
 
        
         
		Treflijk  Het zelve Zaad,  o f  de  Bladeren,  met  een weynig  
 middel  Peeterzelie  in  Bier  gekookt  tot  op  't  derde  deel ,  en  
 teegens de  j an ovej: de waefleni  gehouden de vin ger, daar de  F ijt,  
 .  .  anders ook de Haas genoemd,  aan  i s ,  zoo  verre  als  *t 
 quaad  zich  verfpreyd  he eft,  ’t  ovejige  gezonde  met  
 eert  doek bedekt  zijnde;  daar na de  zelve  vinger gefto-  
 ken  in  dit  kookzel,  zoo warm  als  ihen  ’t  gemakkelijk  
 verdragen  kan,  en  zoo lang  daar in gehouden)  tot  dat  
 het geheel  koud is geworden,  geneeft  deezc zeer fmer*  
 telijke quaal, 
 cccv  hoofdstuk.  
 WINDEND  
 PAERDSHOEFYZER. 
 Namen.  in  het  Neederlandfch  genoemd  , 
 word  in  het  Latijn gcheeten Flrrum 
 Het Zaad  pP!  trayerva»  Is een  raar,  zeer  fchoon, 
 zonden  ongemeen Gewas:  waar  v an ’t rond en 
 uytAme-  zwartachfig-bruyn  Zaad  in het jaar  ïtf 5 2 .  mij  toege-  
 nca.  zonden  is  van  ,dé  Heer  J acobus  .Zwanenburger,  
 Conful  der  Neederlanders  te S. Lucar in  Spa'anjë,  met  
 dit opfchrift  1  Een  Zaad  uyt  America,  met de  laatfte  
 Spaanfcke  Schoepen  overgebragt;  *t  2velk  mij  van  de  
 Schipper  is  mee gedeeld :  •wiens  Wortel  van  de Spaan-  
 jadrden neer boog geacht word,  vermits ze,  (  een dracht  
 m a o f  wat minder, -daar van gebruykf)-  zeer krachtig  
 werkt  teegens alle  vergif. 
 Hoedanig  Dit Zaad,  in  ’t begin  van Maertgelegt op een varf-  
 gezaydj  fche  Paerdemift in  een Glas,  en  daar  op Salpeeterwater  
 gegoten zijnde  (te  weeten,  Reegenwater,  waar in  een  
 half Etmaal,  o f wat langer,,  een. weynig  Sajpeeter had  
 geleegen) tot dat  het  daar onder bedolven was,  daar na  
 *t  zelye Glas gezet boven  op  de  yzere  Ov en,  waar in  
 gedurig zachtjens wierd gevuurd,  in  een weynig  Zand,  
 begon  pinnen  weynige  dagen  te  zwellen  :  daar  na  te  
 barden.  Doe nam  ik het daar  u y t ;  en  leyde  het  in  
 een  P o t,  niet  dieper  als een  ftroobreedte.  Stelde ook  
 de Pot warm ontrent den  Oven.  In  ’t  laatfte  der zelve  
 Maand Maert begon  ’t zich boven  de  aarde te  veren  
 aange-  toonen.  Daar na de  Zon  door de Venfteren;  vervol-  
 queckc.  gehs  b y ”goe3ë warme  dagen  de  Lucht  buyten  genietende, 
   fchoot dien Zomer,  zonder eeriige verhindering  
 van Gewormt,"  Aardvloyen,  Slekken,  ó f  ander ongedierte  
 ( ’t welk ook noyï gefchied aan dè Planten,  waar  
 1  van  \   Zaad in zulk Water isgelegt ge weeft)  ter hoogte  
 vin  drie  voeten  op.  In  ’t tweede jaar noch hoger;  
 en  bragt  ook  in  den  Herffl  twee  o f   drie  Bloemen  te  
 voorfchijn  :  doch  vergingen  weer  zonder cenig  Zaad  
 na  te  laten. 
 Grond.  Deeze  Plant  is  van  naturen  zeer  teeder.  Bemind  
 aats'  een  goede  bequame  grond,  beftaande  uyt drie deelen  
 gemeene  aarde  ,  twee  deelen  gro f Zand,  zonder eeni-  
 ge  zoutigheyd  ;  een  deel  twee-jarige  kleyn-gewree-  
 vene  Paerdemift ,  en  een  deel  een-jarige  D u y vemift,  
 genoegzaam  door  malkander  gemengd *  een  opene,  
 v r ije ,  wel  ter  Zon  geleegene  plaats,  befchut  voo r.  
 alle  koude  Oofe-  en  Noordenwinden  ;  en  weynig 
 wa ter.  .  '  y   -  ' . /   : ",  ' ' 
 Wortel.  Hare  ronde  Wortel  is  niet  flegt,  maar  zeer;  oneffen  
 vol  Spleet en ,  en  kleyne Knobbelen,  met^erfcheydene  
 ter  zijden  uytwaflende  Feezel-worteltjens  voorzien  ;  
 ontrent een vinger,  wat meer  o f  min  dik;  uytwendig  
 bruynachtig van  verwe, van binnen w it, met veele grauwe  
 Aderen  ,  -Marmers-wijze,  doorwerkt;  van  reuk  
 lieflijk  aangenaam. 
 Bladeren.  U y t   de  zelve  komen  voort  zeer  fchoone  bezienswaardige  
 Bladeren, ontrent een vingerlid lang;  een vinger  
 breed  ;  in  ’ t midden  tot op de hèlft als uyfgefneó.  
 den,  en  alzoo  verdeeld  in  twee  rond-toegaande ftom*-  
 pe  punten  ,  doch  achter geheel en gefloten blijvende;  
 vertoonende  dè gedaante van  een breed  Plierdshoefyzer.  
 Hebben regt-doorlopende, en verfcheydene dwars Aderen; 
  ook o p’t breedftevan  ’t Blad, ontrent d e Steel, drie  
 ronde geele Flekjens, o f  Stippelen,  zittende  drie-hoekig,  
 in plaats van Nagelen.  Deeze Bladeren zijn aangenaam Bloemen!  
 groen-verwig,  doch onder een weynig bleeker;  teeder  
 van  aart,  en  ruftende  op  korte Steeltjens,  De  Bloem  
 is rond.  Heeft,  open  zijnde,  buyten-om  veele kleyne  
 witte  Bladert jens  van  boven  ;  maar .word van  binnen, 
   voor  zoo veel ik heb konnen bemerken ,  veel,  o f  
 verfcheyden-verwig.  Is ook  in  ’t midden  vercierd met  
 eenige hoog-uytfchietende Fiedelt jens.  Niet  lang duren  
 z e ,  maar  vallen  in onze Geweften,  na verloop van  
 eenige dagep,  ter  aarden neer. 
 Zij  word  niet  alleen  door  de  geheele  Zomer droog Hoedanig  
 gehouden,  maar ook in de Maanden  Auguftus  en  Sep- men deezeI  
 tember  voor  veel  vochtigheid,  • windige dagenden  kpde Elancin^ej  
 nachten nauw-keurig gewagt:  ook op de helft Van  Sep*  Intcrt^i  
 tember,  o f  een  weynig  later,  na  tijds geleegentheyd ,  
 binnens  huys  gebragt,  en  voor  de Venfteren gefteld, 
 „om bij  goede dagen  der, Zonnen glantfeh  te  mogen  genieten  
 ,  zoo  lang  mogelijk  is.  Daar na moet men ze  
 op  een  warmer  plaats  zetten  ;  waar in *s Winters  door  
 een  yzere Oven gedurig  word  gevuurd,  na geleegentheyd  
 van  de koude;  ,te weeten,  eerft om den  anderen,  
 daar  na  ieder  dag  ;  ook  dagelijks  ,  als  de  Forfi  zulks  
 komt te verey.fleheri,  twee*-,  o f  driemaal;  *s mórgens  
 ontrent  ten  zeêyen ,  Y  middags  ten  een,  en Yavonds  
 weer  ten  ze$; o f  zeeven  uuren,  op  dat  het daar de geheele  
 nagt  door warm,  en  de  Forfi buyten blij vei 
 Mag, ook  in  deeze  geheele  Wintertijd,  waar  in  zij moet  
 al  hare  Bladeren,  en dunne .ronde Steden verheft,  nietwaarncc’' I  
 de  minfte  .vochtigheyd, g en ie te nw a n t  hier door zou  ■  ’  •  
 ze  lichtelijk  worden  a a n g e fto k en en   vergaan.  ;Niec  
 voor  half April moet men ze weer buyten ftellen y  met  
 .een  aangename  L u ch t, i en  zachte  R e e g e n d a n   noch  
 eeyenwel  haar :met  eën -Glas  w.el  dekken  en  voorzichtig  
 wachten,  zoo we] voor;veel warme'als koude Vochtigheyd  
 ,  hayrige,  fchrale winden,  en  koude  nagt en. 
 Word  in  deeze  Landen  alleenlijk  aangewonnen  en Aanwin* I  
 vermeenigvuldigd  door  Z a a d ,  op  de  hier  boven ge^ 1  
 meldde wijze.  Ondertuflchen ,  een  ftuk  van de Wortel  
 gebroken,  maakt ook wel  Knoppen,  o f  O ogen >  en dan  
 uytfchietcnde,  groeyd  voort. 
 K  R  A  C  II  T E  Ni 
 E   Wortel  van  dit  windend  Paerdshoejyz,er,  of ^art'  
 Ferrttm equinum volubile,ii  ëen weynig riekende  
 van  aart,;warm  en droog,tot in  ’t begin  van  
 den tweeden graad.,, 
 De  zelve  gedroogd,  en vier Drachmen  daar  van  al en  z«f  
 knauwende ingenomen;  ook anderhalve o f  twetDrach-  deug-1 
 men,  kleyn  tot ftof geftoten,  in een  half pintje warme  
 W ijn   ’s  avonds o f  ’s morgens gebruykt,  verdrijft zeer  
 krachtig  de fmerten Van  alle, inwendige deelen des Lig*-  
 chaams:  inzonderheyd  tweejnaal  ’s  daags ingenomen,  
 en  daar  op  warm, toegedekt,; oiti jte fweeten.  Is  on-  
 gelppflijk-goed teégens allerley fborten  van vergif»  wijl  
 ’t  der zelven kracht  t’eenemaal wechneemt,  en  door de  
 Stoelgang uytdrijft.  Het toond terftond  zijne werken-  
 .de  natuur  daar  teegen,  als  een  vyand  en  overwinner  
 yan’t zelve.,  ....  •:/;::..ri07  t n  -ó.v.v;  j 
 Verwekt  daarenboven  eetenslufi  ;  neemt  wech  alle  
 onnatuurlijke  hitte,  pnaangezien men  zou meenen, dat  
 .z e ,   als  warm  van  aart,,:  de,zelye'zou  vermeerderen. 
 Drijft het Water en  Graveel  a f :  vejqüikt de inwendige  
 Geefien,  en maakt een  vrolijk Gemoed, 
 Een  deel  van  deeze  gedroogde Wortel  in  Wijn  te deezer  
 weyken gelegt,  en  daarvan  dagelijks ,  ’s morgens,  o fplant‘  
 na  den  eeten,   *t vierde deel van  een pintje gedronken,  
 bewaard 
 bewaard  de menfehen  voor de Pejl:  helpt de Jpijs ver-  
 teiren:  vtrfterkc  de  Maag,  en  jaagd  de Windm,\rjt.  
 Indien  iemand van  deezen  drank zoo.  veel nuttigd twee  
 o f  driemaal  ter  week,  hij  zal  bevinden,  dat  hij  altijd  
 frifib en wel-gefteld  zal blijven;  ook in veele jaren van  
 geene ziekten  zal aangevallen worden. 
 cccvi  hoofdstuk. 
 E  L  I  E. 
 O o   zeer  van  een  ieder bemind,  wee-  
 •  gens  hare  fchoone  gedaante,  verwe ,  
 en  aangename  reuk,  als  wel  bekend. 
 ■  Voerd  deeze  naam  in  het  Needer-  
 landfeh.  Word  in  het  Latijn gehee-  
 ten  L il ium  :  in het Hoogduytfch L i -   
 lien,  en  G il g e n :  in/ c  Franfch  L i s ;   e n in ’t  Ita-  
 liaanfch  G ig l io ,  o f  L il io . 
 telerley  Hier van zijn mij  in  haren aart bekend veele beziens-  
 nder-  waardige  foorten,  met  verfcheydentheyd van Bloemen:  
 nameritlijk  :  . 
 I.  Lilium  album  vulgare  latifolium  ,  o f   
 gemeene witte Lelie met breede  *Bladeren.  I I.  A lbum  
 flore  pleno  ,  o f  witte  Lelie  met  dubbele  Bloemen,  
 III.  Byzantinum  PRiEcox  ,  o f   vroege  Lelie  van  
 Conflantinopel.  IV .  R ubrum  Italicum  pr^ecox,  
 o f   vroege  roode  Leliè  uyt  Italien,  V .  C ruentum  
 bulbiferum,  o f  Btoedroode Lelie met Bolletjens,  tuf-  
 fchen  de  Bladeren aan ,de Steelen voortkomende.  V I.  
 Cruentum  non  bulbiferum ,  o f   bloed-roode  Lelie  
 ronder Bolletjens.  V I I .  Cruentum  flore  ple-  
 NO, o f  Bloedroode Lelie met een dubbele Bloem;  eeven-  
 wel  niet  ieder,  maar  alleen  om  ’t tweede o f  derdejaar  
 dubbel.  V I I I . Montanum flore  luteo  puncta,-  
 to,  o f   Berg-Lelie met  een  gejltppelde geele Bloem.  IX.  
 ,r‘ Montanum  flore  luteo  non  punctato  ,  o f   
 Q  Berg-Lelie met een geele Bloem ronder Jlippclen, X. Mon-  
 tanum  punctatum  album ,  o f   witte gejlippelde  
 Berg-Lelie.  XI.  N on  punctatum ,  o f  witte onge-  
 ftippelde  Berg-Lelie.  X I I .  Montanum  flore  pur-  
 purascente  punctato,  o f  purpure Berg-Lelie met  
 ftippelen.  X I II.  N on  Punctatum,  o f  purpure Berg-  
 Lelie z,onderfiippelen.X lV .Byzantinum serotinum,  
 o f  late  Lelie  van  Conflantinopel;  anders  Martagon  
 Constantinopolitanum; o f Martagon van Conftan-  
 tinopel gezegt.  X V . 'Bysantinum “serotinum  flore  
 miniato , o f  late Lelie Vdn  Cotiftantihopèl, met een  z,eer  
 fchoone, -Menie-roode, verwe;  van  veele geheeten  Martagon  
 PÓmponii  ,  o f   Martagon  van  Pomponius. 
 XVI.  Lilium  Persicum  ,  of  Perz,iaanfche  Lelie. 
 XVII.  M a ju s   M o rini  ,•  o f  groote Lelie van Morin. 
 XVIII.  Montanum  C anadense flore  luteo,  of  
 Berg-Lelie  van  Canada  met  kleyne  geele  Bloemen;  en 
 •.  dan noch meer  andere.  Al  te zamen-j  behalven  alleen  
 de  laatftgenoemde,  zijn ze.  van  eenerley.  Bouwing  en  
 Waarneeining. 
 |HIeri  Zij  beminnen  uyt  eygener  aart een goede  gemeene,  
 zandige,  luchtige  en  bequaam-gemèftte  grond  ;  een  
 opene,  vrije,  wel-geleegene  plaats, •  en  veel  Reegen.  
 Verdragen  felle  koude,  en  alle  andere  óngeleegenthee-  
 dfn  desv tijds zonder  eenige  fchade.  Worden  om  het  
 vierde jaar,  in  ’t laatfte  van  J u liu s ,  u yt  de aarde  opgenomen  
 ,  en  terftond ,  na dat men  de grond wel om-  
 gefmeeten,  ook op nieuws  gemeft  heeft,  weer daar in  
 Egjj  §ezetv   Moeten  niet  lang  uyt  de  aarde  blijven  ,  o f   
 >win-  ^0uden  in  ’t  volgende jaar befwaarlij k , Bloemen konnen  
 'g.  dragen.  Men  moet  ook  meeft  al  de Bollen  van  malkander  
 affeheyden,  en  de  zelve  ieder bijzonder,  vier  
 vingeren breed diep,  zetten  ;. zoo  zullen ze  veel  beeter  
 dfagén;  ook grooter Bloemen voortbrengen.  Worden  
 vroc  °0^ ^eezer wijze zeer vermeenigvuldigd.  B   
 c'  Wil  iemand van  deeze  foorten  late,  en  öok vroege 
 Ploemen zien,  zoo^^zette hij  de Bollen hoog,  en  ook an- gc cn  
 der e diep;  want dan  zullen  de hooge  vroeger,  de  diep- Bloemen  
 gezette later Bloemen geeven»  '  tebeko- 
 Het  L il ium   M on-ta^uiv}.  C anadense  flore Ldié van  
 ldteo  ,  o f  Lelie  van  Canada  met aardige,geele Bloe- Canada.  
 men,  is veel teederder van  aart;  en  verdraagd  zeer on*  
 geerne  dè  felle  kende  der  Winter  in  deeze  Geweften, 
 Moet  derhalven in  een  Zonnebak,  o f  Pot  g ez?t,  en  
 gj Winters binnens huys gebragt: ook 'sZemers niet, voor  
 dat,hare  Bladeren  gantfeh  vergaan  zijn,  uyt  de  aardo  
 opgenomen  ,  en  terftond  weer, in  een  varffehe. grond  
 verplant  worden.  Anders  zond  gij  haar  haaft' tay  of. 
 Hap  zien;  en dan  zouden ze al langzaam  verderven. 
 k r a c h t e n . 
 E   Bladeren  en  Wortelen  van  witte  Lelie  ,  ?- 
 1Lilium album,  zijn  verdrogende,  afyagende, en  sj mPtM,d-  
 verteërende  van  aart;  doch  de Wortelen meer als.  
 de  Bladeren. 
 De  Bladeren  in  roode  Wijn  g ek o o k t,'e n   op  oude  
 Wonden  g e le g t,  geneezen  de  zelve  in  een' korte  
 tijd.  . 
 Geftoten,  met Wijn  en Honig gemengd,  zijn  goed  ApuUj'.  
 teegéns het Sfrenktvuur,  de  verjimktbeyd èfi.rLeedcn,1’^ - * 1*1*'-  
 de  beeten  o f  ftéeken'der  Slangen,  en  anderergiftige.  ' 
 Dieren,  daar  op  gelegt  zijnde.,  Neemen  ook  van  de  
 Huyd wech^alle vlekken en Jproetelen-,  doen de  rimpelen  
 des Aangedichts vergaan. 
 De  Wortelen  in  Wijn  o f  Edik  gezoden,  en  drie p/;„  {  u -  
 dagen  lang  op  de  Likdoornen  gelegt,  verweeken  'btie.19.  '  
 zelve,  Beven  deeze  Wortel  met  Boom-,  o f  Roozen-  
 o ly  doormengd,  heeld  de  gebrandheyd'der  Leeden;  
 doed  daar  hayr  op  groeyén  :  verdrijft  de  hardigheyd  
 der  Moeder:  geneeft  allerley  Zeer en,  Ziyeercn,;  en  
 Wonden. 
 De  Wortelen  en  Bloemen in' Wijn  gekookt,  en  daar Bod. 1. 7.  
 van gedronken,  is goed voor de Miltzuchtige; en voor c, li  
 die met  Breuken  zijn  gequeld.  Maakt  ook  eén  week  ï  
 Lichaam  :  jaagd  door  de  Stoelgang u yt het geronnene  
 en  orizuyvere Bloed.  . 
 De  Bloemen  gediftilleert,  en  daar mee gewaftchen,  Biofc. 1 3.  
 maakt  een  zuyver en blank Aangezicht.  Met wat Ca“-  c-u6-  
 neel  en  Saffraan  ingenomen  ,  is  goed  v o o rd  t  barende ^ atth' 1'^  
 Fr ouwen;  dieflauwheyd des Herten;  om  de Nageboor-  ^   
 te  tê  doeri.rijzên  ‘  voorts  teêgens  de 'Waterzucht f  en  
 heête  Leevêr ,  de  Heefchbeyd ;  en  doëd  de  verlorene  
 Stem weer komen. 
 .  De  Oly,  o f  Z a lf ,  uyt  deeze,Bloemen gemaakt,  êr) Ruell.de  
 tot  een  plaafter  bêreyd ,  verzacht  alle  hardigheyd,  en  Nat-St-  s  
 gezwellen.  Brengt weer  te  regt de  verrekte Zeenuwen ;  l' 3,c' 17'  
 Beroerdheyd,  Lammigheyd,  en  de Kramp. 
 C C C V I I   H O O F D S T U K . 
 MA Y B L O EM. 
 fN  het  Neederlandfch  niet  alleen  dtis', Namen,  
 'm aar ook ;wel  Lelie  vanden  Dalïe  
 genoemd,  word in  het  Latijn  gehee-'  
 ten  L ilium  convallium;  Lilium  
 VER.NUM,  en  Ephemerum: non  L e- 
 — -----  thale  :  in  het  Hpogduytfch MwETSblumlein, 
  ofMnYENREisz :  in.’t Franfch Muguet:.  
 in  ’t  Italiaanfch Lilio cpnvallio. 
 Hier  yan  zijn  mij  in  haren'aart  bekend vier onder-oVLeron-  
 feheydene foorten ;  namentlijk :  \  ^derfchey- 
 I.  Lilium  convallium  majus ,  of  groote May-  ^ 6 ioot  
 bloem;  I I.  C onvAllium  flore  alijo ,  , o f  Maybloem  
 van  een witte  couleur.  I I I ., Flore  purpureo/.  
 o f   purpure  Maybloem.  IY .  L ilium  convallium  
 minus,  o f   kflyne  Maybloem;  ook genoemd  U nifo-  
 lium,  oïEenblad. 
 m m