B eschryving der K ruyden , B ollen en B loemen , III B oek, 914
m
dan noch wat
rige Winden.
Bïoeytijd» Zij bloèyen ieder Zomer, vföég in ’ t Voorjaar: -gee-
Z.aad. ven ook in deeze-on ze Geweften volkomen rijp Zaad;
Waar door ze alleenlijk konnen aangewonnen en vermee-
' nigvuldigd worden. Eevenwel laat het T h l a s p i C r e -
TlCUM SEMPER VÏRENS REPENS FLÖRE ALBO , o f
altijd-groen blijvende kruypende Thlafpi uyt Candien
Aanwin*- met een witte Bloem» zich ook aanwinnen door hare
ninS’ aangegroeyde jonge Lootjens; welke men, van zelfs
Wortelen gekreegen hebbende, van de oude afneemt, en
verplant, op de boven gedachte tijd. Doch vermits ze
dan gemeenelijk in volle Bloemen ftaan, zoo moet nïen
de zelve eerft affnijden, 'en dan verzetten: anders zoudenze
veel bezwaarlijker beklijven, ja wel geheel vergaan.
Wilde Het T h l a s p i M e c h L In iè n s e -, o f *wilde Kerjfe,
roe endc ontrent Bdechelen te voorfchijn komende, blijft niet lan-
ontrent ' gèr dan twee Zomers in ’t keven. Word met een waf-
Mcchelen. fende Maan van Maert o f . April niet diep gezayd.
Komt ook wel genoeg van zelfs voort door net neergevallene
Zaad. Bloeyd in ’t. tweede, jaar. Geeft volkomen
rijp Zaady en verfterft dan van zelfs.
K R A C H T E N .
Mgin. 1. 7. 'ïï” T E t Zaad van al de foorten der vreemde wilde
H|| l i I kerjfe y o f Thlafpi, is warm en droog tot in den
c.zi. derden, ja tot in ’t laatfte van den derden graad;
ook fcharp en bijtende van aart*
Galen. 1. 6. Gedroogd, geftoten, en met Wijn ingenomen ,
i)U>fc l i teegens allerley Vergif. Is een dienftig middel
c. 186. teegens de P efi: verwekt der Vrouwèn Maandfionden.
Durantes Verdrijft de pijn der Heupen : doed de inwendige Ge-
fol. 4f6. zwellen doorbreeken : jaagt zoo wel van boven als van
onder uyt alle Galachtige en bloedige overvloedige vochtigheids
Doch moet, ter oorzaak van zijn hitte en fter*.
' ke kragt, van geen bevrucht Vrouwen worden ingeno- I
men; vermits het hare 'Vrucht.zou doen fterven.
K R A C H T E N .
HE t Tasjenskrbyd$ in 't Latijn Burfa Pafiorist is daieL l.u
verdroogende in den eerften graad 5 en zeer te 9
zamentrekkende van aart*
De Bladeren geftoten, en gelegt op bloedigt o f bloe- d>od.lib.^
dende Wonden y op heete ^weeringen, op pefiilentiale g e -1. '9' .
zwellen, doen bloeden ophouden 3 en geneezen de ge- c. 71.
noemde qualen.
D e zelve Bladeren gehakt, in koekjens gebakken, éh
daar van gegeeten , ftillen allerley Bloedvloeden. In
de Neusgaten geftoken, ftempen het bloeden uyt den
Neus.
Het Kruydin roode Wijn gezoden, en daar van ge- PumMi
dronken; o f het uytgeparftte Zap met Wijn inge- ju'cbf^cap.
nomen, is zeer goed teegens ’t Bloedpijfen : teegens 235.
de Buyk- en Bloedloop : de P e fi; de Geelzucht * de
overvloedige Maandjlonden der Vrouwen, en een heete
Maag.
Het daar van uytgeparftte Zap in de Ooren gedaan,
droogd op de zwferingen 5 en de etterige onrey-
nigheyd der zelve.
Eeven dit Zap vermengt met het Zap van Huyslook
en E d ik ; dan gedaan op de Boos, en allerley andere c* * l^°*
vuurigheydy neemt’er de brand van wech.
D e Bladeren en Bloemen met wat Haverengort in
Melk g ek oo kt, tot dat ze dik w o rd ; dan gèflagen
om een gezwollene en vuurige arm o f been, doed zeer
veel goed.
D e Bladeren in Water gek o o k t, en in een Linnen
doekje gelegt op de Oogen der kinderen, wanneer ze de
Pokjens hebben, neemen’er de brand van.wech, en bewarenze
voor allerley ongeleegentheeden.
C C C C L I I I H O O F D S T U K .
t o r m e n t i l
rewagt zijn voor koude nagten, en hay-
C C C C L I I H O O F D S T U K . TASJENSKRUYD. Verfchey-
de namen.
Twee bijzondere
foorten.
Zaad.
Nders ook in *t Neederlandfch T e s ch ,
T e sk en s enBEURSEKRUYD genoemd,
word in het Latijn geheeten B u r s a
p a s t o r i s : in het Hoogduytfch T a -
s c h e n - o f T e s c h e n k r a u t ; anders
ook Se c k e l k r a u t : in het Franfch
B o u r s e d e P a s t e u r , o f B o u r s e d e B e r g e r :
in 't Italiaanfch B o r sa d i P a s t o r e , T a s Ca , Z a i -
n o , en B orsa d a Pe c o r a io .
Hier van zijn mij in "haren aart bekend geworden
twee bijzondere foorten; namentlijk :
I . B u r s a p a s t o r i s m a j o r , o f groot Tasjens-
kruyd. II. B u r s a p a s t o r i s m in o r , oikleyn Tas-
jenskruyd. Beyde zijn ze van eeven de zelve Bouwing
en Waarneeming.
Zij beminnen een opene vrije lucht: een goede zoo
wel zandige als fteenige, o f ook een gemeene, welge-
meftte grond, veel meer als een dorre, o f fchaduwach-
tige plaats. Willen veel water, maar zijn ook te vree-
den met matige vochtigheyd.
Blijven niet langer dan eent Zomer in*t leeven. Krijgen
iri ’t begin van den Herffl een volkomen rijp Zaad;
en vergaan dan van zelfs. Derhalven word het Zaad
ieder Voorjaar met een waflèncfe Maan van M a er t,
niet diep gele gt, de aarde weer aanbevolen. Komen
anders ook , door het uytgevallene, ter plaats daar ze
geftaan hebben , van zelfs genoeg op ; en konnen
deezer wijze overvloedig vermeenigvuldigd worden.
v in het Ita- oorfprong.
I j liaanfeh genöemd T o r m e n t i l l a
| f (vermits het Poeder deezer Wortel, o f
*t Water, waar in de zelve gezoden is
ge weeft, niet alleen de fmerten, veroorzaakt
door iet vergiftigs, ' wech-
neemt, maar ook verdrijft de Tandpijn, eertijds van de
Romeynen T o r m e n t genoemt) : o f d o k wel S e p t i -
f o l iu m : in *t Hoogduytfch B ir c k w u r t z , o f anders
R o t h e i l w u r t z e l : in ’t Franfch T o r m e n t i l l e .
Zij bemind een goede, gemeene, zandige, luchr Grond;
t ïg e , en met twee-jarige Paerdemift matig-voorziene
grond; een wel ter Zon geleegene plaats, doch,indieni
*t gefchieden kan, aan hare Wortel een weynig fchaduw;
en veel Water.
Blijft eènige jaren lang in ’t leeven. Verdraagd felle Zaad.'
koude., en alle andere ongeleegentheeden der Wmter
zonder nadeel. Bloeyd ieder Zomer, en geeft' een volkomen
rijp Zaad; *t welk met een wadende Maan van
Maert o f A p r il, na geleegentheyd van de bèquaam-
heyd o f onbequaamheyd des tijds, de aarde, niet boven
een ftróobreedte diep gelegt, moet aanbevolen zijn.
Hier door word deeze Plant genoeg vermeenigvuldigd: Aanw*°*
en dan ook noch aangewonnen door de aangegroeyde nu,®‘
jonge Worteltjens, welke men met de zelve Maan in April
van de oude afneemt en verplant.
K R A C H T E N.
DE Wortelen van Tormentil, o f Tormentilla, zijn Femel.Lf]
verdrogende tot in den derden graad, en ’övarm Meth.
in den eerften: ook te zamentrekkende van aart, Mei‘
en rijn van deelen.
Ia
P17 T ormentil. B oksdoorn. B oksbaard. Water-sterrekruyd. pi 6
Matth.l.\. fn Wijn gezoden, en daar van een Roemer gedron-
c' x' k en ; o f een Drachma van het Poederde r gedroogde
Bladeren y o f ook der M ortelen , met Wijn ingeno-
inen, weerftaat allerley verrotting; de pefi, en het ver-
■ gif; neemt wech de fmerten, door ’t zelve veroorzaakt.
Doed ophouden de overvloedige Maandfionden' en
tamerar. Vloeden der Vrouwen : het bloeden van eenig lid des
Fuchfhift. ^gchaams; de B u y k en Roodeloop : het Bloedfpou-
FUnt.eap. 7Ven en Bloedpijfen. Droogd op, en verfterkt de Maag.
98. Is goed voor de geene die van binnen gefcheurd zijn,
Lome. 1.2. 0£ een h00g e val gedaan hebben. Dienftig teegens
de Geelzucht. Scheyd het geronnene Bloed : geneeft
de Wonden, en lopende gaten ; een gequetfle en verfiopte
Longe y Leever , en M ilt. Dood de Wormen der kinderen
, drie dagen na malkander ’s morgens nuchteren
gedronken. Verdrijft de quade z.eeren van de Mond,
daar mee gewaffehen zijnde. Jaagt het Water der
Blaas a f : verfterkt de zelve, én ook de Nieren. Verhinderd
, dat de zwangere Vrouwen een Mifoal zouden
krijgen.
Trag.l. i. Het uytgeparftte Zap deezer Plant mét Wijn-ingeno-
c‘ *71- men * is goed teegens 't vergif, en doed zeer krachtig ,
zweeten. Werkt ook met voordeel in al de hier boven
genoemde gebreeken. - •
hare kluchtige groenheyd *t leeven zelfs. Is derhalven °m'er
geraadzaam, dat men altijd van deeze foört eene in een Z!la'1 *..van
Pot plante; de zelve binnens huys beware; en haar m e t tc kri^ ea'
wejnige vochtigheyd voorzie. Zoó krijgdze zom-
tijds wel, bij goede Zomers, in deeze onze Landen een
volkomen rijp Z a a d : gelijk mij in mijnen H o f hief
binnen Grocningcn gebeurd is in de jaren i t f ó j . eo
1(171. Het zelve is geelachtig-van verwe, befloten
in korte ronde Peultjens, voorzien met kleyne. Steelt-
jens. . ■ j ■<
De T r agacantha tomentosa C rïetica , o f^ ^ k t i -
wolachtige Boksdoorn uyt Candia, is niet zoo hard van f ho^
aart. Verdraagd ongeerne veel koude Herffireegenen, Cand*.^
en eenige Vorfi. Moet derhalven j in een Pot géfteld
zijnde , in ’t begin van OU ober binnens hüys worden
gebragt, op een luchtige plaats, waar in niet'anders
als vriezend Wee r word gevu u rd g ed u ren d e de
Minter onderhouden met zeer weynig vochtigheyd;
en met weer büyten gezet , voor in ’t begin van
A p r il, met een aangename Lucht en zoete Reegen:
dan eevenwel noch gewagt voor koude nagten 3 en
fchrale winden. & .
K R A C H T E N .
C C C C L IV H O O F D S T U K . BOKSDOORN.
Namen. e n , mijns weetens, met geenen |
w i l anderen naam in ’ t Neederlandfch, genoemd,
word in het Latijn en Ita-
• liaanfeh geheeten T r a g a c a n t h a ,
POTERIUM, en S p in a h i r c i . In het
Franfch B a r b e d e R e n a r d , o f R a -
MEBOVE.
Twee bij- Hier van zijn mij in haren aart bekend geworden twee
zondere bijzondere foorten; te weetën:
ioorten. T ^ _
l . 1 r a g a c a n t h a v u l g a r ï s , o f gemeene Boksdoorn.
I I. T r a g a c a n t h a t om en t o s a C r e t i c a ,
o f ruyge Boksdoorn uyt Candien. Beyde zijn ze niet van
eeven.de zelve Bouwing en Waarneeming.
Grond. Zij beminnen echter beyde een goede, gemeene,
zandige aarde, met een weynig twee-jarige Paerdemift,
en ’ t Mol van verrotte Boombladeren doormengt: een
opene, luchtige, warme, vrije, wel ter Zon geleegene
plaats; en matige vochtigheyd.
Zelden Blijven lange jaren in ’t leeven. Geeven meeft elke
Zaad. Zomer Bloemen; maar zelden in deeze Geweften vol- 1
komen rijp Zaad. Konnen eevenwel genoegzaam aangewonnen
worden door hare aangegroeyde jonge, o f
ook oude Takken. Welke men in de Maand May met
een Pennemes voorzichtig, op de wijze der Angelieren,
ten hal ven infnijd; en met aarde bedekt. In ’t eerfte
Aanwin- o f tweede jaar krijgen ze Wortelen. Doch niet voor ’t
TaHcen °r ^er^e ïaar ^aar na mag men ze van de oude afheemen ,
a om te verplanten; vermits de Martelen , noth jong en
teeder zijnde, zulks niet eerder mogen verdragen.
Door Zaad Maar wanneer men t Zaad u yt andere warmer Lan-
iiytwar- den heeft optfangen, zoo jword het, met een waflèn-
t o Lbcko-de van. r M ho1 en luchtig gezayd in een Pot,
men. gevuld met de hier boven befchreeveneaarde; dan warm
gefteld, en zomtijds van boven begoten met een wey-
. nig in de Zon lauw geworden Réegenwater. Niet boven
een ftroobreedte diep moet het Zaad in de grond gelegt
worden. , ° °
Gemeene De T r a g a c a n t h a v u i g a r i s , o f gemeene Poks-
doora door», is zeer hard van natuur. Op een warme plaats
buyfen gezet zijnde, bevrijd' voor alle koude Oojle-
en Noordavinden, kan ze dikmaal wel eenige jaren
's Winters pverblijven , inzonderheyd als men ze tee-
Hoe waar Sens de, Verft met drpoge Turfmul bedekt. Eyndelijk j
te neemen echter yerlieftze, door een felle Verft, te zamen met
D ^G om , o f het uytgevlóeydè Zap van dé JVor- Airt-
te l deezer Plant, word gehouden voor vochtig
in den eerften, en koud in dên tweeden graad j
alhoewel G a l e n o s in een ander gevoelen is. .......
In Melk gew eykt, en^elegt op Aepujften, ea het Matth.l f .
der Oogen, geneeft de zelve. Een Drachma in . .
yvijn met Zuyker, en een Drachma Gom van Arabien, c. . f ’ ’
te zamen geweykt, en gedronken, neemt van de Borft Ruett. l.5.
wech de K^rtademhejd; verzacht de Hoefti genéeft de c- ,s -
heeskeyd der Keel; verdrijft de Nieren fmerten j ook de
f ijn der Lendenen, en der Blaas.
De zelve Gom gedroogd; gepulverifeert, en daar vah camtrar.
een Drachma met roode W ijn ; o f met het Zap van'-3-r->8.
Queepeeren gebruykt, o f in een Clfterie gedaan, ftild
de Bloedgang, o f Roodeloóp.
De zelve in Roozenwater met een weynig Camfer Durtmte,
gelegt; een doekje daar in natgemaakt, en dan het hifi. riant.
Aangedicht daar meê beftreeken, maakt een.helder /d-efia. %
XtUyver t kjaar veL
C C C C L V H O O F D S t Ü È BOKSBAARD.
^ïet alléén in het Neederlandfch dus , Nafnen,
' maar o o k van veele SAl s e f y g en o ed id ,
ï w o rd in h et Latijn geheeten T r a -
I ö o p o g u m , ö f B a r b a H i r c i : in *t
ï Hoogduytfch B o k s b a r t : in ’c Franfch
> B a r b e d e B o v e y o f B a Rbé C h e -
v r e : in h et Italiaanfch T r a g o p o g a n ö , B a r b a d i
B e c c o , o f B a r b a d i C a p r a .
I Hiér van zijn mij in haren aart bekend v i j f in hare on~
\ Bloem veranderlijke foorten; alsf dcrfchcy-
I . T raGOPOGUM FlORE PURPf/REO ; o f Boh- ten.e^O0ir"
baard met een purpure Bloem. I j. Flöre p a l l id ó
CcéRULEo, o f met een bleeh^blautiie Bloem. I I I . Flo-
Rë a Leo , o f met een tuitte Bloem. IV . 1'i oj;e lü *
‘teo , o f met een geele Bloem. V . T eA ö o ro cUM
SUAVE RUBÊNtE FLÖRE Ea BIÏ CoLUMNZE, o f Boksa
baard met een lieflijk-roede Bloem van de geleerde Heef
Fab iu s C olumna. Alle zijn re ven ecnericy licmving
en Waarneeming.
- Zij beminnen eên goede, gemeene, zandige, wel-Graal,
gemeftte aarde: een opene, vrije, luchtige; bequaam
ter Zon geleegene plaats, o i veel Water. Blijven Zaai
niet meer dan twpe Zomers in ’t leeven. Verdragen
felle Vorft, en alle andere ongeleegentheeden des tifds.
Ai m m % Bloeyen