
 
        
         
		43?  WA+EkGOÜbsBLÖÉM.  K t O K jÉ N S .   RAPÖkrt.  43§ 
 K R A C H T E N . 
 T A Ë   Watér-G ouds bloem s  o f  Galtha  Paluflris ;  is  
 öebmy  •  ■   *  een  weynig  verwarmende.  In  Wijn  gekookt, 
 en  daar van  een  Roemer  gedronken  ,  dóet  g e -,  
 makkelijk wateren:  verzagt de pijn der Nieren en Lendenen  
 :  verbeeterd  ook de Ma a g ,  daar  u yt  drijvende  
 en verteerende  alle  grove en windachtige flijmerigheydi 
 K a ! 
 fjloemen. 
 ^■ Pyra 
 wanwinling. 
 'yramidsop' 
 P'aflendc 
 plokjcas. 
 Pladeren, 
 C X V I   H   O   O   #£>  S T U K * 
 K L O K J E N S . 
 It  niet  onaangenaam  Gewas  werd dus  
 in  t Neederlandfch genoemd na  de gedaante  
 der  Bloemen,  welke  zich  niet  
 qualijk  vergelijken  met de geftalte  van  
 een Klok*  Werd in  ’t Latijn geheetën  
 C a n p a n u l a   :  in  ’t  Hoogduytjcb  
 G l o c k l j u N  i  en  G l o c k e n - b l u m e   :  in  't  Ita~  
 liaanfeh  C a m f a n e l l e   ,  o f  C a m p a n o l a . 
 Hiervan  zijn mij  in  haren aart  bekend geworden ver*  
 fcheydene  zeer  aardige,  en  fchone veranderlijke  foor*  
 ten ,  van  een vermakelijke  aanfehouwing ;  namentlijk,  
 I.  C a m p a n u l a   m a j o r   l a c t e s c e n s ,  o f  Groo-  
 te  blauwe  ,  melkachtige  Klokjens;  ook  P y r a m l d a -   
 LIS  l u t e t i a n a   ,  o f   R a p u n c u l u s   HORTENSIS  
 l a t i o r e   f o l i o ,  genoemd.  I I .  C a m p a n u l a   l a c 
 t e s c e n s   m in o r   , v u LG a r i s   j   ö f  gemeenekleyne  
 melkachtige Klokmens.  I I I .  C a m p a n u l a   p y r a m i - 
 DALIS  MINOR  F LORE  CCERULEO  ,  ET  ALBO  ,  ó f   
 kleyne  Pyramidaals-wijz>e  opfehietende  Klokjens,  met  
 een blauwe ,  en  ook met  een witje Bloem.  IV .  C am-t  
 PANULA  LACTESCENS  MINOR  P E R S IC O   FOLIO 
 f l o r e   ALBO'i  e t   c c Cr u l e o ,   o f  kleyne melkachtige  
 Klokjens ,  met  lange Bladeren,  als van  een Perz.ik, zöo  
 wel. met een witte 'als  blauwe  Bloem;  welke  ook  R a p 
 u n c u l u s   p e r s ic a b   f o l i i s  werd geheeten. V * C a m p 
 a n u l a   FOLLIS  U R T IC iE   FLORE  C A R U L E O ,   ET  
 f l o r e   ALBO  ;  o f   witte  en  blauwe  Klokjens  ,  met  
 Bladeren van Netelen;  ook genoemd  in ’t Latijn  C e r -   
 v i c a r i a   m a j o r   ,  o f  u vuLAR iA  ;  en  in  ’t Neèder-  
 landfch  G r o o t   h a l s k r u y d .  Niet  alle Stijn  ze  van  
 de zelve  Botswing en Waarneeming. 
 ,  Al  t’zamen  eevenwel  beminnen  ze  een goede-,  gep 
 e lte ;  zandige aarde  >  taamlijk wel verdien met oude  
 Paarde*, en half Koeye-mift  :  een  opene  ,  vrye  plaats*  
 en matige vochtigheyd.  Iéder jaar blpeyen  z,e veemaak-  
 kjk,  en  geeven in den Herfft rijp Zaad.  Konnen  fter-  
 ke koude verdragen*  , 
 Het  C a m p a n u l a   m a jo r   l a c t e s c e n s ,  ó f   
 Groote  blauwe  ,  melkachtige Klokjens ,  mét hare Tdl^  
 jens op  de wijze van een Pyramide opfehietende,  blijft  
 m deeze Landen  zelden  langer als drie jaren in  ’t leeven.  
 Geeft ook ,  opgekomen  zijnde ,  geen Bloemen ,  voor  
 in  ttweedé,  doch  meelt in  't   derde  ja a r j  bij  goede  
 Zomers volkomenrijp 'Zaad-,  en vergaat  daar mee*  •. 
 ■ Moet  derhalven,  t’elkens  met  een  waflènde  Maan  
 ■ M f «  weer op nieuws werden, gezayd  in een  P o t ,  
 gevult met zandige-aarde,  zomtijds met Water begoö-  
 •  n»  en gezet op een warme  plaats.  Hier door werden  
 Verme_enigvuldigd $  en dan  pok  alhoewel  zéér  zel-  
 .•  >  door aangewaffene jonge  Scheutjens  ,  welke men 
 ^et eep wafifënde Maan ,  de-geheele Zomer door  (daar  
 ,°e  hequaam  zijnde ,  en  Wortelen verkreegen hebben-  
 e/ Y an  d oude  mag  afneemen  ,  en  tegéfis  den  avond 
 verplanten.  , 
 ^ 'H e t - C AMPiANU LA  P y r A m i p Al i s   m iNo r   f l o * 
 " ^  »  e t   CceRULEO  ,   o f  kjeyne Pyramidswijz-e 
 °PDaJfcnde:Klokjens  ,   .zo o  w e l mét  een  Witte als  blauwë  
 v   oen\>  k jijg d   uyt-een  teedere ,•  d u n n e ,k o r té ; én bruyn*.  
 .erwige veezflwortel^ verfchëydene Bladeren  zittende  1 
 in  *t  rond koft  ëh  digt  bij  malkandef  gèvóëgd j  dik ;  
 hardachtig,  en ftijf recht uyt  liaan de van  aart;  ontrent  
 een kleyne vinger lang;  bij  de punt niet wel een kleyne  
 vihgër breed,  eevenwel  daar  op  't  breedfte  ;  na  het  
 Hert inwendig  op  *t  fmalfte,  en  vóór  eyndigende  iri  
 een  ftomp punt .:  van  boven  zwart-groen ,  en  blinkende  
 ;  onder gras-groen 3  en van  binnen  voorzien met  een  
 melkachtig.Zap;  aan de randen  eën  kleyn  weynig gelijk  
 als ingefnëeden?  en  gemeenlijk daar wat omgeflagen;  o f   
 als  gekruld:  in  ’t  midden  begaafd  met  een  dikke  eri  
 b'rëedèRüggè,  o f  Zdery  waar u yt andere kleyne  teede*  
 ré yoörtkompn  ;  ónder  zichtbarer  als  boven  ;  uyt*  
 vloeyende  na de  randen  ,  op de wijze van  ’ t Lapatum  ;  
 o f  Patichy halve-Maanswijzé in malkander.  In de mond  
 geknauwd,  zijn  ze  lieflijk  vaii fmaak;  byna  als d’Er*  
 weten. 
 U y t  der zelvef inwendig Hert fchiet;  in ’t begin  van  Steekje;'  
 May y  gemeenlijk  maarecti  Steeltje  op  ,  Pyramidaals-  
 wijz,e;  een  voet,  o f  wat meer,  hoog, rond ;  vercierd  
 fnef eënige téedere Streep jens.  Staat  ftev ig,  en  is taam*  
 lijk hard  van  aart;  voorzien met  een  melkachtig  Zap;  
 en  een wit marg;  van buyten donkergroen-verwig  ,  en  
 blinkende. 
 Aan.deeze  Steel  groeyen  eenige  Bladeren,  nü  uyt  Kleyae  
 d’eene dan  uyt  d’andere  zijde  ,  hol  en  luchtig  boven  StedtjcnJ;  
 malkander  ;  rullende  op  geen  byzondere  Steelt jen s ;  
 maar zonder  de  zelve  hare  voorname  Steel'  ten  halven  
 ónder  als  omhelzende;  ook  daar  op  ’t  breedfte,  en  
 voor  in  een.lpits  punt  eyndigende.  T u flc h e n   welke  
 andere kleyner  en  korter  Steeltjens  te  voorfchijn  koo* 
 Uien ,  op welker bovefifte Toppen,  als  ook  ter  zijden,  
 langwerpig-ronde;  groote,  en  vijfhoekige knoppen uyt- Khoppcttf  
 fpruyten, hebbende onder v ijf groene, kleyne,  en voor  
 Ipits  toegaande ,Bladertjens:  ,die,  d ’een na  d’andere zich  
 v  openende,  een groote Bloem  vertoonen  ,  ’t  zij w i t , o f   
 blauwverwig  ;  beftaande  uyt  v ijf   half-ingèlheedene;  
 breede  ,  en  voor  ftomprond  toegaande  Bladert jens ,  
 hebbende van  binnen  v ijf  gèel-witte ,  en  haaft  vergaan*  
 de afhangZjdtjens,  gelijk men  ziét  in de witte Lelyen;  
 ruftende  op  v ijf  gantfeh witte  , breede  ,  en  ruygachtige  
 voeten  v ook  in ’t midden der zelvè een ander recht-op*  
 ftaande,  glad .en wit  Steeltje,  waar op drie andere  geelwitte, 
   langachtige, recht op  ftaande u4fhangz>eltjens, o f  ÈldeöièÖJ  
 dikke Draadjens,  ruften;  duuren de langer als de voorge*  
 dagte andere  vijf.  Als ze agt  ó f   tien  dagen  lang  operi  
 geftaan  hebbek  ,  vallen  ze ter  aarden  neer,  nalatendë  
 eenigë  groene,  ko r te ,  dikachtige,  boven plat  en  ron*  
 de,  doch  onder Ipitsachtig-toegaande knop jens 3  gevuld  
 ^  met een kleyn;  ontrent  rond  , Caftanienbruyn-verwig,  
 blinkend Z a ad ,  ’t .welk in Zugufius  én  September tot  
 völkomene rijpheyd.geraakt.  , 
 ’t  Zelve  in  ’t.voorjaar gezayd zijnde ,  blijft  dikmaal  .  
 een  geheel jaar,  wat min ó f  meer,  in  de  aarde  leggen,  nlng‘  
 ëer men  't ziet opkoomen.  Hier door werd dee2e foort  
 van Klokjens vermeenigvuldigd;  én  dan  noch  door ha*  
 re bij  de Wortel uytloopende Jongen ;  welke  riïen met  
 een  waflènde  Maan  in  udpril  van  d’oude  afneemd  eri  
 verplarit. 
 Het  C a m p a n u l a   l a c t e s c e n s   m in o r   v u l g a *  j ? ^ cré'  
 R i s ,   o f  gemeene kleyne melkachtige Klokjens :  L a c t e -  van  k IoIé-'  
 SCB-NS  MINOR  PERSICAs.  FOLIO  FLORE  CCERULEO jens.'  
 e t   a LBQ ;  o f  kleyne, melkachtige Klok jens met.PèrJik  
 bladeren,  én een blauwey  ookjen witte Bloem;  en C a m * 
 PANULA  URTÏCjE  FOLIIS  FLORE  ALBO,  El*  CCe*  
 r u l e o   ,-  ;o£  witte.y  en  ook^  blauwe  Klokjéns  ,   met  
 Bladeren 'Van Netelen ,  blijven-lange jaren in ’t leeyen*,  -  
 Geeven  niet  alleen  jaarlijks fehoone Bloemen,  maar oölc  
 gemeenlijk-ieder Zomer rijp Zaad.  -i Welk met droog'  
 weer. gewonnen,  en met een waflènde  Maan ..van  Sep-  
 tèmber ó f  April in  een. P o t  ’; niet diep gelegt.,. d’aarde bevólen  
 moet. zijn.  ï)o ch  niet  alleen  hier  .door; Werderi  
 ie   aangewonnen  ;  .maar  ook  eeuwigduerendé  gemaakt  
 door'hare  jonge  Wortelen,  met  de  gemelde  Maan  iri  
 April van  d oude genomen# 
 -  B e   i   -  M A C Ö ?