
 
        
         
		eenurde  sGentb  ALBIDO  ,   ö f   ChameUa  uyt  Duytfchland,  
 aij bemin-  mct  bleek^witte  Purpure  Bloemen  ,  ëfl  C hamelala  
 florb  purpureo  obscuro  )  o f   Chamelaa  met  een  
 roode donkere Bloem,  na ’t Purpur trekkende,  en M e -   
 Zereön  flore  albo ,  o f  Mezereon  met  een gantjch  
 witte Bloem  ,  wiens Stoelen  en  Bladeren bleekér  als  die  
 van  de  andere  vallen,  zijn  uyt  een  zonderlinge  ey-  
 genfchap  hard  van  aart.  Beminnen  een  goede,  ge-  
 meene,  zandige,  en met kleyn-gewi;eevene Paarde-of  
 Koeyemift matig voorziene  ,  en  een vochtige  ,  liever  
 als  een  drooge grond;  ook veel Water:  een  fchaduw-  
 achtige  plaats behaagd  haar beeter,  als een  opene,vrye,  
 warme,  en wel ter  Zon geleegene. 
 Bloemen.  Brengen  zeer vroeg  in Maert  boven maten aangename  
 en  treflijk-riekende Bloemen,  maar  zelden  volkomen  
 rijp  Zaad  voort,  ’t Zelve werd van de Vogelen  
 zeer geerne gegeeten,,  nochtans van  haar niet  verteerd,  
 want  gelijk ze  ’t   ingeflokt hebben,  zoo geevenze het  
 Zaad.  weer uyt.  Ondertuflchen is het zeer  hitzich  van  aart  
 tot  in den vierden graad;  en  voor de menfchen niet  alleen  
 van  een  fchadelijk  ,  maar  zelfs  doodelijk  ge-  
 bruyk. 
 Harden  Deeze  Peeperboomen  verdragen Stormwinden,  Ha-  
 aart*  "g*&  Sneeuw,  Pijp ,  en  fterke  Vbrjl ,  zonder  eenige  
 ongeleegentheyd.  Laten  ’s Winters hare Bladeren vallen. 
   O f  wel haar Zaad,  in April, May,  o f  op andere  
 tijden gezayd,  iioyt o f  zeer  zelden te voorfchijnkomt,  
 Aanwin-  zoo  worden ze  echter  genoegzaam  aangewonnen  door  
 ninS*  hare  bij  de Wortel uytlopende jongeScheutjens  :  welke  
 met’er  tijd  van  zelfs Wortel vatten  ;  doch veel.haafti-  
 ger  dezelve bekomen,  als men ze met  een Mes ten hal-  
 ven  infnijd,  op  de wijze der  Angelieren,  en met aarde  
 bedekt.  Met een wallende Maan vsn Maert,  en  als nu  
 de Wortelen  twee jaren oud  zijn  geworden  ,  moet men  
 ze van de oude afneemen,  en verplanten. 
 Hoe uyt  Doch indien het gefchied,  dat de Vrucht  zijne  vol-  
 2aad*  komene  rijpheyd  b ekomt,  gelijk  het mij  in  de jaren  
 1647 .  en  ,  166%.  gebeurd i s ,  zoo  moet  dezelve  in  
 September met een wallende Maan  ,  eenvinger-breedte  
 diep,  op een warme.,  doch donkere plaats,  aan  de aarde  
 ,  nieuwelijks  omgefmeeten  zijnde,  bevolen  wor-  
 De Auteur  den.  Dan  komen  in  ’t  laatfte  van  A p r il,  o f ’t  be-  
 knjgd'er  gjn  van  May  ,  uyt  dit  Zaad jonge Bonntjens voort.;  
 een  aan-  welke  gemeenelijk in  de verwe harer  Bloemen verande-  
 gename  ren.  Want niet alleen die met witte Bloemen komen’ér  
 Bloem  ,  u yt  te  voorfchijn .,  maar  ook  bij mij  iri  ’t jaar  1Ó47. 
 m e t Bloemen  van een  heldertOranje-verwe,  die, vermits  
 de ongemeene fchoonheyd,  van  veele  zijn bezichtigd  
 geworden.  Een  liefhebber verzocht  zeer emftig  
 dezelve  te  mogen  hebben  voor  een  goed  ftuk  geld*.;  
 doch  ik  leende  geen  ooren daar  toe y  vermits  ik   mét  
 hcrr^dicf  rcujne Planten noyt handel dreef, maar zomtijds wei net  
 lijkont*  frais  uyt  een milddadig  hert  aan  een. Heer  o f  goede  
 ftolen  Vriend vereerde.  Naderhand is  dit  zonderling Gewas  
 wierd.  bij  nagt o f  ontijd uyt  de  aarde  gerukt,  en  dus  ben  ik  
 oneerlijker wijze daar  van  beroofd  geworden.  Als  ik  
 in  het  volgende  jaar  kennis  van  deeze  diefftal kreeg,  
 meende  ik  *t  geftolene weer te  zullen  krijgen.  Maar  
 de eerlooze Piel iets  hier  van verneemende  ,  kapte het  
 inftukken,  om niet ter Ichande  te  komen.  Dus  beroofde  
 hij mij  en  veele  Plant-beminners  van  de hoop,  
 om  dit raar Gewas o yt weer te  zien.  *t Had  bij  hem  
 zeer  treurig geftaan  ,  vermits hij  het  buyten  tijds  had  
 ‘-wechgenomen. 
 rhamclaca  De  Chamelaïa  tricoccos,  o f  C hameljEa met  
 BezieriC  BeZj*en >  200  genoemd ,  vermits  hare  Vruchten ,  
 waarom  Z a ad ,  bij  drieën  aan  malkander  zijn  gehegt  ;  
 xoo ge-  anders ook geheeten M ezereon A rabum,  o f  Meze-  
 noemd.  rion der Arabiers,  in  het Franjch  G arotjpe ,  is  veel  
 teederder  van  aart  als  de  voorige.  Bemind  een  ge-  
 meene,  goede ,  zandige aarde  :  een  opene,  luchtige,,  
 Wat voor  warme  ,  vrye  ,  wel  ter  Zon  geleegene plaats.  Geeft  
 een aarde  njet  ajjeen  kleyne,  geele  Bloemtjens,  maar  o o k ,  genen. 
   mlQ meenelijk ieder jaar,  volkomen en wel-rijp Zaad.  Verdraagd  
 ongeerne eènige vettigheyd en Vöchtigheyd j in1-  
 zonderheyd koude Herfjl-reegenen,  Sneeuw,  Pijp,  ó f   
 fterke Vbrjl.  Moet derhalven,  met  een waflende Maan  
 van April in een  Pot geplant  zijnde  ,  in het  begin  van  
 Ö ft ober  binnéns  huys  worden gebragt;  op een  bequa-  
 me en  luchtige plaats gefteld,  daar alleen  met vriezend  
 W e e r ,  om-niet  bevroren  te-mogen worden  ,  in- werd  
 gevuurd  door  een  yzere  Ovèn.  Gedurende dien tijd Waarnee:  
 mag  men ze  maar  een  o f  tweemaal  van boven met een ming.  ’  
 weynig  lauw-geftiaakt Reegen-water  begieten;  en  niet  
 voor  in  ’t begin  van Apr il,  o f  wat  later, na tijds gelee-  
 gentheyd,  met een  zoete Lucht  en Reegeny wedérom  
 buyten  ftellen,  doch welwagten  en dekken voor koude  
 nagten ,  hayrige en fchrale  winden. 
 Deeze  foort  laat  no yt  hare  B laderen  vd&tw,  maar Aanwin.1  
 blijft  altijd  eeven  groen.  Kan  niet  alleen  door  hare ning door  
 ihgefneedene  en  langzaam  wortel  fchietende  Takken  
 (die  men  op  de  voorgenoemde  tijd  en  met  dezelve  
 Maan  moet  afneemen  ,  en-als  de Wortelen  twee  jaren  
 oud  zijn  ,  in Potten  verplanten ) ;   maar. ook door haar  
 Zaad:  ’ t welk men  in Februarius o f  Maer,t,  met  een  ca ^  .  
 waflende Maan, hól en luchtig moet zayen  in  eèn  Pot,  
 gevuld met gèméene zandige aarde ,  niet  dieper  als een  
 Stroo breed.  Voorts moet men dePot in huys houden,  
 tot  in  ’t  begin  van April, 
 K R A C H T E   N. 
 Di t   Gewas  is  in  alle  zijne  deeled  zoo  hitzich, PitGcwu  
 fcharp,  quaadaardig,  en bijtende,  dat men zich  **  
 wel zorgvuldig moet wachten,  iets daar van in- ^   '  
 wendig te gebruyken. 
 De  Bladeren  geftoten,  met  Honig  vermengd ,  en Uytwtn.  
 op  lopende ö f  vuyle  Zweeringen  gelegt,  zuyveren de-  
 zelve.  •"  ■ r   •'  / . 
 De  welriekende  Bloemen  gediftilleert,  eri  met  dit gebruyk.  
 Water  gewaftchèn ,  néémt  wëch  alle vlekken des aan-  
 geachts,  en maakt een  zu y ver Vel. 
 X L I X   H O O F D S T U K . 
 M  E  Z  E  R  E  O  N 
 met  fraalle  Bladeren. 
 ■ E t  deezen,en  (mijns  weetens)  gEe-,Jcr^ e^  
 nen  anderen naam  ,  is dit  Heejlerach- ae n  
 tig Gewas in  *t Ncederlandfch bekend. 
 In  *t Latijn wérd’ het genoemd T hy-  
 mel^éa  .  o f  M ezereon  an g u s t i   
 FOLiuM ;  en  in  het  Italiaanfch Tr-  
 MELEA.  vS';*’ . 
 Is  teeder van  aart.  Bemind  een  goede  ,  luchtige,  
 zandige aarde,  met een weynig twee-jarige  Paerdemift z;j begce-  
 en *tMol van verrotte Boom-bladeren doormengd: een ren.  
 opene,  warme,  v ry e ,  wel  ter  Zon  geleegene  plaats,  
 en  niet  te  veel  Water.  Geeft  in  deeze  Landen door Bloemen,  
 het  geheele jaar , behalven  in de Winter,  Bloemen,  uyt  
 de bovenfte punten  der  Takken  voortkomende,  veele  
 Tros-wijz,e bij malkander gevoegd.  Kleyn zijn ze, wit, Zaa'  
 en beftaan uyt vier  Bladert jens  :  doch  laten  zelden  o f  
 wel  noyt  volkomen  rijp  Zaad  achter;  *t welk  zich  
 echter  laat .zien,  rond  gevormd,  eerft  groen-verwig >  
 daar  na  rood.  .  •  Tccder- 
 Deeze  Gewajfen  konnen  op  geenerley  wijs  v e r d r a - j,. cn  
 gen  eenige  koude  Herfjl-reegenen,  Sneeuw,  Storm- jj0eze  
 winden,  Rijp,  en  veel min  fterke  Vbrfi.  Moeten  der- waargc^  
 halven,  met  een waflende Maan  van April  in een  Pot, ®anwor.  
 o f  houte Bak,  na geleegentheyd  harer grootte,  geplant ^eIli  
 zijnde,  in  het  laatfte van  September,  o f  het begin van  
 O ft ober  ,  indien  't  een  goede  jaarstijd i s ,  droog  bin-  
 nens  huys worden gebragt,  en  gefteld op  een luchtige  
 plaats,   daar  n iet,   als  bij  vriezend Weer,  in geftookt  
 1  '  word»