
 
        
         
		ï i y  OLEÄNÖERBÖÖM^HAAGEbOORH. PfeE&EDöOtH.  B eUBERÏSBÖDM.  T U 
 is getrokken >  v ijf  o f  zes uren lang ;  dat  alle wonden  ,  
 'met  ’t  zelve Mes gemaakt > niet  alleen  ongeneeslijkju)r\,  
 maar ook eyndelijk de dood veroorzaken.,  
 faiiad.  De Hooien der Muyx^en met  deeze  Bladeren geftofitj 
 i  doed kaa.Tjl erven y  als ze  daar bij  komen  ;  gelijk-Pa l * 
 ;*«/*  xADius  R utïlïus  getuygd; 
 X X I I I   h o o ï d s T e k , 
 H AA GE DOORN. 
 Lfchey-  Y  een  ieder wel  bekend i  en  zeer ge* 
 Lc namen. 253  meen Gepas,  werd alleen met .deézen 
 Cn  aderen Naam  in ’t Needer- 
 *WT  ACUTA  V  OxYACANTHA DlOSCORI* 
 dis ,  en  Spina alba:  in.het  Hoog-  
 duytfch  Hagdörn  :  In  ’t Franfch  A ubéspine y  o f   
 Espine blanche:  In  't Italiadnfch O xiganta.  
 ■ Twcedcr-  Hier van zijn mij  in  haren  aart  bekend twee bijzon-  
 ■ ey foor-  derefoörten,  namentlijks 
 »   ’ der  Spina  acuta  Flore  ' s im p l ic i   aLbo  ,  o f   
 Eelve zeer Haagedoörn met een witte  enkele Bloem  en Spina  
 K hooa.  acuta  Flore  albo  pleno,  o f  Haagedoorn  met  
 een witte dubbele  Bloem  van  een  zeer  fchoone  aan-  
 fchouwing,  en  gevuld op de wijze der dubbel& Myr-  
 tus-bloem ,*  doch veel aangenamer  aan  h e to o g ,  ver-  
 mits’er  zoo  veele  bij  malkander  z ijn . gevöegd.  De  
 B   eerftemdal  zijn  ze  van  zelfs  voort,  en  aan  den  dag  
 gekomen  bij.  Jonker  E iz o   J argens  op  Mbym'a .,  
 B   Gecommitteerde Raad der Hoog-Eedèle Heeren  van  de  
 Ommelanden  tuflehen  de  Eems  en  dê  L auwers.  
 Beyde  deeze  Soorten  zijn  van  dezelve:  'Botswing  en  
 Waameeming;  doch. verfchillen een wèyriig in  deHan-  
 teelingiA •' 
 ^at voor  •  Zij'beminnen  een gemeene ,.  zandige,',: Jdcyige *  ö f   
 Hen aarde  fteenige  ,  ongëmeftte ,  doch liever  een wel-geméftte  
 B  be~  ^arde  :  een  opene,  v ry e ,  luchtige,  en  geenzins don*  
 H ? eren'  kere plaats;  veele,  eri ook matige vochtigheyd.  Geë*  
 ven ieder'jaaf ifi 'deJlFay niet alleen Bloemen,  maar ook  
 in ^.tfgujhts vplkomen rijp. Zaad.  . Verdragen  felle kou*  
 de,  de  grootfte ongeleegentheeden dfes gantfchën Win*  
 ters,  en werden zeer oüd. 
 Page-  De  Spina  acuta  flore  pienö  albo,  ofHaa*  
 g l° orn tnet ge doorn met witte dubbele Bloemen,  flaande vol Blade-  
 lubbclc  renI  gemeene niet'zeer ongelijk,  geeft het eene  jaar  
 Bloemen.  veel >  het  andere weynig Vrucht,  o f  Zaad,  vermits  
 dikmaal de Bloemen  neervallen ,  zonder dan iets na te  
 laten.5 
 Hanwin-  EeVénwel  werd  déeze Soort voor eerfi aangewonnen  
 Boten?001' ^00r hare teedere  een-jarige Takjens >  o f  bij  de Wortel  
 uytlopende  jonge Loten  ', - welke men  voorzichtig met  
 een Pennémes ten halveri  infnijd,  met-aarde aanvuld ,  
 en  ,  langzaam wortel gelchoten hébbende, met een  afgaande  
 Maan van Februarius van de oude  affnijd y   en  
 verplant/  | 
 B ° or.  Zë«  anderen  werd ze  vermeerderd  door  wijze  van  
 ■ UySing.  o f  Inleggïng;  ’t  Welk met een waffende Maan 
 van  Februarius  o f  M a e r t,   na geleegentheyd  van  de  
 tijd ,  gefchiéd  op  jbnge  ,  o f  tamelijk-dikke  Haage-  
 dóorns Stammen met enkele Bloemen. 
 Bmcenc  D e   Spina  acuta  ^lörb  s iMp l iCi  ,  o f  gemee*  
 Boom  ne Haagedoorn,  met enkele Bloemen,  werd alleen  door  
 Zijne Vrucht op de vólgende wijze aangewonnen.  
 B anwm*  '  Pluk a f de Zaad-dragende  Vruchten , •  als ze gantfeh  
 Hing.  rijp  Zijh, bniyn-rood Van verwe, met een  volle Maan.  
 Lég ze iri een  fteene o f  hoüte V a t :  zet ze daar mee in  
 de grond,  bedek ze met aarde,  en laat zë dus  een geheel  
 jaaf  daar  in te  meuk  leggen.  Neëm  ze  daar  na  
 weer u y t ,  en  z,ay  ze  in den  Herffl met een  afgaande  
 Maan  ;■  zoo komen ze veel beetef en bequamëf voort,  
 a s o f  z e ,  rijp zijnde,  terftond in  de  aarde waren  ee-  
 legc.  1  ö 
 Men  vind dezëlyé  zeef dienftig i,  om Hagen van  te Gebruyk;  
 maken ,  tot  befcherming van Kruyd^hoven,  en  andere  
 dingen i 
 K  R  A  C  II  T  E  N. 
 DE   PruchteU  van  deeze; Wel-bekendé  Struvtllen Aart.  
 zijn  droog  van aatfi  dun  van Deelen ,  fijn van  
 Stof j  verfterkende \  en  een we-ynig te zameni  
 trekkende.  1 
 De  Steenen  gepulverizeert,  én  met  Wijn  ingeno* Cdmerdr,  
 riten  ,  breekèn  ,  en drijven  uyt  de  Blaas-  en Nieren-  lib-  *•c-  
 Steen.  *t Gbdiftilleetde Water van dezelve heeft dezel-  
 ve  kragt. 
 De WorteFg&otèn-,  .enPlaefters*wijZe op denBuyk Dhfibr.  
 gelegt,  drijft a f  de  kevendigejen  èloode Vrucht.  OpV-  
 de Wonden gedaan  werd  daar door uytgetrokken  al x   
 daar  in  zittende. Staal \  Veer j  Splinters  ,  ën  diérgelij*  
 ke  'dingen;  • 
 X X I V   H O O F D S T U K . 
 PEEREDOORN. 
 hier  boven  be- VerfcHej^  
 ïchreevene Haagedoorn ;  wérd  deeze  namcd1  
 wJü .  Naam gëgeeven, om dat hare Bladeren 
 ’t Loof der Peerèboomen niét  ongelijk i  
 ^och een weynig  kleynder zijn. Heeft  
 k  in het Neederlandfch niet alleen deeze 
 benoeming, maar ook die van  g r o e n e  D o o r n ,  om  
 dat ze  gedurig groen , i s ,  en  de  Bladeren  nöyt  verdorren  
 o f  afvallen  ,  ten  zij  dopr ouderdom  :  in  ‘t Latijn  
 PYRACANTH'A ,.  OXYACANTHA  MfNORi  o f  R h a -  
 mnus  TER Tins  T i-ie o ph r a s t i   van; M a t t h ia s   
 d ë   L o b e l,ï  jn  ’t Italiaan/ch P eR a c a n t a  i:p f ;RAN.- 
 NO  ,TE;RZQ;  D l  T h ËOPHRASTO.,  , 
 Hier  van  zijn  mij  in  harén  aart  bekend  géworden TSveedëf*  
 twee bijzóndere foorten  ;  te weeten,  P y r a c a n t ï i a   ley Sooi:i  -  
 H i SPANICA  ,  o f   GEMEENE  S pAANSGHE P e ERE^ tC  ’  
 d o o r n   ,  om dat Ze in  Spaanje van .Naturen  groeydj  •'  1  
 cn  P y r a c a n t h a   V i R G i n i a n a   j  :  o f   P e-e r e -   
 b o oR N . u y t   ViRGiNiEN ,ï :wiens Bladereh  aan  hare  
 kanten niet  effen en glad zijn,  gelijk die van dé, andere,  
 maar rondom  zeer fubtijl en  net getand-, bok gemeéne-  
 lijkaan  beyde  dé  zij.den  vercierd  met  eert  niet  al  tc  
 diep  infnijdxjd  ,  van  een  aangename  aanfehouwing; 
 Echter  verfchillen  ze  in  grootte  en verwe weynig van  
 malkander.  Beycjc zijn ze niet van dezelve Bomving en  
 Waameeming. 
 •:  Zij  beminnen  een gemeene ,  zandige >  zoo wel oh-Wat vodr  
 gemeftte *  als. met een  weynig  twée-jarige Paardenfift ec.n ^ard<i  
 voorziene grond:  een Opene,.  lu.chtigei,  v r y e ,  bequa-'iSjjk e^c*’'  
 melijk  ter  Zon  geleegene >  liever  als  een  donkere  o f   
 fchaduwachtige  plaats;  v e e l,  en bok vyeyriig water; 
 Geeven wel ieder jaar,  in de .Maand Junius, ' een wit*  
 t e ,   aangename  Bloem,  maar  in  deeze  Landen  noyt  
 eenig  volkomen  regt  rijp  Zaad.  Zijn  tamelijk  hard  
 va haart:  konnen Sneeuw >  Rijp y  fierke Vbrfi,  en  alle  
 andere ongemakken der Winter uytftaan.  Doch  de  
 Pyracantha V irginianA',  o f  Reeredoorn uyt1fr}ï~  
 ginie'n,  kan. deeze öngelecgentheedeft  niet  verdragen;  
 voor dat ze de dikte van een .duym * o f  ten minften van  
 éert vinger heeft bekomen; want de  èrvarentheyd heelt  
 genoegzaam geleerd,  dat deeze/ö<?r/\veel teedérder van  
 aart is,  als de andere. 
 In deeze Geweften  koimen ze  aangewonnen werden Aanwi«-'  
 óp  twéé  bijzöhdere"wijzën.  '  '  ''  ° ing 
 Èerfi $  door  hare Takjens,  welke nien  aflhijd met door T*fc"  
 ■ één  volle  Maan  van  JWacrt  :.  Dan  op  een  donkere jens.  
 plaats,  -ter Iehgte-van  eene vinger,  in de aarde fteek t,  
 eri dikmaal metwater be gie t:  dus vatten ze  eyndelijk  
 Wortel.  Doch dis Pyracantha V irciniana moet, 
 M   5  om