   d e   P a -   
 Ris  o f   het Wonder van Parijs;  zijnde  geel  en  rood  
 gevlamd;  anders.ook Aleppo gevlamd  genoemd.  IV .  
 M o n s t r u m ,   o f   het  Monfler;  groot  Monfier,  met  
 .geel  en  rood  gevlamd.  V .  G r an d e   M e r v e il l e u -   
 se  ,  o f  groote Venvonderenrwaardige.  V I .  G r a n d e   
 M e r v b il l e u s e   p a n a c h e   ,  o f  groot  Wonder  ,  met  
 geel en  rood  gevlamd.  V I I .  G r a n d   T u l p a n t ,  o f   
 de  groote  Turkfche  Tulleband  ,  o f   Muts ,  gevlamde !  
 vanHoute.;  V I I I .  Sph -e r i c u s ,  met een geheel ronde  yoot .  
 Bloem.  IX.  Sp h /e r ic u s   t r a s s e e   ,  o f  met geel  en geteld.  
 rood  gevlamd.  Kleyne  Oranje.  Groote  Oranje.  OJje-  
 bloed geheeten.  X.  R o m a n u s ,   geel en rood gevlamd. 
 l i i   ?  •  XI.  Se