Zaad. Geeven ieder jaar volkomen rijp Z a a d , inzonderheyd
met een drogen Herffl ; behalven die met fchoo-
ne dubbele 'Bloemen ; v welke, in deeze Landen (mijns
weetens) noyt eenig Zaad hebben voortgebragt. Konnen
felle Torft , en meer andere ongeleegentheeden der Winter,
zonder fchade uytftaan. Blijven niet altijd groen;
maar hare Steelen en Bladeren vergaan door de koude.
Schieten echter in ’t Voorjaar bij de Wortel, op nieuws
Aanwin- weer uyt. Konnen aangewonnen en vermeenigvuldigd
«nog* worden, niet alleen door ’t gemelde haar Zaadt *twelk
met een waflende Maan van Maert, niet diep, in de
aarde word gelegt; maar ook door Hare aangegroeyde,
de grond door-lopende, en van zelfs Wortel-fchietende
jonge Looten; welke men op de zelve tijd, en met de
genoemde Maan , van de oude afneemt en verplant.
K R A C H T E N .
aaien. lib. Dragon , o f Ptarmica vulgaris, is warm .
Med.simp. \ \ f in den tweeden en droog in den derden graad;
8* ook openende, verdeelende, verteerende* dunmakende,
en doorfnijdende van aart.
De Bloemen en Bladeren groen gefloten, en gelegt
op blauw-geftagene , gevallene , o f geftotene 'plaatzen
des Ligchaams, ook op Buylen en B lu t s e n , fehey-
den het daar in zijnde geronnene Bloed; doen ze vergaan
, en geneezen ze.
purantes De Wortel in de Mond geknauwd, verdrijft de Tandpij
ft 3 en trekt de fttjmerigheyd uyt het Hoofd wech*
^ ’ 3 * Word derhalven zeer gepreezen teegens de Zinkingen,
en de vallende Ziekte.
Dod. 1. 24. De Bladeren worden ook voor opregte Dragon in alle
c' ,8- Saladen gebruykt. De zelve gedroogd, en ’t Poeder
l' % ^aar van *n de Neus opgetrokken, doed Nieren.
C C C C I H O O F D S T U K .
P Y R E T HRU M.
Namen. de ATeederlanders dus genoemd ;
doch bij deeze voerdze ook de naam
van G eyferwurtz ; zoo veel alsZ^-
verwortel. Word in ’t Latijn gehee-
ten Pyrethrum , o f Pes A lexan-
drinus in het Franfch Pied d ’A lex andre: in ’t
Italiaanfch Pir e t r o , o f ook B ertram.
Grond. Is een aardig Gewas. Bemind uyt eygener aart een
goede, gemeenè, zandige, met een weynig twee-jari-
ge Paerdemift, en ’ t Mol der verrotte Boombladeren
doormengde grond : een opene, warme, wel ter Zon
geleegene plaats, en matige vochtigheyd.
Zaad. Geeft gemeenelijk, inzonderheyd bij drooge Najaren
y volkomen rijp Zaad. Kan op geenerley wijze de
ongeleegentheeden der Winter, o f veele Herfftreege-
nen uytftaan, buyten blijvende. Moet derhalven, met
een waflende Maan van Hpril in een Pot geplant zijnde
, voor veele vochtigheyd zorgvuldig gewacht, en
- *s Winters binnens huys, op een zeer luchtige plaats ge-
bragt worden, waar in niet als bij vriezend Weer word
Hoe in de gevuurd. Doch noch beeter is ’t , zoo ’t eenigzins
wintere gefchieden kan, buyten gevaar van bevriezing, haar
necmen. £een vuur te laten genieten. O o k moet men haar, gedurende
de Winter , onderhouden met zeer we ynig,
bij na geen vochtigheyd, wijl ze door de zelve zeer
lichtelijk vergaat. Niet voor in ’t laatfte van Maert,
o f *t begin van Hpr il, na geleegentheyd van de be-
quaamheyd des tijds, mag men ze weer buyten ftellen,
met een zoete L u c h t , en aangename R,eegen. Dan
noch eevenwel haar wel nauw wachten, en voorzichtig
dekken voor veel Water, koude nagten, hayrige o f fchrale
O ofte- en Noordewinden.
Zij blijft van naturen altijd groen; doch zelden
Kan dok niet anders Aanwioaangewonnen
o f vermeenigvuldigd worden , dan door ning.
haar Zaad; ’tw e lk met een waflende Maan van May
in een P ot, niet boven een ftroobreed diep, hol en luchtig
gezayd moet zijn.
KRACHTEN.
DE Wortel van Bertram, o f Pyrethrum, is ver- Tem.1.6,
warmende en verdrogende van aart, tot in den Me*h.
derden graad.
D e zelve gedroogd , gepulverifeert, met Honig Dioft. /.
vermengt, en zoo ingenomen, doed zweeten; brengtc' 8Ó-
weer te regt alle verkoude en lamme Leeden, en de 1
beeving der. Zeenuwen. Verfterkt de koude Harjfe- C' ***
nen, en verloft de zelve van alle overvloedige ftijme-
righeyd. .
De Wortel gedroogd, en aan de killende Tanden ge* Lufit. I-
legt, o f geknauwt', neemt’er de pijn van wech. c. 83/
De zelve in Wijn gezoden, en daar van gedronken*
s morgens nuchteren, een Roemertje v o l , drijft u y t,
zoo door de Blaas, als Stoelgang, alle grove, taye enftij*
merige vochten.
c c c c i l H O O F D S T U K .
Z E E P K R U Y D .
■ ,U s in het Neederlandfih genoemd , Namen,e„
l om dat het Zap van deeze Plant, ee- waarom,
' ven gelijk de Z eep, allerley Kiekten
‘ wech neemt, fchoon en z i l v e r maakt,
i Word in het Latijn geheeten- Sapo-
1 nar ia : in het Moogduytfeh W e sc.'I!-
kr.a u t ,' o f ook Seyffenkraut, en
Sp e y ch e lw u r t z e l : in ’t Franfch H erbe au fou-
lon , o f l'H erbe savoniere : in het Italiaanfch
R ad ic e t t e , H erba lanaria , en H erba da
t in to r e ..
Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden»»« Twee bij.
bijzondere foorten; namentlijk : - zondere
I , Sa po nar ia vulg a r is , o f gemeen Zeepkruyd, foorttn'
II. Saponaria g en u in a , o{opregt Zeepkruyd; van
zommige genoemd St ru th ium antiquo rum ,
dat i s , Struthium , , o f opregt Zeepkruyd der Oude.
Beydezijnze in hare BouwingetiWaarneeming zeer ver-
fchillende. ' “
De Saponaria VULGARIS, o f ’t gemeen Zeepkruyd, Geme,a
bemind een goede, zandige, liever gemeftte als onge- Z“ P-
meftte grond: een vrije, wel ter Zon geleegene plaatsjlra),i
en veel Water. Blijft lange, jaren in ’t leeven. Bloeyd
ieder Zomer zeer vermakelijk ; doch geeft in deeze onze
Geweften noyt eenig volkomen rijp Zaad. Ver-
draagd felle koude, en alle andere ongeleegentheeden der
Winter, zonder eenige fchade. ' Onaangezien zij hierAanwio-
geen Zaad geeft, zoo kan men ze echter aanwinnen, nlDg*
en overvloedig vermeenigvuldigen, door hare bij de
Wortel uytfchiêtende , en de aarde zeer do'orloopende
jonge Scheuten. Welke men , van zelfs Wortelen ver-
.kreegen hebbende, met een waflende Maan in Maert
o f Zpril van de oude afneemt en verplant.
Men bevind dit gemeen Zeepkruyd te zijn van dee- Zeldzame
ze zeldzame en aardige eygenfchap,, dat het, nieuwe- eygen-
hjks opgenomen en verzet zijnde , niet anders als t’ee- fchaP dec‘
nemaal enkele Bloemen te voorfchijn brengt; doch nu zcrPant*
een jaar, o f noch langer, geftaan hebbende, worden ze
gelijk als kleyne Roosjens; veele te zamen groeyende,al
te zamen weer geheel dubbel; ’t welk een bevallijk aangename
aanfehouwing geeft.
Het Saponaria genuina, o f opregte Zeepkruyd; Opregt
anders Struthium antiquorum, o f groot Zeepk ru yd^^ |j|
der Oude, is van een veel teederder aart. Bemind een oude.
goede zandige aarde , met een weynig twee-jarige
Paerdelanger
dan drie jaren in ’t leeven.
Grond.
Wortel.
Steelen.
Bloemknoppen
nerfzich
noyt in
onze Gp-
weften.-
Bladeren.
Hoedanig
inde Winte
nemen.
Aart.
J/w. /. 24.
Uofi.l. z.
*• '9b
Galm. 1.8.
ümp.fac.
bod. /. <5,
Paerdemift, en het Mol der van binnen verdorvene
Boomen, o f anders voor d it , Verrotte Boombladeren,
doormengt: een warme luchtige, wel ier Zon g e le gene
plaats, en matige vochtigheyd. Word van na-
ruren zeer oud. Schiet ieder jaar uyt hare tamelijk-
dikke, ronde, voor ftompachtig-fpits toegaande, en
aicligrauw-verwige Wortel eenige Steelen, een, en ook
anderhalve voet hoog; rond, bleek-groen van couleur,
.m r T ! verdeeld; altijd voortkömende
i s h,et mld<Jen ,van twee regt teegens over malkander
zittende fmalle, v o o rfp,ts-to egaand e,end e& « /0n-
dergantfeh omvattende uyt welke ook in I
het alderbovenfte der Steelen gezien worden , om te
bloeyen, veele bij malkander gevoegde ronde Kmpjent,
de een hooger als de andere op teedere en korte Steelt-
uytfchietende, inzonderheyd bij heete Zomert-
doch openen zroh noyt m deeze onze koude Gewe-
lten. Indien ze tot hare volmaaktheyd konden ee-
raken, zoo Zouden de Bloemen zich geel-verwig ver
tonen,, want hare toègeflotene Knoppen ziet men van
buyten altijd geel.
Deeze foott. verheft niet, gelijk de voorige, in de
Winter al hare Bladeren; maar behoud altijd eenige
groene bij de Wortel; waar uyt in de volgende Zomer
weer nieuwe Steelen. te voorfchijn komen. Deeze Bla-
deren\zijn donker-groen-verwig, veéle bij malkander in .'
een T o p te zamen-'gevoegd; gemeenelijk neerwaarts
hangende; met zeer lang; fmal; met geen'zichtba
re Aderen begaaft, maar in ‘t midden voorzien me/
een Rugge.
Zij kan op geenerley wijze veel koude Herftlree-
genen , {kerke Winden, Sneeuw, o f eenige Korft ver-
, dragen. Word derhalven, met een waffende Maan van
April door Zaad, uyt heete Landen herwaarts gezon
d en , opgekomen zijnde, in een Pot geplant in ’t begin
van oaober; de aarde droog geworden , binnens
huys gebragt, op een bequame plaats; luchtig , en
waar in niet anders als bij vriezend Wéér word gevuurd.
Gedurende de Wintertijd moet ze alleen met
zeer weynig lauwgemaakt Reegenwater van boven be-
f otrn >..“ niet, weer W ten g ez« worden voor in het
be gin, o f ten halven van A p r il, met een aangename
Lucht en zoete Reegen. Dan noch wel gedekt eh voorzichtig
gewacht voor koude nachten, Snecuwioc voch-
tigheyd, qn fchrale Ooftewinden.
k r a c h t e n .
Eepkruyd, o f Saponaria, is warm eri droog van
aart, tot in den derden graad.
De Wortel ra Wijn gezoden, en daar van
gedronken, maakt een week Ligchaam : opend de
-verßoptheyd Van de Leever; doed gemakkelijk Water
lotfen; zuyverd der Vrouwen Moeder; en is goed voor
de Geelzucht. . S , voor
Met Wijn en Garftenmeel g ek oo kt; dan op koude
Gezwellen gelegt, doed de zelve verteeren.
De Wortel gedroogd, gepulverifeert,- en daar van
twee Drachmen, met Honig vermengt, ingenomen
is goed voor de Hoeß, en een benauwde Borßt B
D e zelve‘met Honig in de Neusgaten geftoken
trekt al de Fluymcn van de Harffitnen wech, en doed
Niezen. Het zelve Poeder met Edik en Garftenmeel
Vermengd; dan plaafters-wijze op de Schurftheyd'
en andere onzuyverheeden der Huyd gelegt, doed dè
zelve verdwijnen.
Het uyrgeparftte Zap der 'Bladeren reynigd de Wol
de Lakenen; en maakt zuyvere Handen, de zelve daar
ineê gewaflehen zijnde.
CCCCIII h o o f d s t u k .
rooz ewort e l .
een ieder dus in ‘t Mcderlandfch Nartiro.en
genoemd , om dat de zelve, met de waaItJ,n*
n?™e Poozereuk.^^van zich geeft. Wórd
R o s e a ; dan noch R h om a
W Ê j Ê W m m M , R osénwurtzel : in het
Franfch R ac ine sentant les R oses : in het Ita-
Itaanfih R hodia R ad ic e . i
VÊrande T T I ^ Sren 3art geworden twee TweevCrt
veranderlijke fo o r ten ; te w e eten i- and'riijke
HtlMït ,r.i> S P 1' “OSIf A EADIX CRISPIORI FOLIO -
Bert, 1 , Roo:ceivmel’ rnet gekruider o f
zehif e B o u f t de W É É B e yd e zelve Bouwtng en Waarneming. . 2‘in 2e van ceven de
Zij beminnen een goede, gemeene, zandige, en Grond.’
M M grond : een.luchtigeI wel ter Zon ge-
fcegenephats, en met al te veel vochtigheyd. Bloeyen
\ieder Zomer, doch geeven in deeze onze Geweften
noyt eenig. rijp Zaad.
ü i i Seno.eg2«m aangtwonnen en ver- A.nwiit-
wplk*^*0 ^ d° 0r lare aanSe8roey d0: jonge Worteleni ninS‘
welke men met een Waffende Maan vm Maert o f
-ypril van de. oude affmjd, o f a f breekt; en niet haaft
blijven! ’ v6ele ïar«n lang in 't leeven konnen
k r a c h t e n .
Roozewortel, o f Rhodia R a d ix , is koud ehMatth.Uf.
droog van aart; ‘t Hoofd zeer verfterkende ,
door de Zeer aangename Rooze-geur, welkeze
van zich geeft. °
Gedroogd, o f groen gefloten, en met Roozetyater Diofe. 1 4.
vermengt, verdrijft allerley Hoofdpijn , verooroaakt r. L
1 üh Sa,, Daar ! feg ens > vermengt mèt het gediftil-
leerde Water van Majoraan ( o f Mariolein ) is goed
S e h e f b f ^ ’ welke haren ooriprong uyt
C C C C IV H O O F D S T U K .
R A D Y S .
S Ên Gewas au elk genoeg bekend, Namen,
de daar in zijnde aangename en ver-
friffehende fcharpheyd, word in het
FPeederlandJbh dus genoemd: in het
Latijn R a d ic u La , o f ook R apha-
nus : in het Hoogduytfch R e t t ich : in het Franfch
R aifo r t ; in het Italiaanfch R aphano, R avano
r adicè * eb R a d ic c ïo .
Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden vier Vi-ron
onderfcheydene lootten; te weeten: derfchey-
I . R a d ïc u l a satiyA minor y o f kleyne i tamme, <Jencfooi'*
gemeene Radijs. ï i . M ajor sATiva n ig r a * ofgroo-
te zwarte tamme Radijs. IIÏ. M ajor1 saTivA a l ba,
o f grbote tamme witte Radijs; van welke foort zom-
mige met range, andere met ronde Wortelen worden gezien;
van veele geheeten R ommulaTz e n , o f volgens Rommu.'
de gemeene uytfpraak R am e latzen ; in ’t Italiaanfch la«en.
R emolaZzo, IV . R a d ïc u la sy lv e s tr is , o f» i/ -
de Radijs. Niet alle zijn ze van de zelve Bouwino en
Waarheeming, °
Zij beminnen echter al te zamen een goede, gemee- Gtoni,
ne, zandige, en flegts met weynig twee-jarige Paerdemift,